Epiloog
El Condor Pasa
De wegen van de moerassige rivierarmen, en het moeras zélf, waren zeer oud en bijna zonder leeftijd - zoals de overige wegen en levens in de omgeving ervan. Maar De Ouden waren er Altijd en Overal.
Na het aanbrengen van het natte mos en de genezende spinnenwebben, ging Trista zelf aan de peddels zitten en roeide de prauw terug. Pijnlijk onbewust begreep ze, dat er geen grotere vijand bestond - noch vrees - dan degene die men altijd achter zich heeft, waardoor men over de schouders naar achteren blééf kijken.
Ze moest het hoofd zien te bieden aan wat er gebeuren zou - de oude, primitieve strijd van twee mannen om een vrouw. Antoine had dat al begrepen en De Oude had het al gezien. En zij, de nieuwelinge en de nog onbeproefde, had al pijnlijk geleerd, dat de toets was gelegen in het niet gebruik maken van een nieuwgevonden macht - zelfs wanneer het je hart zou breken ...
Er was een eiland te midden van het 'trillend gras', en daar had de ontmoeting plaats, terwijl zij met kloppend hart afwachtte. Ze pasten nu eenmaal niet bij elkaar, dacht ze, nadat Fernando zijn geweer op de grond gegooid had, omdat Trista die van haar op hem gericht had gehouden. Maar ze wist dat hij dacht, dat hij haar nu kon bezitten; omdat het hem gelukt was haar te vinden.
'Zo moeder zo dochter, hè?' hoonde Fernando, terwijl Blaze slechts luisterde; door te zwijgen probeerde hij krachten te verzamelen. 'Wel, beiden heb ik bezeten, is het niet? Op alle mogelijke manieren! En jullie beiden hebben van me gehouden; jullie met je verdomde zwarte zielen! Beiden hebben jullie van me gehóuden - en jullie beiden hebben dat ook gezégd; of niet soms? En, nadat ik de ballen van je laatste minnaar afgesneden heb - ben je helemaal van mij en kan ik met je doen wat ik wil. Je hebt het beloofd, kréng! Je hebt me toch zelf verteld dat je van me hield - zo is het toch? Zo is het toch?'
'Ja, ja, dat heb ik je verteld. Ik geloofde dat ik van je hield, Fernando. Ik ... O, God!'
Blaze, Blaze! Wees voorzichtig, lieveling - dat zeg ik slechts om hém op een dwaalspoor te brengen!
Trista besefte met opluchting, dat ook hij haar gedachten kon lezen. Ze zag het aan zijn scheve glimlach, vóór hij zijn aandacht op Fernando concentreerde.
Ze zag dat de wond op zijn arm slechts een oppervlakkige was - en dat was een gelukkige omstandigheid. Ze was er nog nooit getuige van geweest, dat Blaze een gevecht op leven en dood aanging. En nu was ze getuige van een bloedig messengevecht. Ze hadden hem gemarteld en geslagen, en hij was kort geleden niet ver van de dood af geweest, maar ze zag dat hij desondanks nog vechten kon en met een nauwkeurige precisie Fernando's honende aanvallen afweerde.
'Klootzak van een artiest! Je denkt waarschijnlijk dat het mes dat je in je handen hebt een penseel is, hè? Samen met Quantrill en Bloeddorstige Bill heb ik veldslagen geleverd. Ik heb Indianen gescalpeerd - héél wat Indianen. Ze hebben me later verteld dat zelfs de scalp van je moeder er bij was. Ik denk er hard over haar óók te scalperen, maar eerst nadat ik die zwartharige hoer een paar keer lekker genomen heb - zoals ik haar zo vaak genomen heb! Herinner je je het nog wel?'
Plotseling viel hij naar Blaze uit en Trista perste haar hand voor haar mond om haar gillen te smoren.
Het lukte Blaze hem te ontwijken om op hetzelfde ogenblik zijn evenwicht te herwinnen. Hij zei geen woord - zelfs niet na Fernando's walglijke, smerige en maar al te ware dingen, die hij over haar gezegd had.
ik ben van plan je ingewanden eruit te snijden - en terwijl je sterft zal ik, recht voor je ogen, je vrouw gaan neuken - hier op deze plek...'
ik denk van niet!'
Op hun hoede cirkelden ze om elkaar heen; Fernando, die uithaalde, en Blaze, die naar achteren week, maar in een onbewaakt ogenblik sprong hij naar voren - om te doden. Een vertwijfelde, in het nauw gebrachte panter, die zijn allerlaatste krachten aanwendde. Met gebalde vuist sloeg hij tegen Fernando's hand waarin deze zijn mes geklemd hield. Het mes kwam met een duizelingwekkende vaart in een boog in het hart - of misschien nét iets lager - van Fernando terecht. Met verbijsterde ogen viel deze ruggelings in het stilstaande water, en het groene moeras werd gedurende een paar ogenblikken vuurrood. Toen zonk hij erin weg en even later was hij verzwolgen.
En De Oude glimlachte - en door een plotseling verschenen straal zonlicht veranderde het groen van de moerasarm in amber.
Trista voelde dat ze glimlachte, toen ze zich over het lichaam van haar man uitstrekte, terwijl hij met zijn ene arm zijn roodgekleurd mes ver van zich af in de nevel gooide; vóór het in het moeras verdwenen was, leek het alsof de wereld zich gedurende één ogenblik in een bloedig vuur zette.
Lang geleden waren ze voor elkaar, en mét elkaar, ontvlamd in een zee van lava, maar nu, nu hadden ze elkaar in deze andere tijd en op deze andere plek, opnieuw ontdekt en eindelijk herkend.
Enige tijd was hij zó stil, dat Trista verschrikt dacht, dat hij geen adem meer haalde. Impulsief ging ze hem mond-op-mond-beademing geven.
Huilend en lachend tegelijk hijgde hij, terwijl zijn beide armen haar stevig tegen zich aan drukten: 'En is dit niet alles,' en het was nu de taal van zijn lichaam die sprak, 'waarmee het begon? En aangezien je een dokter bent, mijn liefste, ellendigste, woest makendste en onvergetelijkste minnares van heel mijn leven - doe je er beter aan je... behandeling nu voort te zetten ...'
Als arts - zijn vrouw - en zijn minnares - wat anders kon ze ten slotte doen? Het deed er niet toe wanneer ze van hier weg zouden gaan en hoe het allemaal zou eindigen - zolang ze voortaan bij elkaar zouden zijn.