Hoofdstuk 31

Toen de twee met elkaar vrijende lichamen omrolden en met een langzame, glijdende beweging op de gekreukte, satijnen lakens vielen, bracht het wapperende, laag gedraaide licht een voortdurend bewegende caleidoscoopachtige verbeelding in de spiegel boven hen teweeg. Het was alsof ze in een alles versmeltende hitte onderdompelden, en ze hadden slechts belangstelling voor de uitwaaierende hitte van begeerte die ze in zich branden voelden - vuurtongetjes die in aanraking met grotere vlammen kwamen, die hen beiden te pakken kregen en waaraan ontsnappen onmogelijk was.

Wellust - dat was alles wat ze voelde. Dat, maar ook een bepaalde nieuwsgierigheid of het haar mogelijk was dat wat ze in de afgelopen maanden geleerd had in praktijk te brengen.

In ieder geval had hij er altijd de voorkeur aan gegeven om haar te verleiden in plaats van te verkrachten, want een verleidelijke, gewillige vrouw gaf een man gewoonlijk meer plezier en ontspanning dan de krachtsinspanningen die in het andere geval nodig waren.

Jezus - wat was ze een gewillige, wellustige teef. Al haar leugens en haar toneelspel hadden de mannen, inclusief hém, om de tuin weten te leiden. Maar dat zou bij hém niet meer gebeuren - nu hij wist en begreep wat ze in werkelijkheid was. Verdoemd haar zwarte heksenziel - waardoor een man haar lichaam liefkoosde, terwijl hij haar op hetzelfde ogenblik alleen maar haten kon!

Ze lag op hem en hij hield haar in een zodanige houding, dat ze de bijna onbewuste ritmische bewegingen van haar strakgespannen billen zowel voelen als zien kon. Ze had zich aan hem vastgeklemd, terwijl de donkere wervelende massa van haar naar omlaag vallende krullen hem bijna verblindde. Of had ze in wérkelijkheid zijn ogen weten te sluiten toen ze zijn gevoelens voor haar opeens begreep? Haar op- en neergaande bewegingen werden almaar heftiger, vóór ze een onsamenhangende en bevrijdende kreet uitstiet en haar lichaam op dat van hem liet vallen.

O, God! Trista pijnigde bijna verdwaasd haar hersenen. Laat hem niet... niet nu! Laat hem nog niet iets wreeds of sarcastisch zeggen ... alsjeblieft nog niet; nu ik met mezelf behoorlijk in de knoop zit en ik mijn zelfverdediging heb verloren en hem toestond zich in mij te dringen - in het enige gevoelige lichaamsdeel dat ik over had. Alsjeblieft!

Ze was er zich niet van bewust dat ze geluidloos tegen zijn schouders huilde, totdat Blaze een ongeduldige beweging maakte en haar recht in de ogen, die ze al die tijd gesloten had gehouden, keek.

'Ach, wat een gedoe!' zei Blaze walgend - meer tegen zichzelf dan tegen haar. Vrouwentranen! Al die krengetjes moesten zo nodig huilen waardoor alle mannen een zakdoek tevoorschijn toverden en hun armen over hun schouders sloegen! Die arme schatjes moesten dan getroost worden!

Getroost, allemachtig! Ze had nog maar een paar seconden geleden gespeeld alsof ze op plezierige wijze bevredigd was! En nu, nog maar een minuutje later, was ze in tranen gedompeld waardoor hij van top tot teen geroerd werd ... Wat was er voor de duivel met hem aan de hand ? Misschien had hij haar gewoon moeten verkrachten; zoals hij van plan was geweest. Misschien had zij dat wel lekkerder gevonden; in ieder geval zou ze het hebben verdiend - in het bijzonder door haar schandalig gedrag sinds ze zich aan zijn bescherming onttrokken had om er met haar stiefbroer, die ze zogenaamd haatte, vandoor te gaan; en om daarna van de ene man naar de andere te vliegen!

'In 's hemelsnaam - als er iets is waar ik niet tegen kan, dan is het een snikkende vrouw!' zei Blaze bruut, terwijl hij op hetzelfde ogenblik wenste dat hij het flikkerende lamplicht in haar zilvergrijze ogen niet zag. Zilvergrijze flikkerlichtjes die in stofgoud overgingen...

Ze was een heks. Bruja! Blaze was er zich van bewust dat hij zijn adem inhield, terwijl ze nog steeds zwijgend elkaar in de ogen keken. Hij raakte gehypnotiseerd door de wijdopen blik en de flikkerende, felle verbeeldingen die hij erin zag. Hij zuchtte diep en wendde zijn gelaat opzettelijk van haar af.

Trista voelde een rilling over haar lichaam gaan toen hij plotseling op zijn andere zij ging liggen en haar lichaam tegen zich aan trok en hij een paar krullen om zijn wijsvinger wond.

Ze meende - of ze had het misschien gefantaseerd - dat ze elkaar gedurende de ogenblikken dat ze elkaar hadden aangekeken weer herkend hadden! In gedachten had hij haar een heks genoemd - en dan...

'Huil je omdat je hongerige hebberige lichaampje nog niet genoeg heeft gehad? Wat moet men allemaal doen om jou echt te bevredigen, zoete slet! Is dat goud, véél goud - grote klompen goud, die op de plek die je veel te gemakkelijk en veel te veel gebruikt, worden gelegd? Is een mannenpik alléén niet meer genoeg voor je?'

'Nee!' Met moeite trachtte ze zijn blik te vangen. Ze had het woord uitgeschreeuwd en ze voelde dat zijn lichaam stijf van kwaadheid werd. Maar het kon haar verder allemaal niets meer schelen - ze wilde geen verdere beledigingen die ze niet verdiende te slikken krijgen.

'Nee... verdomde klootzak! Nee - het is niet genoeg voor me en dat is het nooit geweest. Het is niet genoeg alléén een ... mannen- pik, zoals je dat zo onbeschoft uitdrukt, te hebben. Een mannenpik die in mijn lichaam gestoken wordt; of ik het wil of niet... die pijn doet... naar boven en naar beneden gaat... als een mechanisme, zonder gevoelens, zonder zich ergens iets van aan te trekken, zonder... zonder zelfs te willen weten wie de persoon is of was! Ben jij ooit wel eens gebruikt om daarna heimelijk te worden weggeworpen, Blaze? Hebben ze jou ooit wel eens gedwongen om je aan alles en iedereen te onderwerpen, zonder dat je een woord van protest kon laten horen? Weet jij - jij met je nobele idealen en doelen en woordenpraal... Hoe kun jij in 's hemelsnaam weten wat het is om iemands eigendom te zijn ... een slaaf.. .een ding, waarmee je heer en meester kan doen wat hij wenst: slaan, trappen of afranselen! Jij verdomde, onuitstaanbare, zoetgevooisde huichelaar die je bent! Natuurlijk weet je het niet en je kunt het ook niet weten omdat je nog nooit iemands eigendom geweest bent, is het wel ? God mag je halen! Hoe durf je over mij te oordelen, wanneer je niets ... je helemaal niets van mij afweet en jij ... jij stuk ellendeling ... jij verkiest te geloven wat je geloven wilt... Zo is het toch? Ellendeling, ellendeling, ellendeling! Ik veracht je! Ik haat je!'

Wanneer ze dat had gekund, had ze nog veel meer verwensingen in dat nog steeds nietszeggende gezicht van hem geslingerd. Maar ze kón het niet. Haar stem, die eerst scherp geklonken had, begon trillend te fluisteren en snikkend zocht ze naar adem. Ze voelde zich nóg beroerder worden, toen Blaze van haar afrolde en zijn lange benen over de rand van het bed stak.

Hun kledingstukken lagen overal in het rond verspreid - het leek erop alsof ze met opzet in alle richtingen gesmeten waren. Sprakeloos keek Trista naar Blaze, toen hij kalm zijn broek aantrok. Ze was er dan eindelijk in geslaagd hem van haar te verwijderen! En dat zij nu hém eens een lesje had geleerd, was een waarheid als een koe! Maar waarom zéi hij niets? Al zei de ellendeling maar iets! Vanzelfsprekend kon hij haar nu niet, zonder ook maar iets te zeggen, verlaten. Niet nadat hij haar gedreigd had te zullen verkrachten, niet nadat hij haar beledigd en gekleineerd had om haar vervolgens naar het bed te dragen waar hij op tedere wijze met haar gevrijd had.

'Je moet slechts met je zintuigen en met je lichaam voelen,' had hij gefluisterd, terwijl zijn vingers zacht alle lijnen van haar lichaam hadden gestreeld. Hij had met haar lichaam gespeeld alsof het een favoriet muziekinstrument van hem was; een instrument dat onder zijn plukkende vingers muzikale tonen creëerde - muziek waar hij van hield.'Nu als dit.. .mijn ongetemde wellustige heks! En nu als dit! Je bent een teugelloze reeks van heerlijkheden; een onontgonnen terrein voor jezelf... Jij bent de verwezenlijking van al mijn dromen en fantasieën ... en, Christus nog aan toe, ik begin er bijna in te geloven - in alle sprookjes waarin heksen zichzelf in een fee of een onschuldig schijnende maagdelijke prinses omtoveren ... naarstig op zoek naar lessen die ze al veel eerder hadden moeten leren...'

Woorden. Een nauwkeurig berekend patroon van woorden, dat boven haar zintuigen ging en de redelijkheid verblindde. Ze keek naar de spiegel aan het plafond en zag haar lichaam dat naar hem hunkerde en ze voelde zich begerig worden om alles te doen waar ze zin in had, of wat hij van haar wenste. Het sensuele genot van te géven ... Heidens ... als saters die hun bevreesde nimfen overwinnen en hun slachtoffers worden. Zoals zij dat was geweest!

Haar eigen schuld! Haar eigen weekheid! En hij bereidde zich voor om haar zonder een woord te zeggen alleen te laten. Alsof ze inderdaad een goedkoop hoertje was geweest dat hij van de straat had opgepikt en voor een uur betaald had om van haar veel gebruikte lichaam te genieten. Dat was toch de wijze waarop hij over haar dacht? 'Zoete slet. Teef! Hoer!' En hij bleef veel liever bij het oordeel dat hij over haar geveld had, dan naar haar te luisteren en zijn best te doen iets van haar te begrijpen. Wel, het kon haar verder niets schelen! Hij...

En toen, op het ogenblik dat hij zijn overhemd dichtknoopte, wendde hij zijn gelaat naar haar. Met omhoog getrokken wenkbrauwen en met een grijns om zijn lippen zei hij rustig:

'Het spijt me, Trista - ook al mogen deze woorden je vreemd in de oren klinken. Je hebt natuurlijk gelijk - ik heb geen recht om jou, of wie dan ook, te veroordelen - in het bijzonder niet omdat ikzelf zo week en gewetenloos ben, verdomme! En ik beken dat ik zowel onprincipieel als onredelijk tegen je geweest ben. Ben je daar nu mee tevreden of zal ik me op mijn blote knieën laten zakken om je om vergiffenis te smeken omdat ik me als een jaloerse idioot gedragen heb en er slechts aan dacht jóu te verwonden in plaats van mijn stompzinnige gevoelens van gekwetste eer aan te vallen. O, Jezus nog aan toe. Trots en eer - de tere plekken van een man - zijn achilleshiel - en zijn fatale teerhartigheid. En het een of ander leugenachtig, jankend vrouwmens, dat... ach, gelul! Naar de donder ermee - en met jou ook, mijn liefste; beter dan de verleidelijkheid van je zilverkleurige ogen en gouden charme te moeten weerstaan!' Zijn stem werd scherp en zijn woorden koos hij met opzet - alsof hij kwaad was op zijn reeds toegegeven teerhartigheid.

Rechtop in bed zittend, zonder naar de gekreukte lakens te grijpen waardoor ze haar naaktheid kon bedekken, dwong Trista zich naar die oogspleetjes, die zowel in haar dromen als nachtmerries terugkeerden, te kijken.

Met moeite lukte het haar haar stem kil en toonloos te laten klinken, toen ze zei: 'Je vertelt me nu pas dat je er spijt van hebt, Blaze. Dat heb ik ook. Spijt en verdriet, omdat... omdat we op de een of andere manier beiden iets zijn kwijtgeraakt. Wat we ééns hadden!' Met een luide lach en schouderophalend vervolgde ze: 'Maar het heeft geen zin stil te staan bij iets dat geweest is, is het wel ? We zijn nu twee heel verschillende mensen, jij en ik ... Ik ben het tenminste wél! Denk je dat ook niet, Blaze, lieveling?'

Hij rukte het overhemd van zijn lichaam waardoor de helft van de knoopjes op de grond viel. Hij kon dat naakte lichaam in bed niet langer weerstaan en hij zou haar nemen zoals hij haar het liefste nam: naakt tegen naakt. Hij had haar gewoon moeten némen, zoals hij eerst van plan was geweest! Maar nee - in plaats daarvan was hij zo dom geweest bepaalde spijtige gevoelens en gedachten uit te spreken, zodat ze, omdat ze hem weer eens met haar traantjes om de tuin had kunnen leiden, ongetwijfeld in haar vuistje zat te lachen. Traantjes, die in werkelijkheid niets vertelden van wat er zich achter haar zilvergrijze ogen afspeelde.

God! Waarom had hij ooit in aanraking moeten komen met dat kronkelende, satanische, gewillig aanbiedend en accepterend wellustige lichaam ? Ze was zelfs intelligent genoeg geweest om er voor te zorgen dat hij haar vannacht niet verkracht, maar verleid had, dacht Blaze wrang - toen zijn geest nog steeds met de gedachte speelde haar om te brengen. Zonder dat ze de kans had gekregen ook maar één kik te geven, had hij haar met zijn blote handen kunnen vermoorden.

Slechts met grote krachtsinspanning wist Blaze Davenant zich te beheersen. Na een paar seconden van gespannen zwijgen, haalde hij zijn schouders op - terwijl hij opzettelijk langzaam zijn blikken over haar naakte lichaam liet gaan. Op een verveeld toontje zei hij: 'Natuurlijk ben je veranderd, lekkertje! Je bent een nóg lekkerder stuk geworden dan ik me weet te herinneren. Je hebt je lesjes góed geleerd; dat moet ik toegeven. In feite ben je de hoge prijs die je vraagt bijna waard!'

Hij wendde zich van haar af en ging ongeduldig op jacht naar zijn kledingstukken. Door dit gebaar maakte hij het Trista pijnlijk duidelijk dat het hem geen donder kon schelen wat haar reactie op zijn beledigende woorden zou zijn. Als hij soms mocht hopen dat ze van plan was zichzelf te verdedigen of voor hem in het stof te kruipen ... Nooit! Laat hem maar over haar denken wat hij wilde, en, lieve God, laat hem vlug verdwijnen ... laat ik hem nooit meer zien!' Na verloop van tijd zou ze hem zeker vergeten zijn; ook hetgeen zich tussen hen beiden had afgespeeld. Ze zou hun beider gevoelens vergeten zijn; ze zou hém, met zijn ambergroene ogen die haar aan het hoge wuivende gras onder de hitte van een versmeltende zon deden denken, vergeten zijn.

Water en vuur! Hadden de mensen nog maar twee eeuwen geleden niet geloofd dat een heks slechts gedood kon worden door haar óf te verbranden óf te verdrinken? Was de hitte van haar hart haar aan het verbranden? Of waren het haar tranen waarin ze zou verdrinken? O... verdomde woorden! Woorden waarmee men elkaar nauwkeurig en precies bekogelde; als scherpe stenen, die bedoeld waren om te verwonden - of te vernietigen. Waarom?

Kwaad merkte Blaze op dat ze plotseling zwijgzaam en star geworden was. Uit haar nietszeggende gelaatsuitdrukking was geen enkele emotie te lezen ... zelfs niet toen hij de twee grote goudstukken op het laken wierp terwijl hij de kamer verliet. Hij sloeg de deur met een slag achter zich dicht - de galm klonk als een laatste, tevreden geluid in haar oren.