Hoofdstuk 29
Ze noemden haar Zilver, omdat ze slechts glimlachend haar hoofd schudde wanneer iemand vroeg hoe ze heette - en omdat haar ogen een zilvergrijze kleur hadden die uitstekend pasten bij de sprankelende zijden kleding die ze meestal droeg. Bovendien had Virginia City zijn bestaan aan zilver te danken - afkomstig uit de mijnen van Ol' Virginny en de Ophir. Er was ook nog een goudmijn die Gold Hill genoemd werd.
In Virginia City was er werkelijk een tekort aan vrouwen. Maar er waren genoeg hoertjes en leuk uitziende dienstertjes en revuesterretjes die in shows optraden in gelegenheden zoals de Melodeon. Wanneer men rijk genoeg geworden was, konden de mannen het zich veroorloven hun vrouwen, zusters en overige familieleden te laten overkomen.
In het begin van de jaren '60 bevonden zich weinig vrouwen in Virginia City - maar er waren heel wat prostituées; zowel eerste klas als goedkope hoertjes. De dienstertjes bevonden zich er een beetje tussenin; maar Zilver kon door niemand precies worden ingedeeld. Zij was de 'dame-gokster' en werkte in de ruimte onder een smaakvol huis. In feite een van de smaakvolste - maar de mannen die zich rond haar speeltafel verdrongen, kwamen al spoedig tot de ontdekking dat ze koel en ongenaakbaar was en dat ze nimmer met een man naar boven ging - hoe groot het bedrag ook was dat haar geboden werd. En, verdomme, ze zag er erg goed uit, met haar opgestoken ravenzwarte haren waarvan een aantal sierlijke krullen over haar hals en schouders viel; sommige zelfs tot aan haar tepels.
Zilver. Er waren heel wat mannen die over haar droomden en fantaseerden en zich afvroegen om welke geheimzinnige reden zij zichzelf ondergronds in een ruimte waar men nauwelijks kon ademhalen ophield. Ze praatte als een echte dame en haar voorkomen was van een echtedame - wat er ook gebeuren mocht. Sommige mannen vertelden dat ze haar wel eens in een revue hadden zien optreden in de Melodeon - in de rol van lady Godiva, waarbij haar enige kledingstuk haar haar was geweest. Maar in een woeste, ontuchtige stad als Virginia City trok men zich niets aan van wat geweest was. Alleen het heden was belangrijk. En Zilver had nog nooit een man voor schut gezet - hoewel ze zo nu en dan een beetje mocht flirten. Wat deed het er trouwens allemaal toe? Hier was slechts de dag van vandaag belangrijk - en hoe men op deze dag rijk kon worden. En als men rijk geworden was, dan voelde men zich een koning en het geld werd weer vlot uitgegeven - aan dingen waar men zin in had.
Er was geen man in Virginia City te vinden die er niet alles voor over gehad zou hebben om haar mee naar boven te nemen, waardoor alle andere mannen afgunstig op hem zouden worden. Al was het alleen maar om op de rand van haar bed plaats te nemen om wat met elkaar te babbelen.
Een hoer was ze niet - ze deed tenminste niet alsof ze er een was, en alles bij elkaar genomen was ze ook geen échte dame. Ze was een raadsel en ... een uitdaging. Maar als een nieuw aangekomene het in zijn hoofd zou halen haar te beledigen, dan zou hij met een groot aantal vuisten en laarspunten kennis kunnen maken!
Voor Trista, beter bekend als Zilver, was het een nieuwe periode in haar leven; op zoek naar antwoorden of verklaringen. Maar zolang ze in Virginia City was, waar Fernando haar gebracht en vervolgens achtergelaten had, was ze veilig voor hem. Althans voor het ogenblik.
Het was haar niet moeilijk gevallen een andere persoonlijkheid, die niets met haar zelf te maken had, aan te nemen. Ze was Zilver geworden - gereserveerd, op een afstand, geheimzinnig. En dat alles omdat ze geleerd had van niemand iets te verwachten en niemand te vertrouwen. Ze geloofde slechts in haar eigen krachten.
'Ik laat je hier bij een paar vrienden achter,' had Fernando gezegd, terwijl hij haar hals aaide alsof ze inderdaad een huiskatje was. 'Ze zullen je in het oog houden. Maar vergeet niet wat er van je verwacht wordt. Probeer zoveel mogelijk te weten te komen over de troepenbewegingen van de Unionisten - alles wat maar van belang kan zijn, begrijp je? Dat moet je voor mij doen, chiquita. En ik zal je zo spoedig mogelijk komen opzoeken om te zien of je nog steeds mijn lief, onderdanig hoertje bent. Een hoertje dat weet dat ze dat is - maar ik ben er zeker van dat je dat niet vergeten zult, is het niet?'
Nee - hoe zou ze zoiets kunnen vergeten ? Zomin als al die andere dingen die ze voor hem doen moest?
Op de een of andere manier was het haar gelukt te overleven - door haar ogen te sluiten voor de werkelijkheid om daarvoor in de plaats een actrice te worden die een rol vervulde die spoedig afgelopen zou zijn. Hoeveel rollen had ze niet al moeten vervullen en hoeveel regels had ze niet uit haar hoofd leren opzeggen? Maar nóóit meer. Nooit meer! Niemand zou het aandurven om Zilver aan te raken; het meest begeerlijke wezentje van Virginia City. Zelfs Fernando niet. In het bijzónder Fernando niet.
Aurora, een stad die snel tot bloei was gekomen en bijna nóg losbandiger dan Virginia City, was de nieuwe vergaderplaats van de Zuidelijke sympathisanten, die zich de Ridders van de Gouden Cirkel noemden. Tijdens een bespottelijke ceremonie was ze, onder leiding van een aftandse oude man die Fernando reeds als zijn opvolger had benoemd, in het 'huwelijk' getreden. Dat gebeurde om haar zogenaamde erfenis veilig te stellen; een erfenis die waarschijnlijk niet eens meer bestond. Het deed denken aan dat scheepshuwelijk: een leugen zowel als een klucht.
Maar welke keus had ze gehad? Slaven hadden toch geen keus? Ze had slechts onverstaanbaar geprotesteerd en was vervolgens in huilen uitgebarsten.
Geen van Fernando's vrienden scheen het op te vallen dat ze een rood opgezwollen gelaat had, toen haar 'huwelijk' ingezegend werd en naar het einde liep. Ze prees zichzelf echter gelukkig dat haar 'bruidegom', even nadat ze beiden in een bed achtergelaten waren, onmiddellijk in slaap viel. De ochtend erop werd ze in Virginia City afgezet; overhandigd, als een ongewenst postpakketje, in de handen van een man en een vrouw die ze nooit eerder gezien had en van wie ze niets afwist. Maar na een eerste blik begreep ze dat ze beiden noch zou mogen, noch zou vertrouwen - ondanks het feit dat de vrouw, die Vera heette, van vriendelijkheid overliep.
'Je gaat naar boven met iemand die je vertelt wat je doen moet, hoor je?' fluisterde Fernando haar in het oor om haar onmiddellijk daarna alleen te laten met de vrouw en haar huidige vriend. Beiden bekeken haar alsof ze een nieuwe koe was die ze zich zojuist aangeschaft hadden.
'Je bent het aller-leukste meisje hier. Liefje, ik word nu al jaloers omdat Robert zo naar je kijkt. Ze is écht een leuk ding, is het niet, Bobby? Het leukste meisje dat we ooit te zien hebben gekregen. Zie je dat haar en die ogen ? Wel, ik durf er heel wat om te verwedden dat alle mannen gek op haar zullen worden en dat ze van alles en nog wat van hen zal krijgen!'
Ten slotte kwam Bobby tot de kern van de zaak. Hij grinnikte onverschillig, vóór hij zei:
'Geloof maar niet dat die tieten van haar groot genoeg zijn voor die lady Godiva-vertoning - maar ik neem aan dat het voor één avond voldoende zal zijn; anders krijgen we met een relletje te maken nadat we overal die affiches opgehangen hebben. Zorg ervoor dat je maar één hand gebruikt, zodat je andere hand je ... poesje kan bedekken, hè? En je vertelde al dat je paard kunt rijden? Nou dan!'
Er werd van haar verwacht dat ze één avond in zou vallen voor Adah Isaacs Menken in de rol van Mazeppa. Adah had de gewoonte een vleeskleurig tricot te dragen wanneer ze met een zweep in de hand haar ongetemde paard te lijf ging, maar Trista kreeg helemaal niets te dragen; slechts haar handen en lange haren mocht ze gebruiken om op die op een nachtmerrie lijkende, eindeloze vlakte van het toneel haar naaktheid te bedekken. Ze had maar één angst: dat Fernando onder de toeschouwers zou zijn om er getuige van te zijn dat ze nog steeds onderdanig was en dat hij getuige zou zijn van haar openbare vernedering. Het was al erg genoeg om onder de ogen van Vera en haar 'vriend' tot op de huid uitgekleed te worden, maar het zou beslist onverdraaglijk zijn om voor een troep uitgelaten, fluitende en roepende mannen naakt heen en weer te moeten paraderen! Bovendien zei Vera dat ze erop moest toezien dat ze haar gelaat niet onder die massa haar zou verbergen. Als de mannen haar gezicht zouden kunnen zien, dan zou ze heel wat meer geldstukken en zakjes stofgoud van de planken kunnen oprapen. En om het nóg erger te maken liet Vera haar handen over Trista's lichaam glijden, terwijl ze net deed alsof ze hielp met het omwinden van de doorzichtige sjaal die haar na de voorstelling overhandigd zou worden. Hierna kreeg ze het gevoel dat er niets ergers meer te bedenken zou zijn. Ze wilde verder niets meer accepteren en het deed er niet toe welke behandeling ze als straf zou ondergaan. Ditmaal zou ze terugvechten. Terugvechten met al haar hulpeloze krachten.
Vera had onverzorgd donkerrood haar, een overvloedig lichaam en een onwelriekende adem. Haar handen deden denken aan de klauwen van een roofvogel; bijna net als de handen van Fernando. Ze bleven, terwijl ze eraan trachtte te ontsnappen, op Trista's huid kleven.
'Liefje - ik weet maar al te goed hoe bruut de mannen zijn kunnen. Ze kwetsen je en ze zijn zo wreed; dat weten wij vrouwen heus wel. Maar vróuwen - wij weten wat we lekker vinden, is het niet zo? We weten precies wat we fijn vinden ...'
'Nee!' riep Trista met scherpe stem uit toen ze Vera's plompe polsen vasthield en van zich afduwde. 'Voortaan doe ik zelf mijn keuze - hóór je me?'
Trista zag en herkende de plotselinge angst in de ogen van de vrouw voor haar. Goed! Voor de verandering was eindelijk iemand bang voor haar! Trista hield nog steeds de polsen van Vera stevig omklemd, totdat de vrouw een kreet van pijn slaakte. En plotseling moest Trista een of ander vreemd oerinstinct dat haar trachtte te overweldigen terugdringen. Een instinct waardoor ze bijna de vrouw gewurgd had.
'Ik zou je heel gemakkelijk kunnen vermoorden! Dat heb je nu zeker wel begrepen, is het niet?' Onwillekeurig moest Trista om de veranderde gelaatsuitdrukking van Vera lachen. Met een normaler stemgeluid ging ze verder: 'En vertel je man - die Robert met zijn loszittende, zweterige handjes - dat hij er beter aan doet op afstand te blijven, want anders zal ik ook hem, wanneer hij mij weer eens wenst aan te raken, vermoorden. Begrepen? Ik ben van niemand. Ik ben van mezelf, en van nu af aan bepaal ik zélf wat ik wil en wat ik niet wil! Ik hoop dat dat duidelijk voor je is, vóór ik je beide armen ga breken!'
'Magnifique, chérie!' Maar wat is de reden van die woeste vertoning? En, alsjeblieft, ga niet de armen van die arme Vera breken, terwijl je mij je gedrag verklaart. Ik zou anders genoodzaakt zijn dat pistool dat ik in mijn handen heb te moeten gebruiken.'
Nog maar een paar minuten tevoren was Trista, zonder er verder bij na te denken, eindelijk tot een woede-uitbarsting gekomen. Een uitbarsting die veroorzaakt werd door haar ingehouden woede, pijn, verdriet en frustraties. Maar opeens werd ze ijskoud toen ze Vera losliet, waarop de vrouw naar achteren deinsde. Daarna draaide ze zich langzaam om, om naar de vrouw te kijken die zojuist met een licht welbekend accent tegen haar gesproken had. Ze herkende haar onmiddellijk.
Haar moeder. Nog steeds slank, nog steeds bekoorlijk en nog steeds een vreemde voor haar. Trista hoorde zichzelf lachen - een hard, wreed geluid dat haar oorvliezen irriteerde.
'Waarom zou u me niet met dat leuke, kleine pistooltje van u doodschieten, maman! Het zou ons beiden de moeite besparen om uit te leggen wat onze bijzondere relatie met elkaar is, nietwaar? Of bent u er reeds van op de hoogte dat uw stiefzoon, die uw minnaar onder zijn vaders dak was, van uw dochter een hoer gemaakt heeft ? En de hoer van een heleboel andere mannen - omdat ik zo onfortuinlijk was uw dochter te zijn ... en in verband met zijn onbevredigde lusten naar mijn moeder! U zoudt gevleid moeten zijn, chère maman!'
Ogen die naar elkaar keken - zilver- en metaalkleurige ogen die met elkaar in botsing kwamen, vóór Laurette haar schouders ophaalde en met een lichte zucht zei: 'Ik denk dat ik altijd heb geweten dat zoiets eens gebeuren zou! Zo, dus jij bent Trista... je bent nu heel wat leuker. Vanzelfsprekend; tóen was je nog een kind!'
'Maar naar ik me van u weet te herinneren, bent u helemaal niet veranderd! Mooi en kil en zonder gevoelens - als een marmeren standbeeld. Zó komt u bij mij over, walglijk, teleurstellend kindvrouwtje!' Trista voelde dat haar oogleden begonnen te trillen en ze deed haar best haar stem niet te laten beven, toen ze langzaam verder ging: 'Hoewel... u hebt me een goed voorbeeld gegeven - kort geleden in het bijzonder. En ik heb goed onderricht gehad - door mijn stiefbroer, die me vertelde dat hij op zijn beurt door ü goed onderricht was! Heeft u gisteravond mijn voorstelling gezien ? Komt u hier dikwijls, ma mère?'
'Deze herberg is mijn eigendom - en ik bezit nog wel wat meer. Bij voorbeeld een paar van de elegantste huizen en goktenten van Virginia City. Momenteel leef ik samen met een schatrijke Schot. Hij heeft een landhuis voor me gebouwd en me erg waardevolle juwelen geschonken.' Laurette haalde haar schouders op en stopte haar pistool in een ebbenhouten holster, terwijl ze op Trista's verdere reacties wachtte. Misschien dat ze op zekere dag zou leren anderen haar gevoelens niet te tonen ... Ze was intelligent genoeg om dat te kunnen leren!
Laurette was een glimlachend masker, toen ze na een diepe ademhaling met een bijna normale stem verder ging: 'Maar het feit blijft bestaan dat, nadat je met je opvoering als lady Godiva iedereen in beroering hebt gebracht, Charlie vastbesloten is kennis met je te maken ... en om je aan een paar van zijn vrienden voor te stellen. Om een avondje met ze door te brengen. Hij noemt dat 'amusement en spelletjes'. Ik ben er zeker van dat jij weet wat hij daaronder verstaat. Nee - het doet er niet toe, want ik ben van plan om hem op andere gedachten te brengen. Ik zal wel voor een ander meisje zorgen - een meisje dat nog niet teveel door de vrienden van Charlie gebruikt zijn.'
Trista merkte op dat haar moeders glimlach veranderd was in een raadselachtige glimlach, vóór ze haar gelaat afwendde en over haar schouders er ongeduldig aan toevoegde: 'In ieder geval is het zó, liefje, dat ik er nog niet zo zeker van ben dat iedereen te weten komt dat jij mijn dochter bent... en nog wel zo'n gróte dochter! Het zou voor ons beiden wel eens pijnlijk en onaangenaam kunnen zijn, denk ik!'
Op ongenaakbare toon antwoordde Trista: 'Ik kan u ervan verzekeren dat ik geen enkele bedoeling heb om ...' maar op hetzelfde ogenblik werd de kamerdeur met veel lawaai onder het gewicht van een gelaarsde voet open geschopt. Verscheidene hongerig en ongeduldig uitziende kerels stoven naar binnen en dreven Trista tegen de muur. Verlekkerd keken ze naar haar doorschijnende kleding.
'Verdomme, Laurie! We zijn het moe om hier een beetje te moeten rondhangen. En zij is zeker een van die nieuwe meiden, is het niet? Niet dat we haar niet eerder hebben gezien, hoor! Maar nog niet van zó dichtbij. Ze lijkt me wel iemand om mijn vrienden een poosje bezig te houden!'
De roodharige man was uiteraard haar moeders laatste overwinning. Charlie de Schot, woest, rijk en te veel vrienden. Zonder twijfel zou Charlie heel wat geld over hebben voor de pleziertjes van zijn vrienden! Maar tot haar verbazing ontdekte Trista dat haar moeder opeens razend werd en Charlie even terzijde nam om een ernstig gesprek met hem te voeren. Jaloezie misschien ? Ze kon zich in ieder geval niet voorstellen dat ze zich druk maakte om haar dochters kuisheid!
Trista stond erover na te denken, toen een van de mannen haar beetgreep, haar borsten betastte en op een onhandige manier haar doorzichtige blouse wilde uittrekken. Beest! Het waren allemaal bronstige, primitieve beesten, die erop uit waren haar te bespringen en om haar lichaam te gebruiken, zonder zich ook maar iets van haar gevoelens aan te trekken. Misschien dachten ze dat ze geen gevoelens over had! Beesten! Smerige, ongewassen lichamen kwamen dichter en dichter bij haar en drukten haar tegen de muur. Als een dode vlinder werd ze tegen de muur geprikt... hulpeloos en verstard ... Nee!
Ze besefte nauwelijks dat ze dit woord uitgegild had, terwijl ze met de muis van haar hand, die zo hard als een mes was geworden, de handen van haar lichaam sloeg. En terwijl hij naar achteren wankelde en gillend van pijn over zijn polsen wreef, plaatste ze haar knie in de buik van een tweede belager en een derde verkocht ze een slag tegen zijn adamsappel.
Toen ze op enige afstand verbijsterd en ongelovig naar Trista stonden te staren, zei ze op ijskoude toon: 'Ik ben bang dat ik u nauwelijks nog heren kan noemen na het uitgebreid tonen van uw slechte manieren. Maar jullie, mannen, wie of wat jullie ook mogen zijn, begrijpen nu zeker wel dat ik niet te koop ben ... Ik ben degene die uitkiest, en niet andersom. Ik geef me slechts wanneer ik dat wil. Is dat goed begrepen?'
'God mag me halen als haar handen geen klauwen zijn - ze zijn zo scherp als ijzer! Verdomme nog aan toe, Laurie, je had ons wel eens kunnen waarschuwen!'
Trista negeerde hun verbaasde en gapende blikken toen ze met rechtop geheven gelaat naar de deur ging. Er was toch nog iets van haar trots overgebleven!
'U zult nooit tot de ware kern van Virginia City, tegen de achtergrond van de tijd waarin wij leven, kunnen doordringen wanneer u niet de meest bekende bars en bordelen bezoekt - daar, waar u iedereen van belang kunt ontmoeten of, voor mijn part, kunt schetsen!'
'Zoals...?'
'Zoals de mysterieuze vrouw die onder de naam Zilver bekend staat, om een voorbeeld te noemen. Ze zal een raadsel voor u zijn - zoals ze dat, dacht ik, voor elke andere man is. Doet ze het wel - of doet ze het niet? Wil ze het wel - of wil ze het niet? U zult moeten toegeven dat zoiets intrigerend is! En dat is zij ook - die duivelse vrouw; een constante vraag en een constante uitdaging - vooral na de geruchten dat ze hier in gezelschap van haar "beschermer" is gearriveerd, die haar, om zo te zeggen, als hoer exploiteert. Om maar niet te spreken over het feit dat ze in het stuk Mazeppa La Menken in haar rol van lady Godiva wist te overtreffen, waardoor ze het gesprek van de dag werd - de lieveling van de stad! Een fascinerend schepsel - altijd in het zwart en zilver gekleed wanneer ze de scepter zwaait over de hazardtafel in de Silver Slipper.'
Sam Clemens, een verslaggever van de Territorial Enterprise, had meer dan eens bewezen dat hij een bijzonder informatieve gids voor de vleespotten van Virginia City was; en het omvangrijke schetsboek van Blaze Davenant had nog vier blanco bladzijden toen hij ietwat onzeker de overdadig gemeubileerde Silver Slipper binnentrad. Clemens had hem verteld dat men in een ruimte onder de begane grond het drinken met spelen kon combineren - zolang men maar wilde. De zogenaamde privékamers bevonden zich op de eerste verdieping. 'Bewaar altijd het beste voor het laatste!'
Het beste? Overal hingen de gebruikelijke portretten van mollige, naakte dames, afgewisseld met bizar grote spiegels. Op de achtergrond klonk het gebruikelijke pianogetingel, dat door iedereen die zich aan de speeltafels verdrong genegeerd werd. Wel, goddank was het het laatste speellokaal dat hij deze avond bezoeken zou, dacht Blaze, die moe en een beetje tipsy was. Hij was werkelijk aan een bed toe, om te slapen, vóór hij de volgende dag zijn reis zou gaan vervolgen. Deze maal naar het zuiden ... in de buurt van thuis en in de buurt van oude herinneringen - nog steeds zo bitter als gal wanneer hij aan zijn oude liefdes en oude haten dacht.
' Indio!'
'Hé - Indianengebroed! Hoe lang is het geleden dat jij tussen de wilden leefde?'
'Ze zeggen dat je vader je moeder van haar vader kocht - en hij was half Frans en half Indiaans - iedereen weet dat, hoor je?'
Woorden uit het verleden. Waarom moest hij zich dat opeens herinneren? En wat, verduiveld nog aan toe, had het verleden met het heden te maken ? De jaren van een zenuwachtige puber, die zich verbeeldde op een paar jaar oudere vrouw verliefd te zijn, lagen ver achter hem. Ze was half Mexicaans, slanker en langer dan de andere meisjes van haar leeftijd. Hij had haar onweerstaanbaar bekoorlijk en lieflijk gevonden en hij had haar begeerd - maar aan zijn wellustige begeerte was abrupt een einde gekomen, toen hij naar zijn vader werd teruggestuurd en een heel ander leven ging leiden. Een leven dat hij zich nauwelijks nog herinnerde. Haar ogen hadden de kleur gehad van het drankje waarin hij zat te staren ...
Vergeet haar! Ze was waarschijnlijk dik en afschuwelijk geworden - misschien was ze al haar tanden al kwijt. Een eerste liefde vergat men niet gemakkelijk. Het was heel wat plezieriger om aan Charity Windham te denken. Charity, zoete Charity; de liefhebbende en offerende vriendin die hem geleerd had soms met tederheid aan iets te denken. Hij had haar moeten trouwen; hij had haar verscheidene malen een aanzoek gedaan en één- of tweemaal was het bijna zo ver gekomen. Maar steeds weer had ze haar hoofd geschud en hem eraan herinnerd dat zij beiden het veel te druk met andere zaken hadden om aan zoiets te denken. Beiden waren ze veel te onafhankelijk en een band, van welke soort dan ook, zou niet goed zijn.
Daarna was hij zo gek geweest om die warmbloedige nicht van Charity achterna te zitten - hij was zelfs zo stom geweest om met die laag-bij-de-grondse slet in het huwelijk te treden - al was het alleen maar om haar 'reputatie' te redden, waar ze zich zelf niets van aantrok! Om er vervolgens met haar dierbare stiefbroer vandoor te gaan .. .waardoor heel de wereld schande over het overspelige paar had uitgesproken. En hij was de grootste stommeling met horentjes op zijn hoofd geworden ... Als ik haar ooit zou tegenkomen, dan zou ik haar nek breken - die leugenachtige teef die ze altijd was geweest!
Naar de hel met die onplezierige herinneringen! Blaze wierp een goudstuk op de bar waar de barkeeper glimlachend een nieuw glas voor hem stond in te schenken - deze maal een aanzienlijk beter merk whiskey.
Geld maakt gelukkig - dat was overal in de wereld hetzelfde. Het was nodig geweest om een wilde in een zogenaamde heer met fijne manieren en een goede opleiding te laten veranderen. Waar was Clemens opeens naartoe gegaan. Naar boven, met een van die leuke gokmeisjes? Vergetelheid van een andere soort... Blaze had het niet nodig om dronken te worden om vergetelheid te vinden. Om te vergéten had hij een vrouw nodig - warm, verleidelijk geopend vlees dat hem gedurende een uur of twee zou kunnen vasthouden. Sensatie en lichamelijke opluchting - zonder gevoelens - vergetelheid door neuken.
'Die kaartspeelster, die Zilver heet, en altijd in zwart en zilver gekleed is - waar kan ik haar vinden? Welke tafel?'
Om de een of andere reden verdween de glimlach van het gezicht van de barkeeper. Onzeker en onwillig stamelde hij: 'Eh ... ah ... wel... het schijnt, dat... Dat wil zeggen, dat juffrouw Zilver vanavond op een andere wijze gekleed gaat... ik had moeite haar te herkennen! In die rode japon, die meneer Charlie... dat is meneer Donelson ... speciaal voor haar bestelde, en hij wedde dat ze het niet zou aandurven die japon in het openbaar te dragen ... Maar ze heeft de weddenschap aanvaard en gewonnen;' precies zoals hij verwachtte! Maar, meneer, als ik u was dan zou ik maar niet op verkeerde ideeën komen. Ze zou u wel eens voor schut kunnen zetten. En ze is nog nooit met een man naar boven gegaan - wat ze haar ook boden!'
'Leeft ze uitsluitend van het uitdelen van kaarten ? Vertel me eens: Is die meneer Donelson, die japonnen voor haar koopt, haar beschermer? Ach, het doet er niet toe. Ik ga dat ongewone schepsel eens met mijn eigen ogen bekijken; ik heb al zóveel over haar gehoord. Ik hoop maar dat ze geen snor draagt!'
Uiteraard stond ze in het middelpunt van de belangstelling. De klanten verdrongen zich rond haar speeltafel en met hun ellebogen werkend poogden ze een beter zicht op haar te krijgen. Iedereen wilde die vrouw, die Zilver heette, wel eens zien.
Waarschijnlijk was ze het niet waard dat hij zijn energie aan haar verspilde. De mannen in deze primitieve uithoek waren niet erg kritisch wanneer het om vrouwen ging. De vrouw, die zichzelf de naam Zilver had aangemeten, zou haar naam wel eer aandoen en een op fortuin jagend keihard kreng zijn. Waarom zou hij zich druk maken?
Zich van de bar en de plotseling zwijgzame barkeeper verwijderend, zag Blaze dat in deze zaal heel wat met groen laken bespannen tafels waren; evenals heel wat knap uitziende gokmeisjes, die maar al te gewillig waren om naar 'boven' te gaan om, wanneer ze met hun werk aan de speeltafel gereed waren, een man verder gezelschap te houden. Waarom was hij zo nieuwsgierig naar die bepaalde vrouw, die beslist niet veel anders kon zijn dan al die anderen, wanneer ze zich met hetzelfde werk ophield. Ze was gewoon een intrigerende hoer, die tot de ontdekking was gekomen dat ze met haar verleidelijke spelletjes aan de speeltafel een veel hogere prijs kon bedingen. En wanneer hij zijn oude vriend Orion, de oudste broer van Sam Clemens, niet beloofd had er een oogje op te houden dat hij de nieuwste roddelpraatjes - om maar niet over bruikbare inlichtingen te spreken - zou opvangen, dan had hij niet nóg een nacht in dat vervelende Virginia City doorgebracht. Desondanks vocht hij zich een weg door de menigte begerig blikkende aanbidders, die een glimp van de vrouw, die Zilver heette, hoopten op te vangen.
'Ha! Ik heb je eindelijk gevonden, Davenant - ik hoop dat je het me zult vergeven dat ik je opeens in de steek liet, maar ik moest opeens iets doen om mijn artikel voor de Territorial Enterprise van volgende week nog wat kruidiger te maken. Ze zullen op de redactie hun lippen aflikken en ze zullen nog méér van me verwachten. Maar dat hoef ik je niet te vertellen!'
Sam Clemens glimlachte op een bepaalde manier. Zijn broer noemde die glimlach altijd 'waarschuwend'. Blaze moest er grimmig aan denken, terwijl hij schouderophalend tegen Clemens zei dat hij maar al te goed begreep wat het betekende om iemand van de pers te zijn.
'Nou, Goddank dat jij een begripvolle kerel bent! En geloof me: ik zal het met je goedmaken. Ik weet al wat ik voor je ga doen! Ik zal je aan Zilver voorstellen; dat is tenminste iets!'
Zilver - gepolijst en sprankelend onder het laagje edelmetaal waarnaar ze zichzelf genoemd had. Zilverkleurige ogen en een geweldige bos loshangende zwart haar dat voor een groot deel over haar gelaat viel, waardoor het lichte trillen van haar neusvleugels niet gezien kon worden. Trista, de wellustige heks, met haar nietszeggende ogen en die haar gevoelens onder haar glitters verborg. De laag uitgesneden, vuurrode japon die ze droeg was met zwarte kant afgezet - en deed al haar lichaamsvormen duidelijk uitkomen. Het was een duidelijke zaak dat degene die de japon uitgekozen had, bijzonder goed op de hoogte van haar maten was! Misschien was hij er bij geweest, toen ze de jurk over haar naakte lichaam paste - die meneer Donelson, die ongetwijfeld haar nieuwste minnaar zou zijn. Hoeveel minnaars zou ze vóór hem gehad hebben?
Blaze voelde een onredelijke woede in zich opstijgen. Hij vergat zichzelf en de reden waarom hij naar deze plek gekomen was. De verleidelijke, kleine Trista, met haar zilverkleurige heksenogen en haar aanbiddelijke, zich gemakkelijk aanbiedende lichaam. De achterbakse, huichelachtige teef met wie hij getrouwd was met de bedoeling haar te 'redden'. Het moet haar, maar ook Fernando, geamuseerd hebben dat ze de een na de ander voor steeds rijkere mannen verruilde. In haar hart was ze een ordinaire hoer - een van die vrouwen die het instinctmatig waren en met de listigheden waarmee mannen om hun vingers gewonden werden, geboren was.
Sam Clemens, die iedereen in Virginia City goed scheen te kennen, had voor hen beiden een plaatsje dicht in de buurt van de speeltafel weten te veroveren, waardoor het Blaze mogelijk was haar eens goed op te hemen. Opeens waagde zijn vriend een poging hén aan elkaar voor te stellen.
Trista keek op en voelde het bloed uit haar gelaat wegstromen. O, God - Blaze toch zeker niet? Haat en woede waren in zijn amberkleurige ogen te lezen ... Het verlamde haar... het doodde haar bijna... Ze begreep opeens dat blikken konden doden!
'Wel, m'vrouw - ik zou er een eed op durven doen dat we elkaar al eens ontmoet hebben. Was het niet ergens in Virginia? Of was het aan boord van een schip dat naar San Francisco onderweg was? Mijn geheugen voor bepaalde dingen laat me soms in de steek. Dat moet u me maar niet kwalijk nemen!'
Het zuidelijke accent, waarvan hij zich soms bediende, klonk ijskoud. Als dolken die in haar staken om haar te verwonden - tot in de diepte van haar ziel. De woede straalde als vuurpijlen uit zijn ogen en ze werd eraan vastgepind. En opeens moest ze er om de een of andere reden aan denken dat juist dat vuur hen met elkaar verbonden had; voor altijd - en dat dat vuur hen zelfs nu nog verteerde.
Maar die gedachte verdween net zo vlug als hij in haar opgekomen was. Ze keek hem even aan, haalde diep adem en afstandelijk koel antwoordde ze: 'O, is dat zo? Nou, misschien - het is niet onmogelijk, omdat ik heel wat heb rondgezworven!'
'O, daar ben ik zeker van, m'vrouw! Dat moet wel heel vermoeiend voor u geweest zijn, als ik uw delicaat figuurtje bekijk; al dat... rondzwerven!'
Wat haatte ze hem! Hij bracht haar allemaal herinneringen. Ze merkte opeens dat de mensenmenigte rondom haar tafel nóg groter was geworden. Ze wilden dat woordenduel voor geen goud missen! Woorden die scherper waren dan dolken en grotere verwondingen toebrachten. Woorden die bedoeld waren om haar te kwetsen en om de nog eventuele gevoelens voor elkaar te doden. Wat zeiden ze? En terwijl ze hierover nadacht, hoorde Trista zichzelf afgemeten zeggen:
'Wat een gemene ellendeling ben je toch! Dat had ik veel eerder moeten inzien!' Ze duwde haar haardos naar achteren, smeet haar stoel naar achteren en ging bevend vóór hem staan. 'Jij bent in feite de énige persoon van wie ik hoopte dat ik hem nooit meer tegen het lijf zou lopen! Heren, u moet me maar verontschuldigen, want ik voel me plotseling niet erg goed!'
Het was alsof een beeldengroep met wijdopen monden en ogen plotseling tot leven kwam. Ze stelden vragen en ze protesteerden en sommigen bedreigden die vreemdeling door wiens toedoen Zilver er vandoor ging. Waarom zouden ze hem niet gewoon lynchen omdat hij hun meisje, dat altijd eerlijk en rechtschapen en nog een échte dokter was ook, van hen afgenomen had?'
'Maar je voelt je toch zeker wél goed genoeg om in gezelschap van iemand die veel centen heeft naar boven te gaan, is het niet?' Hij hield haar polsen stevig omklemd - als een gevangene. Ze probeerde zich uit alle macht van hem los te rukken, terwijl ze meer dan eens zijn verschrikkelijke ogen ontmoette.
En toen begreep Trista plotseling instinctief op welke wijze ze terug kon vechten. Met een glimlach en bedeesd met haar ogen knipperend, vroeg ze:
'Hebt u werkelijk zoveel geld, dat u zich mij zoudt kunnen permitteren? U moet me maar vergeven dat ik daar verbaasd over ben, gezien het feit dat u me er vroeger heel weinig voor bood! Misschien dat uw ... financiële middelen inmiddels zijn toegenomen? En ik verzeker u, meneer, dat het niet nodig is dat u mijn polsen breekt - nu u het klaargespeeld hebt mijn nieuwsgierigheid te wekken. Wilt u me nu loslaten ? Ik raak niet gauw onder de indruk van die zogenaamde mannelijke superioriteit, weet u?'
Het boze gemompel van de bebaarde en ruw uitziende mannen, die in een kring om haar heen stonden, veranderde in luide bedreigingen. Sam Clemens, die net zo verbijsterd als alle anderen was, deed zijn best om met een geforceerde glimlach en schertsende woorden de zaak te verduidelijken. Maar het was Zilver zélf die kalmte wist te scheppen door haastig te zeggen: 'Het is allemaal oké, jongens - jullie weten best dat ik mijn eigen boontjes kan doppen, is het niet? Ik hoop ...' Haar vingers gleden met een teder gebaar over Sam Clemens dikke kin, waardoor hij plotseling met stomheid werd geslagen, vóór Trista verderging: 'Ik hoop dat jij het niet erg vindt dat je eventjes moet wachten, lieveling? Meneer Davenant is toevallig een zeer oude... zakenrelatie van me. Ik ben er zeker van dat hij me niet erg lang zal ophouden! Je was altijd zo vlot in het klaarkomen ... met je zakentransacties, hè, Blaze, lieverd?' De glimlach die ze hem schonk deed aan honing denken, maar het valse masker erachter verborg haar wérkelijke gevoelens. Had dat kreng ooit iets gezegd of gedaan wat éérlijk was?
'Met hoeveel mannen ga je gewoonlijk per nacht naar boven?' Maar onmiddellijk had hij spijt van zijn sarcastische vraag; ze zou eens kunnen denken dat hij jaloers was!