27

 

Eric Swoboda was het enige nieuwe lid van het groepje dat op de ochtend dat Casey weer bij kennis was gekomen in Sunny Rest had vergaderd.

'Ik ga nu, net als de vorige keer, weer een paar regels vaststellen voor het bezoek aan mevrouw Van Meter,' sprak dokter Linscott. 'Er mogen maar een paar mensen bij haar naar binnen. Ik wil niet dat mijn patiënt overstuur raakt en zeker niet als er vragen gesteld gaan worden over een zeer traumatische gebeurtenis. Mevrouw Wallace is hier namens het Openbaar Ministerie en de heer Swoboda als advocaat van de verdachte. Mevrouw Wallace wil dat er ook een van de politiemensen die aan de zaak werken bij aanwezig is. Ik geef dus rechercheur Birch toestemming om mee naar binnen te gaan. Meer bezoek kan ik op dit moment niet toestaan.'

'De heer Coleman is mevrouw Van Meters echtgenoot,' zei Anthony Botteri. 'Op een moeilijk moment als dit moet hij toch zijn vrouw tot steun kunnen zijn.'

'Als we getuigen ondervragen over een moordzaak laten we daar nooit familieleden bij,' zei Delilah tegen Colemans advocaat.

'Maar u heeft Miles Van Meter ook bij haar gelaten en...'

Dokter Linscott stak zijn hand op. 'Meneer Botteri, mijn patiënt had speciaal om het bezoek van haar broer gevraagd. De vorige keer reageerde ze erg negatief toen uw cliënt haar kwam bezoeken. Ze heeft uitdrukkelijk verzocht om de heer Coleman niet in haar kamer toe te laten.'

'Ze is erg in de war, dokter,' zei Randy Coleman. 'Ze is net bijgekomen na een coma van vijf jaar.'

'En daar is ze nog steeds niet volledig van hersteld. Daarom mogen alleen de mensen die ik net genoemd heb bij haar naar binnen.'

Dokter Linscott keek naar de rechercheur, de advocaat en de plaatsvervangend aanklager. 'Als er ook maar de geringste tekenen zijn dat zich problemen voordoen, maak ik onmiddellijk een eind aan het gesprek. Is dat duidelijk?'

Delilah, Eric Swoboda en Larry Birch knikten ten teken dat ze het daar mee eens waren, waarna dokter Linscott met hen de vergaderzaal uit liep.

 

De televisie stond aan. Casey lag nog altijd in bed, maar ze draaide deze keer haar hoofd naar de deuropening toen dokter Linscott de kamer binnenkwam. Ze had wat meer kleur op haar gezicht gekregen en ze maakte een levendiger indruk.

'Goedemorgen, Casey,' zei de arts.

'Goedemorgen,' antwoordde ze.

'Ik heb een paar mensen meegebracht die even met je willen praten. Denk je dat je bezoek aankunt?'

Casey zette de televisie uit. 'Ik ben blij dat er bezoek is. De hele dag alleen maar televisiekijken gaat me ontzettend vervelen.'

'Dit is Delilah Wallace, plaatsvervangend openbaar aanklager van Multnomah County,' zei dokter Linscott. 'En dit is Larry Birch. Hij is een van de rechercheurs die mevrouw Wallace bij een onderzoek assisteren. En dit is Eric Swoboda, de advocaat van iemand die daar nauw bij betrokken is.'

'Gaat dit over mij, over hoe ik hier terecht ben gekomen?' vroeg Casey.

De snelheid waarmee Casey het doel van hun bezoek wist in te schatten was voor Delilah reden tot vreugde. De vrouw in het bed was in staat om snel te denken en leek ook verder goed bij haar positieven te zijn. Dat zou het voor Swoboda lastig kunnen maken als hij aan wilde voeren dat Caseys herinnering door haar coma was aangetast.

'Precies, mevrouw Van Meter,' antwoordde Delilah. 'Daarom ben ik ook hier, om met u te praten over de aanslag waardoor u in coma bent geraakt. Denkt u dat u in staat bent om daarover een paar vragen te beantwoorden?'

Casey maakte opeens een uiterst vermoeide indruk. Ze deed haar ogen dicht en leunde achterover op haar kussen.

'Mevrouw Van Meter?' vroeg Delilah, die zich zorgen maakte over de plotselinge verandering.

Casey sloeg haar ogen open. 'Het is beter om dit maar achter de rug te hebben.' Het klonk alsof ze zich erbij had neergelegd dat ze over het voorval in het botenhuis moest praten.

'Weet u dat zeker?' vroeg Delilah. 'We willen niets doen waar u mogelijk schade van ondervindt.'

Casey keek Delilah aan. De vastberaden blik in haar ogen nam alle twijfel weg. 'Stel uw vragen maar,' zei ze. De aanklager voelde dat Casey over een innerlijke kracht beschikte, wat een goed voorteken was als ze straks voor de rechtbank zou moeten getuigen.

'Het is, denk ik, het beste dat ik u gewoon vraag te vertellen wat u zich nog herinnert van de avond waarop u buiten kennis bent geraakt.'

Casey wilde iets te zeggen, maar na een paar woorden zweeg ze. Ze werd bleek en sloeg haar handen voor haar gezicht.

'Casey?' vroeg dokter Linscott.

Ze schudde met haar hoofd, alsof ze een vreselijke droom van zich af wilde schudden en haalde diep adem.

'Het gaat wel weer,' stelde Casey de arts gerust.

'Is Terri Spencer dood?' vroeg Casey aan Delilah.

'Ja, mevrouw,' antwoordde Delilah. Ze probeerde haar opwinding te onderdrukken. Van Meter kon het zich allemaal herinneren! Dit was de laatste nagel aan Joshua Maxfields doodskist!

Casey haalde weer diep adem. 'Ik hoopte dat... Maar op de een of andere manier wist ik dat ze het niet had overleefd. Het is mijn schuld. Als ik haar niet had gevraagd om naar het botenhuis te komen zou ze nu nog in leven zijn.'

Delilahs hart begon sneller te kloppen. 'Wie heeft Terri vermoord, mevrouw Van Meter?'

Casey keek haar aan. Het leek of de vraag haar verbaasd had. 'Joshua Maxfield natuurlijk. Maar dat wist u toch al?'