Hoofdstuk 35
Was hij naar Paquita teruggegaan? vroeg Trista zich af. Was zij slechts een vergeten gebeurtenis in zijn leven geweest? Vergeten en in de steek gelaten en een onbelangrijk niemendalletje? Waarom zou ze zich verder zorgen over hem maken - waarom zou ze nog verder aan hem dénken? Wat kon het haar schelen wat er met hem gebeuren zou; in het bijzonder na de ongevoelige wijze waarop hij haar behandeld had?
Naar de duivel met hem! Hoe kon hij haar zo gemakkelijk ... opgeven na al die in haar oren gefluisterde woordjes en na al dat gevrij? Had hij vermoed, of geweten, wat er gebeuren zou nadat hij haar verlaten had, zodat zij de vrijheid had verder haar eigen weg te vinden?
'Je bent nu dicht in de buurt van New Orleans. Je kunt je erfenis gaan opeisen - of wat er van over is. Ik ben er zeker van dat je generaal Banks erg sympathiek zult vinden - hij is heel wat redelijker en aanvaardbaarder dan Butler was.' Na deze woorden had hij haar een kus gegeven - de ellendeling - zonder acht te slaan op haar ademloze protesten. Met een gevoel alsof ze koorts had, was ze naar haar cel-achtige ruimte gegaan, die haar aan iets uit de middeleeuwen deed denken. Een beschermde maagd in een fort - een object waarmee gehandeld werd ... maar ze was geen maagd meer - ook al werd ze elk moment beschermd!
Het Grote Huis - het huis van zijn ouders - was inderdaad dicht bij New Orleans gelegen; maar het stond aan de overkant van de rivier de Sabine, in Texas, hoewel de vele hectaren vruchtbaar land die Anthony Davenant bezat, tussen de Sabine en de Red River gelegen waren.
'Je zult er ook mijn ouders ontmoeten - mijn moeder begrijpt me zo nu en dan - maar mijn vader heeft dat nooit gedaan. Hij was een goede vriend van Sam Houston en ze geloofden in dezelfde dingen.'
Hoe goed (al te goed!) herinnerde Trista zich de zachte gelaatstrekken, toen Blaze over zijn ouders sprak. Hoe goed herinnerde ze zich zijn nonchalant gesproken woorden en de wijze waarop hij zich gedroeg. Ze deden automatisch aan, terwijl ze het blaffen van honden hoorde en vaqueros haar aanstaarden.
'Mijn vrouw - ze wordt graag Trista genoemd, omdat haar verscheidene overige namen zo officieel aandoen. Trista... dit is mijn moeder - dit is mijn vader.' Zijn moeder had hij het eerst omhelsd; hij had haar handen in de zijne geklemd en had haar zelfs opgetild. Tranen vermengden zich met lachjes. Zijn vader had Trista langdurig en onderzoekend bekeken, vóór hij een formele buiging maakte en haar hand naar zijn lippen bracht.
'O, het is officieel - we zijn écht getrouwd. En ze is ook nog een erfgename, is het niet, lekkertje? Daarom ben ik met dat meisje getrouwd, natuurlijk!'
Hoe goed herinnerde ze zich die halfplagende en halflachende woorden! Waarom eigenlijk?
Blaze had haar slechts aan zijn ouders overgedragen om van die lastpost af te zijn. Hij liet haar daar achter in hinderlijk zittende, nauwsluitende hoepelrokken, terwijl hij er vandoor ging om tekeningen te maken, en om vluchtige woorden over de 'Red River Campagne' te schrijven.
Hij was gegaan ... Zij had moeten gaan! Hij had haar natuurlijk niet gewaarschuwd dat ze hier eigenlijk een gevangene was; immer nauwlettend beschermd en bewaakt - als een kostbaar eigendom. Een Ming-vaas - of een Stradivarius-viool, waarop men spelen kon wanneer men daarvoor in de stemming was. Een eigendom - dat was alles wat ze voor hem betekende. En nu, terugkijkend, kwam ze tot de conclusie dat ze liever op de Apache-rancheria was gebleven; waar het leven op bepaalde gebieden minder ingewikkeld was geweest.
Waar was Blaze? Waarom had hij haar juist hier gebracht - haar voorstellend als zijn echtgenote?
Trista vond zijn vader lang zo onhandelbaar niet als hij haar in het begin geleken had - en zijn moeder deed haar een beetje aan Paquita denken; in het begin een beetje ondoorgrondelijk ... misschien kwam dat omdat ze niets begreep van het plotselinge huwelijk van haar zoon met een vrouw, die ze nooit eerder ontmoet had. Misschien dat Blaze inmiddels de tijd gevonden had om zijn moeder de omstandigheden die tot dit huwelijk geleid hadden uit te leggen ? Haar kon het niets schelen - ze had al besloten dat ze tegen iedere prijs haar vrijheid zou zoeken en vinden - en Blaze kon naar de hel lopen!
Zijn moeder had lang, sluik zwart haar, met enige streepjes grijs ertussen, dat bijna tot aan haar nog steeds slanke middel reikte. Ze was een erg knappe vrouw, zelfs nu nog, en Trista vroeg zich af wat zij zou moeten doen om er net zo uit te zien als ze de leeftijd van senora Madalena zou hebben.
'Houd je van mijn zoon?' had ze recht op de vrouw af gevraagd, toen ze haar nieuwe schoondochter haar kamer liet zien. Nu vroeg Trista zich af waarom ze 'ja' had geantwoord op die korte, rechtstreekse vraag. Wel, ze haatte hem als de pest en dat had ze eerlijk aan zijn moeder moeten vertellen. Waarom had ze 'ja' in plaats van 'nee' gestameld? En wat ging het haar eigenlijk aan wat Blaze aan het doen was en welke risico's hij liep?
Hij wist maar al te goed wat de risico's en de vergeldingen waren, hield Trista zich ongeduldig voor. Hij zou beslist niet té veel risico's nemen, want hij was een overlever - een nuchter iemand die in de eerste plaats aan zichzelf dacht. Misschien was dat de werkelijke reden voor hun onfortuinlijk en ontijdig huwelijk dat haar tot nog toe zoveel ongeluk gebracht had!
Blaze had zijn ouders tenminste verteld dat ze een 'dokteres' was (met dat woord had hij een dodelijke blik verdiend) en dat ze gestudeerd had aan Europa's meest bekende geneeskundige faculteiten door zich als man te vermommen.
'Ja, dat is waar - en een bijzonder gelukkige omstandigheid voor mijn man, want ik heb niet lang geleden zijn twee slecht uitziende kogelwonden verzorgd! Is het niet zo, liefste?' Trista had hem scherp aangekeken, toen ze vervolgde: 'En - in mijn kwaliteit als chirurg en arts van de Gezondheidscommissie - heb ik verscheidene amputaties moeten verrichten en .. .mijn best gedaan de pijnen van heel wat gewonde soldaten te verlichten. Ik kan paardrijden en ik weet precies hoe ik met een revolver of geweer moet omgaan - als dat nodig is tenminste. Ik ben bang dat ik géén zwakke en hulpeloze vrouw ben, meneer!'
Tot haar verbazing, maar ook tot de verbazing van zijn vrouw en zoon, produceerde Anthony Davenant een brede lach en hief hij zijn wijnglas naar haar op.
'Ik drink op een vrouw met zoveel moed, dat ze er niet voor terugdeinst de naakte waarheid te vertellen! Ik moet zeggen dat ik me opgelucht voel dat mijn zoon niet het een of ander zoetig wezentje gekozen heeft - dus je bent een vrouwelijke dokter, is het niet? En je weet zo het een en ander van paarden en vee? Ooit wel eens op een ongetemd paard gezeten?
'Ja, dat is me inderdaad wel eens gebeurd. Mijn stiefvader bezat een ranch in Californië en meteen nadat ik had leren lopen, leerde ik paardrijden! Maar rokken belemmeren me te veel en ik rij niet graag op een dameszadel.'
'Daar kijk ik niet van op, hoor! Mijn Madalena houdt ook niet van het dameszadel. Dat heeft ze nog nooit gedaan, is het niet zo, lieverd.'
Het was duidelijk dat, wanneer Anthony Davenant zijn vrouw 'lieverd' noemde, hij dat ook meende. Maar wanneer Blaze iets dergelijks tegen haar zei, dan was er altijd een spottende ondertoon te horen. Wat betekende ze eigenlijk voor hem? Waarom verscheen hij steeds maar weer in haar leven en altijd op het verkeerde tijdstip of op het ogenblik waarin ze besloten had hem uit haar gedachten te bannen? Wanneer ze aan Blaze dacht dan waren haar gevoelens opgewonden en verward; en ze vroeg zich af waarom de gedachte dat hij naar Paquita teruggekeerd was, haar schuimbekken deed.
in het belang van je eigen veiligheid moet je, wanneer je uit rijden gaat, een van de vaqueros meenemen - ook al weet ik dat je goed met een revolver overweg kunt. We leven in een slechte tijd - en er zijn veel slechte mannen - overlopers, die slechts hun eigen belang voor ogen hebben en stelen wat ze stelen kunnen van hen die ze op hun weg naar Mexico tegenkomen. We doen er dus goed aan voorzichtig te zijn. Heb je dat begrepen?'
Vandaag had de moeder van Blaze gezien dat haar schoondochter in een opstandige bui was. In het Frans - dat ze beter verstond dan Engels - probeerde Trista haar uit te leggen:
ik voel me zo - en denk alstublieft niet dat ik ondankbaar ben - ik voel me zo nutteloos! Ik heb niets om handen! Ik dóe liever iets, dan slechts te zitten toekijken!' Ze ging door de kamer ijsberen; van de ene kant van de kamer naar het venster en weer terug, en zelf begreep ze eigenlijk niet waarom ze opeens zo rusteloos was geworden. Ze bleef op een gegeven ogenblik met haar rug naar het venster staan en ze ging verder: ik móet iets te doen hebben! Ik ben erg zelfstandig! In Californië noemden ze mij een bruja - een heks - en een paar van onze bedienden waren bang voor me, hoewel ik nooit iemand iets aangedaan heb! Het komt slechts omdat ik .. .bepaalde dingen aanvoel; ook al verzet ik me ertegen. Het spijt me dat ik op deze manier tegen u praat en u zulke dingen vertel, maar ik wéét dat ü me begrijpt! Is het niet vreemd dat ik zoiets weet? Is het niet nog vreemder, dat ik ... dat ik ... O, wat moet ik hysterisch en onnozel aandoen, is het niet? Het was beslist niet mijn bedoeling om ...'
Madalena, die er op dat ogenblik meer als een Apache dan als een Fran9aise uitzag, zei haastig: 'Waarom vecht je tegen je gevoelens? Ik heb geleerd dat het gemakkelijker is dat niet te doen. Dat zou jij in de eerste plaats moeten weten - omdat je een bruja bent - en dat ben ik ook - dat heeft mijn man tenminste altijd gezegd! Maar er zijn bepaalde dingen - bepaalde gevoelens en bepaalde krachten, waartegen we niet kunnen vechten en waartegen we niet bestand zijn; om/? Zoiets als een sterke liefde, om een voorbeeld te noemen. Denk je dat ik op deze wijze met je zou praten wanneer ik niet wist dat mijn zoon van jou houdt en dat jij van hém houdt - ook al gedragen jullie beiden zich als onnozele kinderen die ieder ogenblik ruzie met elkaar hebben en soms doen alsof jullie geen belangstelling voor elkaar hebben? Ach - wat dom en wat een zonde van de tijd!' Madalena begon te lachen, vóór ze eraan toevoegde: 'Ik - ik heb mijn man altijd in de waan gelaten dat hij het was die mij nam, terwijl het altijd omgekeerd geweest was. Dat is de wijze waarop de vrouwen de mannen in hun macht hebben; en hoe gemakkelijk is het! Jullie onnozele kinderen!'
'Maar zo is het niet bij.. .'Het onomwonden antwoord dat Trista gereed had, bleef in haar keel steken. Ze begreep dat het allemaal waar was wat haar schoonmoeder zojuist verteld had. Ze had het veel eerder geweten, maar ze had het zichzelf nooit willen bekennen. Ze haatte Blaze niet - ze hield van hem. En wanneer zijn moeder, die haar zoon zo goed kende, zei dat hij van haar hield ... maar had ze het niet altijd geweten? Zelfs wanneer ze hem verwenste, hield ze van hem - de ongelooflijke rotzak! Zij was het tenminste geweest die haar keus gemaakt had.
En waar voor de duivel bevond hij zich op dat ogenblik? Bij Paquita? Of bij de Red River om schetsen te maken? Om doodgeschoten te worden? Waarom was ze zo bloednerveus?
Die middag had ze samen met Madalena en Anthony Davenant een ritje gemaakt en ze had het briesje tegen haar gezicht heerlijk ontspannend gevonden. 'Je weet verdraaid goed met paarden om te gaan! Wat weet je allemaal over vee?'
'Helemaal niets,' antwoordde Trista eerlijk; een reden voor haar schoonvader om haar even in zijn armen te drukken. Hij legde haar daarna uit, dat hij, samen met een aantal veeboeren uit de omgeving, een groot aantal halfgetemde beesten naar de meest nabij gelegen stad ging drijven. Ze betaalden daar veel geld voor eerste klas vlees.
'Hoe zou het met het leger staan ?' vroeg hij verder, terwijl hij haar aankeek op een manier die haar aan zijn zoon deed denken. 'Ik heb gehoord dat ze een tekort aan vlees hebben, hoewel ik het verdom ook maar iets van mijn vee aan die verduivelde yankees te verkopen !'
'Maar wanneer u dat zou doen, dan zou u topprijzen kunnen vangen, is het niet?' antwoordde Trista met een zoetsappige stem, terwijl ze een onschuldig gezicht trok. 'Ik heb begrepen dat de yankees over heel wat geld beschikken.'
Ondanks haar gedurfde opmerking, wist ze een glimlach onder de grijze snor van haar schoonvader te ontlokken.
'Jij hebt lef, is het niet? Dat mag ik wel van een vrouw. Ik neem aan dat je ervan houdt je eigen weg te gaan, hè?'
Die avond hadden ze vroeger dan anders gegeten en ze waren algauw naar bed gegaan - het was alsof iedereen dezelfde onrustige gevoelens had waardoor ze niet in slaap konden komen, dacht Trista. Buiten hoorde ze stemmen en paardenhoeven. Maar het ging haar niet aan wat er buiten gebeurde, dacht ze, toen ze over haar dagboek gebogen zat te schrijven. Opeens keek ze op en zag zichzelf in de kleine spiegel die op haar tafel stond. Kant en zijden linten - haar broekje was van doorzichtig katoen.
'Ik houd ervan om jou voor de verandering eens als vrouw te zien,' had Blaze haar toegeroepen toen hij een merkwaardig uitziend pakje op het bed, dat zij met hem delen moest in de goedkope grens-cantina, geworpen had. Ze waren naar zijn ouders onderweg geweest. 'Hier - ik moet je bekennen dat ik die korte jurk van buckskin, met niets eronder, heel wat aardiger vind. Maar mijn vader is nogal ouderwets en zou zoiets nooit goedkeuren.'
O, ze had gewoon moeten doorgaan met hem te haten - in het bijzonder na de manier waarop hij haar behandeld had; wanneer hij er zin in had gebruik van haar te maken, zonder zich ook maar iets van haar gevoelens aan te trekken - zelfs onder het dak van zijn eigen ouders. En het ergste was, dat ze, op bijna duivelse wijze, iedere maal genoten had van de verschillende manieren waarop hij met haar vrijde.
Het is niet juist en het is niet redelijk dat ik hem, ondanks alles, nog steeds begeer - ondanks het feit dat hij waarschijnlijk nu met een andere vrouw aan het vrijen is, hield Trista zichzelf voor, terwijl ze voor de grote passpiegel aan een van de wanden van haar kamer stond te draaien. Vervolgens zei ze tegen zichzelf, dat ze het heel wat gemakkelijker zou hebben wanneer ze hem uit haar gedachten kon bannen. Het zou gemakkelijker zijn te denken dat hij haar inderdaad om haar erfenis getrouwd had ... niet dat het er ook maar iets toe deed!
Trista liet zich op de witte lakens van haar bed vallen en het liefst was ze gaan huilen, maar ze was er niet toe in staat. Ze voelde opeens de wens in zich opkomen om wijdbeens gezeten op een hengst door de donkere nacht te galopperen. Ze wilde... ze wilde haar dijen spreiden en ze wilde er iets voelen. Het binnendringen van zijn langzame, diepe stoten, die steeds dieper in haar gingen en ...
'Trista! Trista - ik hoop dat je nog wakker bent. Ik zag nog licht onder je deur. Men heeft je nodig - alsjeblieft.'
Het was Madalena, met zachte, maar dringende stem. Blaze! Er moest iets met hem gebeurd zijn. Daarom was ze zo ongedurig geweest. Nee...! Zonder zich om haar kleding druk te maken, wierp ze de deur van haar kamer open, waar ze recht in de donkere ogen van haar schoonmoeder keek.
'Het is niet wat je vreest. Het... er is gevochten en er zijn veel gewonden. Er is geen dokter. Ze komen uit het zuiden, maar ik denk dat jou dat niets uitmaakt. Maar je moet je wel haasten, alsjeblieft! Ik zal je met aankleden helpen ... géén rokken, hè? Je zult het best leuk vinden om weer eventjes een man te zijn.'
Trista vernam dat er een veldslag bij Sabina Crossings plaatsgevonden had. Ze haastte zich gemakkelijke kleding bij elkaar te zoeken, terwijl Madalena haar haar opstak, zodat het Trista niet in haar werk zou belemmeren. Vanzelfsprekend zou ze geen uniform dragen. Ze was tenslotte arts en het was haar zaak niet aan welke zijde de gekwetste en gewonde mannen gevochten hadden. Ze haatte slechts de oorlog en de gevolgen daarvan.
Er bevonden zich ook gewonde Unionisten tussen de massa verminkte, stervende en bijna dode mannen. En het leek alsof er in de verre omtrek geen dokter te bekennen was. Haar schoonmoeder hield haar voor, dat het haar plicht was om te helpen en ze bood aan - ondanks dat haar man haar dit verboden had - Trista te vergezellen.
'Je lijkt me een beetje jong voor een dokter. Ik heb heel wat mannen die er erg slecht aan toe zijn - hoewel we die verdomde yankees behoorlijk op hun sodemieter hebben gegeven!'
'Generaal - het spijt me dat ik mijn doktersbul in de haast vergeten ben mee te brengen! Ik had begrepen dat de nood erg hoog is. Waar zijn ze?'
Generaal Taylor was kennelijk niet gewend dat hij op bruuske wijze geantwoord werd. Hij trok zijn wenkbrauwen samen - op de wijze waarop hij heel wat van zijn officieren en manschappen de schrik op het lijf had weten te jagen. Maar, verdomme nog aan toe, hij zat om een arts te springen - jong of niet.
Er was geen tijd om te aarzelen of om na te denken. Trista, die het vroeger normaal had gevonden over alle mogelijke medische instrumenten en geneesmiddelen te kunnen beschikken, vond wat hier aanwezig was uiterst povertjes. Er was zelfs nauwelijks verband!
'Ik zal me eerst met de meest urgente gevallen bezighouden - en het doet er voor mij niet toe welke huidkleur ze hebben of tot welke partij ze behoren. Ik ben er om zoveel mogelijk mensen te genezen. Ik heb geen enkele voorkeur, voor welke groepering dan ook, in deze wrede, nutteloze oorlog!'
'Wanneer je onder mijn bevel stond, jongeman, dan zou ik je voor deze brutale opmerkingen laten afranselen - ik zou je voor de krijgsraad slepen!' was het grommende antwoord van de generaal.
'Maar ik sta nu eenmaal niet onder uw bevel. Alstublieft, stel mij in staat mijn werkzaamheden uit te oefenen. U hebt er toch om gevraagd?'
Door net te doen alsof ze zijn heetgebakerd humeur negeerde, had ze de generaal klein gekregen. En door zichzelf te dwingen vooral niet te denken aan andere zaken, ging ze vlot en efficiënt aan de arbeid waarvoor ze gestudeerd had.
Vele, vele uren later, nadat ze de meest urgente gevallen behandeld had - amputaties had moeten verrichten, wonden had moeten verbinden en bloedvergiftigingen had kunnen verhinderen - viel ze uitgeput in slaap. Maar het was geen rustige slaap. Ze droomde over het onzinnige, nutteloze schaakspel dat oorlog heette waarin frisse, nog veel te jonge mannen óf voor het leven verminkt of, nog erger, gedood werden. Maar, dankzij God en haar kennis, opgedaan aan de Ecole de Médicine had zij veel leed kunnen verzachten.
Om de een of andere reden bleek generaal Taylor de volgende ochtend op de hoogte te zijn van het feit dat ze een vrouw was. Slechts om die reden had hij haar niet in zijn leger 'ingedeeld' om gedwongen verder met hem mee te trekken.
'Verdomme! Ik had het kunnen weten! Waarom kunnen jullie vrouwen niet gewoon thuis zitten ? Een vrouwelijke dokter - niet dat je geen behoorlijk werk verricht hebt; dat is te zeggen: voor een vróuw, maar ...' Generaal Taylor was in een van zijn buien die als gevolg hadden dat zijn ondergeschikten hem liever uit de weg gingen, maar Trista, die niet wist dat er van haar verwacht werd dat ze voor hem in het stof zou kruipen, haalde haar schouders op en maakte haar haar los. Het kon haar niet schelen wat hij allemaal te zeggen had.
'Het spijt me, generaal, maar ik meende dat u om een dokter verlegen zat, en toevallig ben ik gepromoveerd aan een van de beste en meest gerespecteerde medische faculteiten van Europa - uiteraard door me als een man voor te doen!' Ze keek hem tartend en bijna uitdagend aan en ze deed alsof ze zijn fronsende wenkbrauwen niet zag. Hij kon zijn mannen misschien wel bang maken, maar haar helemaal niet; nu hij wist dat ze een vrouw was!
'En, hoe voor de duivel, weet ik of je al dan niet een spionne voor de Unionisten bent? Geef me daar maar eens antwoord op, juffertje!' Het gelaat van de generaal was vuurrood geworden en zijn stem was gaan bulderen.
'Waarom denkt u dat ik hier ben ? Zoals ik u al vertelde, generaal, ben ik arts ... en ik ben hier gekomen om levens te redden.'
Hij wees beschuldigend naar haar en zijn gelaat was angstaanjagend blauw geworden, is dat zo? Kon je geen man krijgen, omdat je liever onvrouwelijke wegen bewandelt? Je komt me voor als een Noordelijke afschaffer van de slavernij - ik ben geen man die doekjes om zijn woorden windt - madam.'
'Hoe bewonderenswaardig! Vooreen man tenminste! Werkelijk, generaal, u verbaast me. Op een akelige manier, zou ik eraan willen toevoegen. Hoewel ik, nadat mijn arme moeder weduwe was geworden, in Californië ben opgegroeid, heb ik mij nooit van mijn wortels kunnen ontdoen. Ze was overigens de vrouw van een Villarreal uit Louisiana, weet u? En ik ben toevallig getrouwd met majoor Farland Amerson - een heer uit Virginia. Misschien hebt u wel van hem gehoord, meneer?'
Trista dacht dat ze tóch een grootse carrière als toneelspeelster was misgelopen, toen ze zag dat het gelaat van de generaal alle kleuren van de regenboog aannam, vóór hij zichzelf weer in de hand kreeg en haar vertelde dat hij geen gebruik van haar verdere diensten zou maken. Hij zou erop toezien dat ze de volgende ochtend naar haar vrienden in Texas kon vertrekken.
'Meneer - ik dank u! En wanneer ik als een dame reis, zal ik, naar ik hoop, begeleid worden? Of zal ik maar net blijven doen of dat de dokter een man is ... ? Van vrouwen verwacht men nu eenmaal niet dat ze knap en sterk genoeg zijn om als arts te fungeren.'
Ze was moe en gespannen - en het deed haar pijn dat ze niet iedereen genezen had en dat ze sommigen niet van de dood had kunnen redden. Wat had haar eigenlijk bewogen om zo vrijpostig en brutaal een generaal tegemoet te treden, die bekend stond om zijn slechte humeur. Hij had een wrede mond onder een scherp gelijnde, hoekige neus - waarom had ze dat gelaat van een potentiële dictator niet onmiddellijk herkend?
'Je hebt de tong van een kat - je bent nauwelijks een gerespecteerde dame. Dokter of geen dokter - je woorden en gedragingen doen niet onder voor de eerste de beste gewone soldaat - en ik ben er zeker van dat je behandeld zou moeten worden als zulke vrouwen verdienen. Is dat misschien de reden dat je me hier staat te treiteren en te treuzelen - ook al heb ik het duidelijk gemaakt dat ik je verder niets meer heb te zeggen?'
'Zo! Dus ik treiter u, meneer, ondanks mijn mannelijk voorkomen en gedrag? Ik heb mijn best gedaan mij in te houden; en het kan me geen donder schelen of u me al dan niet gelooft! Ik kwam hier slechts ... om ... levens te redden en om pijnen te verzachten ... O.. .o.. .verdómme. Ik dacht dat het me mogelijk was mijn tranen in te houden ... en de duivel hale u, generaal, dat u mij nu aan het huilen maakt; generaal of geen generaal! Het kan me geen donder schelen wat u met me doet. Het zal uw mannelijke trots wel goed doen dat u me zo kleineert. Hoe vaak heb ik niet gewenst niet als vrouw geboren te zijn ...!'
Ondanks haar krachtsinspanningen, kon Trista haar tranenvloed niet tegenhouden.
'Je bent hysterisch, madam\' gromde de generaal, vóór hij eraan toevoegde: 'dat is nu eenmaal typerend voor een vrouw!' Nu hij haar weekheid gevonden had, werd zijn stem iets zachter, toen hij vervolgde: 'Ik twijfel er niet aan dat je met de beste bedoelingen bezield bent... maar waarom kennen de vrouwen hun plaats niet? Zich als man vermommen en zich in kleine ruimten met louter mannen bevinden; dat is toch niets voor een behoorlijke vrouw?
Dokter of geen dokter - in het bijzonder wanneer ze getrouwd is met een heer en een officier uit het Zuiden!' Terwijl hij zijn keel schraapte, vroeg generaal Taylor opeens bruusk: ik neem wel aan dat je getrouwd bent. Eén van die geheime, overhaaste oorlogshuwelijken zeker? En je stamt af van een oude familie in Louisiana, hè? Wel, wanneer je bereid bent me een normaal antwoord te geven op mijn vragen, zullen we wel het een en ander voor je kunnen bedenken. Intussen zal ik eens gaan kijken of ik iets van dameskleding kan opscharrelen, maar een wacht zal je moeten bewaken, wil je niet de kans lopen gemolesteerd te worden!' Voor zijn doen had hij er zacht mompelend aan toe gevoegd: 'We zullen wel zien - hmm ? We zullen wel zien!' Toen werd zijn stem weer streng, toen hij zei: 'Maar vergeet niet dat je, totdat ik het sein geef dat je kunt inrukken, onder mijn bevel staat. Denk eraan: onder mijn bevel!'
En wat hield dat in? Maar nu - uitgeput en huilend - kon het Trista niet veel schelen!
Ze aanvaardde het aanbod om met de generaal 'een of twee glazen wijn te drinken - om alles te vergeten en te vergeven'. En ... ze was hem zelfs dankbaar dat hij haar aanbood van zijn bad, dat een van de manschappen in gereedheid had gebracht, gebruik te maken.
ik ... nou, daar voel ik wel iets voor. Maar niet, wanneer...'
'Mijn beste madam - nu ik wéét dat u dat bent - hoop ik dat u in gedachten zult houden dat ik een Zuidelijke heer en officier ben!'
Dat mag ik hopen, dacht Trista. Ze had het gevoel alsof al haar krachten uit haar lichaam stroomden en ze was zelfs te moe om het zoveelste glas wijn dat hij haar aanbood te weigeren - of om te protesteren, toen ze tot de ontdekking kwam dat hij haar in de kleine badkuip gezelschap hield.
'U bent géén heer, meneer!' herinnerde ze zich dat ze hem met onvaste stem gezegd had. Wat hij antwoordde, herinnerde ze zich niet precies meer.
'Maar jij bent ook geen echte dame, liefje. Dat is een duidelijke zaak, is het niet ?' Had ze zich slechts verbeeld dat hij er wat later aan toevoegde: 'Hoewel - als je bent wat je zegt te zijn, en als je bent wie je zegt te zijn - dan zou je, deze keer als vrouw, je loyaliteit aan de Zuidelijke Zaak kunnen betuigen. Je zou van dienst kunnen zijn - zonder je iets aan te trekken van welke moraliteit dan ook! Hier, nog een beetje wijn!'
Had zijn oppasser naar alles zitten kijken - wat er allemaal gebeurd was ... misschien dat er wat gebeurd was, maar ze kon het zich niet meer herinneren. Of ze wilde het niet. Dat was toch veel aangenamer?
Wat er ook gebeurd was - of wat niet (zoals ze hoopte); de generaal sprong opeens druipend uit het bad en vertelde haar dat hij besloten had haar met zich mee te nemen; alsof hij haar daar een plezier mee deed!
De volgende ochtend, nog heel vroeg, werd ze door een soldaat gewekt, die haar beval - beval - 'in looppas, alstublieft... eh ... meneer!' bij de tent van de generaal aan te treden. (Naar de duivel met die grijnzende soldaat en naar de hel met de generaal!) Met schaamte moest Trista zichzelf bekennen, dat ook zij een beetje bang geworden was voor de toorn van generaal Taylor en diens plotseling opkomende woedeaanvallen, waarbij hij tot alles in staat was.
'Maak je maar niet bezorgd, poesje - ik heb inmiddels een van mijn betrouwbaarste koeriers opgedragen een boodschap aan die vrienden van je in Texas te bezorgen. Ze zullen deze in de loop van de nacht ontvangen. Aangezien ze loyale aanhangers van de Zuidelijke Staten zijn, zullen ze er ongetwijfeld begrip voor hebben, dat ik je overgehaald heb hier te blijven. Zo, wel, nu we in bad zijn geweest, lijkt het me beter dat je wat gaat slapen, want we moeten morgen vroeg uit de veren!'
Dat was de wijze waarop hij haar afgelopen nacht had laten 'inrukken' - en nu, terwijl ze het gevoel had helemaal niet geslapen te hebben, werd ze bevolen om 'in looppas' opnieuw zijn gezelschap op te zoeken. Wat ging er nu weer gebeuren?
Zou ze als man of als vrouw gaan? Deed het er iets toe? Intussen hoorde ze de vertrouwde geluiden van mannen, die zich gereed maakten om weer op te trekken - zonder twijfel op weg naar een nieuwe veldslag ... maar deze keer, toen ze met onhandige vingers haar haar bij elkaar bond en opstak, voelde ze zich merkwaardig gespannen. Ze was ... nee, niet bang, maar... bezorgd.