Hoofdstuk 22

Blaze Davenant was in heel zijn leven nog nooit zo woest geweest - op haar dan, voegde hij er in gedachten grimmig aan toe. Van het eerste ogenblik af dat hij haar met haar arrogante neus in de wind had ontmoet, had hij haar niet gemogen - ondanks het feit dat hij zich verscheidene malen had voorgehouden dat ze nog slechts een kind was en dat ze nog heel wat te leren had. En toen had ze het voor elkaar gekregen dat hij haar ging begeren - eerst door zichzelf met angstaanjagende vrijheid aan te bieden en later door het feit dat ze ongetwijfeld inmiddels heel wat geleerd had; op welke andere manier had ze het kunnen bereiken om aan een van Europa's vooraanstaande universiteiten een doctoraat in de medicijnen te verwerven?

Hij meende dat hij inmiddels ongevoelig voor haar was geworden - na alles wat hij over haar gehoord had; maar toen hij haar eenzaam op het dek had aangetroffen, gehuld in een wijde mantel en met haar uitwaaierende haardos, had ze geleken op een figuurtje op het boegbeeld van een vikingschip en hij had zich vreemd voelen worden. Hij was naar haar toe gegaan om er zeker van te zijn dat ze geen droombeeld was en hij had haar naar zich toe getrokken en haar impulsief gezoend, totdat ze zich uit zijn armen had gerukt en weggevlogen was - als een in paniek gebracht dier en ze had er geen erg in gehad dat haar mantel van haar schouders vloog, die vervolgens bijna tegen zijn gelaat terechtkwam. Ze wist nog steeds niet dat hij haar gered had. De muiltjes van Assepoester! Behalve dan dat ze lang niet zo onschuldig was als Assepoester; en het enige wat ze met elkaar gemeen hadden, was hun lust voor elkaar! Niets meer en niets minder!

Blaze was in een gevaarlijk humeur toen hij de hut weer binnenging. De hut die men hem opgedrongen had met iemand anders te moeten delen; zich er niet van bewust dat die iemand anders Trista zou zijn. Ook was hij kwaad omdat ze zijn zogenaamd heerachtige instincten in twijfel getrokken had (in ieder geval geloofde zij niet dat hij zich zodanig gedragen had) en omdat hij haar gered had van zowel de gevolgen van haar dronken idioterie, als uit de klauwen van de kapitein, die haar waarschijnlijk, in het bijzijn van iedereen, flink op haar nummer gezet zou hebben. Ze was zonder hersenen - en hij klaarblijkelijk ook, want anders had hij zich door haar tranen en zelfmedelijdend gesnik niet week voelen worden.

'En tegen wie dacht je je te moeten opsluiten, nu iedereen die daar behoefte aan had, de sleutel van Pruitt had kunnen gebruiken om met je te doen wat ze maar wilden, terwijl jij beneveld hier op je bed lag?'

Ze had haar gelaat afgewend, maar nu keek ze hem met een ruk van haar hoofd recht in zijn gezicht en haar zilvergrijze ogen waren kil, terwijl ze haar lippen op elkaar klemde. 'Ik ben bang dat de deur vanzelf in het slot valt als men hem dichtdoet. En wat de rest van je kletspraat aangaat: ik betwijfel of iemand anders gebruik had kunnen maken van mijn 'beneveling', zoals je dat noemt, wanneer jij op datzelfde ogenblik bezig was daarvan gebruik te maken - zoals je me nog kort geleden pijnlijk duidelijk bewees. Hoewel ik me desondanks kan voorstellen dat je, nadat je met mij klaar was, je vrienden en kennissen uitnodigde om zich met mij te amuseren, door gebruik te maken van mijn bewusteloosheid!'

Hoewel hij haar met geen enkel woord onderbroken had, zag Trista aan de wijze waarop hij zijn handen in elkaar sloeg en de woeste trekken die op zijn donker gelaat verschenen, dat ze nu een beetje te ver was gegaan. Hoewel ze verwachtte dat hij iets in haar richting zou smijten, bleef ze hem desondanks strak aankijken voor ze onverschillig haar schouders ophaalde en een laatste blik op haar koffers en valies wierp. Over haar schouders voegde ze eraan toe: 'Maar ik neem aan dat het weinig zin heeft door te gaan met elkaar te beschuldigen. Ik zal er in de toekomst aan denken dat iemand van teveel alcohol op een lege maag gemakkelijk beneveld kan raken. Zijn we al in de buurt van San Francisco?'

Ze voelde zijn bijna vurige ademhaling, die haar scheen te willen verteren, in haar nek en het leek haar verstandiger hem niet onmiddellijk aan te kijken. Plotseling dacht Trista: Ik ben bang voor iets wat ik niet écht begrijp! Hoe komt het toch dat ik hem altijd voel, ook als hij me niet aanraakt? Of dat ik weet dat hij, zonder het te zien, in dezelfde kamer is?

Terwijl zij haar snijdend, met opzet provocerend verhaal afstak, lukte het Blaze met de grootste moeite zich te beheersen. En toen ze haar rug naar hem toe durfde te draaien voor ze hem die laatste woorden in het gezicht slingerde, voelde hij zich in staat haar voorgoed het zwijgen op te leggen. Ze verdiende het en kennelijk verwachtte ze het. Ze was gewoon een goedkope, gemakkelijk te verleiden slet! Hij had haar een paar slagen in haar gezicht moeten geven om haar vervolgens te dwingen met hem de liefde te bedrijven, terwijl hij haar precies opdroeg wat hij van haar verwachtte. In plaats daarvan was hij zo'n idioot geweest om lief tegen haar te zijn en om rekening met haar te houden. Maar goed, hij had zich intussen voorgenomen zich nu en voor de rest van zijn leven aan haar gezichtsveld te onttrekken. Zonder een woord van uitleg zou hij haar overlaten aan haar voornamelijk door haar zelf geschapen problemen; dat ondankbare kreng!

'Hoelang duurt het nog voor we er zijn?' Kribbig herhaalde Trista haar vraag terwijl ze deed alsof ze de onheilspellende stilte niet opmerkte. Ze stond nu door het zonovergoten patrijspoortje naar buiten te kijken omdat ze zich nog niet durfde om te draaien. Ze hoorde hem zacht zuchten voor hij op ijskoude toon antwoordde:

'Nog drie of vier uren, denk ik. Als we de wind mee hebben. Maar zolang het schip zich buitengaats bevindt, zouden wij samen vanaf het dek naar de zonsondergang kunnen kijken. Ik ben er zeker van dat wat frisse luchtje goed zal doen nadat je een hele dag in dit muffe hol hebt gezeten. Trouwens, naar ik gehoord heb ben je er verscheidene dagen niet uit geweest. Jammer dat je je zo tactloos gedragen hebt - waardoor de kapitein genoodzaakt was je in je kajuit te houden, maar je mag je gelukkig prijzen dat hij je niet benedendeks in de boeien sloeg! Zullen we dan maar gaan?'

Later herinnerde Trista zich bitter dat ze geen enkele keus had gehad. In feite had hij haar praktisch gedwongen hem gezelschap te houden tijdens een pijnlijk langzame wandeling heen en weer over de volle lengte van het dek, met zijn arm om haar heen geslagen (hetgeen ze walglijk vond en wat ze hem binnensmonds ook vertelde), terwijl ze blootgesteld werd aan de starende blikken en het gefluister van de dames en aan de verbaasde kuchjes en het gegrijns van de mannen. Zo te zien waren allen die nacht getuige geweest van haar dwaze vertoning.

Trista had het gevoel dat het haar geen enkele moeite zou kosten overboord te springen - als ze tenminste niet voor die tijd al gestorven was. In stilte bad ze dat het dek open zou splijten om haar te verzwelgen - of dat een overslaande golf haar mee zou voeren. Hoe kon iemand - zelfs al was die iemand Blaze Davenant - zo wreed-brutaal, zo koud en harteloos zijn om haar aan deze vuurproefbloot te stellen? En - om de zaak nog erger te maken - hield hij op een gegeven ogenblik zijn hoofd dicht tegen het hare en fluisterde glimlachend en teder: 'Houd je hoofd recht en blijf glimlachen, verdomme! Je hebt jezelf voor schut gezet en daar pluk je nu de zure vruchten van. Hoor je me? Neig je hoofd een beetje, zo is het beter. Tenslotte ben je een bekwame, kleine actrice, is het niet? Je kunt de waarheid heus wel onder ogen zien, lekkertje! Je moet je er brutaal doorheen zien te slaan. Het is de enige manier die je overgebleven is als je nog iets van je reputatie wilt redden, weet je? Net doen alsof er niets gebeurd is... dat zal hen van hun stuk brengen...'

Dat was de ergste vernedering die ze ooit had moeten slikken, maar ze wist dat hij gelijk had. Tegen elke prijs moest ze haar trots zien te behouden; door zich nonchalant te gedragen onder hun arrogante blikken, hun verbaasde ogen en, boven alles, hun meningen!

Blaze had er haar al aan herinnerd dat ze, ook al trok ze zich niets van iemands mening aan, in ieder geval rekening moest houden met haar familie. De meeste passagiers zouden namelijk in San Francis- co van boord gaan. 'En ik kan je ook wel vertellen dat verscheidene heren hebben laten blijken dat jij erg bekend bent - in je vrouwenvermomming tenminste - als een beroemde Parijse courtisane wier gunsten slechts uitgingen naar de rijkste en veeleisendste mannen van Europa - en dat die stomme idioten een paar maal, met jou als inzet, hebben geduelleerd!'

'Werkelijk? Nou, ik weet nog niet of ik me gevleid of beledigd om dat gerucht moet voelen!' Het lukte Trista op de een of andere manier licht haar schouders op te halen, alsof ze door dit gebaar te kennen wilde geven dat ze zich niets van deze platvloerse insinuaties aantrok. Ze ontdekte opgelucht dat het heel wat gemakkelijker was op uitdagende wijze in dat donkere, nietszeggende gezicht van hem te kijken dan naar die andere gezichten met die variërende uitdrukkingen erop. Ze kon zich wel voorstellen wat ze dachten. Beter de duivel te kennen ... of luidde het anders ? Plotseling dacht ze dat ze gek was door zo lichtvaardig zijn gedwongen gezelschap te aanvaarden. Wat zou de kapitein, of iemand anders, haar tenslotte kunnen aandoen? In het bijzonder nu iedereen ervan op de hoogte was dat ze zich voorheen vermomd had en dat ze in werkelijkheid een vrouw was. Het deed er niet toe wat ze van haar moraal (of het ontbreken daarvan) dachten; het feit dat ze een vrouw was zou haar juist tegen eventueel fysiek geweld beschermen. In ieder geval had ze er genoeg van om als straf voor een niet begane 'zonde' over het dek heen en weer te moeten paraderen. Als er iemand een zondaar en een grote huichelaar was, dan was hij dat; zich bedienend van welke methode dan ook om misbruik van haar te kunnen maken - de ploert!

Halverwege het dek bleef Trista plotseling stilstaan en ze zei tegen Blaze dat hij stront aan zijn laarzen had en wat hij ertegen kon doen. Tot nog toe had hij zich redelijk kunnen beheersen, maar als ze nog verderging...

'Ik ben van gedachte ver ...' begon Trista, terwijl ze op hetzelfde ogenblik zijn arm van haar middel rukte. Maar meteen zag ze dat kapitein McCormick met een gemaakt glimlachje en met kille blauwe ogen in hun richting stevende.

'Ah, hier is dus onze schuldige - als ik het zo mag noemen? Mevrouw, zoals ik al eerder tegen uw echtgenoot zei, zou ik erg boos moeten zijn, weet u? U hebt met uw bedrieglijke streek (of weddenschap, zoals meneer Davenant vannacht verklaarde) iedereen in rep en roer gebracht. U kunt zich gelukkig prijzen dat u zo'n begrijpende echtgenoot hebt!'

Echtgenoot! Echtgenoot! Hij bleef maar op dat woord hameren. Echtgenoot?

'Mijn beste kapitein McCormick!' hoorde Trista Blaze in zijn plotseling zuidelijke accent zeggen; hij kon het oproepen wanneer hem dat van pas kwam. 'Ik dacht, waarde heer, dat dat dolle streekje van mijn vrouw slechts ons ... drieën zou treffen. Dat méénde ik!' Daarna richtte hij zijn ambergroene ogen op Trista, die een verlammend gevoel kreeg toen hij na een pijnlijk kneepje in haar arm verderging: 'Het spijt me, lieveling, maar na die streek die je vannacht geleverd hebt, voel ik me genoodzaakt om de kapitein hier, en de overige aanwezigen te bekennen - opdat niemand een verkeerd stempel op je zal gaan drukken - dat jij, mijn lieveling, het leuk vindt om zo nu en dan dat toneelstukje op te voeren. Ze is een geboren actrice, weet u ? Maar ze doet het alleen maar om me razend jaloers te maken! Daar slaagt ze steeds weer in - zoals u trouwens allemaal hebt kunnen zien!' Er gebruik van makend dat Trista met stomheid was geslagen, schonk hij haar een tedere glimlach voor hij keelschrapend verderging: 'Maar, mijn liefste - maar het was toch niet nodig dat je daarna voor mij op de vlucht ging. Dat weet je toch? Heb ik je tenslotte niet beloofd al mijn maîtresses op te offeren, omdat jij hebt laten zien dat je over alle goede eigenschappen, die een man van een vrouw verwacht, beschikt?'

Trista voelde zich gloeiend heet van kwaadheid worden; een gevoel dat door heel haar lichaam brandde nadat ze verbijsterd naar zijn krankzinnige woorden had geluisterd. Enige malen probeerde ze iets te zeggen door haar mond te openen, maar de woorden bleven in haar keel steken. Kon ze op de een of andere manier maar laten zien wat ze van hem dacht. Kon ze maar laten zien dat hij niet meer was dan zo maar iemand, die in ieder geval niet serieus genomen moest worden ...

Waarom had hij de kapitein verteld dat ze getrouwd waren. Niet te geloven! Terwijl hij haar niet mocht en dat duidelijk liet blijken - en zij hem ook niet mocht! Ze kon heus wel op zichzelf passen; dat hoefde hij niet te doen. En opeens, toen ze kapitein McCormicks ijskoude ogen ontmoette, voelde Trista zich kil worden; een kilte die tot op haar botten leek te gaan, hoewel ze even tevoren nog heet van woede was geweest.

Zonder precies te beseffen wat ze deed, streelden haar vingers over Blaze Davenants arm en ging ze dicht tegen zijn lichaam staan alsof ze opeens behoefte aan ... bescherming had.

Het deed er totaal niet toe waar ze behoefte aan had of wat haar gevoelens waren, dacht Blaze een paar seconden later, toen hij gedwongen werd, met een uitdrukking van bestudeerde geamuseerdheid, naar de rest van kapitein McCormicks redevoering te luisteren. Verdomme en vervloekt! Hij zou beter kunnen weten dan zich te verbeelden dat de kapitein er zo gemakkelijk over deed. In het bijzonder nu de kapitein zich zowel bedrogen als onbevredigd in zijn oogmerken moest voelen. Er waren heel wat mensen die wisten of vermoedden wat de kapitein in werkelijkheid was.

Blaze had die nacht in een plotselinge aanval van ridderlijkheid verklaard dat die kleine bedriegster zijn weggelopen echtgenote was en de kapitein had hiermee genoegen moeten nemen ... Tot op dit ogenblik tenminste. Door zijn eigen stommiteit was Blaze in de val gelokt. Misschien had het iets te maken met zijn schuldgevoelens dat hij haar maagdelijkheid had ontnomen? Het mocht wat. Elke man had die kunnen nemen. Waarom was het Fernando niet geweest?

Hij vertelde nog steeds niet dat het een leugentje om bestwil was geweest. In het bijzonder niet tegen kapitein McCormick, die hij, zodra hij hem gezien had, weerzinwekkend had gevonden, en hij was hem nóg weerzinwekkender gaan vinden nadat hij bepaalde dingen over hem had gehoord.

In de val; verdomme nog aan toe! Omdat geen van tweeën een huwelijksakte kon overleggen had de kapitein gezegd: 'Tenslotte zal, nu u weer met uw echtgenote bent herenigd, een tweede huwelijksceremonie, die door mij wordt verzorgd, u altijd aan uw echtelijke verplichtingen herinneren. Het zal en passant de vragen en de - vergeef me dat ik geen blad voor mijn mond neem - roddeltjes van de andere passagiers wegnemen. Want ik ben ervan overtuigd dat wij geen van allen wensen dat dat geklets zich verder over heel San Francisco zal uitstrekken.'

Trista's ogen leken zich te verwijden - dat was alles. Zilverkleurige heksenogen die slechts licht en geen diepten uitstraalden. Ze had iets kunnen zeggen, wat dan ook, om hen beiden van zich af te schudden. Zij had dat, als vrouw, kunnen doen. Maar ze had helemaal niets gezegd ... tegen hem aanleunend alsof ze in een standbeeld was veranderd, en slechts eenmaal had ze haar gelaat naar Blaze opgericht en had ze zijn ogen ontmoet, waarna ze verdronk in die onbekende en onpeilbare diepten.

'Mevrouw - u hebt toch geen bezwaar tegen deze kleine, symbolisch bedoelde ceremonie, is het wel ?' De stem van de kapitein klonk zalvend maar zijn ogen bleven er ijskoud, maar desondanks als kleine brandende kooltjes uitzien.

Wat was er voor de donder met haar aan de hand? Waarom kon ze nu niets zeggen, terwijl ze anders niet om woorden verlegen zat?

'Wel, lieveling? Ik weet dat je het niet erg vindt een ceremonie mee te maken waardoor onze banden slechts strakker worden aangehaald, maar...'

Hij had haar laten blijken dat er nog een uitweg was. Ik laat het aan haar over, dacht Blaze, ongeduldig wachtend op haar reactie. Maar toen ze wat zei, was hij verbijsterd over haar gemompelde, onverwachte woorden.

'Erg vinden ? O, nee! Hoe zou je dat kunnen denken ? Het lijkt me ongelooflijk romantisch - vind je niet?'