Hoofdstuk 34

Het had allemaal niets betekend - niets! Ze was moe en koortsig geweest - en de sjamaan had zijn achter-achterneefje gestuurd met het aftreksel uit de schors van een bepaalde boom. Daardoor was haar koorts verdwenen. Hij was enkel een vriendelijke, zeer oude man, die haar iets over bepaalde kruiden en hun geneeskrachtige werking bijgebracht had. Geen enkele medicus die zij kende, zou ervan op de hoogte zijn of erin geloven! Iets dergelijks hield Trista zichzelf voor. Ze had koorts gehad - ze had zich verbééld dat de sjamaan er geweest was, in haar geest gekeken had en zonder woorden met haar van gedachten gewisseld had. Het was de koorts geweest waardoor ze zich ook was gaan verbeelden dat de oude man zichzelf in een adelaar veranderde, die zijn vleugels boven haar uitspreidde en haar koelte en bescherming gaf, toen ze weer terug ging. Het was een wolk geweest; dat was alles - niet meer dan dat! Of misschien het resultaat van de kleine, uiterst bitter smakende hap, die ze overmoedig uit de gegroefde met aan knopen denkende overdekte kop van een stekelloze grijsgroene cactus gebeten had. Paquita had het hoofdschuddend van afkeuring aangezien en haar verteld dat de cactus de zogenaamde 'peyot' was - en niet gebruikt mocht worden door iemand die niets van zijn krachten afwist of niets van de droombeelden die in de geest van de gebruiker konden opdoemen begreep.

Trista flapte er onmiddellijk uit: 'Maar de sjamaan vertélde me...' maar toen hield ze haar onhandelbare tong in bedwang en deed er verder het zwijgen toe. Ze ging zich afvragen of ze misschien het slachtoffer van een of andere onsmakelijke grap was geworden.

Blaze keerde met een antilope en elf konijnen van zijn jachtexpeditie terug - en ze moest Paquita helpen bij het villen en drogen van het vlees dat niet voor directe consumptie gebruikt werd. Het was om over te geven - de stank van de ingewanden en van het bloed herinnerde Trista te veel aan de operaties die ze had moeten verrichten.

'Een mens moet toch eten?' was het enige antwoord op haar protesten.

'Er zal apart voor u gekookt worden en u zult het eerst bediend worden - ja, m'neer massa Dav'nant, m'neer!' snauwde Trista hem toe en ze maakte aanstalten om zich aan zijn gehaat gezelschap te onttrekken. Hij sprong op en sleurde haar aan haar haren terug.

'Wanneer je de rol van slavinnetje wilt vervullen, lekkertje, dan zou je die rol wat natuurlijker moeten spelen. Ik hou wel van dat "ja, m'neer massa" - en nu je déze rol gekozen hebt, herinner ik je eraan dat jouw "massa" jou bezit en je als de eerste de beste wijfjeshond op je kop kan geven - of je aan een andere baas kan verkopen wanneer je me gaat vervelen! Snellende Wolf vertelde me dat hij wel zin in je heeft en hij wil best een hoge prijs voor je betalen - in aanmerking genomen dat je, om het zo maar eens te zeggen, al aardig afgelikt bent. Voel je er wat voor dat ik je aan hem verkoop, Trista?'

Direct nadat hij deze norse, bijtende en met opzet kwetsende woorden gesproken had, voelde Blaze een sprankje spijt. Het deed hem even nóg meer pijn dan het doorborende geknaag van zijn beide wonden, maar dat zou hij haar nimmer bekennen; in het bijzonder nu niet.

Waarom, verdraaid nog aan toe, voelden beiden zich gedwongen om elkaar steeds maar weer te kwetsen en te treffen? Hij zag haar bleek worden en voelde een dwang in zich opkomen om haar wild en ongeremd aan te vallen; maar in plaats daarvan nam hij haar gebalde vuisten in zijn handen en duwde haar zo ver mogelijk van zich af, totdat hij haar met iets van een beschaamd gevoel losliet.

'Blaze - zo kan ik niet leven; onder zulke omstandigheden - ik geloof dat je dat wel weet. Jij kunt vanzelfsprekend doen wat je wilt maar ik herinner je aan je belofte. Of je het wilt of niet, Blaze Davenant, maar je hebt je leven aan mij te danken! Jij staat bij mij in de schuld - je moet mij mijn bestaan terug geven. Ik praat tegen je, Blaze! Ben je soms van plan om je belofte niet na te komen?'

Toen ze met trillende neusvleugels haar hoofd met een verachtelijk gebaar naar achteren wierp, deed ze hem denken aan een wilde merrie die de geur van een hengst die haar bespringen wilde opsnoof vol wantrouwen en haat; tot aan die laatste zweetschuimende minuut waarin ze zich ten slotte gewonnen gaf - om te geven zowel als te nemen ... Naar de hel met haar spelletjes!

'O, ik zal mijn belofte nakomen! We bevinden ons niet meer te midden van valsspelers! Ik zal je veilig in de wat jij noemt "beschaafde wereld" afleveren, mijn zoet vrouwtje - waarom zou ik je voor de duivel anders nog steeds hier houden ?' Zijn stem klonk hard en zijn glimlach was een raadselachtige, spottende grijns. 'Lieve Trista, mijn veelgebruikte bruidje! Wil je naar Fernando terug, om je door hém te laten neuken, of naar Amerson, je zogenaamde echtgenoot, die je, wanneer ik me goed herinner, tijdens een bepaalde nacht niet eens gezelschap wilde houden?'

Ieder woord had hij weloverwogen en smalend, als scherpe pijlpunten, in haar gelaat geslingerd.

'Nee! Jij smerige.. ,!'Maar ze kon haar zin niet afmaken. Hij was naar haar toe gerend en had zijn hand over haar mond geslagen, zodat hij haar leugentjes en verontschuldigingen niet hoefde te horen. Hij had zoiets al heel wat meer gedaan wanneer hij het noodzakelijk gevonden had haar tot zwijgen te brengen. Maar deze maal ging het niet zo gemakkelijk. Met een rukkend hoofd en, ondanks zijn handen, woeste, wilde en ongearticuleerde geluiden, probeerde ze zijn zoenen te ontwijken. Toen ze zijn hand van haar mond had weten los te rukken, beet ze hem in zijn schouder en hij voelde zijn bijna genezen wond tot bloedens toe opengaan.

'Je kunt net zo hard gillen en schreeuwen als je wilt, maar niemand zal er zich ook maar iets van aantrekken!' riep Blaze, toen hij haar wegdroeg naar een plekje achter een stapel hout in de hoek van de wigwam. Ze worstelde om los te komen en schreeuwde hem verwensingen toe. Al die tijd had ze haar handen als klauwen uitgestrekt; als van een in een val gelopen wolvin. Hij liet haar met een verdovende dreun op de vloer vallen - misschien dat ze daardoor niet op zou gaan krabbelen. 'En wanneer je denkt me te kunnen doden - doe je er beter aan eens aan Snellende Wolf te denken en aan wat hij met je doen zou wanneer ik niet in de buurt was! Je weet toch dat de Apachen de neuzen van overspelige vrouwen afhappen? Ben ik duidelijk?'

Ademloos snikkend hijgde ze: 'Jij - jij! Belóófd ... Ik haat...'

'Je mag me net zoveel haten als je kunt - maar ik zal je tenminste nog éénmaal nemen vóór ik je terugbreng. Nu ben je nog mijn teef!'

Ze droeg slechts de met franje afgezette jurk van buckskin die ze van Paquita had gekregen en haar lichaam was gemakkelijk bereikbaar, dacht Trista wanhopig. Ze had nog steeds dat zelfde gevoel, toen hij haar aanraakte en op bijna spottende wijze met haar speelde, terwijl hij vroeg of ze aan dit of aan dat de voorkeur gaf. Even later draaide hij haar om en de vingers van zijn ene hand gingen, ondanks haar worstelingen om los te komen, met dat heel kleine gevoelige plekje van haar spelen. Toen ze op het punt stond hard te gaan gillen, voelde ze zijn andere hand met bedrieglijke tederheid haar dijen strelen, voor zijn vingers in dat andere iets van haar grepen. Ze beet tot bloedens toe op haar knokkels; liever nog dan haar geschreeuw te laten horen. Een mengeling van gevoelens overviel haar; hij dwong haar die te voelen, totdat ze niets meer verborgen kon houden; ook niet de uitbarsting waar geen eind aan scheen te komen, terwijl heel haar lichaam schreeuwde en door de ene trilling na de andere bevangen werd.

Was het alleen haar lichaam maar dat bleef huiveren onder de golven van louter voelen - of was het ook zijn lichaam dat op en tegen haar gedrukt lag? En had ze zich wel of niet verbeeld dat hij in haar nek gefluisterd had: 'O, verdomme, verdomme, verdomme, die betoveringen van je en mijn eigen vervloekte zwakheid voor jou!'

Zijn zwakheid? Het was haar zwakheid voor hem. Ze toonde het hem, terwijl hij het haar toonde. Hij vervloekte haar, terwijl zij hem vervloekte.

'Dat zal je aan mij herinneren - misschien!' zei Blaze met een grommend geluid dat diep uit zijn keel kwam, terwijl hij haar nog steeds trillende lichaam omwentelde, zodat ze nu op haar rug lag. Met zachte, berekenende vingertoppen penseelde hij haar hele lichaam - langzaam, tergend langzaam, en door zijn duivelse artiesten vingers werd de spanning in haar binnenste bijna ondraaglijk. Vóór hij de neiging voelde haar lichaam te gebruiken (dat al gauw van het armetierige ondergoed ontdaan was) beschouwde hij haar als een levend kleurenpalet dat hij met zijn schilderspenseel, met zijn lippen en zijn vingers bewerkte. Ze bad even rust te krijgen, maar ze kreeg geen rust: hun lichamen verrezen in de golven van de maalstroom om even later erin te verdwijnen - heen en weer geslingerd, bijna verpletterd, om daarna terug te drijven om opnieuw te verrijzen.

Hij knielde tussen haar benen, waardoor ze opzij gehouden werden, en gebruikte de rode Apachehoofdband, die hij tijdens de jacht gedragen had, om haar polsen bij elkaar te binden. Hij vervolgde zijn spel met haar hulpeloos lichaam en trok zich niets aan van haar tranen en haar snikkende smeekbeden.

'Voor je tepels denk ik aan violetblauw - daar, vind je dat niet prettig? Wat zijn ze stijf! Ze trillen bijna! En voor je navel vanzelfsprekend goud; met robijnrood precies in het midden - zoals de valse juwelen die de oosterse buikdanseres pleegt te dragen wanneer ze geen rijke aanbidder heeft die haar van echte stenen voorziet. En - hou je stil en stop een ogenblik je met dat gekronkel, lekkertje, want ik ben nog niet aan dit toegekomen. Vermiljoenrood, denk ik. Jij ook niet? Hardroze voor deze lieftallige, verwelkomende geopende lippen. Ik neem mijn beste penseel dat ik doop in de kleuren die jou je op zijn best laten uitkomen - dat méén ik tenminste. Ik vraag me af of ik vergiftigd word wanneer ik dat palet ga aflikken. En hier - doe je heupen een beetje omhoog, liefje - hier moet het brons- en amberkleurig worden. Ga je ermee akkoord?'

'O, hou op! Je bent een monster! Alsjeblieft - o, alsjeblieft hou op met deze ... marteling, Blaze! Nee - niet doen! Niet doen! Doe wat anders met me ... niet dit... O, God, niet meer! Wat je me ook vraagt... ik zal het dóen! Lijkt je dit iets?' Trista merkte, zonder er iets aan te kunnen doen, dat ze onsamenhangend begon te kletsen. Over heel haar lichaam voelde ze de vochtige verfplekken en het strijken van het penseel en ze dacht gek te worden onder haar vreemde, nooit eerder gekende gevoelens. Het werd een teveel aan gevoelens, die bijna pijn gingen doen - een heerlijk gevoel van zielenstrijd, dat bijna onverdraaglijk was, terwijl haar lichaam sidderde en schokte onder de vibrerende bewegingen van elke penseelstreek - elke lip- of tongaanraking.

'Vind je het niet leuk om op hetzelfde ogenblik bespeeld én geschilderd te worden, mijn lief, behekst vrouwtje? Heeft Fernando jou wel genoeg weten te waarderen ?'

'Aaahhh!' Deze maal was haar kreet vervuld van pijn en haat en het geluid had iedereen in het kamp kunnen wekken. Kwaad over haar reactie sloeg Blaze een hand over haar mond, maar Trista zette er impulsief en keihard haar tanden in, waarop hij met een pijnlijke uitroep een verschrikte beweging maakte.

'Ellendige teef van een wolf! Wil je soms dat ik hondsdol word?' Terwijl hij de gewonde palm van zijn hand instinctief naar zijn mond bracht om het bloed te stelpen, sloeg hij met zijn andere hand krachtig in haar gezicht. Hij vóelde en hóórde de slag, waardoor haar hoofd stil opzij gleed. Gedurende een verschrikkelijk ogenblik dacht Blaze dat hij haar nek gebroken had - dat hij haar vermoord had. Op hetzelfde moment zag hij de opgezwollen piek op haar gelaat, en hij haatte zichzelf en voelde zich verloren.

'O, God! God, Trista, lekkertje! Het spijt me! Verdorie! Ben je in orde? Ik zal je overal waar je maar naartoe wilt wegbrengen - ik zweer het je, Trista ...'

Ze wendde haar hoofd naar hem en keek hem met haar zilverkleurige ogen, waaruit tranen rolden, aan - en ze lachte. Haar lach klonk hoog en hysterisch, toen ze in zijn verbijsterd en angstig vertrokken gelaat keek. Hakkelend en snikkend zei ze: 'Je slóeg me! Maar Fernando tuigde me af, zie je, of liet me door Nordstrom aftuigen - en die pijn was nog heel wat erger! O - véél erger! Hebben ze jou wel eens als een beest vastgebonden en afgetuigd, Blaze? Ga jij datzelfde met me doen, vóór je je vrienden uitnodigt - of zelfs je oppervlakkige kennissen - om me aan hén door te geven? Maar ik bén al getemd, weet je? Je hóeft me niet af te tuigen - omdat ik alles doe wat je wilt - met iedereen! Heb je dat begrepen, Blaze? Met iedereen!'

Plotseling leken de seksspelletjes, die in werkelijkheid liefdesspelletjes geweest waren, smerig en walglijk. Charity had hem er al eens op gewezen en Trista had het hem al eens gezegd. Hij had zich veel eerder moeten realiseren wat hij altijd al had gevoeld. En nu?

Te laat! Voor ieder van hen - in ieder geval voor ieder van hen in samenhang met elkaar.

'Je bent hysterisch - er is geen man die een krijsende, hysterische vrouw verdragen kan! Aangezien die klap in je gezichtje er niet van genas, blijft er nog maar één middel over!' Blaze Davenants obligate lach vertoonde niets van zijn gevoelens, toen hij Trista op ruwe wijze in een dierenhuid rolde en haar de wigwam uit droeg. Even later smeet hij haar volkomen naakt in de ijskoude stroom, die de sjamaan de Levensstroom genoemd had.

'Ik ... Ik ... ooohhh! Naar de hel met je - naar de hel met je, duivelse ellendeling! Naar de...' Ze merkte niet eens dat hij haar hoofd onder het wateroppervlak duwde. Ze was zó woedend dat ze nauwelijks nog kon ademhalen. Toen haar hoofd weer boven water kwam, sloeg ze water naar hem.

Dit soort reacties zag hij veel liever dan de verschrikkelijke woorden die van verre diepten uit haar zwarte diepten naar boven schenen te borrelen - woorden waarin hij gemakkelijk verdronk. Heks of geen heks - hoer of geen hoer... wat deed het er toe? Blaze kende nu eenmaal zijn gevoelens voor haar - zij het, dat hij het zichzelf niet graag durfde te bekennen. Hij herinnerde zich een gedicht uit zijn moeilijke schooljaren - 'La Belle Damesans Merci'. Ze had hem betoverd - ze had hem behekst en hij zou dat haar in zijn eigen belang nooit bekennen .. .anders zou hij deze eendagsvlinder niet enige tijd voor zichzelf kunnen bewaren.

Terwijl ze hem nog steeds met water bespatte en hem buiten adem verwenste, trok Blaze haar uit de stroom, die haar gemakkelijk had kunnen meevoeren, en legde haar op de oever neer. Toen hij zich over haar heen boog, wijdbeens op haar lichaam ging zitten, en haar nam, spartelden haar benen nog steeds in het water.

De sjamaan had het allemaal geweten - en Paquita, die het een en ander gezien had, trok zich terug in de kleine wigwam. Ze vertelde iedereen dat ze dat deed omdat de maan die bepaalde stand had ...

Het kon Trista allemaal niets meer schelen. Ze was naar 'huis' teruggekeerd; wat dat ook betekende. Ze had zichzelf uit de voor haar onbekende wildernis getrokken en was niet langer meer het eigendom van een man, die haar in feite afwees. Hij had haar, zonder op haar gevoelens acht te slaan, steeds opnieuw genomen en gebruikt. Steeds maar weer. Wat deed de rest ertoe?

Na hun laatste uitbarsting scheen Blaze haar nauwelijks nog op te vallen; hij had opeens veel meer aandacht voor Paquita gekregen. Soms hoorde Trista hen 's nachts met elkaar babbelen, terwijl zij haar best deed in slaap te vallen.

Maar hij had tenminste gezworen dat hij haar veilig naar de beschaving terug zou brengen - had hij wel gemeend wat hij gezegd had?

Ze móest hem ontvluchten, wilde ze niet door hem vernietigd worden. Hij had haar genomen wanneer hij daar zin in had gehad. Misschien had hij nu eindelijk genoeg van haar en zou ze haar gevangenschap kunnen verlaten ... deze gevangenschap van de ziel... en waarom moest ze juist dat denken? Hij sliep óók met Paquita - ze wist dat hij dat deed - de smerige ellendeling!

Trista speelde komedie - maar ze wist niet dat hij ook komedie speelde. In zijn geval had het met zijn mannelijke trots te maken. Blaze wist dat, terwijl hij doorging met komedie spelen.

Paquita vóelde de waarheid voor ze deze kende. Zonder een blad voor de mond te nemen zei ze tegen Blaze dat hij een keus uit twee vrouwen diende te maken. Het was duidelijk dat zijn andere vrouw niet gelukkig was met het feit dat ze een man met een ander moest delen.

'Snellende Wolf wil mij best hebben, wanneer hij haar niet krijgen kan - die medicijnvrouw. Jij moet nu voor eens en altijd je keuze bepalen,' zei Paquita, terwijl haar ogen tevergeefs zijn gelaat afzochten. Toen hij geen direct antwoord gaf, ging ze op iets heftiger toon verder: 'Geloof je dat ik niet gemerkt heb in welke richting je hart uitgaat? Je wilt haar - de vrouw die je genas - maar die je ook verwonden kan! Eéns wilden wij elkaar - jij en ik - maar dat was lang geleden. Onze gevoelens waren niet sterk genoeg om ons samen te binden. Nu moet je je ware gevoelens volgen.'

En wat waren die gevoelens dan wel ? Trista, met haar zilverkleurige ogen en haar lange zwarte haar, had hém gekozen in plaats van andersom - was dat de reden dat hij het een en ander niet eenvoudig aanvaarden kon?

Het was maar al te duidelijk dat ze haar vrijheid wenste, maar welk deel wenste die vrijheid en welk deel niet? Haar geest wel en haar lichaam niet?

ik wil vrij van je zijn!' had Trista vaak gezegd, terwijl haar lichaam naar hem uitschreeuwde.

'Waar wil je naartoe? Of aan wie zal ik je bezorgen?' was zijn spottend antwoord geweest.

'Overal elders naar toe, ellendeling! Als ik maar bij je weg ben!'