Hoofdstuk 16
DAGBOEKUITTREKSELS
Parijs, Frankrijk, 1861
... Veranderingen! Waarom komen er zoveel veranderingen in een mensenleven, waardoor niets meer op hetzelfde lijkt; en precies op het ogenblik dat je juist wilt dat alles hetzelfde zal blijven ? Plaatsen, mensen, dingen, en een totale levenswijze - zelfs het weer is onaangekondigd veranderlijk, zoals de stemming waarin ik gewoonlijk verkeer. Vanochtend voelde ik me opeens terneergeslagen terwijl ik zo weinig mogelijk - desondanks veel te veel - persoonlijke eigendommen pakte in drie kleine koffers en een vrij groot valies, dat ik waarschijnlijk, dat hoopte ik althans, bij me zou kunnen houden. Op dat ogenblik ontdekte ik een flinke stapel van mijn dagboeken die ik op de bodem van mijn oude 'schoolmeisjeskoffer', zoals ik deze altijd noemde, had opgeborgen. Waarom was ik zo dom om in het eerste deel dat ik ter hand had genomen te gaan zitten bladeren ? Na een lang en pijnlijk zwoegen was ik nu dan eindelijk doctor in de medicijnen - chirurg. Men verwacht van een volwassene een zekere onvatbaarheid voor de kinderziekten die men nu eenmaal gehad heeft. Of, als het een door koudvuur aangetaste ledemaat betreft, heb je er slechts voor te zorgen dat je dat lichaamsdeel op efficiënte en hygiënische wijze amputeert om daarna het bloed uit de gapende wond te stelpen, vóór de patiënt doodbloedt. Mocht hij na een week nog steeds in leven zijn, dan was de operatie met succes uitgevoerd. Maar het litteken bleef achter; het gevoel iets verloren te hebben - de herinneringen.
Wat idioot van me; een rationele, helder denkende volwassene van eenentwintig jaar die zich opeens alles herinnert, terwijl ze in de mening verkeerde alles vergeten te zijn. Om opeens de gejaagde, nerveuze en ondraaglijke emoties van een zestienjarig meisje te voelen. Goddank dat Jessie juist binnen kwam stappen met de vraag of ze misschien ergens mee kon helpen, waarna ze bezorgd opmerkte dat ze vond dat ik er nogal bleek en afgetobd uitzag en dat ik maar vlug een frisse neus moest gaan halen.
Jessie kan zo nu en dan, als ze denkt dat het noodzakelijk is, kalm, maar volhardend haar zin doordrijven. Het was gewoonlijk zonde van de tijd om tegenwerpingen te maken. Ze stond verbijsterd te kijken dat ik onmiddellijk haar raad opvolgde door van de vloer op te springen. Even voor ze naar me toe was gekomen, had ik hetzelfde gedacht omdat deze ochtend de atmosfeer in het huis muf aandeed.
'Dat komt waarschijnlijk omdat de barometer naar beneden gaat, wat dat ook, behalve regen, kou en mist, voor betekenis heeft. Het zal in ieder geval niet onze favoriete zonneschijn betekenen. Daarna lijkt het me prettig voor je dat je van waarschijnlijk de laatste Parijse zonnige dag gaat genieten, voor je vertrekt. Waarom rijd je niet naar het atelier van meneer Worth in de Rue de la Paix om de bestelde japonnen op te halen? Ik ben er zeker van dat je nieuwsgierig bent hoe ze eruit zullen zien, en je weet zelf hoe je van dergelijke karweitjes houdt!'
Vanzelfsprekend had Jessie gelijk - dat heeft ze altijd! Mijn stemming veranderde meteen toen ik de deur uit was en het zonnetje mij heerlijk verwarmde. Ik voelde me opeens blij en opgetogen in mijn nieuw, vierwielig rijtuigje, dat ik even tevoren had ingespannen en waarvan ik de linnen kap naar beneden gevouwen had. Ik genoot van het zachte briesje dat ik op mijn gezicht voelde toen ik andere rijtuigen, vaak op een haar na, passeerde en ik trok me niets aan van de verbaasde of boze blikken die men op mij wierp. Ik wist tenslotte de leidsels goed te hanteren.
Zoals gewoonlijk overtrof meneer Worth zichzelf, toen hij nog een paar kleine, onopvallende veranderingen aanbracht terwijl ik mijn nieuwste garderobe stond te passen. Twee rijkostuums; het ene donkergroen, afgezet met een zwarte garnering; het andere wijnrood met zilvergrijs galon. 'Uiteraard uitstekend passend bij madames ogen!' De wandeljapon en de twee 'stadskostuums', om in te winkelen of voor middagvisites, waren al, omzichtig verpakt en beschermd door vele lagen vloeipapier, terzijde gelegd. Maar mijn nieuwe 'avondtoilette', zoals meneer Worth deze creatie noemde toen twee van zijn medewerksters de avondjapon onthulden, was in één woord adembenemend! De japon ligt nu over mijn bed gedrapeerd. 'U slechts, madame, kunt en durft iets dergelijks te dragen. Een japon, bedoeld om voor het eerst vrouwen te bevrijden van hun kooien en hoepels. Deze stijl zal, naar men zegt, een rage worden. Ziet u eens hoe anders en hoe flatteus hij is!'
Ik zit bij het haardvuur in mijn dagboek te schrijven terwijl ik zo nu en dan naar de vlammetjes staar die mijn fantasie lijken te willen aanwakkeren. Ik zie er de meest fraaie kleuren in en het vuur is nog opgewekter gaan branden nadat ik er wat nieuwe brandstof op had gegooid. O, wat voelde ik me geweldig, vanavond in de Opéra, terwijl iedereen naar me zat te staren - of deden alsof ze niet naar me staarden. Zelfs de keizer in hoogsteigen persoon had naar me zitten kijken (op een nogal vrijpostige wijze), met een gemaakt glimlachende keizerin Eugénie naast zich. En, aangezien ze Eugénie haat, kreeg ik een welwillend knik je en een samenzweerderglimlachje van prinses Paulien von Metternich, die precies tegenover onze loge zat.
'Mijn lief, bekoorlijk kind; je bent hét succes van deze avond - maar dat besefte je waarschijnlijk al!' zei ze, nadat ik gevolg had gegeven aan haar uitnodiging om tijdens de eerste pauze met haar een glas champagne in haar loge te komen drinken. Ze bekeek me nog eens van top tot teen, waarna ze glimlachend, met een twinkeling in haar ogen, zei: 'De op waarde schattende m'sieu Worth, natuurlijk? Ik zal hem op de vingers gaan tikken omdat hij mij niet als eerste zijn nieuwste stijl heeft laten zien - tenminste, als hij het niet te druk heeft met de nieuwe garderobe van onze "Keizerin Crinoline"!'
ik denk - ik weet het zeker - dat ik gewogen en goed bevonden ben!' fluisterde ik tegen Jessie die, onverstoorbaar als altijd, in een stoel naast mij zat. 'Maar ik geloof niet door Hare Keizerlijke Majesteit! Het is misschien maar goed dat ik morgenavond naar Californië zeil!'
Per zeilschip naar Californië op het avondgetij... het leek een regel uit een gedicht. Terwijl ik deze woorden opschrijf, heb ik het gevoel dat ik automatisch regels uit een boek overschrijf. Het klinkt me nog steeds onwerkelijk in de oren als ik zeg: ik ga naar huis, terug naar Californië!' Plotseling besef ik dat ik geen écht thuis heb - dat ik het misschien nooit gehad heb! En ik wil - ik had gedacht een poosje langer in Parijs te blijven, en om wat door Europa te reizen en wat tijd aan mezelf en aan mijn nieuw verworven vrijheid te besteden; ver verwijderd van mijn studieboeken, colleges en ziekenzalen die gevuld waren met ongezonde en stervende mensen, die ik onpersoonlijk en slechts als 'gevallen' had moeten behandelen. Wel, bij God, ik heb het overleefd, nietwaar? Maar liefst vier jaren van mijn leven die ik hardwerkend had doorgebracht; mezelf volstoppend met leerstof die mij totaal in beslag nam en mijn lichaam dusdanig afmatte, dat ik 's avonds dwars over mijn bed neerviel en ging slapen totdat Jessie me wakker maakte met kokend hete café au lait met daarin een geklopt ei en een hoeveelheid cognac, waardoor ik weer in staat was een nieuwe, lange dag onder ogen te zien.
Maar dat is nu afgelopen! Ik had me aangeleerd me als een man te gedragen, te praten en sigaren te roken om daardoor door de conservatieve École de Médicine van Parijs te worden geaccepteerd. Naderhand moest iedereen, zij het met tegenzin, bekennen dat ik de bul waardoor ik 'Dr.' voor mijn naam mocht zetten, in alle opzichten verdiend had. Ten slotte heb ik gewonnen! Waarom ga ik dan door met mezelf ergens van te willen overtuigen?
Ik denk dat het komt door de mistige kou die in de lucht hangt en door de niet aflatende regen. Een dergelijk weerbeeld zorgt er dikwijls voor dat mijn vrolijke stemming in een diepe neerslachtigheid omslaat. Een stemming die mij bovendien uit mijn slaap houdt.
Mijn nieuw stel in leer gebonden dikke dagboeken - voor elke maand één - was een bon voyage present van Jessie en ze verraste me ermee toen ik vanmiddag naar huis terugkeerde. 'Ik was van mening dat, aangezien je nu niet langer bladzijden na bladzijden moet vullen met wijdlopige krabbels, je er beter aan doet door middel van het bijhouden van een dagboek netjes te leren schrijven - voor je het al te druk krijgt. Bovendien ... zal je je dan alle gebeurtenissen in je leven goed herinneren om er daarna verslag van aan mij te doen. Dat zal je toch doen ? Alsjeblieft, Trista - dat is de enige belofte die je mij moet geven!' O, Jessie, je moest eens weten hoe ik je zal missen; mijn liefhebbende, ondersteunende, allerbeste vriendin! Zie je wel - ik ben er al aan begonnen; terwijl ik me nog steeds in de warme en gerieflijke omgeving, die zo vertrouwd voor me is, bevind. Ik hoor Justines zwakke, klagerige kreet om aandacht, nu ze hongerig en ongewoon transpirerend wakker wordt - en nu haar kreten opgehouden zijn, begrijp ik dat je haar uit de handen van de verpleegster hebt overgenomen en haar bij je in bed zult houden totdat ze opnieuw wakker wordt.
O, verdomme! Ja, waarom zou ik dat woord niet onderstrepen? Verdómd die geestesgesteldheid van mij, en mijn egoïstisch gevoel van opluchting; om terug te keren naar degenen van wie ik houd en die van mij houden. Ik zou gelukkig moeten zijn, en vol verwachtingen, door de gedachte dat ik weer spoedig in Californië zal zijn en dat ik alles waaraan ik op school in Boston steeds moest terugdenken weer te zien zou krijgen. En ik zal papa weer zien om hem persoonlijk mijn grote nieuws te vertellen - en Marie-Claire ...
Ik vroeg me af of het kwam omdat ik die avond in de Opéra Comte en Comtesse De Martineau had gezien, waardoor mijn vrolijke en uitgelaten stemming opeens omgeslagen was. Of misschien kwam het door het verhaal van de opera Tannhauser, in combinatie met Richard Wagners bijna sublieme muziek waardoor ik me zo melancholiek voelde en me bewust werd van de regendruppels die tegen het venster kletterden, terwijl ik woorden, die ik al lang vergeten dacht te hebben, in mijn oren hoorde fluisteren.
Hoe komt het dat, als men woorden op een velletje papier zit te schrijven, de herinneringen zo gemakkelijk opdoemen ? O, verdomme en nóg eens verdomme! Ik heb me zo lang als een man moeten gedragen dat ik nog steeds vloek als ik kwaad of opgewonden ben. En aangezien ik tevergeefs geprobeerd heb in slaap te vallen, heb ik besloten om alles wat ik voel en vrees aan het papier toe te vertrouwen. Misschien dat ik me dan opgelucht zal voelen.
In de eerste plaats een brief van Marie-Claire. Ze is ongeduldig mij weer te zien en ervan ondersteboven dat ik verzuimd heb haar alle nieuwtjes en roddeltjes te schrijven. Ze heeft inmiddels twee baby's en ze hoopt dat er niet nog een derde dreinend kind onderweg zal zijn - hoewel ze vanzelfsprekend altijd de beschikking heeft over een kindermeid die, direct na aflevering, de spruiten onder haar hoede nam. Ze is derhalve niet aan huis gebonden en ze woont bijna alle festiviteiten bij die in San Francisco worden gehouden. Ze bezitten daar een eigen huis en brengen er het grootste deel van de tijd door, want in de omgeving is altijd wel iets te doen. '... en Fernando is natuurlijk nog steeds de suffige en toegeeflijke echtgenoot die hij altijd geweest is en hij heeft er geen enkel bezwaar tegen dat ik alle belangrijke gebeurtenissen in het societyleven bijwoon. Hij zelf is trouwens ook veel afwezig om zich met idiote politieke zaken bezig te houden of met zijn vrienden, als rechter Terry, die senator Broderick tijdens een duel gedood heeft en thans een voorvechter van de Zuidelijke Zaak is. Fernando is van mening dat al het door God geschonken oude land, dat door de yankees op brutale wijze van de rechtmatige eigenaars is ingepikt, na afloop van de oorlog (en die zal, zoals ik van iedereen hoor, spoedig eindigen) teruggegeven zal worden; na een rechtvaardige overwinning van de Zuidelijke Staten, die het aangedurfd hebben hun grondwettelijke rechten te verdedigen! Wel, ik ben er zeker van dat jij, sedert je je in Parijs hebt gevestigd, moet hebben gehoord dat niet alleen de Engelsen, maar ook de Fransen hun sympathie aan de Zaak betuigen en hier wordt verwacht dat ze ons spoedig zullen helpen. Maar nu, zoals Fernando mij vroeg, ik klaar ben met over een serieuze aangelegenheid te schrijven, moet je je alsjeblieft ieder detail van de huidige modieuze dameskleding en de wijze waarop het haar wordt gedragen zien te herinneren ...'
Waarom had ik me nooit eerder gerealiseerd hoe oppervlakkig en leeghoofdig Marie-Claire in werkelijkheid was ? Waarom schrijft ze plichtsgetrouw over zaken die een ander haar voorzegt? Zijzelf blijkt slechts in staat te zijn om over zichzelf en over haar lichtzinnig sociaal leven te keuvelen! We hadden vroeger nooit veel overeenkomsten met elkaar gehad, maar het zou nu nog erger worden als ik van plan was mijn tijd te geven aan een tomeloze en verwarrende tong!
Plotseling dacht ik niet in staat te zijn in mezelf te glimlachen over hetgeen Marie-Claires vader of haar geduchte bèlle-mère haar over mij zouden schrijven - of inmiddels reeds geschreven hadden. Ik vrees dat ik in Parijs nogal berucht ben geworden, in verband met mijn 'gedurfde escapades', zoals de roddelpers schreef; in het bijzonder toen bekend werd wat ik precies had uitgehaald om, met de beste resultaten, aan de beroemdste medische faculteit van Europa te promoveren tot Dr. A.T. Villarreal, arts en chirurg. Merde! Fernando, die naar het scheen veranderd was in een minzame huisvader, zal al die geruchten over mij niet prettig vinden, behalve als tante Charity het pad reeds voor mij geëffend had. Wanneer ik haar ongewoon kort en bondig briefje niet had ontvangen, waarin ze schreef dat papa ziek was en dat mijn overkomst naar Californië beslist noodzakelijk was, dan had ik er niet over gepiekerd vanavond aan boord te gaan van Hare Britse Majesteits Schip, de Sunflower. Tante Charity zou er tenminste ook zijn. Ik bleef me echter steeds maar weer afvragen waarom ik haar briefje zo geheimzinnig vond. En waarom stond er geen poststempel op de envelop?
Nee - het heeft geen zin je zorgen voor de tijd te maken! Ik zou in ieder geval naar huis gaan om meteen, nu ik eenentwintig jaar was, mijn mysterieuze erfenis op te eisen, of... om misschien van die stijfkoppige, arrogante trots van de Villarreal s een schouwspel te maken door de erfenis smadelijk af te wijzen. Tenslotte... En nu herinner ik me die nacht toen er van alles gebeurde en mijn leven op ongelooflijke wijze veranderde - en ik herinner me ook dat ik mezelf plechtig beloofde voortaan alles op te schrijven, zodat ik niets meer zou kunnen vergeten. Dat was tijdens de nacht waarin het leek dat de hemel uit elkaar spatte en ik in het moeras verdween.
Zoveel dingen en zoveel uitbarstingen van woorden en emoties hadden naar dit geleid - wat ik, om vergetelheid te vinden, van mezelf gemaakt had en wat ik geworden ben. Eindelijk ben ik niet langer meer dat onnozele wicht van zestien, dat ervan genoot om te acteren en met andermans emoties te spelen. Ja, dat had ik tenminste ook bereikt!
De regen maakt nog steeds het geluid van verre stemmen ... of misschien zijn die stemmen in mijn gedachten verborgen en vragen ze opnieuw mijn aandacht - om me te doen begrijpen wat ze die nacht werkelijk gezegd hadden ...
'Jij, goedkope slet! Je bent je moeders duivelsgebroed, weet je dat? Dus je hebt met die galante idioot geslapen - als een overwinning in een wedstrijd; en alle andere vrouwen zullen je erom benijden! Daar ging het toch om, kreng? Wel, ben je te bang of te beschaamd om antwoord te geven? Puta...! Hoer!' Fernando's rukkende handen aan mijn schouders hadden me plotseling wakker geschud - met zijn zware lichaam op het mijne gedrukt, terwijl hij doorging met smerige obsceniteiten in mijn oren te fluisteren, en al mijn voornemens om te gillen of luid te protesteren bleven onder de pijnlijke druk van zijn hand op mijn mond in mijn keel steken. Zijn andere hand greep op ruwe wijze onder het doorzichtige zijden laken waaronder ik was gaan slapen omdat het die nacht vochtig heet was. "Verwachtte je vannacht een van je aanbidders? Of houd je je slaapkamerdeur 's nachts van het slot, zodat iedere man die zin in je wellustige lichaam heeft gemakkelijk kan binnenkomen? Vannacht, hoer die je bent, zal ik te weten komen of je al dan niet eerder gebruikt bent!'
Ik merk nog steeds dat ik moet huiveren en dat ik mijn benen onder mijn nachtjapon optrek wanneer ik me herinner hoe zinloos, maar vervuld van afschuw, ik mij tegen hem verzette. Hoe ik probeerde te gillen, ondanks zijn lippen die hij op mijn mond geperst hield waardoor ik opeens bloed tussen mijn tanden voelde sijpelen. Ik zette mijn nagels in zijn schouders, maar hij greep ze zo krachtig beet dat ik slechts, als een gewond beest, kon grommen om me direct daarna opnieuw met alle hevigheid die in mij was tegen hem te verzetten. Ten slotte sloeg hij me hard in mijn gezicht. Ik greep zijn hand en zette er mijn tanden in en toen, Goddank, hoorde ik de stem van papa, die op een toon die ik nooit eerder van hem had gehoord, zei: 'Fernando!' Daarna leek het alsof de hele wereld stilstond en er geen geluiden meer waren, behalve dan mijn gejaagde, uitgeputte ademhaling. En toen opnieuw de stem van papa - hij zei nu iets anders, maar op diezelfde verschrikkelijke toon. Fernando richtte zich van mij op en verliet, zonder verder een woord te zeggen, mijn kamer.
'O, God - mijn kleine Trista! Mijn arme, kleine... dochter; ik ...' Ik realiseerde me slechts, toen ik zijn trillend en gebroken stemgeluid hoorde, dat ik nog nooit tevoren papa had zien huilen - en nog nooit had ik op die manier zijn gelaat gezien: vertrokken tot een masker van louter zielesmart en het deed me pijn hem, om mijnentwille, zo te zien! Zijn 'kleine Trista', van wie hij dacht dat ze nog een onschuldige maagd was. En dat was ik niet - Fernando had dat gauw genoeg kunnen ondervinden, want ik had mijn maagdelijkheid al eerder, vrijwillig en gewillig, aan die vreemdeling met zijn harde trekken gegeven ...
Ja, wees eindelijk eens eerlijk tegen jezelf, Trista! Een man die slechts een schaamteloos en wellustig aangeboden lichaam accepteerde; en welke man, met normale seksuele behoeften, zou een dergelijk aanbod niet onmiddellijk met beide handen aangrijpen? En toen .. .toen maakte ik alles nog erger door, nadat papa me naar haar toegestuurd had, hysterisch tegen de schouder van mijn tante te gaan huilen en alles wat ik tot nog toe voor me had gehouden eruit te flappen. Ik voelde dat ik de waarheid moest opbiechten en mijn eigen schuld verklaren; zonder erbij stil te staan dat ik daarmee haar gevoelens ondraaglijk zou kwetsen en ontgoochelen.
Gedane zaken nemen geen keer, zo luidt het gezegde. Om de last van je eigen schuld over te hevelen op de schouders van degene die genoeg van je houdt om eronder te lijden. Hoe had ik zó gedachteloos kunnen zijn?
Ik veronderstel dat ze met Blaze sprak - ik weet dat ze dat deed; om hem over te halen spoedig erna naar mij te komen kijken. En hij kwam: met zijn haren in de war en met een woedend vertrokken gezicht, waardoor ik onwillekeurig verder wegzonk in de kussens die me rechtop hielden. Hij had in bed gelegen - in wiens ? - voor een deel ontkleed en op blote voeten. Toen hij mijn kamer kwam binnenstormen, was hij nog bezig om zijn overhemd in zijn pantalon te proppen. Hij sloeg de deur achter zich dicht, aarzelde even, om daarna het slot erop te draaien. Toen wendde hij zich naar mij en keek me met van kwaadheid flikkerende ogen aan, waardoor ik het gevoel kreeg dat ik veranderde in vernietigend, smeltend vuur.
Ik werd niet in het minst misleid door de nauwelijks onderdrukte zachtheid van zijn stemgeluid, die denken deed aan het waarschuwend grommen van een tijger die met naar achter getrokken lippen en met ontblote tanden naar zijn prooi loert, voor hij besluit hem te doden. Ik herinner me de witte lijnen van de gespannen spieren in zijn gelaat - en dat de spieren op zijn ontbloot bovenlichaam zich onder zijn pogingen zichzelf te beheersen bewogen.
'Wel? Hoeveel catastrofes kunnen er nog verwacht worden voor je zelfzuchtig, hebberig en klein gemoed genoeg heeft? Jij kunt beslist niet zo idioot zijn te denken dat je, door al deze risico's te nemen, een huwelijk met mij kan afdwingen. Je kunt niet van mening zijn dat ik, nadat je uitgebreid je gunsten aan anderen hebt verleend, de enige daarvoor in aanmerking komende kandidaat ben.' Zijn geringschattende, akelige lach kwam als een verbluffende slag in mijn gezicht aan en de wreedheid van zijn woorden verlamden me.
Ik was niet bij machte mezelf te verdedigen tegen deze onware en onbillijke beschuldigingen, die hij zo verachtelijk tegen me geuit had. Ik was slechts in staat in stil protest mijn hoofd te schudden - onder de woorden die bedoeld waren om mij te geselen en te verwonden en waardoor ik me nog kwetsbaarder en hulpelozer voelde. Al mijn zenuwen kwamen onder zijn messcherpe woorden bloot te liggen.
ik heb niet gebedeld om wat je zo gemakkelijk en begerig aanbood, weet je nog wel ? En als ik niet zo ongelukkig was geweest om me juist op die plek te bevinden waar jij me die flater liet begaan .. .Maar,waarom voor de duivel moest je zonodig dat vuile verhaaltje aan tante Charity vertellen? Ik ben hier slechts omdat ik niet wens dat ze gekrenkt wordt. Waarom grijp je Farland Amerson in plaats daarvan niet? Of die stiefbroer van je, naar wie je lustgevoelens altijd zijn uitgegaan, lekkertje? Ik ben ervan overtuigd dat Marie-Claire een eventueel schandaaltje zal overleven, om er misschien nog blij over te zijn ook!'
O, lafaard of geen lafaard, maar ik kan me er niet toe bewegen nog meer van die grievende en beledigende woorden, waardoor ik me levend gevild voelde, op te schrijven. Ze zijn zelfs erger dan ik me kan herinneren - ondanks het feit dat ik mezelf steeds opnieuw vertel dat ik in die tijd nog bijna een kind was en bepaald geen partij voor hem. Tenminste... toen nog niet...!
'Ik.. .Je vleit jezelf als je maar.. .maar één ogenblik zou denken dat ik ooit zou willen ... Ik zou liever sterven, begrijp je dat? Ik zou liever...' en daarna maakte ik alles definitief door recht in zijn granietharde gelaat uit te roepen: 'In ieder geval... in ieder geval... heeft Farland Amerson me gevraagd om ... zijn vrouw te worden, en ik ... ik houd van hem! Niet van jóu! Kun je je dan niet voorstellen dat jij, ondanks je stompzinnige mannelijke eigenwaan, voor mij slechts... de enige beschikbare man in de buurt was om ... me te bevrijden van iets wat me... hinderde?' Daarna, terwijl ik mijn hoofd met een heftig gebaar naar achteren wierp, vervolgde ik woedend: 'Wel, ik heb mijn tante slechts iets verteld omdat ik ... de gedachte niet kon verdragen dat zij een van jouw vele... slachtoffers zou kunnen worden! Denk je werkelijk dat ik niet reeds lang besef welk soort van ... laag-bij-de-gronds schuim je bent? Dat heb ik me in het bijzonder gerealiseerd toen je me de vorige maal aanrandde!' En terwijl ik mijn best deed mijn trillende stem in bedwang te houden, voegde ik er venijnig aan toe: 'Wat een armzalige minnaar ben jij, in vergelijking met... met de anderen met wie ik ervaringen heb opgedaan, waardoor de smet van je verfoeilijke aanrakingen is weggevaagd!'
Zoals Fernando zich had gedragen nadat hij, slechts een paar uur geleden, als het ware bevroren was onder de walging en gekwetstheid in papa's stem, speurde ik met bijna huiveringwekkende zielenpijn naar zijn gelaat dat doodsbleek onder de donkere huid werd voor hij zich abrupt omkeerde en de deurkruk verscheidene malen omdraaide, alsof hij vergeten was dat hijzelf de kamerdeur op slot had gedaan.
Tot op de dag van vandaag zal ik nooit te weten komen welke vreemde, niet met name te noemen impuls me, juist op het ogenblik dat hij de deur van het slot had gedraaid, deed zeggen: 'Hou je werkelijk van haar, Blaze? Ben je wel in staat van iemand te houden?'
Ik zag dat hij in de deuropening stil bleef staan; alsof ik hem op de een of andere manier de weg had versperd. Zonder zijn hoofd naar mij om te draaien zei hij met een emotieloze stem: 'Ja - met een soort van liefde die jij nooit zal begrijpen!'
Toen - toen zag ik slechts een dichte deur... en sedertdien heb ik Blaze Davenant niet meer gezien. Zelfs niet tijdens de bruiloft. Zelfs niet tijdens de receptie die twee dagen later door de ouders van Farland werd gegeven. Toen begreep ik dat alles waarvan ik gedacht had dat het tussen ons beiden bestond, gebroken was en voor altijd verbroken zou zijn - en ik zou nimmer dezelfde gevoelens voor een andere man hebben, zoals ik die voor hem had.
Maar eindelijk, zo zeg ik tegen mezelf, terwijl ik me uitstrek en een beetje huiver van de kilte die in de kamer is gekomen nadat ik het haardvuur heb laten uitgaan - eindelijk zal ik tante Charity kunnen vertellen dat hij mij bekend heeft dat hij van haar hield. En ik zie haar gezicht weer gelukkige trekken krijgen terwijl ze zich naar mij over buigt om me te vertellen hoe blij ze is dat ik in Farland mijn enige en ware liefde heb gevonden.