Hoofdstuk 8

Ik bleek opeens stoutmoedig te zijn geworden; ik haalde onverschillig mijn schouders op over alle gebeurtenissen van die middag. Alsof ze er niet geweest waren. Tenslotte was ik nu een gevallen vrouw. Zoals mijn moeder. En Fernando moet dat hebben voorzien toen we elkaar die nacht in de bibliotheek ontmoetten en hij me gezegd had wat hij had gezegd en méér had willen doen dan ik had goedgevonden; tijdens dezelfde nacht toen ik zo onfortuinlijk was Blaze Davenant tegen het lijf te lopen.

Ik had mijn crinoline onderrok in mijn handen en alleen maar door aan hem te denken brak ik een van de baleinen in twee stukken. Vanuit de spiegel voor me zag ik een koortsachtig gekleurd gelaat met samengeperste lippen. Ik leek op iemand anders... misschien op een prostituée die op klanten wachtte? Mijn ogen schitterden als de door zon verlichte splinters van vertrapt kristal.

Ik herinner me dat ik toen dacht dat, als ik werkelijk een heks geweest zou zijn, ik ervoor zou zorgen dat alles gebeurde zoals ik dat zou willen. Een zwak klopje op mijn kamerdeur onderbrak mijn gedachten. Met een schok draaide ik me om, waarna ik me voor mijn nerveus gedrag schaamde. Zonder twijfel zou het Susy zijn die mij mijn verlate souper zou brengen - en ik hoopte dat het niet het gebruikelijke ziekenkostje zou zijn als watergruwel of een smerig smakende kop kruidenthee.

'Eindelijk! De hemel zij dank ... Ik begon me al af te vragen of...' En toen kreeg ik het gevoel alsof ik aan de vloer werd genageld; mijn adem stokte en ik voelde een schok van verbijstering.

Het bleek niet de kleine Susy te zijn die mijn kamer was binnengekomen, maar het was de allerlaatste persoon die ik verwachtte hier ooit te zien - ooit wilde zien - voor een tweede maal die dag.

'Mijn verontschuldigingen voor het feit dat ik kennelijk niet de man ben op wie je zo ongeduldig staat te wachten!'

Die bedrieglijke, vleiende, insinuerende toon in dat stemgeluid - als het grauwen van een kat dat door spinnen gecamoufleerd wordt.

Hoe goed had ik hem in minder dan twee uur tijds leren kennen, ook al kende ik hem verder niet! Blaze Davenant - en ik had niets voor hem te betekenen. Niets! Hoe haalde hij het in 's hemelsnaam in zijn hoofd om onuitgenodigd mijn kamer binnen te stappen en zelfs de deur achter zich op slot te draaien?

'Eruit!' Mijn vingers waren in klauwen veranderd, gereed om zijn lichaam bloedig te verwonden. Met een schrille stem riep ik: 'Dat je dat durft, nadat... Als je niet onmiddellijk vertrekt ga ik hard gillen, dat verzeker ik je. Zou je overigens je afspraak met Marie- Claire niet moeten nakomen?'

Zijn ironische glimlach en zijn naar boven getrokken ene wenkbrauw toonden mij duidelijk de wijze waarop hij mij zag: een wraakgierige, jaloerse vrouw die versmaad was en de gedachte eraan niet verdragen kon.

'Ik ben slechts gekomen om te vragen hoe je je na die zonnesteek- aanval voelt, mijn beste! En met het oog op mijn komende... afspraak - zoals je dat zo keurig formuleert - wel, het spijt me, lekkertje, dit bezoekje was niet bedoeld als vervolg op vanmiddag. Ik wilde zien welke deuren en ramen ik kan gebruiken als ik ... zal moeten...'

Ik merkte op dat hij mij op bijna afstotende wijze met zijn spleetogen monsterde om elk detail van mijn gedrag, nadat hij klaar was met zijn monsterlijke redevoering, in zich op te nemen. De redevoering waarmee hij me opzettelijk had willen kwetsen en kielhalen! En omdat ik me dat realiseerde, was ik in staat met beheerste stem te antwoorden:

'In dat geval - en aangezien je al tot mijn privacy bent doorgedrongen - verzoek ik je je van alles goed te overtuigen voor het geval dat je zult moeten ... vluchten wanneer men erachter zal komen! Maar wil je dat zo vlug mogelijk doen ? Omdat ik - en ik ben er zeker van dat je dat reeds vermoedde - ook een afspraak heb.' Ik kon niet alleen zijn ogen, zijn strakgespannen lippen en zijn opgezette spieren zien; ik vóelde ze bijna, alsof ze fysiek waren - die golven van uitstralende razernij die kolkend uit zijn lichaam stroomden. Ik had hem - daar was ik enigszins verbaasd over - ten slotte kwaad kunnen maken en de gedachte dat ik over een dergelijke macht beschikte gaf me een gevoel van geluk. Maar daarna werd het duel bepaald écht:

'Er bevinden zich hier ramen waardoor men in het gangetje vóór de kamer hiernaast kan komen - waar Marie-Claire slaapt. Zal ik het je eventjes laten zien, zodat je weet hoe je moet ontsnappen als dat nodig mocht blijken te zijn? Ik denk echter dat je nauwelijks dergelijke voorzorgen hoeft te nemen. Ik heb namelijk beloofd dat ik Fernando's aandacht gevangen zal houden terwijl jullie elkaar zullen bezighouden!' Ik ging zelfs zover om een verrukte zucht te slaken voor ik mijn hoofd boog en met de stem van een bescheiden meisje verderging: 'En ik verontschuldig mij voor alle akelige, onaardige dingen die ik heb gezegd in plaats van je dankbaar te zijn voor je onderricht in bepaalde zaken. Ik denk dat ik bepaalde dingen nu beter begrijp; in hun ware verhoudingen, weet je?'

Ik was al veel verder gegaan dan ik voor mogelijk had gehouden en de dreigender wordende blik op Blaze Davenants donkere gelaat waarschuwde me voorzichtiger te zijn met mijn woorden. Het volgende ogenblik produceerde hij echter een glimlach; een glimlach die ik niet vertrouwde en die me niet beviel, want de uitdrukking ervan deed me onwillekeurig aan die van een roofvogel denken. 'Je vleit me werkelijk, lekkertje; in het bijzonder omdat je klaarblijkelijk in je sas bent met de manier van mijn onderricht in acteren, het opwekken van lustgevoelens en het vertonen van losbandig gedrag! Aanvaard mijn gelukwensen, juffrouw Windham, met uw geweldige voorstelling en met uw vele andere talenten!'

Ik haatte de bespottelijke en karikaturale buiging die hij voor me maakte, terwijl hij nog steeds die walglijke en duivelse glimlach op zijn gelaat droeg die mijn zelfbewustzijn leek te willen bespotten. De duivel mag hem halen! Ik zal...

Er moet iets gemakkelijk afleesbaars in mijn gelaatsuitdrukking te zien zijn geweest. 'Nee! Dat zou ik maar niet proberen als ik jou was, mijn beste,' waarschuwde hij met een zachte, maar dreigende stem.

Haalde ik werkelijk uit naar dat honende gezicht...? Of was hij het die me, voor ik dat had kunnen doen, al bij de polsen had gegrepen ? Ik herinner me slechts zijn scherp gefluister: 'Verdomme nog aan toe, kreng! Naar de hel met die ogen van je!' voor hij me beetgreep, me tegen zich aan drukte en me bijna verstikte onder zijn mond die hij op de mijne perste - pijnlijk, bezitterig, verwoestend, roofzuchtig en ... meedogenloos. Ik had het gevoel dat hij mijn nek brak toen ik onder het geweld en de woede van zijn zoenen achterwaarts strompelde. Ik had geen adem meer. Ik voelde zijn verwoestende haat, zijn wellust en ook ... zijn aantrekkingskracht die met die van mij in gevecht was - een hulpeloos gevoel waartegen niet gevochten kon worden. Ik had kunnen sterven onder dit soort brute zoenen en onder de pijnlijke omhelzing van zijn armen die mijn lichaam zo stevig tegen het zijne aanhielden dat ik dacht dat wij over zouden gaan in één lichaam ... en desondanks, vreemd genoeg, voelde ik totaal geen angst en maakte ik geen aanstalten van hem los te komen. Ik herinner me dat ik op een gegeven ogenblik mijn ogen opende om te staren in die ambergroene moerassige diepten van zijn blik, terwijl ik dacht: voelt het zó aan als je verdrinkt? En daarna... gedurende enige tijd, voelde ik niets en dacht ik niets; er was slechts moeras en het zinken in de diepte met rondom mij alle mogelijke waterplanten, totdat mijn ademhaling was gestokt en er stilte heerste.

'Juffrouw? Juffrouw Trista, voelt u zich niet goed? Ik heb verscheidene malen op uw deur geklopt, juffrouw Trista; ik wilde u niet wakker maken, maar de andere juffrouw zei dat u eten moest. Meneer Blaze zei ook ..

Ik richtte me op en kwam tot de ontdekking dat ik weer in bed lag. Alles kwam me normaal voor, totdat Susy zijn naam had genoemd. Toen gingen mijn hersenen weer werken. Het leed geen twijfel dat hij een aantal bedienden had omgekocht om er zeker van te kunnen zijn dat in het huis waarin hij was ondergebracht niet gekletst zou worden over zijn avontuurtjes met leden van het andere geslacht... avontuurtjes waarvan het aantal niet meer te tellen zou zijn! Wat had hij in 's hemelsnaam met me uitgespookt waardoor ik buiten bewustzijn was geraakt? Was het zijn bedoeling geweest mij al zoenend te vermoorden, zodat ik niets over hem aan papa of Fernando zou kunnen vertellen ? Wellicht dat ik door Susy's geklop op de kamerdeur op het nippertje gered was!

'Juffrouw Trista, hebt u erge koorts? U ziet zo rood in uw gezicht - neem me maar niet kwalijk dat ik dat zeg. Zou het niet beter zijn als de dokter nog eens langskomt?'

'Nee!' antwoordde ik op bijna vijandige toon, maar een ogenblik later wist ik me weer te beheersen en ik schudde verontschuldigend mijn hoofd. 'O, vergeef me, Susy! Ik begrijp dat jij en de anderen zich zorgen om me maken, maar ik voel me een stuk beter - en ik heb een verschrikkelijke honger! Ik was alleen maar eventjes... in slaap gevallen!'

Was ik inderdaad buiten bewustzijn geweest om vervolgens in slaap te raken? Of had ik alle gebeurtenissen van zoeven gedroomd? Gefluisterde, kortstondige woorden dreven als rook- pluimpjes terug in mijn herinneringen ... had ik ze gedroomd, of gefantaseerd? 'Trista! In godsnaam - waarom? Waarom jij... heksachtig schepsel? Waarom ik? En waarom moesten we elkaar ooit ontmoeten?'

Ik zag dat Susy me vreemd aankeek; bijna op haar hoede, voor ze die nacht mijn kamer verliet. Ik moest er als iemand anders hebben uitgezien: overspannen - nerveus. Het arme kind. Toen ze terugkwam liet ik haar wachten, terwijl ik aan het eten was van de kliekjes van het feest dat die avond beneden mij was gevierd. Tot mijn niet geringe verbazing was er zelfs een fles gekoelde witte wijn om mijn maaltijd te begeleiden. Hoe attent van ... iemand!

'Komt meneer Davenant - meneer Blaze dus - hier dikwijls op bezoek ? Ik vraag het omdat hij alles en iedereen hier zo goed lijkt te kennen!'

Susy's gelaat vertoonde geen andere uitdrukking toen ik haar deze vraag stelde, terwijl ik verderging met mijn maaltijd naar binnen te werken. Even later begreep ik dat ik niet veel meer te weten kwam dan ik al wist. Ja, zo nu en dan kwam hij hier op bezoek. Sommige van zijn schetsen waren in een tijdschrift gepubliceerd - maar ze was vergeten hoe het tijdschrift heette. Het was meneer Blaze geweest die ze op de trap was tegengekomen en die haar gevraagd had de juffrouw - vanzelfsprekend bedoeld als versterkend middel - een fles wijn te brengen. Misschien had hij gedacht dat ik me erin zou verslikken - of er zoveel van zou drinken dat ik bedwelmd en dronken zou worden, zodat ik mij er niet van bewust zou zijn hoelang hij zich zou bezighouden met die mooie, goudharige Marie-Claire! En ik zou tevens niet in staat zijn Fernando te ontvangen... Wel, hij zou tot de ontdekking komen dat deze vlieger niet opging! Hij zou wel tot de ontdekking komen dat twee paartjes tegelijkertijd hetzelfde spelletje konden spelen. En misschien zou ik dan in staat zijn mezelf te bevrijden van mijn gevoelens voor hem. Ik herinner me dat ik ook dacht: Misschien ben ik tenslotte wel net als mijn moeder, en heb ik haar vluchtige, maar heftige, verlangens geërfd. En waarom ook niet, aangezien ik haar dochter ben. Ze kreeg - of nam - alles en iedereen als ze dat wenste, om zich daarna onverschillig te ontdoen van datgene waarvoor ze geen belangstelling meer had. Ze was sterk genoeg geweest om alles waaraan ze begonnen was te overleven - om tegelijk naar haar eigen maatstaven door het leven te gaan. Waarom zou ik dat niet kunnen ?

Ik had heel lang niet meer aan mijn moeder gedacht en ik had haar beslist nooit gemist. Ik nam aan dat het door mijn vreemde, gespannen toestand kwam dat ik opeens weer aan haar denken moest. In het bijzonder aan iets wat ze me gezegd had toen ik nog erg jong was en op een ogenblik dat ik me aan haar vastgeklemd had, vragend om haar warmte en liefde, terwijl ik mijn gezicht en mijn tranen in haar rokken verborg. Een ogenblik had ze mij stevig tegen zich aangedrukt om me vervolgens plotseling van zich af te schudden om me op enige afstand van haar neer te zetten - op een onoverkoombare afstand.

'Nee, Trista. Het is in je eigen belang, niet in het mijne, p'tite! Als ik toesta dat je je te veel aan mij zult hechten, is het gevolg dat je verschrikkelijk verwond zult raken ... en ik ook. Het is beter dat je voor jezelf leert leven en met jezelf, zodat je nimmer, nóóit, hoeft te rekenen op een ander om je geluk te vinden. Want anders raak je verwond door een stekend mes in je binnenste, terwijl je juist lachend door het leven zou moeten gaan, alsof je met niets en niemand te maken hebt...!'

Tante Ninette had me toen meegenomen. Na korte tijd liet ze me De Oude zien. De moerasheks. Vanuit haar geest had ze tegen me gesproken, en dat had ik ook gedaan - maar ik was nog steeds een deel van iets wat ik niet wilde, of misschien was ik er nog niet klaar voor, denk ik nu. Maar de stem van mijn moeder, ieder woord dat ze gesproken had, drong zich op in mijn herinneringen; ik hoorde het duidelijk en helder. Misschien was dat de enige keer geweest dat ze haar werkelijke ik aan mij had getoond. Voor de rest herinner ik mij haar als een mooie, oppervlakkige vrouw die, als ze dat wenste, aan elke vinger een man kon krijgen, en die dansend haar geparfumeerde levensweg had afgelegd. Ik was de enige geweest die ze op een afstand had gehouden - de enige die niet ontvankelijk voor haar gemakkelijk gegeven kusjes en liefkozingen was geweest. En misschien was dat wel de reden dat zowel papa als tante Charity van mij waren gaan houden en mij beschermden. Misschien was het daarom dat ik helemaal geen verdriet had gevoeld toen mijn ongevoelige, vlinderachtige moeder - de puta- ons voor altijd alleen had gelaten. Fernando had met verachting over haar gesproken. Fernando, mijn jeugdidool, die verblind was geweest door haar kwellende, vlinderachtige maniertjes en door de wijze waarop ze zijn ernstige gelaatsuitdrukking weglachte, of door de wijze waarop ze haar vingers op haar mondhoeken legde wanneer hij in een knorrige bui was teneinde hem tot een glimlach te verleiden. 'Lach alsjeblieft! Weet je dan niet dat het leven veel te kort is om boos te zijn ? Kom, glimlach, voor mij, m'n kleine knorrepot. Lach, voor je slechte stiefmoeder, ja?'

O, God! Ik drukte mijn vuisten tegen mijn voorhoofd om de herinneringen die mij achtervolgden en om de pijn te verdringen. Ophouden met denken aan het verleden en aan mijn moeder. Ik zou er toch niets van leren!

Had de wijn mij uit balans gebracht of was de vreemdheid van mijn gemoed slechts het resultaat van al mijn overdenkingen? Ik voelde me zo vreemd - bijna buitenaards. Alsof ik nu pas een moeder had gekregen; alsof ik haar nu pas beter begreep. En elke man die de lieftallige Laurette in haar netten had weten te verstrikken, werd geacht een poosje met haar te spelen; zolang men haar maar onweerstaanbaar vond. 'Er was, ondanks hetgeen je aan de oppervlakte zag, iets ongrijpbaars ... of iets wat geen gevoel had. Ze speelde slechts spelletjes, maar dat deed ze misschien om haar gedachten bezig te houden - om niet aan iets anders te hoeven denken. Maar ondanks al haar fouten en ondanks wat anderen van haar zeiden, moet je nimmer slecht over haar denken, Trista. Ze was gedachteloos en soms misschien wat zelfzuchtig, maar nimmer slecht. Denk daar altijd aan, mijn kleine zusje!'

Broeder Michael - mijn stiefbroer die nu jezuïet was, al was dat feit bijna ondenkbaar. Ook hij had de spelletjes van mijn moeder moeten meespelen. En wat mij aanging: had ik haar ooit begrepen? Had ik haar gehaat? Of had ik wat meer op haar willen lijken?

Op dat ogenblik - hoewel ik me nauwelijks herinner welke gedachten door mijn geest wervelden - besloot ik, zonder er verder bij na te denken, uit te vinden of ik de eigenschappen van mijn moeder had geërfd; in het bijzonder de eigenschap die de Fransen mystique noemen, waardoor de mensen door haar werden aangetrokken ... en, bovendien, haar vermogen iedereen in bedwang te houden, zonder zichzelf in bedwang te houden.

De wijn? Misschien! Ik weet slechts dat ik vastbesloten was mezelf te ontdekken - dat in de eerste plaats!