38

 

Een FBI-agent reed met Ashley rechtstreeks van Murder for Fun naar Seattle-Tacoma International Airport, waar vandaan ze door een FBI -vliegtuig naar Portland werd gebracht. Daar stonden Delilah Wallace en Larry Birch klaar met een auto. Terwijl ze terug naar Portland reden, vertelde Delilah Ashley dat Randy Coleman was aangehouden in verband met de aanslag bij Sunny Rest. Ashley had moeite om zich op de details van de arrestatie te concentreren en hoorde maar half wat de aanklager zei. Ze was na haar confrontatie met Miles Van Meter volkomen leeg, emotioneel aan het eind van haar Latijn en fysiek helemaal uitgeput. Ashley wilde dat ze in hun grote bed dicht tegen Jerry aan kon kruipen en de hele nacht ongestoord kon slapen, maar ze moest eerst nog iets anders doen.

Even voor middernacht parkeerde Larry Birch zijn ongemarkeerde auto voor het landhuis van de familie Van Meter. Na twee keer bellen ging het licht aan. Een paar tellen later deed een slaperig dienstmeisje in nachtjapon en kamerjas de voordeur open. Birch liet even zijn legitimatie zien. Het dienstmeisje keek hem niet-begrijpend aan.

'We moeten even met mevrouw Van Meter praten,' zei Birch.

'Mevrouw Van Meter slaapt.'

'Wie is daar, Angela?' riep Casey van boven aan de trap. Ze droeg een blauwe zijden kamerjas over haar nachtjapon. Delilah duwde het dienstmeisje opzij en ging naast een van de antieke harnassen aan de voet van de trap staan.

'Ik ben het, Delilah Wallace. Ashley is hier ook.'

'Wat is er aan de hand?' vroeg Casey. 'Het is midden in de nacht.'

'Dat weet ik, en het spijt me dat we u op dit uur lastig vallen, maar er is iets ergs met Miles gebeurd en dat wilden we u liever persoonlijk komen vertellen. Kunnen we even ergens praten?'

'Wat is er gebeurd? Vertel het me maar,' zei Casey toen ze in de bibliotheek hadden plaatsgenomen, waar Delilah vele jaren geleden met Miles en Henry Van Meter kennis had gemaakt. Casey was op de sofa gaan zitten en Ashley nam naast haar plaats. Delilah en Larry Birch zaten ieder in een leunstoel tegenover de sofa.

'Laat mij het woord doen, Delilah,' zei Ashley. 'Ik kan het haar het beste vertellen. Ik ben haar dochter. Miles is mijn oom.'

'Me wat vertellen?' zei Casey. Ze keek beurtelings naar Ashley en Delilah. Ashley draaide zich opzij zodat ze Casey aan kon kijken. Ze zaten vlak naast elkaar.

'Miles is gearresteerd,' zei Ashley. 'Joshua Maxfield heeft mijn vader en Tanya Jones niet vermoord. Miles is de dader.'

Casey schudde ongelovig haar hoofd. 'Dat is belachelijk.'

'Ik weet dat je het moeilijk kunt geloven,' zei Delilah, 'maar je broer is een seriemoordenaar.'

Casey schoot in de lach. 'Ik weet niet wie jullie dat heeft wijsgemaakt, maar... Dat is gewoon krankzinnig. Miles is geen moordenaar.'

'Hij is het slachtoffer geworden van zijn eigen ijdelheid,' zei Ashley. 'Herinner je je dat boek nog dat Joshua Maxfield had geschreven?'

Casey knikte.

'In het huisje van Maxfield lag een kladversie van dat boek. Het blijkt nu dat niet Joshua, maar Miles de auteur daarvan is. Als hij er een uitgever voor had kunnen vinden, zou hij over zijn daden hebben kunnen opscheppen zonder gevaar te lopen te worden gearresteerd. Hij had Maxfield ingeschakeld om het voor hem te redigeren. Maar Joshua had last van writer's block en kon geen nieuw verhaal bedenken. Hij heeft het boek van Miles herschreven. Hij heeft de kladversie geplagieerd.'

Casey verstijfde. Ze zat met haar handen samengeknepen in haar schoot. Haar rug was kaarsrecht. 'Daar geloof ik niets van.'

Ashley boog zich voorover en legde een hand op Caseys knie. 'Het is wel zo. Miles' vingerafdrukken zijn overal op de kladversie aangetroffen. Ze hebben het huis van Miles doorzocht. In zijn studeerkamer lag een brief van Joshua, waarin hij Miles afraadde om een uitgever te zoeken.'

Ashley sloeg haar ogen neer. 'Ze hebben ook dingen van de slachtoffers gevonden die Miles had meegenomen. Ze... Het broekje van Tanya Jones lag...'.

Ashleys adem stokte en ze kon niets meer zeggen. Caseys mond viel open. Ze schudde weer met haar hoofd.

'Maar hoe kan dat? Dat zou ik toch geweten moeten hebben.'

'Je hoeft jezelf geen verwijten te maken, Casey,' zei Delilah. 'Miles heeft ons allemaal voor de gek gehouden.'

'Maar hij is mijn broer.' Casey haalde diep adem terwijl ze haar emoties in bedwang probeerde te houden.

'Maar we hebben nog één probleem,' zei Larry Birch. 'Hopelijk kunt u ons helpen om dat op te lossen.'

Casey richtte nu haar aandacht op de rechercheur.

'We weten dat Joshua Maxfield niet de moordenaar van Ashleys vader en Tanya Jones is,' zei Delilah. 'En dat zijn enig mogelijke motief om Terri Spencer te vermoorden, was dat hij wilde voorkomen dat zij de politie iets over zijn boek zou vertellen. Maar hij had dat boek niet geschreven, en dus had hij ook geen motief voor de moord op mevrouw Spencer.'

'We weten ook dat Miles op het moment dat de aanslag op u en Terri werd gepleegd in New York was,' zei Birch. 'We hebben met de beide advocaten van Brucher, Platt & Heinecken gesproken, met wie hij samen naar New York was gereisd. We zijn er honderd procent zeker van dat Miles op de dag dat mevrouw Spencer werd vermoord niet in Oregon was.'

'En dat is dus ons probleem,' zei Delilah. 'Als Miles of Joshua Maxfield mevrouw Spencer niet vermoord heeft, wie dan wel?'

Casey verstijfde even en hief toen haar handen in de lucht. 'Joshua moet de dader zijn. Hij stond naast Terri's lijk.'

'Maar heb je gezien dat hij Terri Spencer neerstak?' vroeg Delilah op vriendelijke toon.

Casey aarzelde. Ze schudde ontkennend haar hoofd. Het leek of de vragen haar in de war brachten.

'Nee, dat heb ik niet gezien. Hij stond daar enkel. Ik nam aan dat... O, god... Wat vreselijk.'

'Toen we eenmaal wisten dat Joshua Maxfield onschuldig was, hebben we Randy Coleman opgepakt in verband met de aanslag bij Sunny Rest,' zei Delilah. 'Joshua heeft verklaard dat hij iemand die erg op Randy Coleman leek uit het botenhuis heeft zien wegrennen. Denk je dat Coleman Terri Spencer vermoord kan hebben? Maxfield dacht dat hij jou wilde vermoorden en dat Terri alleen maar op het verkeerde moment op de verkeerde plaats was. Wat denk jij daarvan?'

Casey leek te worstelen met haar eigen schuldgevoelens. Ze staarde handenwringend voor zich uit.

'Ik heb iets vreselijks gedaan,' fluisterde ze ten slotte.

'Wat heb je dan gedaan, mama?' vroeg Ashley.

Casey raakte van streek toen Ashley haar met 'mama' aansprak. 'Je moet me goed begrijpen. Ik twijfelde er niet aan dat Joshua Terri en Ashleys vader had vermoord. Ik wist ook dat hij geprobeerd had om mij te vermoorden. En Miles zei...'

'Wat zei Miles, Casey?' drong Delilah aan.

Casey slikte moeizaam. Ze maakte een wanhopige indruk. 'Weet je dat ik, nadat ik was bijgekomen uit mijn coma, dokter Linscott heb gevraagd om Miles te laten komen? Hij was mijn eerste bezoek.'

Delilah knikte.

'Miles heeft me verteld wat er gebeurd was terwijl ik in coma lag. Hij zei dat iedereen wist dat Joshua het huis van Ashley was binnengedrongen en Norman en die tiener had vermoord. Hij zei ook dat Joshua daarna nog twee keer had geprobeerd om Ashley te vermoorden, nadat zijn eerste poging was mislukt. Hij zei dat Joshua Terri had vermoord. Ik vertelde hem dat ik Randy gezien had, maar hij zei dat ik me vergist moest hebben, en dat ik moest zeggen dat Joshua Terri had vermoord.'

'Wat heb je tegen Miles over Randy Coleman gezegd?' vroeg Delilah.

Casey keek Delilah aan. Het leek of ze op het punt stond in tranen uit te barsten. 'Ik wilde niet liegen. Miles zei dat ik moest zeggen dat het Joshua was, omdat Joshua anders zou worden vrijgesproken. Maar ik heb Randy die avond wel degelijk gezien. Ik zag hem het botenhuis uitkomen vlak voordat ik naar binnenging.'

'Weet u dat heel zeker?' vroeg Larry Birch.

Casey knikte. 'Ik weet dat ik iets had moeten zeggen, maar Randy was mijn man en Miles...' Ze sloeg haar ogen weer neer.

'Dus je hebt vlak voordat je naar binnen ging en daar het lijk van Terri Spencer aantrof Randy Coleman het botenhuis zien verlaten?' vroeg Delilah.

'En omdat hij je man was en je nog steeds iets voor hem voelde, besloot je om daarover te zwijgen?'

Casey knikte.

'Dan hebben we weer een probleem,' zei Delilah. 'Weet je, Joshua Maxfield zegt namelijk dat hij dat verhaal heeft verzonnen. Hij beweert nu dat hij niemand uit het botenhuis heeft zien komen nadat hij die kreten had gehoord. Er was daar niemand - behalve jij.'

Casey keek Delilah, Birch en Ashley beurtelings met grote ogen aan. Ze keken haar alledrie oplettend aan.

'En dan is er nog iets, mevrouw Van Meter,' zei de rechercheur. 'Nadat Miles was gearresteerd, hebben we even met hem gepraat. Weet u wat hij zei?'

Casey staarde de rechercheur aan.

'Hij zei dat u Terri Spencer heeft vermoord.'

'Nee, nee. Dat kan niet. Dat zou Miles nooit hebben gezegd,' hield Casey vol.

Er verscheen een droevige glimlach op Delilahs gezicht. 'Je moet wel heel veel van je broer houden.'

Casey reageerde niet.

'Ik heb met je te doen,' zei Delilah. 'Misschien is dat ten onrechte -je bent een koelbloedige moordenares - maar toch is het zo. Ik had ook een broer. Hij is nu dood, maar toen hij nog leefde hield ik ook heel veel van hem. En dat doe ik nog steeds. Mensen doen uit liefde soms de gekste dingen.'

Casey luisterde niet meer. Haar gezicht verried geen enkele emotie.

'Ik denk dat je nu je hart in je keel voelt bonken, net zoals die keer dat Terri Spencer je vertelde dat ze Joshua Maxfield verdacht,' zei Delilah. 'Je wist dat je broer bezig was met een boek over zijn misdaden. Je wist dat je snel moest handelen om Terri het zwijgen op te leggen. Je wilde niet dat de politie iets over haar verdenkingen te weten zou komen, want je was bang dat ze met Maxfield zouden gaan praten en dat die zou bekennen dat hij het boek van je broer had geplagieerd. Als je met Miles had gesproken, zou hij je hebben verteld dat hij het boek anoniem aan Maxfield ter beoordeling had gestuurd, maar je kon hem niet bereiken. Je raakte dus in paniek. Je lokte Terri naar het botenhuis en besloot haar te vermoorden zodat ze er verder met niemand over kon praten.'

'Is het zo niet gegaan, mamaï vroeg Ashley koeltjes.

'Dat zijn allemaal verzinsels,' zei Casey. 'Zo was het helemaal niet.'

'Toen je over het lichaam van mevrouw Spencer stond gebogen, kwam Maxfield binnen,' ging Delilah verder, zonder zich aan de interruptie te storen. 'Je pakte het mes weer beet. Om hem in de war te brengen, riep je "Moordenaar!" En dat was de kreet die Ashley hoorde toen ze naar het botenhuis liep. Zo was het toch, Casey, jij was toch degene die iets naar Maxfield riep?'

'Dat zeggen jullie,' antwoordde Casey. 'Ik blijf bij mijn verhaal.'

'Je hoopte dat Maxfield bij het zien van Terri's lichaam zo geschokt zou zijn dat hij geen vin meer kon verroeren en dat jouw kreet hem zou doen verlammen, zodat je hem ook kon vermoorden. Maar hij is een ervaren vechtsporter, en hij reageerde in een reflex. Hij kon het mes afweren en sloeg je tegen de grond. Arme Joshua. Hij heeft nooit kunnen vermoeden dat jij mevrouw Spencer had vermoord. Hij voelde zich zo schuldig om wat hij gedaan had dat het nooit in hem is opgekomen dat jij de dader zou kunnen zijn. En toen je in coma lag, werd er nota bene door iedereen alleen maar in lovende bewoordingen over je gesproken. Je had ons allemaal voor de gek gehouden. We dachten dat jij een van de slachtoffers was.'

'Dat was ik ook. Ik heb Terri Spencer niet vermoord.'

Delilah zuchtte. 'Ik vind dat we het maar aan een jury moeten overlaten om daarover een uitspraak te doen. Je kunt natuurlijk een proces ontlopen en jezelf een dienst bewijzen door tegen Miles te getuigen.'

Er verscheen een harde trek op Caseys gezicht. Ze keek Delilah recht in de ogen.

'Dat zal ik nooit doen.'

'Dan krijg je het nog moeilijk. Weet je dat in het door Maxfield gekopieerde manuscript van je broer een hoofdstuk voorkomt waarin de vriendin van de moordenaar hem helpt een lifter te martelen en te vermoorden? Daar krijgt ze voor het eerst de smaak van bloed te pakken. En er is nog een hoofdstuk, waarin de twee een huis binnendringen, een gezin vermoorden en als iedereen dood is met elkaar naar bed gaan.

'Het gerechtelijk laboratorium in Connecticut heeft op de plaats van een van de misdrijven schaamharen aangetroffen in het bed in de logeerkamer. Ze dachten dat die van het slachtoffer waren. Ik vraag me af wat DNA-onderzoek nu aan het licht zou brengen.'

Casey ging hier niet op in, maar dat had Delilah ook niet verwacht.

'Henry was vroeger een wrede, hardvochtige man,' zei Delilah. 'Ik vermoed dat er tussen jou en je broer een ongewoon sterke band is ontstaan om zijn wreedheden het hoofd te kunnen bieden. Denk maar eens aan de wrede aanslag op Norman Spencer, nadat Miles erachter was gekomen dat jij zwanger van hem was. En aan al die tienermeisjes die hij verkracht en vermoord heeft. Denk je niet dat hij op die manier probeerde zijn fantasieën uit te leven die hij over seks met jou had?'

'Dat is walgelijk,' zei Casey. Ze keek Delilah woedend aan. Ashley was bang dat ze de aanklager vermoord zou hebben als ze een wapen had gehad.

Delilah haalde haar schouders op. 'Ik heb rechten gestudeerd, en geen psychologie. Maar ik denk dat Freud zijn vingers zou aflikken als hij het verhaal van jou en je broer hoorde over de verwrongen verhoudingen binnen jullie gezin, waardoor je een ongewoon sterke band met je broer kreeg. Wat trouwens zou verklaren waarom je niet over hem wilde praten. Maar aan de andere kant is het toch wel gek dat hij het er steeds over had dat hij euthanasie op je wilde laten plegen toen je in coma lag.'

Caseys gelaatstrekken verslapten heel even.

'Henry heeft dat zo lang hij nog leefde kunnen tegenhouden,' zei Ashley. 'Toen hij stierf, diende Miles een verzoek in om tot je voogd te worden benoemd. Hij stak nooit onder stoelen of banken dat hij, zodra hij de bevoegdheid daartoe had, de apparatuur waarmee je in leven werd gehouden zou laten uitschakelen. Coleman wilde ook dat je zou sterven. Ik was de enige die wilde dat je in leven bleef.'

'Dat geloof ik niet.'

'Toch is het zo,' zei Ashley. 'Miles wilde koste wat kost van je af. Jij was de enige die wist dat hij een moordenaar was. Hij wist niet wat jij zou gaan zeggen als je weer bij kennis kwam. Hij kon niet het risico lopen dat je zou gaan praten.'

Ashley rechtte haar schouders en keek Casey Van Meter lang en nadrukkelijk aan. 'Hij gaf net zo min om je als ik.'