Hoofdstuk 25
Gedurende die nacht was er een ogenblik gekomen waarop geen van beiden verderging met waarmee ze bezig waren geweest. Het zou trouwens onmogelijk zijn geweest, nadat senor Cuevas in een nogal onbekwame staat, met een weelderig geproportioneerde senorita in zijn kielzog, was komen binnen strompelen. Zijn mond was van verbijstering opengeklapt toen hij het bed, waarvan hij dacht dat het van hém was, reeds bezet zag.
Op dat ogenblik nam Trista haar kans waar - met nóg meer smaak, omdat Blaze grommend had opgemerkt: 'Dus jouw Gerardo heeft jou een medeminnaar aangeboden - wat denk je nu te doen?’ Ze zou hem laten zien wat haar te doen stond, verdomme!
Ze rukte zich los en geheel naakt schreed ze door de kamer, raapte haar sjaal op en drapeerde deze over haar schouders, vóór ze senor Cuevas, met een vaag glimlachje en met een zorgeloos schouderophalen, toestemming vroeg de lamp te mogen lenen, zodat ze de weg naar haar eigen kamer zou kunnen vinden.
De sjaal verborg bijna niets - en daar was ze zich wel degelijk van bewust, dat verleidelijke kleine hoertje, dacht Blaze wrang, toen hij gedwongen werd weerloos naar haar vertrek te kijken! Bijna spiernaakt schreed ze arrogant, met drie paar ogen op haar gevestigd, door de kamer - het leek alsof ze in diamanten gekleed ging. Terwijl Gerardo en zijn liefje-voor-één-nacht nog sprakelozer gingen kijken, pauzeerde ze even bij de kamerdeur, draaide zich om en maakte het gebaar alsof ze hem een spottend kusje gaf. Zonder zich er iets van aan te trekken dat ze in haar naaktheid iemand in de gang had kunnen tegenkomen, ging ze, zonder overdreven haast te maken, naar haar kamer terug.
Waarom zag een echtgenoot met horentjes op zijn hoofd er altijd zo idioot uit? In het bijzonder wanneer hij plotseling tot de ontdekking komt dat hij zich alleen in bed bevindt? Blaze wenste dat hij zijn instincten van vroeger op de avond had gevolgd en de slet had vermoord in plaats van haar te neuken. Hij had zich dan niet in die ludiek aandoende positie gemanoeuvreerd. Zonder twijfel was zij het gewend in het bijzijn van anderen volkomen naakt in het rond te lopen - of dat nu in het bijzijn van minnaars of volkomen vreemden was, deed er niet toe! Het kreng!
De vrouw die Gerardo had meegebracht, begon zenuwachtig achter haar hand te giechelen, terwijl haar bruine ogen snel door de kamer gleden om vooral niets te missen - zéker niet het korset dat op de vloer lag...
'Ah, perdón, Bias, mi amigo' stotterde Gerardo Cuevas verlegen. 'Als ik geweten had dat... Had me maar iets gezegd ...'
'Wat gezegd?' snauwde Blaze vanuit het verkreukelde bed. 'Ze was op zoek naar jou, amigo, en ik heb er maar het beste van weten te maken.'
Dacht hij dat? Naderhand zou Blaze zijn stommiteit vervloeken en zijn stijfkoppigheid die hem ervan weerhield naar haar toe te gaan - zelfs als hij haar deur had moeten openbreken, en alle andere barrières die ze tussen hen beiden opgeworpen had.
Impulsief stelde Blaze zijn vriend Gerardo voor dat, aangezien Trista tenslotte op zoek naar hem was geweest, hij zich drie deuren verderop moest vervoegen om aan zijn en Trista's verlangens te voldoen. Blaze zélf zou dan wat gaan stoeien met de mollige en ervaren Rosita. Na verloop van tijd liet Gerardo zich overhalen en hij verliet zijn kamer om drie deuren verderop te ontdekken welke verrassingen en pleziertjes hem daar wachtten.
Blaze had maar al te goed beseft dat het weinig zin had via een gesloten deur haar kamer binnen te komen en hij kon zich voorstellen dat Gerardo maar al te welkom in Trista's kamer was geweest. Ongetwijfeld had ze op haar bed op hem liggen wachten - smachtend, en met wijd gespreide armen en benen. Ze zou hem met haar benen omhelzen, en zijn lichaam, misschien wel tot aan de ochtend, gevangen houden - en misschien nóg langer. Eén ding was zeker: ze was een geboren hoer en eigenlijk zou hij medelijden met de arme Gerardo moeten hebben, maar in plaats daarvan had hij hem overgeleverd aan de dierlijke, wellustige instincten van die kleine slet. Nóg beter zou het zijn dat hij hen beiden doodschoot!
Hoe durfde ze om zo overduidelijk en in het openbaar overspel te plegen? En hoe was het in 's hemelsnaam mogelijk dat die zogenaamde vriend van hem geen enkele moeite had gehad om van partner te veranderen?
Al gauw wist Blaze zich uit de bijna wurgende greep van Rosita te verlossen. Dit lukte hem nadat hij haar een royale gift had aangeboden waarmee ze haar bijna verhongerde ouders (de uitdrukking was van haar) voorlopig zou kunnen onderhouden. Na Rosita's vertrek verliet Blaze ook 'zijn' kamer om door de gang te gaan ijsberen. Verscheidene malen hield hij voor Trista's kamerdeur stil, maar na verloop van tijd hield hij zichzelf voor dat een zinloze, stomme daad van geweld slechts duidelijk zou aantonen dat hij een jaloerse, met horentjes gekroonde idioot was. Ten slotte vertelde hij zichzelf dat hij zijn plicht had gedaan - terwille van Charity - door dat schepsel uit een situatie te redden die zich tot een bijzonder onverkwikkelijke aangelegenheid had kunnen ontwikkelen. Nu ze kennelijk besloten had verder haar eigen amorele weg te gaan, was voor hém de kous af. Hij kon zich nu gaan bezighouden met de zaken die hem naar hier hadden gevoerd en hij zou het bestaan van dat kleine ondankbare en ongemanierde kreng vergeten !
Blaze daalde de trap af en tijdens de uren die volgden, maakte hij een groot aantal nieuwe kennissen en kreeg hij heel wat informatie betreffende de activiteiten van de Ridders van de Gouden Cirkel - in het bijzonder toen het bekend werd dat hij een nazaat was van een oude en zeer gerespecteerde zuidelijke familie en ondanks het feit dat hij een artiest was. Men beschouwde hem derhalve als een soort zwart schaap van de familie!
Het was al tegen de ochtend toen hij toevallig Gerardo Cuevas tegen het lijf liep. Hij was naar hem op zoek geweest en hij zag er enigszins schaapachtig uit toen hij zijn verontschuldigingen aanbood voor al die misverstanden van gisteravond. Stamelend probeerde hij van alles en nog wat te verklaren, maar Blaze liet hem ongeduldig en duidelijk blijken dat het hem allemaal niets schelen kon. Waarom zou hij zich druk maken over die kleine slet en over de gevolgen van haar gedrag? Ze was nu eenmaal de vrouw van Farland Amerson. Laat hij zich druk maken over haar openlijke liederlijkheden!
'Bias, amigo-ik dacht slechts - wel, ik dacht dat jij wel zou willen weten...'
'Alles wat ik weten wil, is wat dit broeinest van de Copperheads voor plannen aan het smeden is. Ik hoopte dat jij wat meer te weten was gekomen, vóór je je aan de charmes van die mollige... hoe heet ze ook weer? Nou?'
Aangezien hij geen domme man was, herkende Gerardo de ijzeren klank onder het zuidelijke accent dat Blaze zo nu en dan met overdrevenheid hanteerde. Dat deed hij in het bijzonder wanneer hij uit zijn humeur was - als withete lava onder een dun oppervlak en gereed om na een paar minuten tot uitbarsting te komen. Als Blaze in een dergelijk humeur verkeerde, deed men er beter aan rustig te blijven en zich strikt tot de eigenlijke zaak te beperken. Zoiets was heel wat verstandiger!
Pas nadat Gerardo verslag van zijn bevindingen had gedaan, herinnerde hij zich wat hij Blaze had willen vertellen, toen deze hem zo abrupt onderbroken had. Maar pas in het hotel, voor hij zijn kamer binnenging, durfde hij het te zeggen: 'O ja, ik was het bijna vergeten te vertellen. Ik denk dat je je opgelucht zult voelen om te weten dat je... dat de jonge vrouw San Francisco reeds verlaten heeft. Ze heeft de eerste postkoets naar Monterey genomen.'
De hortende en stotende koets van de Firma Abbot & Concord snelde, zonder ook maar één ogenblik te stoppen, over de door vele gaten uitgeholde weg, waardoor er van rusten of slapen geen sprake kon zijn. En de wetenschap dat Fernando naast haar zat, deed haar strak gespannen zenuwen geen goed.
Marie-Claire had zich niet goed gevoeld; bovendien miste ze haar kinderen. In ieder geval was ze niet sterk genoeg om ziekte of dood onder ogen te kunnen zien. Haar onwillige aanwezigheid zou de zaken slechts erger maken, in het bijzonder omdat tante Charity geen geduld met haar had, en haar onomwonden had gezegd dat ze haar hysterische aanvallen moest zien te beheersen en dat ze bij de kinderen had moeten blijven in plaats van zich te dwingen, alsof het een plicht was, mee naar Monterey te gaan.
Keer op keer verontschuldigde Fernando de afwezigheid van zijn vrouw - maar hij zei tegen Trista tenminste niets over de affaires waarin zij verwikkeld was. Gedurende de reis, waaraan geen einde scheen te komen, gunde hij haar tussen zijn geklets door zo nu en dan wat rust, zodat ze dan met gesloten ogen haar hoofd tegen de kussens kon laten rusten, terwijl haar gedachten en zenuwen haar wakker hielden.
Wat was ze zelfzuchtig geweest - hoe ongevoelig en louter met zichzelf bezig. Alles had ze als vanzelfsprekend aanvaard; papa's niet aflatende liefde en begrip, zijn kracht en ondersteuning, terwijl hij het altijd geweten had, maar nooit iets had gezegd over zijn pijnigende bezorgdheid voor haar wel en wee.
Goddank bleef Fernando het laatste stuk van de reis zwijgen, zodat zij zich slechts met haar geweten kon bezighouden - en met de macht van haar instincten - de vurige wellust en de begeerte nieuwe ervaringen op te doen. Begeerte die haar naar een man had gedreven van wie ze eerst had gedacht dat hij een willekeurige vreemdeling was, om daarna, met hém, haar nieuwsgierigheid te bevredigen; door zich door hem te laten nemen. Haar eigen schuld - haar eigen schuld! Ze deed er beter aan niet aan dat speciale onderwerp te denken - of aan Blaze Davenant, en zijn reacties, wanneer hij tot de ontdekking kwam dat zijn 'bruidje', met wie hij nog geen etmaal geleden was getrouwd, hem verlaten had.
Slechts zijn mannelijke trots zou gekwetst zijn, dacht Trista en ze ging opeens op andere gedachten die in haar opkwamen over. Desondanks hield ze zichzelf voor dat Blaze waarschijnlijk bijzonder opgelucht zou zijn om een vrouw verloren te hebben die in wezen de vrouw van een ander was. In ieder geval besloot ze dat ze niet van plan was Blaze Davenant ooit weer eens tegen het lijf te lopen. In het bijzonder niet na de manier waarop hij haar die nacht behandeld had - het zwijn!
Ze moest in slaap gevallen zijn, want de nachtmerries kronkelden als wormen door haar geest, totdat ze zichzelf dwong wakker te worden en ontdekte dat ze de buitenwijken van Monterey reeds bereikt hadden.
De Rancho del Arroyo leek niet veranderd te zijn - behalve dan de ongewone, bijna vreemde stilte die er heerste en alles leek te bedekken; als mist die als een lijkwade over de oude, vertrouwde bakens was gedrapeerd, waardoor alles haar onwerkelijk en onbekend voorkwam.
Het was beter, zelfs gemakkelijker, om net te doen alsof er tijdens de afgelopen jaren helemaal niets veranderd of gebeurd was - terwille van hen, dacht Trista.
Ze hoorde het welbekende, voortdurende geluid van de oceaan, die te zien was vanaf de top van de rots waarop het oude ommuurde huis stond dat eens gebouwd was door een van de eerste landverhuizers naar Californië; volgelingen van pater Junipero Serra. Vanuit de patio (die door een latere generatie eraan gebouwd was) kon men over de velden waar de paarden graasden tot aan de oceaan kijken waar de golven over het witte zandstrand rolden.
'Hij zei: "Nou, je ziet er nog net zo lief uit als vroeger". Hij vertelde me, dat... dat hij, wanneer hij zou sterven, nog éénmaal het geluid van de oceaan wilde horen.'
Tante Charity zag er oud en moe uit. Door haar haar liepen zilvergrijze draden, maar desondanks hadden haar ontembare levenslust en haar wilskracht haar niet verlaten - noch haar bittere tong die niets en niemand scheen te willen sparen wanneer haar intelligentie of haar geduld op de proef gesteld werd.
'Wel, Goddank dat je er eindelijk bent!' waren de eerste woorden geweest waarmee ze Trista begroette, vóór ze haar even apart nam om een verslag te geven van Hugh Windhams aandoeningen. Charity had voor zichzelf reeds het feit geaccepteerd dat haar broer stervende was. Trista, die de eerstvolgende weken doorbracht met hem te verzorgen, kon dat feit niet accepteren.
Dagen en nachten gingen in elkaar over en ze verloor haar gevoel voor tijd; ze wilde er niet bij stilstaan en ze wenste slechts dat ze terug in de tijd kon gaan, waardoor alle dingen veranderen zouden. Papa mocht niet doodgaan! Ze stond dat niet toe! Hij was papa - en dat was hij voor haar altijd geweest - haar kracht, haar rots in de branding; de man die haar had laten weten dat ze geliefd was en erbij hoorde. Waarom had hij haar niet verteld dat hij zo ernstig ziek was? Waarom had hij haar niet bij zich gehouden; dicht bij hem?Ze was arts en bekend met alle mogelijke ziekten en virussen - ze had chirurgie gedaan en, wanneer dat absoluut noodzakelijk was, ledematen afgezet en ze had vrienden en familieleden van stervenden troost moeten geven. Nu pas begreep ze hoe gemakkelijk die woorden van troost waren geweest; en hoe moeilijk de ervaringen te verwerken waren als de stervende een geliefde was. Woorden bleken nu niet voldoende om de bezorgde angst weg te nemen.
'Je hoeft me niet te vertellen wat ik al weet,' zei Charity de eerste dag na haar aankomst. 'Maar het maakt hem gelukkig te weten dat jij er nu ook bent. Bovendien kun jij de pijn verzachten. Dat is het enige waaraan hij behoefte heeft, begrijp je? Voor hem moet je sterk zien te blijven - en haal het niet in je hoofd in zijn bijzijn te huilen, hoor je me? Goddank dat dat onnozele meisje met wie je broer getrouwd is besloten heeft maar niet te komen. Ik kan haar niet uitstaan! En wat jou aangaat: je moet op bepaalde tijden rust nemen - en trek alsjeblieft een ander gezicht - arts of geen arts! Je zult zien dat hij je soms niet herkent of je voor iemand anders houdt. Doe dan alsof er niets aan de hand is. Het is goed voor hem wanneer hij uit het heden ontvlucht.'
Tante Charity had gelijk. Er waren ogenblikken dat Hugh Windham haar herkende en met bijna skeletachtige vingers haar hand liefkoosde. En er waren ogenblikken waarop het leek alsof hij ergens anders was, terwijl hij nauwelijks verstaanbaar mompelde over mensen en gebeurtenissen waar Trista niets van afwist. En er waren ogenblikken dat hij, wanneer Trista hem een dosis morfine toegediend had, volledig buiten bewustzijn was.
Fernando kwam of ging zijn vaders ziekenkamer binnen, maar het was duidelijk dat hij iedere keer dat hij er was het niet langer dan een paar minuten kon uithouden. Hij zorgde ervoor dat de medicijnen die Trista voorschreef in huis kwamen, maar hij was duidelijk opgelucht met een smoesje de Rancho zoveel mogelijk te kunnen ontvluchten, of om naar het grote huis in de vallei te gaan met het excuus dat hij erop moest toezien dat daar alles goed onderhouden werd.
'Voor hoelang ? Verdomme, ik heb je naar hier gehaald om iets te dóen! Wat heeft het anders voor zin dat je arts bent? Een vrouwelijke arts! Zoiets kan niemand ernstig nemen!'
Op zekere ochtend loste Fernando haar af, nadat ze een slapeloze nacht had doorgebracht met slechts te luisteren naar het hijgen en kreunen van de zieke. Geluiden die haar van pijn hadden laten inkrimpen.
'Ik weet het niet - ik voel me zo nutteloos! Hij is ... als er maar iets was wat ik kon dóen. Alsjeblieft, Fernando, doe dat niet!'
'Wat niet doen ? Wat verwachtte je dan, hè? Je hebt me nooit voor de gek kunnen houden, weet je, zelfs niet wanneer je anderen in de voorstelling van de kleine Juffrouw Onschuld betrekt! Ik herinner me dat je mij maar al te gemakkelijk tegen het lijf placht te lopen, maar je kwam tot de ontdekking dat het slechts om te treiteren was. Weet je nog wel ? Je verleidde me - en toen deed je het voorkomen alsof ik je wilde verkrachten, terwijl je daar al een lange tijd naar had uitgezien, hè? Dat was toch zo, is het niet, klein kreng?'
Hij greep haar bij haar schouders en schudde haar heftig heen en weer. Trista voelde haar zenuwen tot het uiterste gespannen en ze uitte een kreet, terwijl ze probeerde zich los te worstelen uit zijn pijnlijke greep.
'Nee! Laat me... met rust!'
'Fernando!' Tante Charity's onbuigzame stem redde de situatie. 'Dit is noch de plek noch de gelegenheid voor verwijten van welk soort dan ook, denk ik. Trista heeft slaap nodig - en jij, mijn beste neef, hebt binnen het uur een afspraak met je broer, is het niet? Of ben je soms vergeten dat hij vanmorgen vanuit San Francisco aankomt?'
Op haar blote voeten vluchtte Trista naar de betrekkelijke veiligheid van haar kleine, sober ingerichte kamer. Goddank dat tante Charity tussenbeide was gekomen! Er was iets in Fernando's ogen te zien geweest wat haar angst had aangejaagd.
Waarom haat hij me zo? Wat heb ik hem toch aangedaan? Natuurlijk heeft het allemaal met mijn moeder te maken! Ze barstte uit in tranen die ze al zolang had weten tegen te houden en ze kon slechts aan papa denken, die niet dood mocht gaan om haar alleen te laten, zonder zijn kracht en zijn liefde die ze nodig had en waarin ze écht geloofde.
Ze begreep dat ze oververmoeid was - gebrek aan slaap kon iemand gemakkelijk van de kook brengen. Maar haar onuitgesproken wens was zó sterk en zó fel, dat deze haar niet verliet, terwijl ze trillend en snikkend de toestand tussen waken en slapen doorbracht en ze in haar geest duidelijk de stem van De Oude uit het moeras hoorde en zelfs de geur opsnoof van de uitwaseming van het natte, modderige, met groen kroos overdekte stilstaande water - een geur die haar altijd zou bijblijven.
'Nu moet je nog veel leren, ongeduldig kind! Je deelt mee in De Macht, maar je bent nu nog veel te veel bezig met het zoeken naar de waarheid. De Macht is er niet om gebruikt te worden ... mag nimmer misbruikt worden ... Wees voorzichtig ...' Op het ogenblik dat ze de stem herkend had, werd deze onduidelijker om ten slotte geheel te verdwijnen; alsof ze zich iets had ingebeeld, maar toen ze bijna in het niets wegzonk, hoorde ze een zacht gefluister: 'Je zult naar me toe komen wanneer dat echt noodzakelijk is - maar nu nog niet... nu nog niet...' Daarna viel ze in een diepe, droomloze slaap totdat tante Charity haar wakker schudde.
'Het spijt me lieverd. Ik weet dat je slechts een paar uurtjes geslapen hebt, maar... maar het gaat slechter met hem. Hij heeft zó'n pijn dat hij het bijna niet meer verdragen kan! Trista, je moet...'
'Ik kan hem wat morfine geven - een onderhuidse injectie. Het zal op z'n minst de pijn wegnemen. Ik kom meteen - ik heb mijn tas hier bij me.' Trista hoorde zichzelf woorden en nog eens woorden gebruiken! Wat hadden die woorden voor zin in het aangezicht van pijn en lijden ? Wat had je aan Macht als men van je verwachtte deze niet te gebruiken, zelfs niet om iemand te helpen en te genezen?
'Ja, neem je tas mee - en de morfine... Hoeveel is er nog van over?'
Trista grabbelde in haar dokterstas. Ze hoorde haar hart bonzen - op een ogenblik dat haar beroep eiste dat ze haar zenuwen onder geen voorwaarde verliezen mocht. Was papa nu aan het doodgaan ? Hij kan niet sterven, hij kan niet sterven; een deel van haar hersenen bleef deze woorden herhalen, terwijl ze luidop zei: 'Ik heb ervoor gezorgd dat ik een voorraad morfine voor tenminste twee weken heb. Tante Charity, alstublieft - als papa erger geworden is ...'
Tante Charity greep haar stevig bij de arm. 'Erger? Wat zou erger zijn dan dit? We weten beiden dat hij doodgaat... en hij sterft stukje voor stukje - onder de hevigste pijnen. Heb je hem dan niet mompelend om een vlug einde horen bidden? Zouden we beesten zolang laten lijden? In Godsnaam kind - zou je zélf zoiets kunnen doormaken ?'
Ze had niet begrepen, of misschien had ze niet willen begrijpen, waarop tante Charity doelde. Morfine... in staat om tijdelijk de pijn te verzachten, om iemand een poosje te laten slapen ... een grotere dosis zou iemand eeuwig laten slapen en verlossen van pijn en van lijden.
'Ik ... dat kan ik niet! Ik heb gestudeerd om iemand te genézen, om...'
'Als je niet sterk genoeg bent om hem uit zijn lijden te verlossen dan zal ik het doen, omdat hij het is - mijn broer Hugh! Zoals hij voor mij gedaan zou hebben als dat noodzakelijk zou zijn. Ik hoopte dat je het zou begrijpen, Trista, maar als het je geweten is dat je weerhoudt, dan moet je mij laten doen wat gedaan moet worden.'