1
Ashley Spencers jeugd eindigde op de avond dat haar vader stierf; het ogenblik voordat ze in slaap viel, beleefde ze voor de laatste keer pure vreugde. Ashley en haar beste vriendin, Tanya Jones, waren nog steeds opgewonden na hun 2-1 overwinning op Oswego FC, dat altijd een van de sterkste teams van Oregon was geweest. De meisjes hadden allebei een doelpunt gescoord en de overwinning bood hun team een kans om bij de titelwedstrijd om het kampioenschap van Oregon als eerste geplaatst te worden. Voordat ze naar bed gingen, hadden ze eerst nog een video bekeken, en daarna nog tot even na enen in het donker liggen praten. Toen Tanya in slaap viel, deed Ashley haar ogen dicht en zag in gedachten haar doelpunt weer voor zich, een kopbal die keihard de doelverdedigster van Oswego, die ook in het eerste team van Oregon speelde, gepasseerd had. Ze viel met een glimlach om haar lippen in slaap.
Ashley had geen idee hoe lang ze had liggen slapen toen ze wakker werd van een plotselinge beweging aan Tanya's kant van het bed. Tanya zat rechtop in bed. Ze keek naar de deuropening. De deur van de slaapkamer stond open. Ashley was slaapdronken en wist ook niet helemaal zeker of ze wakker was, maar ze meende toch dat ze iemand — een man - op Tanya af zag komen lopen. Ze stond op het punt iets te zeggen toen ze Tanya hoorde kreunen en zag dat haar vriendin in elkaar zakte en op de grond viel. Toen Ashley uit bed sprong, draaide de man zich om en stak zijn arm uit, alsof hij een schermduel wilde beginnen. Ashleys spieren trokken samen toen ze een elektrische schok kreeg. Ze viel zijlings op het bed. Ze was volkomen van de kaart en niet in staat om haar lichaam in bedwang te houden. Ze kreeg een keiharde vuistslag op haar kaak en verloor bijna het bewustzijn.
Op dat moment verscheen aan de andere kant van het bed het hoofd van Tanya. In minder dan geen tijd besprong de indringer haar. Ashley zag zijn vuisten en benen bewegen. Tanya kwam weer op de vloer terecht, waar Ashley haar niet kon zien. De man stond nu met een grote rol grijs plakband in zijn handen. Hij trok er een paar grote stukken af en knielde naast Tanya. Een paar tellen later liep hij om het bed heen. Hij droeg een zwarte bivakmuts over zijn gezicht. Hij had zwarte handschoenen en donkere kleren aan.
Zijn hand sloot zich als een bankschroef om Ashleys keel. Met zijn andere hand scheurde hij haar pyjamajasje open. Ashley ondernam een zwakke poging om zichzelf te verdedigen, maar ze had geen controle over haar spieren. Een gehandschoende hand kneep in haar borst tot ze begon te gillen. De man gaf haar weer een harde klap en plakte vervolgens een stuk plakband over haar mond. De indringer draaide Ashley om, zodat ze op haar buik kwam te liggen en bond haar polsen en enkels ook met plakband vast. Zijn gezicht was vlak bij het hare en ze kon zijn adem en zijn lichaamsgeur ruiken.
Nadat hij haar had vastgebonden, liet de man zijn hand in haar pyjama glijden en begon haar billen te strelen. Toen Ashley zich probeerde te verzetten, kreeg ze weer een klap. Ze drukte haar benen stijf tegen elkaar, maar toen hij haar oor beetpakte en daar hard aan draaide, lukte dat niet meer. Ze voelde een vinger naar binnen glijden, een vinger die zocht en zachtjes wreef. Ashleys lichaam schokte heel even. Toen kwam er plotseling een eind aan de aanranding en voelde ze ook het gewicht van zijn lichaam op het hare niet meer. Ashley draaide haar hoofd en zag dat Tanya naar de logeerkamer naast haar slaapkamer werd gesleept.
Het kostte Ashley de grootste moeite om te horen wat er gebeurde. Ze hoorde de veren van de matras piepen. Tanya's mond was ook dichtgebonden, maar Ashley kon toch de gesmoorde kreten van haar vriendin horen. Ashley werd bevangen door panische angst, een gevoel dat ze nog nooit eerder had ervaren. Het was of er een verlammende, grijze mist over haar neerdaalde, die haar ledematen verlamde en haar het ademhalen belette.
Ze hoorde Tanya gillen en krijsen, maar de man die hun huis was binnengedrongen ging in stilte te werk. Ashleys hart bonkte in haar keel en het lukte haar niet om goed door haar neus te ademen. Ze probeerde niet te denken aan wat er met haar vriendin gebeurde en richtte al haar aandacht erop om zich los te werken. Dat lukte niet. Ze vroeg zich af of de man haar vader vermoord had. De gedachte daaraan schonk haar nieuwe kracht: als Norman dood was, hoefde ze er niet op te rekenen dat iemand haar zou komen redden. Ze zou zelf moeten zien dat ze het er levend afbracht.
In de kamer ernaast klonk de woeste, dierlijke kreet van iemand die klaarkwam. Ashley beefde als een riet. De man had Tanya verkracht. Zij zou het volgende slachtoffer worden. Heel even was het enige geluid uit de kamer ernaast het gedempte snikken van Tanya. Toen hoorde Ashley een dierlijk gegrom, gevolgd door het geluid van een mes dat vlees en botten raakt. Er klonk nog een gesmoorde kreet en toen was het stil. Ashley hoorde enkel nog een paar keer het geluid van messteken. Ze was ervan overtuigd dat Tanya dood was.
De deur van de logeerkamer werd dichtgesmeten en vanuit het donker kwam de indringer nu weer haar kamer binnen. Achter de bivakmuts waren alleen zijn ogen en lippen te zien. Ashleys adem stokte in haar keel. Het leek of de man van haar angst genoot. Toen fluisterde hij 'tot straks' en liep de trap af.
Ashley bezweek zowat van opluchting, maar dat was maar van korte duur: 'tot straks' betekende immers dat hij terug zou komen om haar te vermoorden. Ze kwam met moeite overeind en keek de kamer rond, op zoek naar iets waarmee ze het plakband zou kunnen doorsnijden. Ze hoorde beneden de deur van de koelkast opengaan. Het idee dat de man iets zou gaan eten, vervulde Ashley met walging. Hoe kon hij rustig gaan staan eten na wat hij gedaan had? Wat was hij voor iemand? De deur van de koelkast ging weer dicht. Ashley werd wanhopig. Als het haar niet lukte om te ontsnappen, zou ze verkracht en vermoord worden.
Een geluid bij de deuropening bracht haar weer bij haar positieven. Een bloedende gedaante sleepte zich over de vloer. Met de grootste moeite lukte het de gedaante om zijn hoofd op te tillen en Ashley aan te kijken. Ze ging bijna van haar stokje.
Norman Spencer kroop naar zijn dochter toe. Ashley zag de baardstoppels op zijn bebloede wangen. Zijn haar zat door de war. In zijn rechterhand hield hij zijn Zwitserse legerzakmes, waarvan het grootste mes was uitgeklapt. Ashley moest de grootste moeite doen om haar misselijkheid en afgrijzen de baas te blijven en niet als verlamd te blijven liggen. Ten slotte lukte het haar om zich van het bed op de grond te laten rollen. Ze draaide haar rug naar haar vader toe en stak haar geboeide polsen naar hem uit. Norman had haast geen kracht meer over en zei geen woord terwijl hij met krachteloze bewegingen het plakband probeerde door te snijden. Ashley huilde terwijl hij met het mes bezig was. Ze wist dat ze het leven van haar vader niet meer kon redden, en ook dat hij zijn laatste restje levenskracht gebruikte om haar voor de dood te behoeden.
Het plakband liet los. Ashley pakte het mes en sneed het plakband om haar enkels door. Vervolgens trok ze het plakband dat voor haar mond zat weg en begon te praten. Norman schudde zijn hoofd en wees zwakjes naar de overloop, alsof hij haar wilde waarschuwen dat de indringer haar zou kunnen horen. Ze had verwacht dat hij in doodsangst zou verkeren, maar de blik in zijn ogen had eerder iets triomfantelijks. Hij raakte zachtjes haar wang aan. Toen Ashley naast haar vader knielde, schokte haar hele lichaam van de geluidloze snikken. Ze sloeg haar armen om hem heen. Norman fluisterde: 'Ik hou van je.' De inspanning om iets te zeggen vergde het uiterste van hem. Hij hoestte bloed op en rilde.
'Papa,' huilde Ashley. Ze voelde zich volkomen hulpeloos.
Er kletterde een bord op de tafel in de keuken. 'Ga nu,' zei Norman. De woorden waren amper hoorbaar. Ashley wist dat ze moest vluchten, anders zou zij het volgende slachtoffer zijn. Ze huilde toen ze haar vader op zijn wang kuste. Zijn lichaam beefde even. Hij deed zijn ogen dicht en hield op met ademhalen.
Er kwam weer een geluid uit de keuken. Ashley schrok en ging overeind staan. Als ze stierf, zou haar vader voor niets zijn leven hebben gegeven. Ze deed het raam van haar slaapkamer open. Hout schuurde langs hout. In Ashleys oren klonk het of ze een sirene in werking had gezet.
Voetstappen op de trap. Ze moest vanaf de bovenverdieping naar beneden springen, maar Ashley had geen keus. Ze kroop door het raam en hing aan de vensterbank. Ze durfde niet te springen. Als ze haar enkel brak, was ze verloren. Ze voelde dat de spieren in haar armen pijn begonnen te doen. Op dat moment hoorde ze een woedende kreet vanuit haar kamer en liet ze los.
De klap waarmee ze op de begane grond terechtkwam, verdoofde haar. Ashley lag op haar rug in het natte gras. Vanuit het raam van haar slaapkamer keek een gemaskerd gezicht haar aan. Ashley keek heel even de moordenaar recht in zijn ogen. Het volgende moment sprong ze overeind en zette het op een lopen. Ze kon amper ademhalen maar het leek of haar voeten vleugels hadden gekregen: Ashley rende harder dan ze ooit had gedaan - ze rende voor haar leven.
Ashley zat bij Barbara McCluskey in de keuken. Ondanks een geleend trainingspak en de warmte in het huis zat Ashley in elkaar gedoken alsof ze tot op het bot was verkleumd. Ze staarde wezenloos naar het tafelblad, met ogen die bloeddoorlopen waren van het huilen. Ze was zo verdoofd dat ze de schaaf- en snijwonden, die een ziekenbroeder kort daarvoor had behandeld, niet eens voelde. Zo nu en dan bracht ze een mok hete thee naar haar lippen. Het nemen van kleine slokjes van de thee vergde het uiterste van haar krachten.
Ashley was blindelings op de vlucht geslagen. Ze had een hele tijd door de buurt rondgerend, tot ze ten slotte tussen de struiken achter het huis van de McCluskeys was beland. De kou en de regen hadden haar uiteindelijk gedwongen bij haar buurvrouw op de achterdeur te bonzen. Terwijl ze zich tussen de struiken schuilhield, probeerde Ashley te bedenken hoe ze de gruwelen die haar vader en haar beste vriendin het leven hadden gekost, had kunnen voorkomen. Maar hoe ze het ook probeerde, ze kwam steeds tot dezelfde slotsom: als ze niet was gevlucht, zou haar hetzelfde lot hebben getroffen. Maar desondanks voelde ze zich schuldig omdat ze ervandoor was gegaan.
Naast Ashley zat een politieagente. Er waren nog meer agenten in het huis van de McCluskeys. Logica zei haar dat de man die haar vader en haar beste vriendin had vermoord er allang vandoor was. Maar ze wist ook dat ze iedere minuut en iedere dag doodsbang zou zijn dat hij weer terug zou komen, zolang hij vrij rondliep.
De politie had het huis van de familie Spencer aan weerszijden afgezet om de buren en de horden verslaggevers bij het huis vandaan te houden. Ze stonden nu tegen de afzetting te dringen en keken naar de agenten die door de tuin van Ashleys huis de voordeur in- en uitliepen. Zo nu en dan hoorde je even het geluid van een loeiende sirene ten teken dat er weer een politieauto aankwam die zich een weg door de menigte probeerde te banen. Ashley schonk geen enkele aandacht aan wat er buiten gebeurde. Er spookten te veel gedachten door haar hoofd.
De politieagente stond op. Ashley zag het vanuit haar ooghoeken en reageerde geschrokken. Ze had de mok thee nog steeds in haar handen en morste op het tafellaken. Naast haar stond een man. Ze was zo in haar eigen gedachten verdiept geweest dat ze hem niet eens de keuken binnen had zien komen.
'Kalm maar, Ashley. Ik ben van de recherche,' zei hij. Hij liet haar zijn legitimatie zien. De rechercheur sprak met rustige stem. Hij had een vriendelijk gezicht. Hij droeg een bruin tweedjasje, een grijze broek en een streepjesdas. De enige rechercheurs die Ashley ooit had gezien, waren acteurs die in politieseries op de televisie speelden. Deze man beantwoordde helemaal niet aan het beeld dat zij van rechercheurs had. Hij was niet knap en hij had ook geen verweerd gezicht. Het leek een doodgewone man, die haar eerder aan een van haar leraren of kennissen van haar ouders deed denken.
'Mag ik bij je komen zitten?'
Ashley knikte en de rechercheur nam plaats op de stoel waar eerder de politieagente had gezeten.
'Ik ben Larry Birch. Ik werk bij de afdeling Moordzaken en ben belast met het onderzoek naar... naar wat zich in jullie huis heeft afgespeeld.'
Ashley was ontroerd dat de rechercheur zo attent voor haar was.
'We hebben contact opgenomen met je moeder. Ze is onderweg hierheen. We verwachten haar tegen de ochtend.'
Verdriet maakte zich van Ashley meester toen ze zich probeerde voor te stellen wat voor leven haar moeder tegemoetging. Haar ouders waren nog steeds verliefd op elkaar geweest. Soms gedroegen ze zich als tieners en zaten ze elkaar te knuffelen als Ashleys vriendinnen in de buurt waren, op een manier dat ze er vaak door in verlegenheid werd gebracht. Hoe moest Terri nu verder met haar leven?
Birch zag dat Ashleys borst zwaar op- en neerging om haar tranen te bedwingen. Hij legde voorzichtig even zijn hand op haar schouder en liep toen naar het aanrecht om een glas water voor haar te halen. Ze stelde dit vriendelijke gebaar erg op prijs.
'Ik wil graag met je praten over wat er vannacht is gebeurd,' zei Birch even later. 'Ik weet dat dat erg moeilijk voor je is. Als je er niet over wilt praten, heb ik daar alle begrip voor. Maar hoe meer ik te weten kom, hoe eerder we de dader kunnen arresteren. Hoe langer het duurt voordat ik gegevens krijg, hoe meer kans hij heeft om te ontsnappen.'
Ashley voelde dat ze misselijk begon te worden. Tot nu toe had niemand haar gevraagd naar de details van wat er gebeurd was. Ze wilde niet denken aan haar bloedende vader en aan Tanya's gegil. Ze wilde het gekreun vergeten waarmee de indringer klaar was gekomen, en ook de manier waarop hij haar vanuit de deuropening van haar kamer had aangekeken. Maar ze was het aan Tanya en aan haar vader verschuldigd om de politie zoveel mogelijk te helpen bij het onderzoek. En ze wilde zich weer veilig kunnen voelen, maar ze wist ook dat ze niet veilig zou zijn zolang rechercheur Birch het monster dat haar gezin kapotgemaakt had niet te pakken had gekregen.
'Wat wilt u weten?'
'Alles wat je je kunt herinneren. Zoals bijvoorbeeld wie er in het huis aanwezig waren voordat dit gebeurde.'
'Papa was thuis en Tanya bleef logeren. Tanya Jones. Is ze...?' vroeg Ashley met vergeefse hoop dat haar vriendin het er op de een of andere manier levend had afgebracht.
Birch schudde zijn hoofd. Ashley barstte in snikken uit.
'Ze was mijn beste vriendin,' zei Ashley op zo'n wanhopige toon dat de rechercheur moeite had zijn zelfbeheersing te bewaren. 'We speelden in hetzelfde team.'
'Welke sport?' vroeg Birch, in een poging haar even af te leiden.
'Voetbal. We speelden allebei in het schoolelftal van het Eisenhower en we waren net bij een club begonnen. Ons elftal speelt heel goed, we maken een kans op een plaats in de regionale kampioenschappen op Hawaï. Tanya was nog nooit op Hawaï geweest. Ze keek er erg naar uit.'
'Kon ze goed voetballen?'
Ashley knikte. 'Ze heeft vandaag het winnende doelpunt gescoord. Haar moeder zei dat ze bij ons mocht blijven slapen. En daarom is ze... is ze nu dood.'
Ashleys schouders schokten, maar ze kon haar tranen bedwingen.
'We sliepen al,' ging ze even later verder. 'Het moet om een uur of één geweest zijn. Toen ik wakker werd, stond hij in de kamer.'
'Hoe zag hij eruit?' vroeg Birch.
'Dat weet ik niet. Het was donker. Hij deed het licht niet aan. En hij droeg donkere kleren, een bivakmuts en handschoenen.'
'Kun je zeggen of hij blank was? Of een Afro-Amerikaan, of een Aziaat?'
'Dat weet ik echt niet.'
'Oké, zijn lengte dan. Hoe lang was hij ongeveer?'
Daar moest Ashley even over nadenken. Ze had het grootste deel
van de tijd dat ze naar hem had gekeken, op haar rug gelegen. Hij
had op haar de indruk van een reus gemaakt, maar ze wist dat de
hoek waaronder ze naar hem keek dat beeld had vertekend. Toen
herinnerde ze zich dat ze rechtop gestaan had op het moment dat de
moordenaar met zijn verdovingspistool op haar schoot. Ze deed haar
ogen dicht en probeerde zich het beeld weer voor de geest te
halen.
'Volgens mij was hij niet erg lang, tenminste niet zo lang als een basketballer. Ik ben zelf een meter zeventig. Ik weet bijna zeker dat hij langer was dan ik.'
'Mooi. Heel goed. Dat is tenminste iets.'
Birch sloeg een klein notitieboekje met een spiraalrug open en maakte een aantekening.
'Weet je wat voor kleur ogen hij had?' vroeg hij vervolgens.
Ashley deed haar uiterste best om het zich te herinneren, maar het lukte haar niet. 'Ik heb zijn ogen wel gezien, maar het was donker en...' Ze schudde haar hoofd. 'Ik weet niet meer welke kleur ze hadden.'
'Dat geeft niet. Het gaat prima zo. Kun je me vertellen wat er gebeurde nadat de man je kamer binnen was gedrongen?'
Ashley vertelde Birch dat de moordenaar een verdovingspistool had gebruikt om haar en Tanya te overmeesteren en dat hij hen allebei had geslagen en vastgebonden voordat hij Tanya meenam naar de logeerkamer. Daarna beschreef ze de geluiden waaruit ze had kunnen opmaken dat Tanya eerst werd verkracht en daarna werd doodgestoken.
'Heeft hij jou daarna nog iets gedaan?' vroeg Birch op rustige toon.
'Nee. Ik dacht dat hij dat van plan was, maar er gebeurde niets. Toen niet, tenminste. Later wel. Dat weet ik zeker. Maar hij... hij...'
Ashley beefde.
'Wat deed hij, Ashley? Wat deed hij toen?'
'Hij ging naar beneden, naar de keuken. Ik kon het niet geloven. Hij had haar vlak daarvoor verkracht en vermoord. Dat hoorde ik. En toen ging hij iets eten. Hoe kan iemand dat doen?'
'Hoe weet je dat hij iets at?' vroeg Birch. De rechercheur moest de grootste moeite doen om zijn opwinding niet te laten blijken.
'Ik hoorde dat de deur van de koelkast openging. Later hoorde ik dat er een bord op de tafel gesmeten werd.'
'Goed zo, Ashley. Dit kan van groot belang zijn. Je hebt, neem ik aan, wel eens van DNA gehoord.'
Ashley knikte. Ze keek vaak naar opsporingprogramma's en las ook misdaadromans. En bij biologie hadden ze ook het onderwerp 'genetica' behandeld.
'We kunnen iemands DNA vaststellen aan de hand van lichaamsvocht, zoals bijvoorbeeld slijm. Als hij in jullie keuken iets heeft staan eten, vinden we misschien sporen op een vork of een glas. Mijn volgende vraag is of er gisteravond, behalve jij, je vriendin en je vader, nog iemand bij jullie in huis was.'
'Nee.'
'En hebben jullie thuis gegeten?'
'Nee. We zijn pizza gaan eten om onze overwinning te vieren. Mijn vader was ook bij de wedstrijd en hij is daarna met ons mee naar de pizzeria gegaan. Hij heeft Tanya en mij thuisgebracht.'
'Hebben jij, Tanya, of je vader thuis nog iets gegeten?'
'Mijn vader niet, denk ik. Hij volgt een dieet. Mama zou vreselijk tekeer zijn gegaan als ze wist dat hij drie pizzapunten...'
Ashley zweeg. Het werd haar teveel. Haar moeder liep altijd te mopperen als haar vader stiekem een koekje of een beker ijs at. Nu haar vader dood was, zouden ze nooit meer vrolijk ruzie kunnen maken over zijn eetgewoonten.
'Ik weet dat dit moeilijk voor je is, Ashley,' zei Birch na een gepaste stilte, 'maar ik zou graag willen dat je mee ging naar jullie huis...'
Ashley keek geschrokken op.
'Je hoeft niet naar boven. Ik wil alleen maar dat je even in de keuken kijkt. Ik wil weten of je iets kunt aanwijzen waar de man van gegeten kan hebben, of misschien een glas waar hij uit heeft gedronken of iets anders dat hij gebruikt heeft. Als dat lukt, kunnen we hem misschien te pakken krijgen. Denk je dat je dat aankunt?'
Ashley knikte. Ze kreeg nu tenminste de kans om ergens bij te helpen. De politieagente was even lang als Ashley. Rechercheur Birch vroeg haar om Ashley haar dikke overjas te geven en een auto bij het huis van de McCluskeys te laten voorrijden. Hij wilde dat Ashley zo min mogelijk last had van het slechte weer en haar beschermen tegen de opdringerige aandacht van de pers.
Toen de auto zo dicht als maar kon naast het huis stond, leidde Birch Ashley door een zijdeur naar buiten. Een paar verslaggevers hadden in de gaten dat ze het huis verliet, maar Ashley zat al in de auto voordat ze haar lastig konden vallen. De politieagente zette het zwaailicht aan en gebruikte tijdens de korte rit naar het huis van de familie Spencer ook de claxon en de sirene.
Het regende nog steeds. Birch klapte een paraplu open en hield die boven Ashleys hoofd.
'Ik hoef de lichamen toch niet te zien, hoop ik?'
'We gaan alleen maar naar de keuken,' verzekerde hij haar.
Birch was eerder ook al in het huis geweest, zodat hij de weg wist naar de keuken, die naast de trap naar de bovenverdieping lag. Een fotograaf was daar bezig om foto's van het interieur te maken. Birch gebaarde dat de fotograaf weg moest gaan.
'Neem rustig de tijd, Ashley,' zei de rechercheur. 'Bekijk alles heel goed.'
Ashley stond midden in de keuken en draaide zich langzaam om voordat ze haar aandacht op de keukentafel richtte. Er lagen twee opgevouwen papieren servetten op de tafel. Ze zag ook een plek waar melk gemorst was. Ze liep naar het aanrecht en deed de deur van de vaatwasser open.
'Er klopt iets niet,' zei Ashley.
'Wat niet?'
'Voordat we naar de wedstrijd gingen, heeft papa eerst de vaatwasser aangezet. Toen we thuiskwamen, heeft hij hem leeggehaald en de borden en glazen in de kast gezet. Mama was niet thuis en hij wilde dat alles schoon was als ze terugkwam.'
'Juist.'
'Tanya en ik hebben van de chocoladecake gegeten toen we naar een video die we gehuurd hadden, zaten te kijken. Mama had de cake zelf gemaakt. Onze vuile borden en de dingen die we verder gebruikt hebben, staan in de vaatwasser. Die hebben we er zelf ingezet nadat papa naar bed was gegaan. Maar er ligt niets in de gootsteen en er liggen ook geen andere borden of glazen in de vaatwasser. Maar toch weet ik zeker dat hij iets heeft gegeten.'
'Misschien heeft hij geen bord gebruikt, en ook geen vork,' zei Birch. 'Misschien heeft hij met zijn handen staan eten.'
'Nee,' zei Ashley vastberaden. 'Ik hoorde een bord op de tafel vallen. Daarom ben ik... ben ik bij mijn vader weggegaan. Ik wist dat hij klaar was met eten en dat hij naar mij toe zou komen. Waar kan dat bord gebleven zijn?'
Birch keek de hele keuken rond. Het viel hem op dat er onder het aanrecht een kastdeurtje op een kier stond. De rechercheur droeg latex handschoenen, maar hij gebruikte een potlood om het deurtje open te maken. Er stond een doos met vuilniszakken, waaruit de rand van een nieuwe zak omhoog stak. Birch zat gehurkt voor het kastje en dacht na. Even later stond hij op.
'Weet je zeker dat je de deur van de koelkast open hebt horen gaan?'
Ashley knikte. Birch deed de koelkast open. 'Kijk eens goed,' zei hij. 'Kijk eens of je kunt zien waar hij van gegeten heeft.'
Ashley keek in de koelkast. Vooraan stond een plastic melkfles. Ze keek hoeveel er nog in zat. Daarna keek ze de planken van de koelkast na, alsof ze ergens naar zocht.
'De cake is weg. Hij heeft alles opgegeten en het bord waar de cake op stond uit de koelkast gehaald. En ik weet zeker dat hij melk uit deze fles heeft gedronken. Toen wij naar bed gingen, was hij nog voor driekwart vol. Kijk daar eens. Daar ligt melk op tafel. Toen wij gegeten hadden, heb ik de tafel schoongeveegd.'
'Goed zo. Je zou een prima detective zijn.' Voor het eerst sinds de verschrikkelijke gebeurtenissen van de afgelopen nacht lukte het Ashley om te glimlachen. 'Ik weet bijna zeker dat hij het bord, de cake en alles wat verder DNA-sporen zou kunnen bevatten in een van die vuilniszakken heeft gestopt en mee heeft genomen.'
De glimlach verdween van Ashleys gezicht. 'Betekent dat dat jullie hem niet op het spoor kunnen komen?'
'Nee, Ashley, ons werk wordt er alleen maar wat moeilijker door.'