Hoofdstuk 18

Nooit zal ik me door die ijzige dienstklopperogen laten inpalmen, dacht Trista, toen ze zich afwendde van de kleine patrijspoort en de bijna te verleidelijke blik op de vrijheid en naar - waarom moest ze aan dat woord denken? - veiligheid. Nog maar een paar dagen en nachten en ze zou eindelijk in San Francisco zijn. Even had ze gedacht een plannetje te bedenken waardoor hij, in het bijzijn van alle passagiers, op zijn nummer werd gezet; om hem tevens te laten blijken dat ze zich niets van zijn doorzichtige dreigementen aangetrokken had ... Ze glimlachte om dat vooruitzicht, waardoor zelfs de steward een glimlach produceerde toen hij de tafel afruimde en het eten, waar ze geen trek in had gehad, meenam.

'U kunt de kaas wel laten staan - en natuurlijk ook de wijn van uw attente kapitein! Wilt u hem mijn dank overbrengen? U kunt hem zeggen dat ik met ongeduld wacht op de man die hij uitgezocht heeft om met mij mijn kajuit te delen. Het zal een hele verandering zijn om met een ander wezen een intelligent gesprek te voeren. Ik ben ervan overtuigd - omdat kapitein McCormick zo'n onnavolgbaar goede mensenkennis heeft - dat hij iemand van mijn niveau uitgezocht heeft; iemand in wiens gezelschap ik me aangenaam zal voelen, nadat ik op alle mogelijke manieren vernederd ben en mij verboden werd het gezelschap van anderen te zoeken! Maar ik heb niets tegen de kapitein, hoor! Dat zult u hem toch wel willen vertellen? En dat ik alles echt wel begrijp?'

Hij stopte het biljet van een pond dat ik hem even tevoren had overhandigd in zijn zak. Hij was verbaasd over het glimlachje dat de jonge heer hem had geschonken en in een plotselinge aanval van nervositeit bukte hij zijn hoofd om op een ratelend - net zo ratelend als zijn zenuwen - karretje de borden en de schalen mijn kajuit uit te rijden.

De zenuwen van die arme meneer Pruitt gingen nog veel meer te keer tegen de tijd dat hij genoeg moed had verzameld, na enige malen flink geslikt te hebben, en hij bescheiden en onwillig op de deur van de kapiteinshut klopte. Brrrr - als hij deze keer echt van plan is me levend te villen, of - maar ik kan er nu toch niets aan doen. Ik heb alleen maar gedaan wat mij werd opgedragen - volgens de letter van de wet. Dat deed ik; dat was alles!

Kapitein McCormick had juist een laatste ongeduldige blik op zijn privévertrekken geworpen teneinde zich ervan te overtuigen dat die idioot van een kerel alles smetteloos had gereinigd en alles op zijn plaats lag. De duivel hale al die inefficiënte, angstige stommelingen die nooit iets goeds deden en naderhand in huilen uitbarstten! En als die zwakzinnige Pruitt niet onmiddellijk zijn slijmerige gezicht liet zien, voor hij de eersteklas passagiers aan het diner gezelschap moest gaan houden ...

'Kapitein, meneer - ik heb precies gedaan wat u zei; dat zweer ik bij wijlen mijn moeder! Heb het karretje met het diner erop naar binnen gebracht - met de beste stukjes vlees, gloeiendhete soep en zelfs de gefileerde vis die meneer Brown gisteren ving! Toen ik hem het diner bracht was hij bezig in een dagboek te schrijven en hij zag er erg bleek uit - hij leek nogal in de rats te zitten, meneer! Maar toen ik terugkwam om af te ruimen ...'

'Nou, wat tóen?' Kapitein McCormick slingerde de woorden in het gezicht van de steward. 'Stop onmiddellijk met dat open-mond- gestaar van je, jij hersenloze idioot, of ik zal je hardhandig aan je verstand brengen wat je wérk is!'

'O, nee, meneer! Alstublieft, meneer! Ik bedoel - u zou kunnen zeggen, meneer, dat ik slechts op zoek was naar woorden om u te vertellen hoe ik me voelde, meneer! Als - wel, als opgeschrikt, toen de jongeman zich omdraaide nadat hij uit de patrijspoort had staan kijken en - en me vertelde dat ik alles, behalve de kaas en de wijn, kon meenemen, meneer! En ik moest u heel hartelijk bedanken voor de wijn, meneer, en dat hij, dat hij niets tegen u heeft, meneer!'

'O? Is dat alles?'

'N-nee, niet precies, meneer! De jongeman zei ook nog dat hij erg blij is omdat hij verwachtte zijn kajuit te kunnen delen met... een ander intelligent menselijk wezen, meneer! En hij dankt u voor uw keuze... meneer!'

'Doet hij dat werkelijk? Een bijzonder schrandere knaap, vind je niet, Pruitt? Zo, nu kan ik tenminste mijn plichten gaan vervullen, maar ik kwam wel eventjes in de verleiding je de punten van mijn laarzen te laten voelen, Pruitt!'

Nadat Pruitt weg was geschuifeld, bleef kapitein McCormick een ogenblik treuzelen voor hij zijn met goudgalon versierde pet opzette en zijn jasje, met daarop de onderscheidingstekens die duidelijk zijn rang vermeldden, afborstelde. Hij vertoonde een grimas die heel even aan een glimlach deed denken voor hij zijn gebruikelijke onverbiddelijke gezicht trok. Pruitt was een idioot, maar hij was een goed observeerder. En ondanks zijn onverschillige houding zou de jonge senor Villarreal in zijn hut blijven ... wachten ? Wel, laat hem nóg maar een paar dagen wachten, en zich afvragen ...!

Terwijl kapitein McCormick die avond aan het diner voorzat, draaide Trista omzichtig haar kajuitdeur op slot, waarna ze besloot naar bed te gaan in het gezelschap van een tweeschots pistool (waarvan de Parijse wapenhandelaar haar had overtuigd dat het het nieuwste wapen was) en ze wist dat ze er uiterst bekwaam mee zou kunnen omgaan indien zulks nodig zou zijn. Ze zou het tegen iedereen kunnen gebruiken - zélfs tegen kapitein McCormick!