Hoofdstuk 20

Meneer Pruitt zou naderhand vertellen dat hij dat jonge mens altijd al merkwaardig had gevonden! Voor hij zijn verhaal ging vertellen schraapte hij gewichtig zijn keel - nadat hij zich ervan vergewist had dat de kapitein zich op dat ogenblik niet binnen gehoorsafstand bevond. Hij had in al zijn levensdagen zoiets nog nooit gezien of gehoord! De kapitein was buiten zichzelf van woede geweest - en niet in staat om er ook maar iets aan te doen. Er was nauwelijks een arme zeeman aan boord te vinden die gedurende de dagen die volgden niet een zweepslag van hem kreeg of een gevoelige trap met de laars. En het was niemands schuld geweest, want de steward had eerst de kapitein gevraagd of hij ermee akkoord ging ...

'Het waren op z'n minst drie grote glazen met geklopte eierdooiers, met méér cognac dan melk erin! En toen nog meer cognac en nog een glas geklopte eierdooier, maar nu overgoten met rum, want mijn voorraad cognac was op en ik voelde er niets voor om de kapitein te vragen iets van zijn privévoorraad te mogen lenen. Hoe kon ik weten wat daarna zou gebeuren? God, eerst dacht ik dat ik het me verbeeldde! Ik ging naar binnen om af te ruimen en in plaats van een jonge heer zie ik alleen zijn kleren overal in de hut verspreid liggen. Hij is dronken genoeg om over boord te vallen, dacht ik, en ik rende naar de eetzaal om alles aan de kapitein te vertellen ... en toen kreeg ik het te zien! Al hun gezichten - met open mond en met ogen die staarden alsof... alsof ze een geest zagen. Zelfs...' Meneer Pruitt ging wat zachter praten en keek angstig over zijn schouders voor hij het aandurfde met zijn verhaal verder te gaan. 'Zelfs de kapitein zélf! De enige in de eetzaal die net zo kalm deed als zij, was de heer die in San Diego aan boord was gekomen - die met die Fransklinkende naam. Hij dronk alleen maar van zijn wijn en glimlachte op een manier waardoor je bloed stolde. Hij keek slechts naar haar; dat was alles. Terwijl zij, die brutale, leugenachtige, intrigerende kleine heks - een overdreven en doorzichtig iets van een jurk droeg, zodat je haar boezem kon zien en ook haar armen en schouders. Zoiets zou een zichzelf respecterende vrouw in het openbaar nooit aantrekken; als ik dat eerlijk zeggen mag... wel, ze was op dat ogenblik in staat van dronkenschap - natuurlijk was ze dat - en ze stond maar wat te lachen, voor ze zei...'

Wat Trista had gezegd, nadat ze eindelijk in staat was met het lachen om de sensatie die haar verschijnen teweeg had gebracht, te stoppen, was: 'O, hemeltje, ik hoop dat ik niet te laat ben voor het diner,' en uitgesproken met een onschuldig vragend stemgeluid. Daarna was ze onbeheerst gaan lachen om de geshockeerde geluiden en gezichten, die nog steeds te horen en te zien waren als gevolg van haar briljante entree, dat meer weg had gehad van wankelend en struikelend de eetzaal binnenkomen. Zelfs de kapitein had ervan opgekeken!

De kapitein - wat moest die kwaad zijn over de streek die ze had uitgehaald! Wel, de akelige, bluffende dienstklopper had het verdiend; als tegenprestatie voor zijn pogingen haar angst aan te jagen, en voor zijn bevelen, alsof zij tot zijn troep slaven behoorde die stuk voor stuk door hem gemarteld werden - waar hij nog plezier in scheen te hebben ook! Als niet alles om haar heen er zo wazig en mistig had uitgezien, was ze misschien wel in staat geweest om dat verschrikkelijke gezicht van hem te zien!

Maar het was beslist onredelijk dat iedereen kwaad op haar was, en niet op de kapitein, wiens schuld het was geweest dat zij zich weer als een man had moeten gedragen! Niemand had nog iets gezegd, er was alleen hier en daar gekreun hoorbaar, en aangezien ze zich nogal duizelig voelde, was ze op zoek naar een stoel... en wie applaudisseerde? En waarom zorgde de enige enthousiaste aanwezige in de zaal niet voor een stoel ? Verbeeldden ze zich soms dat zij een van die mannen was die het leuk vonden zich zo nu en dan als vrouw te verkleden? Misschien zou ze moeten laten zien dat ze ...

'U gelooft me niet, is het wel? Maar ik kan het bewijzen, hoor!'

'Ik geloof dat het zo wel genoeg is!' Blaze Davenant was plotseling opgevlogen en zijn kwaadheid leek de hele eetzaal te vullen. Hij kwam op haar af en greep haar onnodig stevig met een pijnlijke greep bij haar heupen, vóór ze het klaarspeelde haar blouse te ontknopen om iedereen duidelijk te tonen dat ze een vrouw was - met borsten! Hij greep haar op hetzelfde ogenblik dat ze dreigde te vallen en het laatste wat Trista zich van die bepaalde avond kon herinneren was, dat ze het gevoel had gekregen dat ze plotseling opgenomen werd, vervolgens in zee gegooid en op de golven gedragen werd. Ze bleef de echo van zijn gehate en al te bekende stem horen, steeds weer terugkaatsend in haar hoofd totdat ze, terwijl ze even dacht dat ze verdronken was, dankbaar in de duisternis verdween.

'Ik zal verder wel voor haar zorgen!' Zonder op mogelijke reacties te wachten nam Blaze haar over één schouder en bracht het nu plotseling slappe lichaam naar de deur waar hij bijna met meneer Pruitt in botsing kwam.

Ze zal wel zwaar de pest aan me hebben, dat onnozele kleine kreng! Waarschijnlijk heeft ze zichzelf slechts dronken gevoerd om een excuus te hebben om voor iedereen die daar belangstelling voor zou hebben haar borsten te ontbloten. Ik mag hangen als het de eerste maal geweest zou zijn! Ik had haar overboord moeten smijten - of haar precies moeten vertellen wat ik van een dergelijke oppervlakkige wellustige slet dacht - zodra ze nuchter genoeg zou zijn om het te kunnen aanhoren!

Blaze vloekte heftig toen hij gedwongen werd halverwege op weg naar haar hut stil te staan om haar over de reling te laten buigen, omdat ze plotseling hevig moest overgeven. Grimmig hoopte hij dat ze zo misselijk zou zijn als ze maar verdiende! Hij hield haar hoofd bij de haren vast en opeens besefte hij dat hij in staat zou zijn haar haren eruit te rukken. Misschien dat ze dan pijn zou voelen. Maar waarschijnlijk zou ze in haar walglijke dronkenschap helemaal niets voelen. Hij kon er zich echter niet van weerhouden haar precies te vertellen wat hij van haar en haar gebrek aan wat voor moraal dan ook dacht!

'Godallemachtig, jij dronken teef! Wat heb je in 's hemelsnaam in de afgelopen vijf jaar geleerd - behalve een openbare vertoning van jezelf te maken? En als je niet onmiddellijk ophoudt met dat gedraai en geworstel, terwijl ik mijn best doe om ... dan zal ik je, bij God, een klap midden in dat heksengezicht van je verkopen. Hóór je me?' Naar de hel met dat loeder! Tegen de tijd dat hij haar, en die opgezwollen idiote crinoline rokken van haar, onder controle had en hij haar even later over de drempel van haar kajuit droeg, hijgde Blaze alsof hij zojuist een berg beklommen had. Hij was kwaad op zichzelf omdat hij uit zijn humeur was gebracht en het speet hem nu dat hij in de eetzaal niet gewoon achterover in zijn stoel was gaan leunen om, zoals alle andere mannen, oprecht van haar optreden te genieten!

Zonder gevoel smeet hij haar op het onopgemaakte, verkreukelde bed en hij deed alsof hij niets van haar protesten hoorde toen hij de lichten doofde en zich ervan overtuigd had dat de kajuitdeur goed gesloten was. Ze lag half op en half naast de smalle brits, die kennelijk niet vooreen in hoepelrok met crinolines verpakt lichaam ontworpen was, terwijl ze kreunende, binnensmondse geluidjes maakte die hem onwillekeurig aan een katje in nood deden denken. Naar de duivel met haar - zou ze de rest van de nacht op die manier blijven doorgaan? Zou ze hem van zijn welverdiende nachtrust afhouden? Na zó'n avond? Blaze moest ondanks zichzelf glimlachen toen hij op Trista neerkeek. Ze mocht een klein kreng zijn, maar ze was ongetwijfeld een schrander klein kreng. Om iedereen voor aap te zetten; zélfs kapitein McCormick. Om allen in de waan te laten dat ze een jongeman was - met een verleidelijk gevormd klein lichaam dat onder zijn handen verrukkelijk aanvoelde. Zou het er nog steeds zo uitzien en aanvoelen ? Het trotse, jonge voorkomen moest mannen, die de voorkeur aan jongens in plaats van aan vrouwen geven, opgevallen zijn - en opeens herinnerde hij zich dat iemand in de eetzaal met een knipoogje tegen hem had gefluisterd dat hij wel erg fortuinlijk was om een hut te delen met 'kapitein McCormicks nieuwste schandknaapje'. Ze zou toch niet zover gegaan zijn? Of was ze dat wel? De blik op het gezicht van de kapitein die avond was een studie in woede en frustratie geweest, toen ze haar grootse entree maakte; onbeheerst lachend totdat ze steun aan de deurpost had gevonden. Wel... dacht hij met tegenzin, misschien was ze wel zover gegaan. Maar wat kon het hem eigenlijk schelen?

Naderhand hield Blaze zich voor dat het slechts kwam omdat ze een stiefnichtje van Charity was en omdat ze er opeens had uitgezien alsof ze nog steeds zestien jaar was en o zo kwetsbaar. Nog steeds begerig naar nieuwe ervaringen, vertelde hij zichzelf en hij werd kwaad op zijn weekheid toen hij een schone zakdoek in de waterkaraf propte en daarmee vervolgens haar gelaat schoonveegde, waardoor ze weer wat kleur op haar bleke wangen en lippen kreeg. Omdat ze onregelmatig, met korte en diepe stoten, ademhaalde, kleedde hij haar, voor ze van haar brits rolde, uit - en hij vloekte toen hij de ontelbare knoopjes, drukkertjes en onhandig geknoopte banden en linten zag. Hij vroeg zich af hoe het in 's hemelsnaam mogelijk was dat een vrouw zich op deze manier vrijwillig in gevangenschap hield. Hun kleding was niets anders dan een moderne versie van de middeleeuwse kuisheidsgordel. Grimmig dacht hij, toen hij haar eindelijk van haar kleding bevrijd had, dat sommige vrouwen in hun eigen belang een dergelijke gevangenschap misschien juist wel nodig hadden.

Kennelijk geloofde zij niet in het dragen van meer dan strikt noodzakelijk was en hij had het gevoel dat hij bezig was met het uitpakken van een omvangrijk kerstpakket. Hij ontdeed haar eerst van haar japon, daarna van een klein leger onderrokken voor hij tenslotte haar stevig geregen korset, dat diepe rode striemen op haar bleke huid had aangebracht, losknoopte. Geen ondergoed. Zelfs niet de geplooide met zijde afgezette kniebroek die vrouwen, op z'n minst uit fatsoensoverwegingen, onder hun kleding plachten te dragen - zelfs al zou die broek door een man worden uitgetrokken! Waarschijnlijk had ze gedacht dat het dragen van ondergoed haar nodeloos belemmeren zou bij het uitvoeren van haar voorstelling!

Elk kledingstuk dat hij haar uittrok, smeet hij met onnodige heftigheid door de ruimte zodat ze, als ze haar ogen zou openen, kon zien wat een rotzooi het hier was.

Blaze betrapte zich erop dat hij op haar bleef neerzien en hij vroeg zich verwonderd af waarom hij zijn ogen niet van haar lichaam kon afhouden en vervolgens vroeg hij zich af hoeveel mannen inmiddels haar lichaam hadden vastgehouden en toestemming gekregen hadden hun lusten - en de hare - te bevredigen. Precies zoals het die paar maal was gebeurd - lang geleden. Ze lag op haar buik, met haar benen wijd uitgespreid. Eén been slingerde naast het bed en op een gegeven ogenblik dreigde ze ervan af te vallen. Hij draaide haar lichaam ruw om en greep een deken om haar naaktheid te bedekken, waarna hij zich afvroeg waarom hij dat gedaan had. Aan de manier waarop ze zich eerder op de avond had gedragen, zou het tenslotte niet de eerste maal zijn dat ze met gespreide benen naakt op haar rug lag; als het eerste het beste havenhoertje - zonder verder enige moeite te doen ... Verdomme! Langzaam maar zeker maakte hij zichzelf wijs dat ze gewend was op deze manier te liggen - met wijd gespreide benen en met tepels die keihard van opwinding waren; de ongetemde zwarte wolk haar over het hoofdkussen gespreid terwijl ze in afwachting Verlekkerd over haar lippen likte en haar zilverkleurige heksenogen van louter wellust donker als steenkool werden.

Hoeveel minnaars had ze gehad? En had het haar iets kunnen schelen wie of wat ze waren, zolang ze haar ongeremde lusten maar konden bevredigen? Wat voor de duivel ging hem dat aan? Hij walgde van zichzelf omdat hij plotseling, ondanks alles, haar verschrikkelijk begeerde. Hij bukte zich en propte de deken op tot aan haar hals. Kwaad en ongeduldig ging hij zich uitkleden. Hij had de helft van de knopen van zijn overhemd losgemaakt toen hij opeens een idee kreeg. Hij bleef stokstijf staan en zijn mond krulde in een cynische, kwaadaardige glimlach. Hij moest denken aan het feit dat een van haar minnaars haar eens in deze toestand te zien moest krijgen - nog gewilliger dan gewoonlijk, nu ze volkomen laveloos was, die kleine slet! Ze zou zichzelf zo eens moeten zien!

En waarom ook niet? Misschien, wanneer ze weer nuchter is, geeft het haar iets van een schok - als ze zichzelf ziet zoals ze nu is. Of misschien moet ik haar deze maal niet slechts schetsen - misschien moet ik een levensgroot schilderij van haar maken om het daarna tentoon te stellen. Precies wat dat kreng verdient! In een vlaag van woede slingerde Blaze de deken van haar lichaam en draaide daarna de olielamp wat hoger, waardoor elk contour, iedere lichaamstrek en dat van het naar hem toegewende gelaat in gouden schaduwen overgingen - met uitzondering van de donkere, zijdeachtige driehoek die als een speerpunt tussen haar gespreide benen te zien was - als een bewijs van haar geslacht. Met haar lieftallige vooruitgestoken donkerroze, delicate lippen; het met geurende bloemen versierde voorportaal naar de verdrinkende diepten van de maalstroom.

Verdomme - geen maalstroom voor hem! Hij zou zich bevrijden van de bekoring van deze hekserij - zelfs als het betekenen zou dat zij zijn doodsvijandin zou worden bij het zien van haar geschilderde wulpse afbeelding.