Hoofdstuk 15

'Je ogen doen me aan donderwolken, die alle lichtstralen wegnemen, denken!' zei Blaze observerend en op de ironische toon die hij speciaal voor mij scheen te reserveren. 'Misschien dat je ze zou moeten versluieren met die lange wimpers van je waarmee je hebt geleerd jezelf knipperend te verontschuldigen als je weer eens aan de late kant bent - anders zou je de mensen angst kunnen aanjagen met je humeur.'

Als hij me niet stevig aan mijn arm had gehouden toen we naast elkaar de trap afliepen, had ik hem de woestheid van de storm in mij laten zien: wraakgierig - hevig! Maar ik had mij al eens eerder gerealiseerd dat ik door het verliezen van mijn goede humeur en zelfbeheersing slechts in een nadelige positie kwam te staan en daarom, in plaats van hem de kans te geven mij weer in die val te lokken, schonk ik hem een spottend glimlachje terwijl ik hem meedeelde dat ik in de laatste plaats noch zijn advies noch zijn commentaar over mijn voorkomen wilde horen, voor ik eraan toevoegde: 'En ik zou willen dat ik je met één van mijn lichtstralen zou kunnen neervellen om je in een slak te doen veranderen! Jij, meneer Davenant, hebt geen enkel gewetensbezwaar en geen enkel principe - je bent totaal immoreel! En, met mijn verontschuldigingen dat ik geen blad voor mijn mond neem, jij bent het laagste van het laagste - dat heb je me al verscheidene malen bewezen. Slijm, daar doe je me aan denken!' Toen de emoties me leken te overweldigen nam ik aan dat ik er nogal verhit uitzag, maar dat was nog geen enkel excuus voor zijn krachtige en luide lachaanval, waardoor verscheidene personen, die beneden aan de trap met elkaar stonden te praten, opeens zwegen en naar ons opkeken.

'Slijm!' zei Blaze met verstikte stem. 'Nee, nee, dat is te veel! Ze hebben me al heel wat namen gegeven, maar nooit, o, God! Slijm!' Daarna kreeg hij tot mijn grote ergernis weer een lachaanval, waardoor ik het bloed naar mijn wangen voelde stijgen, nog voor ik de lachrimpeltjes in zijn oog- en mondhoeken zag verschijnen, terwijl hij zijn hoofd schudde en opnieuw vol verbazing uitriep: 'Slijm! Maar ben je daar wel zeker van? Slijk - modder - viezigheid onder de voeten - alles, behalve..

'Zo is het wel genoeg!' zei ik zachtjes, maar toen ging ik kwaad verder: 'Misschien kun je je geamuseerdheid lang genoeg in toom houden om je je te herinneren dat... dat...!' om toen, niet in staat mijn woede verder te onderdrukken, te sissen: 'Naar de hel met je! Iedereen staat naar ons te kijken terwijl jij... jij mij tegenhoudt, terwijl jij zowel van jezelf als van mij een spektakelstuk maakt; jij... jij...!'

ik denk dat ze zo staan te staren omdat je vanavond een Schoonheid in haar ware gedaante bent, bescheiden kind! Als ik alleen maar even nog ...' Ik werd gedwongen op een traptrede te gaan zitten terwijl hij deed alsof hij een van de bloemetjes die Lilith zorgvuldig tussen mijn haren had gestoken, wat steviger bevestigde. 'Ziezo! Nu ben je ... perfect!' Een ogenblik had ik me ingebeeld (uiteraard) dat heel even de geamuseerdheid uit zijn stem was verdwenen en plaats had gemaakt voor een bijna gejaagd fluisteren. Hij hield er slechts van om me te treiteren, om wrede spelletjes met me te spelen ... zodat hij kon lachen als hij erin slaagde me mijn goede humeur en zelfbeheersing te doen verliezen ...

Waarom moesten onze ogen elkaar op dat ogenblik ontmoeten? Of waarom had ik juist op dat ogenblik het gevoel dat ik mij onder een diep groen door de zon beschenen wateroppervlak bevond? Wat een flauwekul, zei ik tegen mezelf. Ik probeer me alleen maar te beheersen, terwijl hij me provoceert, zodat ik me onevenwichtig ga voelen! Waarom zou ik anders fluisterend en bevend kunnen zeggen: 'Blaze ... alsjeblieft! Ga alsjeblieft niet...' Daar waren toch geen redenen voor? En welke uitleg kon gegeven worden aan het vreemde, verlammende gevoel dat mij gevangen hield toen hij mijn verdere gang naar beneden belemmerde; alsof ik verstrikt was geraakt toen ik zijn vingers onder mijn kin, waarmee hij mijn gelaat omhoog tilde, voelde - alsof hij van plan was mij te zoenen, op de plek waar ik stond, bijna beneden aan de trap en in het zicht van meer dan een dozijn paar belangstellende ogen.

Het was ontzettend! Even dacht ik dat hij zijn zelfbeheersing had herkregen maar toen ging hij me, als in een overdreven gespeeld toneelstuk, vanuit alle mogelijke gezichtshoeken staan bestuderen. Hij slaakte zelfs een luide zucht voor hij overdreven en dramatisch uitriep: 'Ah, juffrouw Villarreal! U bent inderdaad de Schoonheid in Eigen Gedaante - en ik zou me de gelukkigste man in de wereld prijzen indien u zich zoudt willen verwaardigen mij toe te staan een poging te wagen iets van uw duizelingwekkende bekoorlijkheid aan het linnen toe te vertrouwen. Ik neem de vrijheid u te vragen dit verzoek in overweging te willen nemen. Kunt u me enige... hoop geven?'

Hij was weer met een van zijn spelletjes bezig. Ik keerde gelukkig tot de werkelijkheid terug en rukte zijn hand weg, waarmee hij mij stevig bij mijn pols had vastgepakt. Ik kon de aanraking van zijn vingers op mijn brandende huid niet langer verdragen ... nee, geen halve seconde langer!

Even later leek het me onmogelijk de namen en de gezichten van de mensen om me heen te herinneren. Ik werd met onnodige vastberadenheid naar een in mijn ogen ongelooflijke, kilometers grote, zaal geleid waar mij geen ogenblik van pauzeren werd gegund, want ik werd of voorgesteld aan iemand die ik absoluut moest leren kennen, of aan iemand die al zolang naar het ogenblik had uitgezien dat hij kennis met me kon maken. Ik meen dat het me lukte al te overdreven complimentjes weg te wuiven, maar mijn handen kregen het heftig te verduren door een niet aflatende stroom van zoenen. Op een gegeven ogenblik was ik het liefst weggerend om mijn handen een flinke wasbeurt te geven, en ik voelde me als een vulkaan die aan een uitbarsting toe was als ik aan nog iemand voorgesteld zou worden! Ik zou het aan hem overlaten om verontschuldigingen voor mijn onbesuisd en geïrriteerd gedrag te bedenken, als hij daartoe in staat zou zijn!

Misschien was het maar goed dat Farland me op dat ogenblik kwam redden! En ik zie nog steeds de verbijsterde gelaatsuitdrukking van Blaze toen ik op Farland toeliep en hem overdreven enthousiast begroette.

'Farland! Zeg me alsjeblieft dat je op zoek naar mij bent. Je moest eens weten hoe blij ik ben dat ik je zie. In het bijzonder met al die blikken die op me gericht zijn. Misschien dat ik het, met jou erbij, beter kan verdragen!' Met beide handen greep ik een arm van Farland en ik deed alsof ik alles en iedereen om me heen vergeten was. Ik keek schuins naar Blaze en ging hardop verder: 'En nu kan ik eindelijk meneer Davenant niet meer van zijn verdere plichten afhouden. Hij zal blij zijn dat hij zich weer bij zijn medegasten kan voegen!'

'Wat?' Farland aarzelde en trok een wenkbrauw omhoog. 'Wel, in dat geval... hoef ik meneer Davenant niet voor een duel uit te dagen! Maar is er misschien iemand anders die ik kan uitdagen? Tenslotte heb je er zolang over gedaan voor men je hier te zien kreeg. Men begon zich er al zorgen over te maken dat je misschien verdwaald was!'

Zouden die plagerijen dan nooit ophouden? Ik geloof dat het de eerste maal was dat ik besefte dat, ondanks dat Farland en ik beiden wisten dat onze 'verloving' slechts een voorwendsel was, zowel zijn trots als zijn eergevoel hem ertoe verplichtte mij in bescherming te nemen. Goede hemel, hij meende het werkelijk toen hij me vroeg of er iemand anders uitgedaagd moest worden! Alleen de gedachte al boezemde mij angst in, maar onwillekeurig moest ik in dit verband toch aan Blaze denken! Het lukte Blaze me van kwaadheid in vuur en vlam te zetten met zijn toneelspel; alsof hij de rol vervulde van een fatterige, neerbuigende en zelfs verwijfde dilettant die het liefst schetsjes maakte en zo nu en dan verf op het linnen smeet. Het was alsof hij iedereen die met hem te maken kreeg voor aap zette. Verachtelijk en weerzinwekkend! Ik wenste bijna dat ik er maar niet tussen was gekomen toen Farland het idee had geopperd hem voor een duel uit te dagen. Maar zoiets zou erg naar voor tante Charity zijn. Hoe zou zij zich voelen als haar aanbidder tijdens een duel om mij gedood zou worden? Terwijl ik door twee sterke armen ondersteund werd, voelde ik de woede nog steeds razen. Ik verontschuldigde me voor mijn gedrag, maar in stilte was ik van mening dat ik Blaze veel te vlug en veel te gemakkelijk vergiffenis had geschonken. Eindelijk zaten we gereed voor het diner.

Ik herinner me dat ik het gevoel had dat de pauzes tussen de ene gang en de andere en de tijd die men nodig had om de vuile borden weg te nemen, ongelooflijk lang duurden. Gelukkig had Farland een plaatsje naast mij gekregen; dat vond ik heel wat prettiger dan wanneer ik tot de ontdekking was gekomen dat ik tussen twee volkomen vreemden zat, die hun best deden beleefd tegen mij te doen en louter over koetjes en kalfjes babbelden. Nu kon ik tenminste een verstandig, intelligent gesprek met Farland voeren en het ging me gemakkelijk af zowel mijn stiefmoeder als Fernando's donkere en verwonderde blikken te negeren. Zo nu en dan keek Marie-Claire in mijn richting. Ik zou in geen geval - en om de een of andere reden was me dat zelfs onmogelijk - mijn blikken over de tafel laten dwalen om Blaze, zittend naast tante Charity, te hoeven zien. Beiden schenen overigens in een diepgaand gesprek te zijn verwikkeld, waardoor ze geen oog voor de overige gasten hadden. Waarom had hij mij, nadat hij mij aan de gastvrouw had afgeleverd, niet eenmaal met een blik verwaardigd - hij gedroeg zich alsof hij blij was eindelijk van mij verlost te zijn! Sinds dat ogenblik dat ik, zij het per ongeluk, in zijn richting keek, scheen het hem onmogelijk zijn ogen af te houden van mijn tantes blozende, plotseling jonge gelaatstrekken en van de gebogen lijn van haar glimlachende lippen. Een wijze van glimlachen die ik nooit eerder bij haar gezien had. En ...

'Liefste Trista!' zei Farland met gedempte stem vanachter het servet dat hij even naar zijn mond had gebracht. 'Moet ik dan werkelijk een duel met die beau cavalier van je tante aangaan? Ik ben bang dat je vlammende ogen, die je af en toe op hem richt, te opvallend zijn om niet opgemerkt te worden. Aan de andere kant ziet zij er als een fatsoenlijk toekomstig bruidje uit. Ik mag hopen dat ze van jullie tweetjes niet al te veel afweet.'

ik was.. .o,nee!Ik was zelfs niet.. .'Mijn gelaat werd vuurrood toen ik Farlands gele, uitdrukkingsloze ogen ontmoette en ik beet hard op mijn onderlip voor ik weifelend fluisterde: ik had er geen idee van ... dat ik zo doorzichtig was! Goddank dat jij mij erop attent maakte, want ik zou sterven van schaamte als het hem ... als het iemand anders ook was opgevallen! O, Farland, het spijt me dat ik zo... Het komt omdat 'Je doet er beter aan de hele tijd in mijn ogen te gaan zitten staren, terwijl je intussen je best doet je woede te onderdrukken. Of, beter nog, terwijl je intussen denkt hoe jaloers hij wordt! Je zult er dan meteen voor zorgen dat mijn ouders een gelukkig gevoel krijgen - want anders zouden ze misschien gaan denken dat je me straft voor alles wat ik je sinds we met elkaar zijn verbonden heb aangedaan!'

Ik moest onwillekeurig glimlachen om Farlands wrange en ironische reactie, waardoor ik alles weer in het juiste perspectief kreeg te zien en die me redde van het feit dat ik me als een gekkin ging gedragen. Hij had gelijk; het had geen enkele zin tranen te laten of haren uit het hoofd te trekken over zaken die achter de rug waren. Slechts de toekomst was van belang en ik moest er gewoon voor zorgen dat ik me nimmer onbehaaglijk ging voelen in de nabijheid van een gevaarlijk man zoals Blaze Davenant. Nooit, hield ik mezelf voor. Ik zal nooit meer in het aangezicht staan van mijn eigen zwakheid; en wanneer mijn verloving met Farland eenmaal formeel zal zijn aangekondigd - wel, dan is dat achter de rug!

'Farland, wanneer denk je dat je met papa gaat praten?' vroeg ik, terwijl ik me diep naar hem over boog. Toen hij verbaasd zijn wenkbrauwen omhoogtrok glimlachte ik lief en ongekunsteld, knipperde met mijn wimpers en heel mijn gedrag kon koketterend genoemd worden. Hij produceerde een glimlach voor ik ademloos verderging: is het al te openhartig wanneer ik je beken hoe... ongeduldig ik ben om me ... met jou te verloven? Om te ... o, Farland Amerson! Om de jouwe te zijn? O ... mijn hart gaat zo tekeer dat ik ... dat ik het gevoel krijg van louter geluk in zwijm te vallen. Een heftig, zwevend gevoel van vervoering; alleen al door de gedachte, dat...'

'Zo is het genoeg, smeek ik je!' Ik was er zowaar in geslaagd een brede glimlach op zijn veinzend gelaat te toveren voor hij met een bescheiden hoofdknik je vervolgde: ik hoop op z'n minst, edele vrouwe, dat je je "ongebreidelde vervoering" zolang mogelijk kunt beheersen - in ieder geval tot na afloop van het diner.'

In een impulsief gebaar greep ik Farlands arm en fluisterde: 'Weet je dat ik je werkelijk graag mag, Farland Amerson?' Gedurende de rest van de maaltijd concentreerde ik me uitsluitend op Farland en op onze gefluisterde conversatie, zonder mezelf ook maar één moment de tijd te gunnen een blik in de richting van Blaze te werpen - zodat ik dan zijn reactie had kunnen zien - zelfs niet toen ik opeens de hitte van zijn ogen op mijn huid voelde branden.

'Een grootse voorstelling - ik ben trots op je,' luidde het commentaar van Farland toen het diner, de hemel zij dank, eindelijk achter de rug was. Hij glimlachte enigszins bedrieglijk voor hij op zijn gebruikelijke verveelde toon verder sprak: 'Maar je beseft toch wel dat wij in de ogen van onze verrukte toeschouwers, wel... gecompromitteerd zijn ? Ik geloof dat ik er beter aan doe vanavond met je vader te praten, voor die dreigend uitziende stiefbroer van je al te strijdlustig wordt! Ik geloof niet dat ik in staat ben een bruidegom op de avond voor zijn huwelijk te doden, om daarna de hand van zijn zus te vragen. Nee, zoiets werkt niet! Behalve als .. .'Daarna zei hij op ijskoude toon: 'Behalve als jij hem wenst te doden, Trista.'

Farland scheen, ondanks zijn misleidende manier van doen, altijd dingen te zien die anderen niet opvielen. Maar hij had nog nooit iets gezegd waar hij niet achter stond - en ik vroeg me op dat ogenblik af wat de reden was dat hij dacht dat ik Fernando zou willen vermoorden! Tenslotte zou hij de dag erop getrouwd zijn en spoedig daarna zou hij met Marie-Claire op huwelijksreis naar Europa vertrekken, terwijl ik met tante Charity naar Boston zou terugkeren om de verdere tijd rustig en sober door te brengen. Waarschijnlijk zou ik Fernando een hele poos niet te zien krijgen - tot het ogenblik dat hij ergens comfortabel was neergestreken, waarschijnlijk in een groot huis vol met schreeuwende kinderen. Toen ik daarop aan mijn frivole vriendin dacht, moest ik onwillekeurig glimlachen. Ze hield helemaal niet van kinderen en ik vroeg me af, of ze al eens aan dat onderdeel van het huwelijksleven had gedacht. Maar daarna dacht ik aan het feit dat ik me verloven zou met een man die ik pas nauwelijks een week kende - een mogelijkheid die geen moment in mijn hoofd was opgekomen toen ik Boston verliet om het huwelijk bij te wonen! Mijn leven zou veranderen en niets zou meer hetzelfde zijn. Ik zou niet meer dezelfde zijn.