Hoofdstuk 32
DAGBOEKNOTITIES
1863-1865
Het is een lange tijd geleden dat ik een poging waagde mijn gevoelens aan het papier toe te vertrouwen; mijn verwarde gedachten en alles wat ik gedurende het afgelopen anderhalf jaar heb meegemaakt en - naar ik hoop - geleerd heb. Ik ben er zelfs nu nog niet zeker van of ik er al aan toe ben mezelf - of het recente verleden, onder ogen te zien.
Maar wanneer ik mezelf niet veroorloof toe te geven aan deze opluchtende gemoedsuiting in een wereld van ondraaglijke spanning waarin ik verkeer, zal ik beslist gek worden van het me constant afvragen wat ik hier eigenlijk aan het dóen ben - in het middelpunt van een onmetelijk niemandsland, bezaaid met verminkte, bloedende lichamen en afgerukte ledematen die op een bloederige hoop liggen, terwijl de kreten van folterende pijnen en angsten niet ophouden en die ik zelfs nu nog hoor.
Lieve God! Wat dóe ik hier? Waarom heb ik ooit gedacht dat er dokters waren om te genézen? Ik heb er nooit bij stil gestaan dat ik gekwetst en gewond zou raken onder de starende ogen in de doodshoofden van de slachtoffers, die met verbijsterde, pleitende ogen om wonderen of toverkracht bedelden om weer in het bezit van hun ledematen te komen. Ik zie nog steeds de reusachtige, gapende wonden waaruit de organen puilden voor me, en ik herinner me mijn leugens - in het bijzonder tegen de hopeloze gevallen - terwijl ik mijn best deed hun blikken te ontwijken, om vérder te gaan, naar een volgende patiënt - wéér leugens - net doen alsof ik niets voelde wanneer ik in vlees en botten sneed - net doen alsof ik hun kreten van zielenpijn niet hoorde ...
Ik wenste, nu het te laat is voor wensen, dat tante Charity niet naar Virginia was gekomen om me daar te zoeken en me aan dingen als 'plicht' en 'trouw' te herinneren. In die tijd voelde ik me opeens overladen met schuldgevoelens. Bovendien wist ik maar al te goed hoe gevaarlijk het was met de postkoets te moeten reizen - in het bijzonder tijdens die turbulente en gevaarlijke periode waarin het land verkeerde. Toen werd ik - zoals trouwens nog steeds - door mijn geweten en spijtgevoelens voor mijn gedachteloze idioterieën geplaagd.
Ze hóudt van Blaze Davenant, de ellendeling die hij is! Toen ze zijn naam noemde, hoorde ik dat haar stem zachter werd; ook haar gelaat. En gretig vroeg ze me of hij me, zoals hij beloofd had, een bezoek had gebracht - en of hij misschien een boodschap voor haar had achtergelaten. Hoe kón hij zo'n platvloerse huichelaar zijn! Ik vroeg mezelf af (en ik haatte mezelf erom) hoe dikwijls hij met mijn tante gevrijd had en haar 'lekkertje' genoemd had. Welke beloften had hij haar gedaan? Als ik haar maar had kunnen waarschuwen - zonder haar te kwetsen - tegen zijn perversiteiten, zijn leugens en zijn nauwelijks verborgen kwaadaardigheid; nauwelijks verborgen onder zijn glimlach en de, als het hem zo uitkwam, aanstellerig vriendelijke manier van doen. Zou ze een idee hebben hoe hij in werkelijkheid was? Of toonde hij slechts mij de donkerste kant van zijn karakter - omdat hij vond dat ik maar een ordinaire hoer was - en me als zodanig behandelde; het stuk ongeluk! Zelfs nu laat hij er geen twijfel over bestaan dat ik lucht voor hem ben. In het gunstigste geval voegt hij mij een scheldwoord toe, vóór hij zich omdraait om mij met mijn gedachten alleen te laten. Dan wens ik een lange stok of een scherp mes bij de hand te hebben om hem daarmee te lijf te gaan. Of ik wens hem tot een duel uit te dagen om hem met mijn pistool recht in zijn hart te treffen. Naar de hel met de toevallige omstandigheden waardoor wij elkaar hebben moeten ontmoeten - en naar de hel met de Gezondheidscommissie! Anders had ik me nu niet in dit gloeiendhete vagevuur bevonden - en ik zou nooit iets te maken hebben gehad met de verschrikkingen en walgingen die gepaard gingen aan het dodenoppasser te zijn - de gevolgen van een zinloze oorlog, waarbij ontelbaren verloren gingen om maar één ding te winnen: de oorlog.
De geschiedenisboeken en de gedichtenbundels die ik gelezen heb, hadden me op geen enkele wijze voorbereid op de werkelijkheid van het afschuwelijke heden. Ik ben ervan overtuigd dat tante Charity er geen enkel idee van had toen ze, onder de invloed van president Lincoln zelf, ervoor zorgdroeg dat ik hier terecht kwam. Ik was de eerste vrouw die officieel erkend werd als gekwalificeerde arts en chirurg. Het een en ander werd bekrachtigd door een Brief van Aanstelling, afgegeven door de Gezondheidscommissie. In die brief stond vermeld dat ik door alle vrijwilligersorganisaties als arts beschouwd kon worden, en dat men mij derhalve geen verpleegsterswerkzaamheden diende te laten verrichten. Haha! En de Vrijwillige Californische Colonne, waar ik nog steeds officieel gedetacheerd ben (en die mij inmiddels als deserteur bestempeld hebben!) had nooit verwacht om in enige wérkelijke schermutselingen met de Rebellen verwikkeld te raken. Ik werd aangewezen om als inspirerend voorbeeld voor andere vrouwen te fungeren - dat neem ik tenminste aan - of als een bruikbaar versiersel; als de traditionele mascotte van een regiment.
Ik haat hem! Hém - Blaze - hoe durfde hij mij, als verontschuldiging voor het feit dat hij me als een postpakketje afhaalde - in herinnering te brengen dat we officieel met elkaar getrouwd waren ? En het kan me geen donder schelen wanneer hij dit dagboek ooit te lezen zal krijgen! Misschien zou het juist wel goed zijn, want dan zou hij zien dat mijn ware gevoelens voor hem voor eens en altijd bevestigd werden ... mijn hekel en walging wanneer ik zijn aanwezigheid moet verdragen en zijn bijtende, sarcastische woorden moet ondergaan. Woorden die slechts bedoeld zijn om een woedende reactie uit te lokken - en om te demonstreren dat hij alleen de sterkste is en dat hij alleen 'rechten' op mijn lichaam heeft. O, wat haat en veracht ik die man en ik heb medelijden met de vrouwen die zich door zijn heerachtige gedrag en zijn glibberige maniertjes laten misleiden!
'Beloof een vrouw alles en je krijgt alles van haar gedaan, lieverd!' zei hij gisteren nog tegen me. Wat haatte en wantrouwde ik die vreemde, raadselachtige grijns van hem. En hij ging verder, alsof hij de messcherpe woorden nog heviger wilde laten verwonden: 'Maar ik ben ervan overtuigd dat je dat al wist, is het niet? Je beloofde altijd héél wat, maar het resultaat was niet meer dan een paar beweginkjes van je lichaam! Ik heb Turkse buikdanseressen meegemaakt die een heel wat betere voorstelling gaven - voor heel wat minder geld!'
'Werkelijk ?' Het lukte me mijn stem verachtelijk te doen klinken. 'In dat geval ben ik erover verbaasd dat je je tijd verspilt aan het verkrachten van ... van een stuk hout. Zo beschouw je me toch? Waarom bleef je niet bij je Turkse buikdanseressen, die ongetwijfeld meer in jou geïnteresseerd waren ? Dan had je mij tenminste met rust kunnen laten!'
Onverwachts lachte hij - terwijl hij me bekeek als iets dat te koop was. Onwillekeurig voelde ik dat ik vuurrood werd, waardoor hij nóg harder ging lachen, vóór hij zijn donkere gezicht naar mij overboog en op provocerende, treiterende wijze antwoordde: 'Maar ik geloof nooit dat jij met rust gelaten wenst te worden. Helemaal niet! Ik weet heel toevallig wat een geweldig leugenaarstertje je bent!'
De rotzak! Waarom weten zijn woorden mij zo diep te treffen dat ik er altijd op in moet gaan? Ze deden denken aan zijn daden, waardoor ik weke gevoelens kreeg, waarvan ik dacht ze niet meer te bezitten. En op die ogenblikken vergat ik mijn tante en al die andere vrouwen die hij gebruikte zoals hij mij gebruikte ... God, ja - tot mijn diepe schande vergeet ik alles, wanneer onze vlammen onze lichamen in brand zetten - en alles en iedereen lijken te willen verteren.
Wat is het? Waaróm is het? Hoe kan ik iemand zó verschrikkelijk haten, wanneer ik hem het volgende ogenblik teder liefheb? Ik ben bang voor dat woeste dat zo nu en dan buiten mijn oevers treedt en ik ben bang voor de donkere diepten in zowel hém als in mij.
Hoe kan ik zo verdomd week zijn om, fysiek gesproken, de man te willen hebben die me bedroog en vernederde en die - ja, wie zou dat niet erkennen? - met me speelde en me gebruikte zonder zich ook maar iets van de mens in mij aan te trekken; of van mijn gevoelens, of van wat ik al dan niet wenste? Ah, ja - ik haat hem, en ik haat mezelf dat ik ermee akkoord ging dat hij mijn lichaam in zijn duivelse macht kreeg - ondanks alle rationele bezwaren die in mijn geest opwelden. En ik haat zijn snijdende woorden, die ik zo nu en dan weer duidelijk hoor. Had ik maar kunnen terug vechten - al was het alleen maar voor mijn trots! Maar ik was er nooit zeker van of mijn woorden hem wel kwetsten; welke afschuwelijke woorden ik ook bedacht - de ellendeling! Soms lukte het me hem door mijn haatdragende woorden op een afstand te krijgen - waarna ik urenlang in bed lag te woelen en me voor de geest trachtte te halen wat hij met de vrouw, naar wie hij op weg was gegaan na mij verlaten te hebben, aan het doen was. Paquita - zijn eerste liefje, die met zijn beste vriend getrouwd was. Mannen waren altijd zo idioot om verontschuldigingen die hen het beste pasten te bedenken; waarom zou ik me er druk over maken? Blaze mag van mij zijn jeugdliefde koesteren, nu haar echtgenoot op bevredigende wijze overleden is en ze, volgens de Apachetraditie officieel als man en vrouw beschouwd werden. De vrouw van het ex-opperhoofd nog wel!
Ik had hem aan bloedvergiftiging of koudvuur moeten laten sterven; of ik had zijn benen moeten afzetten - terwijl ik naar zijn doodbloeden keek. Heel wat beter dan déze vernedering te moeten verdragen! Ik, medicus, gespecialiseerd in chirurgie, ben gedwongen, wanneer ik het tenminste wil overleven, om de rol van zijn squaw te vervullen. Hij, Blaze Davenant, dwong me met listigheden en onder het uiten van bedreigingen zijn wettige vrouw te worden. Ik zit in een valstrik in een of ander afgelegen bolwerk in de bergen, waar ik in feite een gevangene ben op zijn Apache rancheria. Ik ben slechts zijn twééde vrouw en nauwelijks van belang. Mijn taak bestaat uit hem op te wachten en zijn behoeften te bevredigen en me aan hem te onderwerpen wanneer hij van mijn lichaam gebruik wenst te maken. De gewetenloze ellendeling vertelde me opgewekt, dat, wanneer ik zijn avances zou afwijzen, hij me nog altijd kon verkopen of weggeven aan zijn vriend, het opperhoofd Snellende Wolf, die aangeboden had om van mij de vrouw van het opperhoofd te maken en bereid was het feit dat ik geen maagd meer was op de koop toe te nemen.
De laatste tijd ben ik verschrikkelijk opgewonden; in het bijzonder omdat ik niet precies weet waar we ons precies bevinden - en hij voor twee weken vertrokken was en me onder Paquita's hoede achtergelaten had. Daardoor ben ik vergeten, door alle bijzonderheden te noteren, dit dagboek op peil te houden (in het bijzonder de notities over de omstandigheden die me hier deden belanden). Maar wanneer ik erover denk er een begin mee te maken, dan vraag ik me af welk tijdstip dat zou moeten zijn. Met tante Charity's ongelukkige idee dat ik van mijn medische opleiding gebruik diende te maken? Om die reden werd ik bij de Vrijwillige Californische Colonne gedetacheerd; onder bevel van generaal Carleton, die, net zoals generaal Sheridan, 'niet van vrouwenrokken hield'. En aangezien ik al eerder had ontdekt dat vrouwenrokken - buiten dat ze log en belemmerend waren - in tijden van een crisis gevaarlijk konden zijn, was ik weer een broek gaan dragen. Ik herinner me dat me dat een geweldig opluchtend gevoel had gegeven.
Omdat ik gebukt ging onder schuldgevoelens; omdat ik tot dat ogenblik zo'n gemakkelijk leventje had geleid, liet ik me door tante Charity overhalen. Bovendien voelde ik er niets voor dat Fernando ineens zou opduiken om van mij weer een verschrikte marionet te maken. Om maar niet te spreken van Charlie Donelson, die opeens besloten had mij te beschermen, en ik begon me al behoorlijk ongemakkelijk te voelen onder de niet aflatende stroom van geschenken en 'kleine verrassingen' waarmee hij me dacht te verblijden.
Ten slotte meende ik dat het de beste oplossing voor iedereen zou zijn wanneer ik maar zou vertrekken - en daar had ik óók nog een nobel excuus voor! Mijn moeder was duidelijk opgelucht toen ze van mijn beslissing hoorde. Ik vraag me af wat ze zou denken wanneer ze te weten zou komen in welke positie ik me nu bevond. Laurette (het was me nooit mogelijk geweest haar 'moeder' te noemen) zou ongetwijfeld in kirrend gelach uitbarsten om daarna te zeggen dat iedereen maar het beste van zijn leven moest maken en van alle nieuwe ervaringen genieten!
'En waarom ook niet?' Ik hoor het haar bijna zeggen, terwijl ze haar schouders en wenkbrauwen optrekt. 'Je bent nu een volwassen vrouw, is het niet? Geniet, zolang je kunt, lieverd - je zult er je voordeel mee doen - wanneer je wijs genoeg geworden bent en alle levenslessen achter de rug hebt - en wéét wat je aan de mannen hebt!'
Nu wilde ik dat ik net zoveel mannen gekend had - en ermee geslapen - als waarvan ik beschuldigd werd! Ik wilde dat ik de kunstjes, waarmee mijn moeder geboren scheen te zijn, kende - de glimlachende macht om een man tot slaaf te maken, zonder zélf emoties te voelen. Om van de mannen gebruik te maken, omdat zij gebruik van je lichaam maakten, terwijl jezelf ongevoelige bewegingen maakt. Als een stuk opgewonden speelgoed. Na Fernando meende ik dat in ieder geval geleerd te hebben. Waarom legde Blaze die hete dag zijn handen weer op me, nadat ik twaalf uur achter elkaar 'chirurgisch' bezig was geweest; armen en benen had vastgenaaid en organen op hun plaats gedrukt. Met bebloede handen gapende wonden behandelde, terwijl ik mijn geest voor de vieze luchtjes en de kreten van pijn trachtte te sluiten ... Waarom moest hij juist op dat moment komen, toen ik bepaald niet op hem was voorbereid? Hij had zijn vingers op mijn armen gelegd en me tegen zich aan getrokken, waardoor mijn primitieve gevoelens, waarvan ik mijn best had gedaan ze zoveel mogelijk te verdrukken, ontwaakten. Ik heb eindeloze vragen waarop ik nog steeds het antwoord niet gevonden heb!
Verdomme! Ik heb toch niet aan een van de beste universiteiten van Europa voor dokter gestudeerd om te moeten eindigen als een misbruikte en vernederde squaw in de een of andere Apachenederzetting aan de verkeerde kant van de grens ? Het doet me nog steeds ongelooflijk aan dat ik, na de reeks van gebeurtenissen die mij tot nog toe waren overkomen, me hier, als een gevangene, bevond.
Ik had nooit zo gek moeten zijn me door zijn leugens te laten misleiden. Zéker niet door zijn mooie praatjes en beloften. Jammer genoeg zag ik dat pas later in. Boven alles had ik hem nimmer moeten tonen dat ik hem haatte en verachtte - en nóóit had ik het besluit moeten nemen hem te verplegen. In plaats daarvan had ik hem dood moeten laten bloeden, of ik had me niets moeten aantrekken van het feit dat hij bloedvergiftiging had.
Hij maakte gebruik van mijn vermoeidheid, mijn nauwelijks verborgen weekheid en zelfs van de schok die hij bij mij teweegbracht, toen hij mij zonder te waarschuwen in zijn armen nam. Tenslotte was hij de enige persoon in de wereld die ik hier niet verwachtte en die ik gehoopt had nimmer meer te zullen ontmoeten. Een schok. Ik werd erdoor overweldigd, want anders zou ik het nooit toegestaan hebben dat hij mijn gelaat met kussen overdekte, terwijl zijn handen mijn haren, die ik zorgvuldig in bedwang had weten te houden, losmaakte. 'Hoe durft hij!' schreeuwde mijn geest uit, terwijl mijn lichaam nog steviger tegen het zijne drukte en ik het toestond dat zijn handen mijn wangen, mijn hals en vervolgens de rest van mijn lichaam streelden. Ik kon bijna geen ademhalen toen hij zijn stevige lichaam als het ware tegen dat van mij liet vallen, waardoor ik duidelijk de hardheid van zijn manlijkheid voelde.
Mijn hoofd tolde van de wilde, gedachteloze gevoelens, die ik al lang vergeten meende te hebben; en ze werden nog heftiger, toen Blaze meedogenloos en wrang in mijn oor fluisterde: 'Waarom voor de duivel probeer je je achter die heksenmanen van je te verbergen ? Goddank dat je ze nu tenminste niet afgeknipt hebt! Verleidster... Medusa! Het komt door jóu dat dat ding van mij zo hard als graniet wordt en dat ik in een bronstig, wild zwijn verander. En het komt door jou dat ik je nodig heb en je hier wil neuken - ook al zou de hele wereld toekijken; en zelfs terwijl wij beiden weten wat de wérkelijke gevoelens die we voor elkaar koesteren zijn - jij behekste teef!' Grommend mompelend ging hij verder: 'Christus! Als ik je maar vergeten kon!' Maar ik kon me vergissen ... in ieder geval was ik op dat ogenblik niet in staat helder te denken of om een vinnig antwoord te geven. Hij liet er geen twijfel over bestaan dat hij me nodig had; dat hij me gebruiken wilde - zonder uitstel, en of ik het wilde of niet. Hij zou in staat zijn het gewoon te doen - zonder zich ook maar iets aan te trekken van de mogelijke gevolgen. Gevolgen voor mij dan! Die gedachte alleen was voor mij voldoende om me niet door hem, en mijn gevoelens, te laten meesleuren onder de belangstellende en nieuwsgierige ogen van een aantal soldaten, van wie ik wist dat sommigen niet eens op de hoogte waren dat de 'Dok' in werkelijkheid een vrouw was. Ik herinner me dat ik er gebelgd aan dacht dat Blaze, zoals gewoonlijk, op het verkeerde ogenblik was opgedoken om alles in mij, zelfs mijn rust, te verstoren.
'Wat denk je dat je aan het doen bent? Hoe ben je hier terechtgekomen?' vroeg ik ademloos, terwijl ik aan zijn greep trachtte te ontkomen door zijn lange armen van mij af te weren. Hij was niet minder dan een beest, terwijl hij zich als een heer voordeed, dacht ik kwaad, terwijl ik naar achteren wankelde en verscheidene malen bijna struikelde.
'Ik ben dagbladcorrespondent - weet je dat niet meer? Ik maak schetsen en foto's van de veldslagen en slachtingen - van de stervenden en verminkten; van de lege gezichten die de verschrikkingen trachten te verwerken. Van de zogenaamde overlevenden, mijn liefste - zoals jij en ik. Geeft dat antwoord op een van je vragen ? En wat dat andere betreft... wel, ik dacht duidelijk genoeg te zijn! Jij bent mijn echtgenote - jij bent een vrouw, is het niet? Ik heb er zin in om een vrouw te neuken - en jij bent hier toevallig beschikbaar! Ik geloof dat vrouwen zo nu en dan ook bepaalde behoeften hebben.' Met een snauw ging hij verder: 'Helemaal wanneer ze zich omringd weet door niet minder dan vier krachtige en gezonde mannen waarmee ze haar kwartier moet delen!'
Ik ben nog steeds dankbaar dat hij de tranen, die me bijna verblindden, niet opmerkte. Met bijna bovenmenselijke kracht lukte het me ze niet over mijn wangen te laten biggelen - ik zou me anders doodgeschaamd hebben! Ik denk dat ik opzettelijk verstijfde; als in een nachtmerrie of nadat ik mezelf een morfine-injectie gegeven had. Misschien dat ik me na zijn pijnlijke en messcherpe woorden nóg uitgeputter was gaan voelen; het kon me in ieder geval niets schelen waar hij me nemen zou, wat hij met me zou doen of wat hij van me denken mocht.
Dat dacht ik, totdat... O, God, zelfs nu nog voel ik dat mijn gelaat van schaamte en woede gaat gloeien wanneer ik denk aan de wijze waarop hij mij gebruikte - daar is geen ander woord voor - zonder zich druk om mijn gevoelens te maken en me slechts als een werktuig beschouwde waarmee hij zijn beestachtige geslachtsdrift bevredigen kon.
'Wanneer ik me goed herinner, dan is dat laagje vernis van je gemakkelijk te verwijderen,' zei hij kortaf, vóór hij een ruk aan mijn pijnlijke pols gaf, waardoor ik, struikelend over een grote kei, letterlijk tegen hem aan viel. Verbijsterd luisterde ik naar zijn sarcastische lach en de woorden die erop volgden: 'Zo, dus jij hebt ook haast? Wel, waarom zouden we dan onze hartstochtelijke hereniging nog langer uitstellen ? Maar trek dan eerst dat tuniek uit - je kunt erop gaan liggen; ik wil je blote borsten en je stijve tepels zien. Zij zijn er toch niet kleiner op geworden, is het wel?'
O - wreedaardigheid! Waarom de noodzaak om maar door te gaan met me te kwetsen wanneer ik al genoeg gekwetst was? Ik herinner me dat ik dat dacht, terwijl ik iets onverstaanbaars mompelde en trachtte van hem weg te lopen. Maar hij had me al beetgegrepen en me op mijn rug op de grond neergesmeten. Schrijlings ging hij op mijn lichaam zitten, terwijl hij met vlugge handen de knopen van mijn kleding losmaakte. Al die tijd grinnikte hij kwaadaardig - het brute beest dat hij is!
'Daar... Er zijn hier overal in het rond wachtposten uitgezet!' fluisterde ik, toen hij zijn hoofd op mijn naakte borsten liet zakken. Zijn mond, zijn tong en zelfs zijn tanden speelden met mijn tepels en ik kreeg langzamerhand het gevoel dat ik het niet meer verdragen kon. 'O, alsjeblieft, Blaze - doe dat niet! Je moet ermee stoppen ... de schildwachten ...' Mijn gevoelens van trots hadden me verlaten en ik begon de ellendeling om genade te bedelen. De enige reactie was dat hij in een sarcastische lach uitbarstte en mijn hoofd in zijn handen nam zodat hij me beter in de ogen kon kijken.
'Schildwachten? Wel, laten die arme duivels maar mee genieten wanneer ze daar zin in hebben. Misschien dat ze iets van ons kunnen leren - op z'n minst zullen ze er fijne dromen van krijgen! Ah ...!'
Toen hij het laatste knoopje van mijn broek losgemaakt had,- voelde ik dat, ondanks mijn afwerende bewegingen, hij met zijn vingers diep in mij drong. Het deed aan die eerste maal denken - toen ik zo stom geweest was die slapende draak wakker te schudden om me op te offeren aan zijn vernietigende vlammentong.
'Nee, Blaze- alsjeblieft, nee!' hoorde ik mezelf mompelen, terwijl ik onbewust mijn onderlichaam naar boven bracht; ondanks zijn hardhandig verrichte onderzoekingen en ondanks de gedachte dat we misschien bespied werden ... ah, het verdomde stuk ongeluk!
'Wat een bombastische huichelaarster ben je toch, Trista! Een leugenachtige, zwartharige heks! Je bent net een grote zwarte kat - wee degene die jouw pad kruist - op het ene ogenblik haar pootjes likkend om het andere ogenblik met uitgestrekte klauwen haar slachtoffer te bespringen! Dat protesterende "nee" van jou overtuigt mij er niet van wanneer ik op hetzelfde ogenblik voel dat je nat van wellust bent! En je wacht op dit, en dit, en dat ook nog, mijn lekker, verleidelijk vrouwtje - mijn verlangende kleine teef!'
Ik hijgde diep onder zijn wilde stoten, terwijl hij opeens abrupt zijn vingers uit mijn lichaam trok. Met zijn nog steeds vochtige vingers ging hij vervolgens op bijna honende wijze met mijn tepels spelen.
Hoe kón hij me op die manier behandelen? Hoe kón ik het allemaal maar goedvinden? Maar gedachten zijn heel iets anders dan reacties. Mijn geest haatte hem, maar mijn lichaam had hem lief en ik kon de gevoelens die in me opkwamen niet tegenhouden - dat toenemende en zich met elkaar verbindende. Dat steeds verder omhoog rijzende om met een kreet, die als een explosie klonk, uiteen te barsten. Een explosie die een barst in mezelf teweeg bracht.
Waarom herinner ik me glashelder bepaalde gebeurtenissen en dingen die ik veel liever vergeten was? Dit dagboek is bedoeld om tróóst te geven - en geen boekhouding van alle nare ervaringen die ik maar al te graag uit mijn geest en herinneringen wis.
Herinneringen en spijtgevoelens! Na wat er tussen Blaze en mij die vochtig hete namiddag, die in een karmozijn gekleurde avond overging, voorviel, was ik, als ik ook maar een sprankje verstand had gehad, het liefst alleen gelaten. Ik zou nimmer het risico aangedurfd hebben om samen met hem de grens te overschrijden om een van zijn beste vrienden, die ziek was en door onopgehelderde redenen wegteerde, te bezoeken. Maar Blaze had nogal bezorgd gedaan.
Daarna werd het bij zo'n beetje iedereen bekend dat ik niet alleen een vrouw was die zich soms als man vermomde, maar dat ik óók nog een echtgenote was. Ik neem aan dat de enige reden waarom mij werd vergeven dat ik me als een man had voorgedaan, kwam omdat iedereen geloofde dat ik alleen maar zo ver gegaan was omdat het verlangen naar mijn echtgenoot en diens aandacht voor mij onverdraaglijk geworden was. Eén van die laakbare schurken waagde het zelfs - onder sluwe glimlachjes en wenkjes - zijn gelukwensen met zo'n aanhankelijke en liefhebbende vrouw uit te spreken. Ze moesten de waarheid eens weten en wat ik in werkelijkheid voelde voor die minzame, achterbakse meneer Davenant. Ik vraag me af of alles dan anders gelopen was.
Mijn tante Charity, aan wie ik zoveel verplicht ben en van wie ik zo houd ... waarom moest juist Blaze Davenant de taak van haar koerier op zich nemen? Hij had haar gezien, hij had met haar gesproken en ik vraag me af wat er tussen hen beiden nog meer is voorgevallen dan slechts het aan elkaar overhandigen van inlichtingen en boodschappen. O, ze hebben geen enkel fatsoen en ze zijn oneerlijk! Is het niet zo dat ze louter aan zichzelf denken?
Ik geloof dat het weinig zin heeft me dat alles af te vragen en stil te blijven staan bij alle stommiteiten en misstappen die ik begaan heb. Maar toen hij me, met een duivelse grijns, bedreigde - mij - als een spionne aan de kaak te stellen, sloeg de angst werkelijk om mijn hart. Ik was tenslotte getrouwd met een officier van het Zuidelijke leger; één van de voormannen van de beruchte Ridders van de Gouden Cirkel, die nu met Quantrill en Bloeddorstige Bill Ander- son optrok ... Hij wist wat er dan met mij zou kunnen gebeuren; namelijk hetzelfde wat er met die zuidelijke vrouwelijke spionnen als 'Rebelse Rose' en 'Mooie Boyd' gebeurd was, nadat bekend werd dat ze de noordelijke soldaten en hun bevelhebbers misleid hadden.
Er waren geruchten die elkaar tegenspraken - in het bijzonder na de roddeltjes over hetgeen zich tussen ons beiden afgespeeld had. Tussen een echtgenoot en zijn vrouw? Ze zeiden dat het allemaal verklaarbaar en begrijpelijk was; want een man bezit rechten en een vrouw heeft plichten! Wat haat en veracht ik dat idee.
Wanneer Blaze me niet glimlachend bedreigd had, dan zou ik waarschijnlijk niet hier zijn - gevangen in weer eens een andere valstrik; een die verwart én beangstigt, omdat ik tot mijn schande en mezelf hatend moet bekennen dat ik nog steeds niet weet wat ik wil! Wil ik ontsnappen aan de vlammen die me als een mot naar hem toe dreven - of wil ik door diezelfde vlammen verteerd worden?
Ik haat dat vrij en toch niet vrij zijn - en boven alles haat ik het feit dat ik nog steeds niet mijn eigen instincten ken en begrijp. Vrees ik het antwoord of heb ik dat antwoord nodig? Mijn hoofd tolt en ik heb genoeg geschreven; zonder oplossingen of beslissingen ...