31

 

De volgende morgen zagen Ashley en Jerry Philips Randy Coleman met zwierige pas het gangpad aflopen. Hij keek links en rechts om zich heen met het air van een bokser die de ring betreedt voor een belangrijke wedstrijd. Coleman droeg een nieuw kostuum, had zich geschoren en was naar de kapper geweest. Ashley vermoedde dat Coleman in zijn leven niet veel hoogtepunten had gekend en dat hij nu zijn best ging doen om van zijn vijftien minuten roem iets moois te maken.

'Meneer Coleman, bent u de echtgenoot van Casey Van Meter, een van de slachtoffers in deze zaak?' vroeg Delilah aan haar getuige.

'Jawel, mevrouw.'

'Wanneer bent u met haar getrouwd?'

'Zes jaar geleden.'

'En klopt het dat mevrouw Van Meter na twee maanden huwelijk echtscheiding heeft aangevraagd?'

'Ja, maar daar waren we nog over bezig toen Maxfield haar probeerde te vermoorden.'

'Bezwaar. Het antwoord heeft geen betrekking op de vraag,' zei Swoboda. 'Ik verzoek u dit te schrappen.'

'Aanvaard. Leden van de jury, ik verzoek u het antwoord van de getuige te negeren, met uitzondering van zijn bevestiging dat hij en zijn vrouw in scheiding lagen.'

'Meneer Coleman,' zei Delilah, 'kunt u de jury iets vertellen over een ontmoeting die u bij het zwembad van de Oregon Academy met de verdachte heeft gehad?'

Delilah had de vragen die ze Coleman zou gaan stellen van tevoren met hem doorgenomen. Ze had hem verteld dat er niets verkeerds aan was om toe te geven dat hij ruzie met Casey Van Meter had gehad, maar Coleman was op dat punt erg terughoudend geweest. Ze hoopte dat hij haar zaak niet in het honderd zou laten lopen.

'Ja, natuurlijk. Ik ben naar de school gegaan om met Casey te praten. Ik wist dat ze eigenlijk geen scheiding wilde en ik was ervan overtuigd dat we een oplossing zouden kunnen vinden als we over onze problemen konden praten. Ze ging graag naar het zwembad en toen ik daar aankwam, was ze baantjes aan het trekken. We waren net aan ons gesprek begonnen toen Maxfield me in de rug aanviel. Ik had geen schijn van kans. Als hij me niet onverhoeds had aangevallen zou ik...'

'Meneer Coleman,' viel Delilah hem in de rede, 'heeft de verdachte u tijdens deze schermutseling bedreigd?'

'Ja. Hij dreigde dat hij me zou vermoorden. Hij zei dat hij een bom onder mijn auto of in mijn appartement zou leggen.'

'Nu even een ander onderwerp. Was u erbij aanwezig toen de verdachte bij verpleeghuis Sunny Rest werd gearresteerd?'

'Jawel, mevrouw.' Coleman zette een hoge borst op en glimlachte naar de juryleden. 'Ik heb hem daar overmeesterd en zo het leven van Ashley Spencer gered.'

'Kunt u de jury vertellen hoe dat is gebeurd?'

'Casey lag al jaren in coma. In het begin was ik behoorlijk afgeknapt. Ik probeerde mezelf wijs te maken dat ze over niet al te lange tijd weer bij zou komen. Ik was van mening dat het weinig nut had haar op te zoeken. Haar arts had me verteld dat ze me niet kon horen en dat ze ook niets kon zeggen, en ik was zelf bang dat ik helemaal overstuur zou raken als ik zou zien hoe ze daar weg lag te teren. En haar vader stond ook nog eens erg vijandig tegenover mij. Volgens mij was hij degene die Casey probeerde over te halen van me te scheiden. Haar vader was erg dominant.'

'Bezwaar,' zei Swoboda. 'De getuige heeft de vraag niet beantwoord.'

'Inderdaad, meneer Coleman,' zei de rechter. 'U dwaalt nu wel erg ver af.'

'Dat spijt me, edelachtbare.'

'Vertelt u nu de jury maar wat er tijdens uw bezoek aan Sunny Rest is voorgevallen op de dag dat de verdachte werd gearresteerd,' zei Delilah, in de hoop dat Coleman niet al te ver zou uitweiden.

'Goed. Ik moest in de stad zijn voor de hoorzitting over het voogdijschap en besloot toen om bij Casey langs te gaan. Het regende pijpenstelen. Ik parkeerde mijn auto, maar ik wachtte met uitstappen. Aanvankelijk had ik echt bij Casey langs willen gaan, maar toen begon ik me zorgen te maken over hoe zij eruit zou zien. Ze was namelijk al vijf jaar buiten kennis. Ik zat me dus in mijn auto af te vragen wat ik moest doen, toen ik Ashley Spencer uit het verpleeghuis zag komen. Ik nam aan dat zij net bij Casey op bezoek was geweest en wilde haar vragen hoe dat geweest was.'

Ashley keek naar Maxfield. Hij zat rechtop en keek Coleman onafgebroken aan. Het was voor het eerst sinds lange tijd dat hij weer een teken van leven vertoonde.

'Gelukkig maar dat ik met haar wilde praten,' ging Coleman verder. 'Op het moment dat ik uitstapte, rende zij naar haar eigen auto. Ik hield mijn hoofd voorover vanwege de regen en liep haar achterna. Toen ik opkeek, zag ik iemand met een mes naar haar toe rennen.'

'Heeft u het gezicht van haar belager kunnen zien?' vroeg Delilah.

'Nee. Hij had zijn capuchon over zijn hoofd.'

'Wat gebeurde er toen?'

'Ashley gaf hem een trap en ging ervandoor. Hij kwam haar achterna. Ik wist dat hij een mes had, maar daar liet ik me niet door weerhouden. Ik heb hem onderuit gehaald en tegen de grond gewerkt. Op dat moment kwam de politie aan.'

'Heeft u uiteindelijk wel het gezicht van de man die probeerde om Ashley Spencer te vermoorden kunnen zien?'

'Jawel.'

'En wie was het?'

Coleman wachtte even, om de spanning wat op te voeren, en wees toen naar Joshua Maxfield. Maxfield wierp Coleman een nijdige blik toe.

'De man die geprobeerd heeft om Ashley Spencer neer te steken is Joshua Maxfield, de verdachte,' zei Coleman met dramatische stemverheffing.

'Ik heb verder geen vragen.'

Eric Swoboda kwam aanlopen en bleef vlak voor de getuige staan.

'Meneer Coleman, het viel me op dat de aanklager u niet vroeg wat voor werk u doet. Komt dat misschien omdat zij niet wil dat de jury erachter komt dat u voor de maffia in Las Vegas werkt?'

'Dat is een leugen. Ik ben zakenman. Ook al werk ik in Las Vegas, dat betekent nog niet dat ik een gangster ben.'

'Hoe heet uw bedrijf?'

'American Investments.'

'Was American Investments niet recentelijk het doelwit van een commissie die onderzoek deed naar het witwassen van geld?'

'Dat was een vergissing. Dat onderzoek heeft niets opgeleverd.'

'Kwam dat misschien omdat Myron Lemke, de kroongetuige, werd vermoord voordat hij een verklaring kon afleggen?'

'Bezwaar,' zei Delilah. 'De vraag van de verdediging is gebaseerd op onbevestigde geruchten en doet binnen het kader van dit proces ook niet ter zake. Verder maakt een dergelijke vraag inbreuk op de regels die gelden voor de toelaatbaarheid van eerdere bewezen delicten.'

'Ik aanvaard het bezwaar. Gaat u verder, meneer Swoboda.'

'Bent u al eens eerder veroordeeld?'

'Ja. Jaren geleden.'

'En waar was dat voor?'

'Geweldpleging.'

'Bent u ooit veroordeeld wegens diefstal?'

'Dat berustte op een misverstand. Ik dacht dat ik geld op mijn rekening had staan en...'

'Maar de jury nam geen genoegen met uw verweer. Zo was het toch, meneer Coleman?' vroeg Swoboda.

'Ja,' moest Coleman met tegenzin toegeven.

'Meneer Coleman, u heeft verklaard dat de heer Maxfield u bij het zwembad van de Oregon Academy heeft aangevallen. Klopt dat?'

'Ja. Hij viel me in de rug aan.'

'U hield op het moment dat hij u aanviel, Casey Van Meter bij haar pols vast en zei tegen haar dat ze een kreng was, nietwaar?'

'Daar kan ik me niets van herinneren.'

'Herinnert u zich niet dat u mevrouw Van Meter lastigviel?'

'Nee. We waren aan het praten.'

Delilah zuchtte inwendig, maar liet de jury niet merken wat ze op dat moment voelde. Ze had Coleman nodig gehad om te bewijzen dat Maxfield geprobeerd had om Ashley bij Sunny Rest neer te steken en daar was ze in geslaagd. Gelukkig hoefden de juryleden Coleman niet aardig te vinden om zijn woorden te geloven.

'U beweert dus dat de heer Maxfield u zonder enige reden in het bijzijn van tientallen getuigen in de rug aanviel. Is dat juist?'

'Die kerel is volkomen gestoord. Een psychopaat heeft geen reden nodig om iemand te lijf te gaan.'

'Meneer Coleman, uw vrouw is een van de volgende getuigen in deze zaak. Houdt u nog steeds vol dat u haar niet lastigviel toen de heer Maxfield haar te hulp kwam?'

'Ze heeft ernstig hoofdletsel gehad. Volgens mij is haar herinnering niet al te best meer.'

'We zijn ook bereid om een aantal voormalige leerlingen op te roepen die op die dag in het zwembad waren. Blijft u bij uw verzinsels?'

'Roep maar op wie u wilt. Ik weet niet wat ze gaan zeggen. Misschien hadden we inderdaad ruzie. Casey kon zich over het minste geringste altijd vreselijk opwinden.'

'Waar had u ruzie over?'

'Over de scheiding. Ik probeerde haar tot rede te brengen.'

'Deed u dat omdat mevrouw Van Meter rijk was en u haar geld niet in handen zou krijgen als ze van u scheidde?'

'Nee, het geld kon me niets schelen. Ik houd van haar.'

'En ging u daarom niet bij haar op bezoek terwijl ze daar in dat verpleeghuis lag te vegeteren?'

'Dat heb ik u al verteld. Ik kon het niet aan om haar zo te zien liggen.'

'Tja... we merken hier allemaal dat u heel gevoelig bent,' zei Swoboda.

'Bezwaar,' zei Delilah.

'Toegewezen,' antwoordde rechter Shimazu.

Swoboda keerde Coleman zijn rug toe en liep een paar passen in de richting van de jurybank.

'Dus het was uit liefde en niet om mevrouw Van Meters geld, dat u probeerde het beheer over haar veertig miljoen dollar te krijgen?'

Een paar juryleden reageerden bij het horen van het bedrag. Coleman antwoordde niet. Swoboda wendde zich weer tot hem.

'Hoe lang kende u mevrouw Van Meter voordat u met haar trouwde?'

'Drie dagen,' mompelde Coleman.

'Dat heb ik niet verstaan, meneer Coleman,' zei Swoboda.

'Drie dagen.'

'Dat moet dan echt liefde op het eerste gezicht geweest zijn.'

'En waar heeft u elkaar leren kennen?'

'In het casino van de Mirage.'

'En in welke kerk bent u getrouwd?'

'Het was geen kerk.'

'O. Waar heeft u dan uw boterbriefje gehaald?'

'Bij eh... bij de Chapel of True Love.'

'Juist. En hoe laat vond de plechtigheid plaats? Was het overdag of 's avonds?'

'Om vier uur in de ochtend, als ik me goed herinner.'

'Klopt het, meneer Coleman, dat als Casey Van Meter overleden zou zijn voordat zij uit haar coma ontwaakte, u miljoenen dollars zou hebben geërfd?'

'Ik weet niet het precieze bedrag.'

'Bovendien zou u op dat moment het hele vermogen van mevrouw Van Meter geërfd hebben, omdat ze geen testament had en u haar wettige echtgenoot was, en ook omdat toen nog niet bekend was dat Ashley Spencer haar dochter is. Dat is pas zeer onlangs komen vast te staan.'

'Wat is precies uw vraag?' vroeg Coleman.

'Mijn vraag? Goed, dan zal ik er een stellen. Is het niet zo dat u er groot belang bij had dat Casey Van Meter zou komen te overlijden?'

'Nee. Ik houd van haar.'

'Meer dan van veertig miljoen dollar?'

'Die vraag is al gesteld en beantwoord,' viel Delilah in de rede.

'Afgewezen,' zei de rechter. 'Begrijpt u de vraag, meneer Coleman?'

'Nee.'

'Was het niet zo dat Miles Van Meter ook stappen ondernam om tot mevrouw Van Meters voogd te worden benoemd?' vroeg Swoboda.

'Ja.'

'En was het ook niet zo dat hij duidelijk had gemaakt dat hij zijn zuster uit haar lijden wilde laten verlossen?'

'Daar heb ik iets over gehoord, ja.'

'Waardoor u haar geld geërfd zou hebben. Klopt dat?'

'Ik neem aan van wel.'

'U wist toch dat Ashley Spencer eveneens pogingen deed om tot mevrouw Van Meters voogd te worden benoemd?' ;ja.'

'Zij wilde juist dat haar moeder in leven werd gehouden, nietwaar?'

'Wat inhield dat het geld aan uw neus voorbij zou gaan.'

'Hoe bedoelt u?'

'Als Ashley er niet meer was, zou óf u óf Miles Van Meter tot voogd benoemd zijn. Is dat juist?'

'Ja.

'In beide gevallen zou dan de apparatuur die mevrouw Van Meter in leven hield, worden uitgeschakeld en zou u de erfgenaam zijn geweest van mevrouw Van Meters miljoenen. Alleen Ashley stond dat in de weg. En dat was voor u voldoende aanleiding om haar op het parkeerterrein van het verpleeghuis neer te steken. Heb ik dat juist?'

'Ik heb u. al gezegd dat hij haar probeerde te vermoorden,' zei Coleman, naar Maxfield wijzend.

'Edelachtbare, ik wil graag een plattegrond van Sunny Rest laten zien. Mag ik die op de ezel zetten?'

'Ga uw gang, meneer Swoboda.'

De advocaat van Maxfield plaatste een groot rechthoekig stuk crèmekleurig karton op een ezel die naast de getuigenbank stond opgesteld. Op het karton was een plattegrond van het parkeerterrein van Sunny Rest getekend. Het hoofdgebouw stond aan de bovenkant van de tekening en daaronder liepen twee evenwijdige lijnen die de weg tussen het gebouw en het parkeerterrein aangaven. Iedere parkeerplek was aangegeven met een blauw vierkantje. Onder aan de tekening liepen nog twee evenwijdige lijnen, die een andere weg aanduidden. Swoboda hield een rode markeerstift boven een parkeerplek in de tweede rij vanaf het gebouw. Het was de tweede parkeerplek aan de linkerkant van het terrein.

'Stond hier uw auto?' vroeg de advocaat.

'Dat klopt wel ongeveer,' antwoordde Coleman.

Swoboda schreef `COLEMAN op die parkeerplek. Vervolgens ging hij met zijn markeerstift twee rijen omlaag, naar het tweede vierkantje aan de rechterkant, drie rijen vanaf de onderkant van de plattegrond.

'En stond hier de auto van juffrouw Spencer?'

Ja.

Swoboda schreef SPENCER in het vierkantje.

'En u heeft verklaard dat u juffrouw Spencer het verpleeghuis zag verlaten en dat ze naar haar auto liep?'

'Rennen is meer het juiste woord.'

'Goed. Waar bevond zij zich op het moment dat u uit uw auto stapte?'

'Ongeveer één rij van haar auto verwijderd.'

'Hoe bent u naar juffrouw Spencer toegelopen?'

'Eh... ik ben eerst naar de rij toegelopen waar ze geparkeerd stond en daarvandaan naar haar auto.'

'Dus toen u de rij bereikte waar ze geparkeerd stond, liep u van links naar rechts?'

'Dat klopt.'

'Stonden er aan weerszijden van de auto van juffrouw Spencer andere auto's geparkeerd?'

'Dat weet ik niet meer.'

Swoboda liep naar zijn tafel en pakte daar een foto. Hij gaf hem aan Coleman.

'Dit is een politiefoto, die kort nadat juffrouw Spencer werd aangevallen is gemaakt. Ziet u haar auto daarop staan?'

'Ja.`

'En ziet u dat er aan de kant waar u vandaan kwam een bestelwagen staat en dat er ook nog een auto aan de andere kant van juffrouw Spencers auto staat geparkeerd?'

'Ja.'

'Dan verzoek ik u bewijsstuk nr. 79 ter zitting toe te laten, edelachtbare,' zei Swoboda.

'Geen bezwaar,' zei Delilah.

'Meneer Coleman, u heeft verklaard dat u met uw hoofd voorovergebogen liep vanwege de zware regen en dat u, toen u opkeek, zag dat juffrouw Spencer door een man werd aangevallen.'

'Dat is juist.'

'U bevond zich op dat moment tussen twee rijen auto's en de auto van juffrouw Spencer stond rechts van u geparkeerd. Klopt dat?'

'Ja.

'Hoever was u nog van de auto van juffrouw Spencer verwijderd?'

'Er stonden nog een paar auto's tussen.'

'Dus u liep voor de rij geparkeerde auto's langs naar de hare toe, terwijl de man die haar aanviel zich vóór u bevond en juffrouw Spencer tussen de auto's stond die vóór haar aanvaller stonden?'

'Ja.'

Swoboda zette kruisjes op de plattegrond op de plaatsen waar Coleman, de aanvaller en Ashley hadden gestaan. Vervolgens deed hij een stap achteruit, zodat de juryleden de plattegrond goed konden zien.

'Hoe heeft u kunnen zien dat juffrouw Spencer haar aanvaller een trap gaf, meneer Coleman? Een trap wordt met de benen gegeven. Als u nog drie auto's van juffrouw Spencer verwijderd was, kon u dat niet zien omdat die bestelauto vlak naast de auto van juffrouw Spencer stond en omdat de aanvaller met zijn rug naar u toe stond. Hoe verklaart u dat?'

'Ik... ik weet zeker dat ik het gezien heb,' hield Coleman vol.

'Natuurlijk heeft u het gezien, meneer Coleman, omdat ü namelijk zelf degene was die een trap kreeg toen ú Ashley Spencer op het parkeerterrein aanviel. Mijn cliënt was degene die haar te hulp kwam!'

'Gelul!'

Rechter Shimazu tikte met zijn hamer. 'Dit is een rechtszaal, meneer Coleman. Let een beetje op uw woorden.'

'Het spijt me, edelachtbare,' zei Coleman. 'Maar die vent liegt.'

'Dergelijke taal wordt niet getolereerd, meneer Coleman,' wees rechter Shimazu de getuige terecht. 'Beperkt u zich alstublieft tot het beantwoorden van de vragen van de heer Swoboda en laat het gebruik van grove taal achterwege.'

'Goed.'

'Meneer Swoboda, gaat u verder,' zei de rechter.

'U had een reden van veertig miljoen dollar om te willen dat Casey Van Meter stierf, nietwaar?'

'Dat is... dat is niet waar.'

'O nee? Wist u voordat u met Casey Van Meter trouwde dat ze rijk was?'

'Ja. Wat zou dat?'

'En dat ze, toen ze eenmaal weer een beetje tot bezinning was gekomen, besloot om verstandig te zijn en u de bons te geven?'

'Ik heb u al verteld dat we relatieproblemen hadden. Daar zouden we met professionele begeleiding wel uit zijn gekomen.'

'Raakte u niet woedend toen u aan al dat geld dacht dat uw neus voorbij dreigde te gaan?'

'Nee,' antwoordde Coleman met enige stemverheffing.

'Dus toen u Casey Van Meter in het zwembad bij haar pols pakte en haar een kreng noemde, was er bij u geen sprake van woede?'

'Misschien was ik een beetje boos,' gaf Coleman schoorvoetend toe, 'maar ik heb beslist nooit geprobeerd om haar te vermoorden.'

'En ik neem aan dat u ook gaat ontkennen dat uTerri Spencer in het botenhuis van de Oregon Academy om het leven hebt gebracht?'

'Wat!' riep Coleman, half overeind komend.

'Is het niet zo dat u op de avond dat Casey Van Meter werd aangevallen haar naar het botenhuis bent gevolgd?'

'Nee.'

'En is het niet zo dat u haar daar aantrof met een mogelijke getuige, Terri Spencer, en dat u mevrouw Spencer heeft vermoord omdat zij u zou hebben kunnen identificeren?'

'Nee!'

'En dat u daarna mevrouw Van Meter aanviel, maar moest vluchten omdat u Joshua Maxfield aan hoorde komen?'

Delilah wilde bezwaar aantekenen, maar zag daarvan af omdat een bezwaar Swoboda's waanzinnige aantijgingen alleen maar geloofwaardiger maakten.

'U had wel een reden van veertig miljoen om te willen dat Casey Van Meter stierf voordat uw scheiding een feit was, en u had ook een duidelijk motief om Ashley Spencer te vermoorden voordat mevrouw Van Meter uit haar coma zou ontwaken.'

'Moet ik dit allemaal over me heen laten gaan?' vroeg Coleman aan de rechter.

'Ik heb verder geen vragen,' zei Swoboda en liet Coleman half staand en in een krampachtige houding in de getuigenbank achter.

'Dat was me wat,' zei Jerry tegen Miles Van Meter zodra de zitting was geschorst en Randy Coleman de rechtszaal uitstormde.

'Heel bizar,' antwoordde Miles. 'Ik hoop niet dat dit gevolgen heeft.'

Ashley maakte zich zorgen. Delilah stond vlak voor haar. Ze was bezig de papieren die ze bij het verhoor van Coleman had gebruikt bij elkaar te zoeken. Ashley leunde over de balustrade en tikte de plaatsvervangend openbaar aanklager op haar arm. Delilah draaide zich om.

'Je denkt toch niet dat de jury daar intrapt, hoop ik?' vroeg Ashley, die probeerde haar zenuwen de baas te blijven. Ze wist niet wat ze moest doen als Joshua Maxfield zou worden vrijgesproken.

'Je hoeft je over dat Perry Mason-stukje van meneer Swoboda geen zorgen te maken,' verzekerde Delilah haar. 'Hij heeft misschien de juryleden aan het denken gezet, maar als Casey aan het woord komt over wat er in het botenhuis is gebeurd, krijgen ze de ware toedracht te horen.'