11
Voordat Barry Weller de receptie van de gevangenis betrad, bezocht hij eerst even het herentoilet van het Justitieel Centrum om zijn zenuwen enigszins tot bedaren te brengen. Terwijl hij zijn handen stond te wassen, bekeek Barry zichzelf in de spiegel. Hij had twee dagen geleden zijn roodbruine haar laten knippen. Hij zag er netjes en verzorgd uit en zijn kostuum zat perfect om zijn slanke lichaam. Van achter zijn contactlenzen straalden zijn doordringende groene ogen daadkracht uit. Toen hij het toilet verliet, verkeerde Barry in de stellige overtuiging dat hij het toonbeeld was van de succesvolle en dynamische advocaat.
Hij had tijdens zijn wandeling van zijn kantoor naar de gevangenis in het Justitieel Centrum zijn opwinding nauwelijks kunnen verbergen. Hij moest dwars door Portland lopen om bij het Justitieel Centrum te komen, een uit beton en glas opgetrokken gebouw van zestien verdiepingen. Het lag op een steenworp afstand van het gerechtsgebouw van Multnomah County. De gevangenis nam de derde tot en met de negende verdieping van het Centrum in beslag, dat tevens onderdak bood aan het hoofdbureau van politie van Portland, aan een bijkantoor van het OM van Multnomah County, aan een aantal rechtszalen en op dit moment ook aan Joshua Maxfield, 's lands beruchtste seriemoordenaar.
Twee jaar geleden had Weller na vijf glorieuze jaren zijn baan als pro-Deoadvocaat vaarwel gezegd en was hij voor zichzelf begonnen. Het eerste jaar was moeilijk geweest, maar uiteindelijk had hij toch een behoorlijke klantenkring weten op te bouwen. Weller was de dag daarvoor met een van zijn cliënten in het gerechtsgebouw geweest toen Maxfield daar in staat van beschuldiging werd gesteld. Hij was ervan overtuigd dat de beroemde verdachte een van Portlands grote namen uit de advocatuur in de arm zou nemen. Toen zijn secretaresse hem dan ook had verteld dat Joshua Maxfield vanuit de gevangenis belde, zag Weller zichzelf in gedachten al in een Mercedes rondrijden.
Barry toonde zijn legitimatie aan de dienstdoende agent bij de gevangenisbalie en liep vervolgens door de poort van de metaaldetector. Hij nam de lift en stapte uit in een knalgeel geverfde betonnen gang. Hij drukte op een bel naast een zware, stalen deur om een bewaker te waarschuwen en stond even nerveus te wachten. De bewaker liet Weller een tweede, smallere gang in en deed de deur van een van de bezoekkamers open, waar advocaten met hun gearresteerde cliënten konden spreken.
'Als u eruit wilt, moet u hierop drukken,' zei de bewaker. Hij wees naar een zwarte knop op een intercom die naast de deur in de muur was gebouwd en deed vervolgens de deur achter zich op slot.
Weller ging op een van de twee plastic stoelen zitten, die door een kleine ronde tafel van elkaar waren gescheiden. De tafel was met metalen bouten aan de vloer bevestigd. Hij legde zijn notitieblok gereed en probeerde zijn gedachten te ordenen toen de stalen deur openging die toegang gaf tot de cellenblokken. Een ogenblik later betrad Joshua Maxfield de bezoekkamer.
Maxfield was ongeveer even groot als Weller. Hij droeg een oranje overall. Zijn handen waren geboeid, maar dat leek hem koud te laten. De cipier maakte Maxfields boeien los en gebaarde dat Joshua plaats moest nemen op de lege stoel.
'Dank voor uw komst, meneer Weller,' zei Maxfield zodra de cipier de deur achter zich had dichtgetrokken.
'Zeg maar Barry,' antwoordde Weller met een glimlach.
Maxfield glimlachte terug. 'Goed dan: Barry. Ik moet je zeggen dat ik me erg vereerd voelde toen je mijn telefoontje beantwoordde. Iedereen in de gevangenis is zo over je te spreken dat ik dacht dat je het wel te druk zou hebben.'
Weller probeerde niet te laten merken dat Maxfields woorden voor hem als een verrassing kwamen. Hij was erg ingenomen met dit compliment, want hoewel hij in het verleden enkele bescheiden successen had geboekt, had hij geen idee dat zijn reputatie zo'n hoge vlucht had genomen.
'Als er uit de gevangenis gebeld wordt, reageer ik altijd meteen. Ik weet hoe eenzaam mensen zich voelen als ze opgesloten zijn.'
'Dat is zo. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. Het is zenuwslopend als je voortdurend voor alles op anderen bent aangewezen.'
Maxfield maakte echter op Weller totaal geen nerveuze indruk. Integendeel zelfs: voor iemand die vrijwel zeker de doodstraf tegen zich zou horen eisen, leek hij eerder opmerkelijk ontspannen.
'Heeft u klachten over de manier waarop ze u hier behandelen?'
'Helemaal niet,' zei Maxfield met een glimlach. 'Ik heb zoveel misdaadfilms gezien dat het me eigenlijk een beetje tegenviel dat ik bij binnenkomst niet meteen werd afgetuigd.'
Weller lachte. Prima, dacht hij. Een cliënt met gevoel voor humor.
'Wat kunt u me over uw arrestatie vertellen?'
'De agenten stonden allemaal met pistolen te zwaaien en naar me te schreeuwen, maar toen ik zei dat ik me niet zou verzetten werden ze een stuk rustiger. Sindsdien word ik door iedereen met de nodige egards behandeld.'
'Heeft de politie u ondervraagd?'
'Ze hebben me een paar vragen gesteld.'
Weller was de tel kwijtgeraakt van cliënten die zichzelf hadden veroordeeld doordat ze tegenover de politie te loslippig waren geweest. Hij hoopte dat Maxfield geen onherstelbare schade had aangericht.
'Waar is dat gebeurd?'
'In Nebraska, vlak na mijn arrestatie.'
'Wie heeft u ondervraagd?'
'De twee rechercheurs die me naar Portland hebben teruggebracht.'
'Wat heeft u ze verteld?'
'Niet veel. Ze wilden weten wat er in het botenhuis was gebeurd. Ik heb gezegd dat ik dat niet gedaan had.'
'Hoe lang heeft het gesprek met de rechercheurs geduurd?'
'Niet lang. We hebben maar even gepraat. Op een gegeven moment kreeg ik het vermoeden dat ze probeerden me iets belastends te laten zeggen en toen heb ik om een advocaat gevraagd. Daarna hielden ze op met vragen stellen.'
'Ik wil niet dat u vanaf nu nog met iemand over de zaak praat. Is dat duidelijk?'
'Natuurlijk. Ik ben niet achterlijk.'
'Je hoeft niet achterlijk te zijn om iets te zeggen dat achteraf noodlottig blijkt. Zelfs de onschuldigste verklaring kan verkeerd worden uitgelegd.'
'Maar dat kan met mijn verklaringen onmogelijk gebeuren, Barry. Ik ben volkomen onschuldig.'
Er verscheen een moeizame glimlach op Wellers gezicht. Voordat hij naar de gevangenis was gekomen, had Barry bij de aanklager die de zaak tegen Maxfield behandelde inzage in de stukken gevraagd. Wat hij had gelezen gaf hem weinig hoop. Maar voordat hij de feiten van de zaak ging bespreken, was er eerst nog iets belangrijks dat Weller wilde bespreken.
'Meneer Maxfield, ik wil eerst de hoofdzaken even met u doornemen...'
'Als ik Barry tegen je moet zeggen, wil ik ook dat jij me Joshua noemt.'
'Uitstekend, Joshua. Als we samen gaan werken is het beter dat we elkaar bij de voornaam noemen. Maar voordat we besluiten of ik je zaak in behandeling neem, moet je weten wat je dat gaat kosten.'
'Aha, het zakelijke gedeelte. Laat horen, dan hebben we dat tenminste achter de rug.'
'Ik probeer altijd eerst de financiële kant van de zaak geregeld te hebben, zodat ik me helemaal op de zaak kan concentreren zonder te worden afgeleid door allerlei rompslomp over geld.'
'Geweldig.'
'Ik wil hier heel open en eerlijk over zijn. De staat gaat de doodstraf eisen. En we hebben het hier over meer dan één aanklacht wegens moord en misschien ook over een aantal seriemoorden.'
Het leek of Maxfield dit niet kon volgen. 'Toen ik een paar dagen geleden werd voorgeleid, sprak de rechter alleen over moord op Terri Spencer en poging tot moord op Casey Van Meter. Wat is er dan nog meer?'
'Het OM leeft in de veronderstelling dat je een seriemoordenaar bent.'
'Dat is te gek voor woorden.'
'Hun theorie is gebaseerd op een bekentenis die ze in jouw bungalow hebben aangetroffen.'
'Een bekentenis? Waar heb je het over?'
Voor het eerst sinds het begin van hun gesprek liet Maxfield nu iets van emotie merken. Zijn plotselinge woedeuitbarting sterkte Weller in de overtuiging dat Maxfield uiterst labiel was.
'We lopen nu op de zaken vooruit, Joshua,' zei de advocaat. 'We moeten het eerst eens worden over het honorarium. Pas daarna kunnen we de zaak van het OM en onze eigen strategie bespreken.'
Het leek of Maxfield uiterst benieuwd was naar wat die bekentenis feitelijk inhield, maar hij wist zich te beheersen.
'Wat is je honorarium?' vroeg hij.
'Het onderzoek in een moordzaak verloopt heel anders dan het onderzoek bij andere misdrijven. Bij een zaak waarin de doodstraf kan worden geëist, vinden twee afzonderlijke processen plaats. Bij andere moordzaken is dat één proces, waarbij een uitspraak over schuld of onschuld wordt gedaan. Bij een zaak waarin de doodstraf kan worden opgelegd, volgt nog een tweede proces. Daarin wordt — wanneer de verdachte inderdaad schuldig is bevonden aan een moord waarvoor de doodstraf kan worden opgelegd - de strafmaat bepaald. Die tweede fase begint meteen nadat de verdachte schuldig is bevonden. Ik kan dus niet met mijn onderzoek wachten tot je veroordeeld bent. Ook al staan we nog zo sterk, ik moet al meteen voorbereidingen gaan treffen voor het tweede proces. We hebben het dus in feite over twee behoorlijk ingewikkelde onderzoeken in plaats van één, en in jouw geval wellicht ook nog een onderzoek naar een aantal beschuldigingen van moord in Oregon en andere staten.'
'Even ter zake, Barry. Wat gaat me dit kosten?'
Wellers maag draaide zowat om in zijn lijf toen hij zich voorbereidde op het noemen van een bedrag dat aanmerkelijk hoger lag dan alle honoraria bij elkaar die hij in de afgelopen twee jaar als zelfstandig advocaat had verdiend.
'Ik heb nu meteen een voorschot nodig van $250.000, maar het uiteindelijke bedrag kan veel hoger komen te liggen.'
'Dat lijkt me geen probleem.'
'Prima,' zei Weller. Hij moest moeite doen om zijn verbazing te onderdrukken.
'Trouwens,' zei Maxfield, 'je kunt er rustig van uitgaan dat je veel méér dan een kwart miljoen dollar vangt.'
Weller kon het nu even niet volgen. Maxfield grijnsde. 'Ik denk dat je er minstens een miljoen dollar aan overhoudt, ongeacht de uitkomst van het proces. Maar daar moet je dan wel wat extra's voor doen.'
'Ik begrijp het geloof ik niet helemaal.'
'Ik heb wel eens gehoord dat vooraanstaande strafpleiters de gewoonte schijnen te hebben om het met de aanklagers op een akkoordje te gooien. Kun jij goed onderhandelen?'
'Dat denk ik wel.'
'Prima. Want om een zo hoog mogelijk honorarium in de wacht te slepen, zul je je vaardigheden als onderhandelaar hard nodig hebben.'
'Ga je een bekentenis afleggen?'
'Geen denken aan.' Maxfield vouwde zijn handen op het tafelblad en leunde voorover. Hij maakte een uiterst gedreven indruk. 'Wat doe ik voor de kost, Barry?'
'Je bent auteur.'
'Bestseller-auteur, Barry. Hoeveel denk je dat mijn uitgever betaalt voor een verslag uit de eerste hand van het proces van de eeuw, geschreven door een bestseller-auteur die ervan wordt beschuldigd een seriemoordenaar te zijn?'
'Ga je een boek over de zaak schrijven?'
'Ik had al gehoord dat je snel van begrip was,' zei Maxfield met een brede glimlach. 'Laat ik je uitleggen hoe een auteur wordt betaald. Als je een contract tekent met een uitgever, krijg je een deel van je honorarium uitbetaald. Dat wordt 'voorschot' genoemd, net zoals bij jou. Een voorschot van een kwart miljoen voor een verhaal als dit is geen enkel probleem. Als je een goede onderhandelaar bent, krijg je een uitgever misschien wel zover dat hij er een miljoen of meer voor betaalt.
'Maar dat is niet alles. Het voorschot is in feite een voorschot op nog uit te betalen royalty's. In mijn contract staat dat ik een bepaald percentage van de verkoopprijs van ieder verkocht boek ontvang. Stel dat het royaltypercentage tien is en de verkoopprijs van het boek vijfentwintig dollar. Als er dan een miljoen exemplaren over de toonbank gaan, is dat bij elkaar... Reken maar uit, Barry.'
'Bij elkaar twee miljoen vijfhonderdduizend dollar.'
'En dan hebben we het alleen nog maar over de gebonden editie. Er komt ook een pocketuitgave en dan heb je nog de opbrengst van de rechtenverkoop aan buitenlandse uitgevers, de filmrechten en de auteursrechten van de op band opgenomen versie. Als jij je met mijn zaak belast, krijg je de helft van alles wat ik krijg. Het maakt niet uit of je de zaak wint of verliest. Wat denk je daarvan?'
Het kostte Barry de grootste moeite om adem te halen. 'Wil je alles fifiy-fifty doen?' kon hij nog net uitbrengen.
'Ik heb toch geen andere keus? Ik heb jouw hulp nodig en dit is voor mij de enige manier om aan het geld te komen om jou te betalen. Doe je het?'
'Ik moet er even over nadenken,' zei Weller, die inmiddels weer een beetje normaal kon denken. 'Ik heb nog nooit op deze manier zaken gedaan.'
'Ik ook niet. Ik zal je voordat je weggaat uitleggen hoe je het contract moet opstellen en je de naam van mijn redacteur geven. Hij zit in New York. Alle publiciteit die de zaak krijgt, zal ook niet ongemerkt aan hem voorbijgaan. Misschien belt hij jou zelf wel als hij hoort dat jij me gaat verdedigen.
'En kun je dan nu vertellen wat je tot nu toe over de hele zaak te weten bent gekomen, ook al heb je mijn aanbod nog niet formeel geaccepteerd?'
'Natuurlijk. Het meeste dat ik je ga vertellen heeft trouwens toch al in de krant gestaan. De aanklacht richt zich op de moord op Terri Spencer en de poging tot moord op Casey Van Meter. Voor zover ik heb kunnen nagaan is de dochter van Terri, Ashley Spencer, de voornaamste getuige à charge. Ashley zegt dat ze in de bossen rond de Oregon Academy aan het joggen was toen ze jou naar het botenhuis zag lopen. Kort nadat ze jou had gezien, hoorde ze twee kreten uit de richting van het botenhuis. Ze keek door het raam naar binnen en zag dat jij daar over Casey Van Meter heen gebogen stond. Casey lag languit op de grond met haar hoofd tegen een houten balk. Jij had een mes in je handen, waarvan het lemmet onder het bloed zat. Ze zag ook haar moeder op de grond liggen. Spencer beweert dat jij haar zag en haar achterna kwam rennen.'
'Arm kind.' Maxfield schudde zijn hoofd. 'Zo is het inderdaad gegaan.'
'Heb jij Spencers moeder vermoord?' vroeg Weller verbaasd.
'Nee. Ik heb niemand iets gedaan,' zei Maxfield. 'Ik was in het botenhuis, maar toen ik daar aankwam was Terri al dood en Casey buiten kennis. Ik ben onschuldig. Maar ik begrijp best waarom Ashley dacht dat ik Terri had vermoord en de decaan had neergeslagen.'
'Kun je me vertellen wat er precies is gebeurd?'
'Ik maak 's avonds vaak een wandeling over het terrein. Zodoende was ik in de buurt van het botenhuis. Ik kwam er op de terugweg naar mijn huisje langs. Ik hoorde dezelfde kreten waar Ashley zo van schrok. Maar zoals ik daarnet zei, was de aanslag op de vrouwen al gepleegd toen ik daar aankwam.'
'En dat mes dan?'
'Het lag vlak naast Terri op de grond. Ik raapte het op omdat ik dacht dat de moordenaar zich misschien nog in het botenhuis schuilhield en ik doodsbang was dat ik het volgende slachtoffer zou zijn. Een paar tellen nadat ik het had opgeraapt, keek Ashley door het raam naar binnen. Ik zag haar eerst voor de dader aan. Waarschijnlijk heb ik op dat moment een agressief gebaar in haar richting gemaakt, omdat ik me rot schrok toen ik haar daar zag staan. Maar toen herkende ik haar. Ze moet net zo bang geweest zijn als ik. Ze maakte dat ze wegkwam. Ik rende haar achterna om uit te leggen dat ik niemand iets had gedaan, maar ze rende zo snel dat ik haar niet meer kon inhalen. Toen ik besefte wat voor indruk ze moest hebben gekregen, raakte ik in paniek en ben op de vlucht geslagen.'
Weller maakte een paar aantekeningen. Maxfield wachtte geduldig tot hij klaar was.
'Wat bedoelde je toen je het over die bekentenis had?' vroeg Maxfield toen Weller opkeek.
'Het is geen bekentenis in de strikte zin van het woord, maar de politie gaat ervan uit dat dat wel zo is. Het gaat om die roman van je, over een seriemoordenaar. Je hebt er in je schrijfgroep een stuk uit voorgelezen.'
'Nou en?'
'Er zijn in verschillende delen van het land moorden gepleegd waarvan de politie aanneemt dat ze het werk zijn van een seriemoordenaar. In een paar gevallen heeft de politie informatie over het bewijsmateriaal achtergehouden. In jouw boek komen passages voor waarin die informatie wordt genoemd. Zoals bijvoorbeeld de informatie over de moord op de vader van Ashley Spencer, waarbij ook haar vriendin om het leven is gebracht. Op een bepaald ogenblik gaat de moordenaar naar de keuken van de familie Spencer en eet daar een stuk chocoladecake. Bij een andere moord at de moordenaar een stuk appeltaart. In het hoofdstuk dat jij aan je schrijfgroep hebt voorgelezen eet de moordenaar een toetje voordat hij een slachtoffer verkracht en vervolgens vermoordt.'
Maxfield keek Weller ongelovig aan. Vervolgens schoot hij in de lach. 'Dat meen je toch niet?'
'De aanklager twijfelt er niet aan.'
'Maar dat boek is een roman. Ik heb het allemaal verzonnen.'
'De staat gaat ervan uit dat de details over het eten zozeer overeenkomen met wat er werkelijk is gebeurd dat hier geen sprake van toeval kan zijn.'
'Dat zien ze dan verkeerd. Het leven bootst de kunst voortdurend na. Jules Verne heeft het al over onderzeeërs en bij Tom Clancy laten terroristen een vliegtuig neerstorten op het Witte Huis.'
'Dat kan wel zo zijn, maar in die gevallen ging de fictie vooraf aan de feiten.'
'Wat maakt dat uit?' Maxfield was nu erg van streek. 'Ze kunnen me toch zeker niet ter dood veroordelen omdat ik over verbeeldingskracht beschik.'
'Ze gaan aanvoeren dat het geen verzinsels waren, maar dat je iets beschreef dat je zelf had meegemaakt. Je eigen ervaringen beschrijven: dat leren ze je toch bij zo'n schrijfgroep?'
Het leek of Maxfield elk moment in woede uit kon barsten, maar hij kwam even snel weer tot bedaren.
'Je eigen ervaringen beschrijven,' herhaalde hij en schoot in de lach. 'Je eigen ervaringen beschrijven. Het zou toch te gek zijn voor woorden als ik door zo'n afgezaagde opmerking in de dodencel zou belanden?'
De schrijver zat een ogenblik recht voor zich uit te staren. Toen glimlachte hij naar Barry.
'Je zult er een hele klus aan hebben. Denk je dat je dat aankunt?'
'Zeker weten,' antwoordde Weller.
'Het geld alleen al zou een motivatie voor je moeten zijn om je uiterste best te doen. Dan zal ik je nu uitleggen hoe je over het contract voor mijn boek moet onderhandelen.'
Barry had hem nog iets willen vragen over iets dat hem na het lezen van de politierapporten nog steeds dwarszat, maar daar dacht hij niet meer aan toen Maxfield hem instrueerde hoe hij als literair agent moest optreden. Een miljoen dollar, twee miljoen dollar, drie miljoen dollar. Als je zulke bedragen hoort noemen, valt het niet mee om je op zoiets alledaags als moord te concentreren.