De hotelbediende naar wie Claire Rolvag op zoek was, stond naast de doos met sleutels van de gasten die gebruikmaakten van de parkeergarage. Ze reed de lange, rondlopende oprijlaan op, ontweek een taxi en bracht haar glimmende nieuwe Lexus vlak voor hem tot stilstand.

'Carlos?' vroeg ze toen hij naar het portierraampje liep.

'Dat ben ik.'

'Ik ben Claire. Ik vervang vanavond Barbara Bridger.'

'Ze heeft me verteld in wat voor auto u zou komen,' zei Carlos. Hij opende het portier. Claire pakte het boek dat op de zitting naast haar lag en stapte uit.

'Ik zet uw auto daar neer,' zei hij, en wees naar een parkeerterrein aan het eind van de oprijlaan.

Claire bedankte Carlos en gaf hem een opgevouwen bankbiljet, dat hij discreet in zijn zak stopte. Terwijl hij de auto naar de plek reed die hij had aangewezen, werd Claire door de portier welkom geheten in The Newbury, een van de chicste hotels in Seattle.

Er vond op dat moment in Seattle een congres plaats en het was dan ook erg druk in The Newbury. Claire moest zich een weg banen door een menigte lachende en pratende mensen voordat ze midden in de foyer stond. Ze keek om zich heen. Hij was er niet. Een bel gaf aan dat er een lift arriveerde. Claire wierp een snelle, bezorgde blik op haar horloge en richtte vervolgens haar aandacht op de groep congresgangers die uit de lift kwamen. Claire zag hem eerst niet, maar het volgende moment stond Miles Van Meter voor de rij liftdeuren. Zijn rossige blonde haar en zijn blauwe ogen waren voor de kleurenfoto op de achterkant van het omslag van De Dode Slaapster enigszins bewerkt om zijn eerste grijze haren te verbergen. Hij was ook minder lang dan Claire zich had voorgesteld, maar hij was in het echt net zo knap als op de televisie.

De advocaat die schrijver was geworden, was in de veertig en bijna een meter tachtig lang. Hij had brede schouders en een goed verzorgd uiterlijk. Hij droeg een grijs maatkostuum met streepjesmotief, een wit katoenen overhemd en een smaakvolle Armani-stropdas. De meeste publiciteitsmedewerkers zouden zich hebben verbaasd over de elegantie waarmee Van Meter zich kleedde. Schrijvers droegen gewoonlijk tweedjasjes als ze op tournee gingen - en sommigen kwamen zelfs zónder jasje - en er waren er maar heel weinig die een das bij zich hadden. Als je wekenlang op reis ging en avond na avond op moest treden, nam je liever niet al te veel bagage mee en koos je voor gemakkelijk zittende kleding. Je moest ook voor dag en dauw op om op tijd op het vliegveld te zijn voor de zoveelste korte vlucht naar de zoveelste vreemde stad. Maar Miles Van Meter maakte deel uit van het advocatenteam van een groot kantoor dat gespecialiseerd was in bedrijfsrecht. Hij was eraan gewend om eersteklas te reizen en zich in dure kleding te steken.

Van Meter herkende Claire meteen, want ze had een exemplaar bij zich van zijn bestseller, een waar gebeurd misdaadverhaal. Hij schatte dat de aantrekkelijke brunette rond de vijfendertig was. Ze leek hem een pittige, capabele tante, net als de meeste publiciteitmedewerksters die hem begeleidden bij zijn optredens in de vaak onbekende steden die hij iedere dag tijdens zijn slopende, zes weken durende tournee aandeed.

Miles hield zijn handen omhoog alsof hij haar om vergiffenis wilde vragen. 'Ik weet dat ik te laat ben. Het spijt me, maar mijn vlucht uit Cleveland had vertraging.'

'Dat geeft niet,' stelde Claire hem gerust. 'Ik ben hier ook net, en het is maar twintig minuten rijden naar de boekwinkel.'

Miles wilde iets zeggen, maar hij bedacht zich en nam Claire wat nauwkeuriger op.

'Jij bent niet degene die me hier de vorige keer heeft rondgeleid, is het wel?'

'Je bedoelt Barbara Bridger, de eigenaresse van het bureau. Ik vervang haar. Haar zoontje heeft griep en Dave, haar man, is voor zaken de stad uit.'

'Oké. Dan dacht ik even aan iemand anders. Doe je dit vaak?'

'Om je eerlijk de waarheid te zeggen, is dit de eerste keer,' antwoordde Claire toen ze de foyer verlieten en zich naar haar auto begaven. 'Barb en ik zijn vriendinnen en ik heb tegen haar gezegd dat ik haar graag wilde helpen als ze ooit ergens problemen mee had. En zodoende...'

Claire maakte een schouderophalend gebaar. Op hetzelfde moment zag Carlos hen aan komen lopen en rende naar de auto om het portier aan de passagierskant voor Miles te openen. Hij kende de procedure. Zij was een ingehuurde kracht. Miles Van Meter was de ster.

Het was even voor zeven uur 's avonds toen Claire wegreed. Het regende, zodat ze de ruitenwissers aanzette.

'De vorige keer ben je niet bij Murder for Fun geweest, geloof ik,' zei Claire.

'Nee. Toen was ik bij een van de grote boekhandels, Barnes & Noble of Borders, ik weet het niet meer. Na een paar dagen zijn ze allemaal hetzelfde.'

'Ik denk dat je dit wel een leuke winkel zult vinden. Het is een kleine boekhandel, maar Jill Lane, de eigenares, doet altijd erg haar best om zoveel mogelijk mensen bij elkaar te krijgen.'

'Fijn,' zei Miles, maar Claire voelde dat zijn enthousiasme niet helemaal gemeend was. Ze wist dat haar auteur al drieëneenhalve week op tournee was, wat betekende dat hij chronisch slaap tekort kwam en bezig was zijn laatste restje energie te verbruiken.

'Is je kamer naar je zin?'

'Ik heb een suite met uitzicht. Niet dat ik daar veel aan heb, want ik vlieg morgenochtend om kwart voor zeven door naar Boston. Daarna moet ik naar Des Moines en vandaar naar Omaha. Ik ben vergeten waar ik daarna naartoe moet.'

Claire schoot in de lach. 'Je doet het niet slecht. Volgens Barb zijn de meeste schrijvers die ze begeleidt als ze drie weken onderweg zijn al vergeten waar ze de dag daarvoor zijn geweest.' Claire keek op haar horloge. 'Op de achterbank staat een koeltas met frisdrank en mineraalwater. Neem maar als je trek hebt.'

'Nee, dank je.'

'Heb je wat gegeten?'

'Ja, in het vliegtuig.'

Miles deed zijn ogen dicht en leunde achterover tegen de hoofdsteun. Claire besloot dat het beter was om hem tijdens de rit verder met rust te laten, zodat hij zich even kon ontspannen.

Murder for Fun, een in misdaadliteratuur gespecialiseerde boekhandel, was gevestigd in een winkelcentrum in een van de buitenwijken van de stad. Claire parkeerde de auto achter de winkel, vlak bij de dienstingang. Ze had toen ze bijna bij de winkel waren, vanuit de auto gebeld en Jill Lane deed na één keer kloppen open. Jill was een aardige, zwaargebouwde vrouw met peper-en-zoutkleurig haar. Ze droeg een ruitjesjurk en een zilveren halsketting met turkooize indiaanse motieven, met bijpassende oorbellen. Na een succesvolle carrière als makelaar in onroerend goed was Jill gestopt met werken. Misdaadverhalen lezen was altijd al haar grootste hobby geweest en toen ze de kans kreeg om de winkel te kopen omdat de vorige eigenaar om gezondheidsredenen naar Arizona moest verhuizen, had ze die met beide handen aangegrepen.

'Heel hartelijk dank dat u hiernaar toe bent gekomen, meneer Van Meter,' zei Jill toen ze Claire en Miles binnenliet. 'Het publiek zal u zeker aanspreken. De hele winkel zit vol. Alle stoelen zijn bezet. Er staan zelfs mensen in de gangpaden tussen de boekenkasten.'

Miles kon niet nalaten te glimlachen. 'Ik voel me bijzonder gevleid.'

'Het is ook een erg goed boek. En toen Joshua Maxfield tegen zijn vonnis in beroep ging, haalde de hele zaak wéér de voorpagina's. Wist u trouwens dat allebei de romans van Maxfield herdrukt zijn? Ze staan weer op de bestsellerlijsten.'

Het gezicht van Van Meter betrok.

'Het spijt me,' zei Jane meteen. 'Dat was niet erg tactisch van me.'

'Nee hoor, dat geeft niet.' Miles schudde zijn hoofd. 'Maar als ik de naam Maxfield hoor, moet ik steeds aan Casey denken.'

De achterdeur bood toegang tot een magazijn annex kantoor. Tegen een van de muren stond een bureau, dat boordevol lag met allerlei administratieve rompslomp. Tegen een andere muur stonden dozen met nieuwe boeken opgestapeld. Overal stonden stapels boeken. Midden in de ruimte stond een tafel, waarop een aantal exemplaren van De Dode Slaapster klaarlag. Jane wees ernaar.

'Zou u deze boeken willen signeren voordat u vertrekt? We hebben diverse verzoeken gekregen van klanten die vanavond verhinderd waren, en we hebben ook een aantal bestellingen via onze website binnengekregen.'

'Met alle plezier.'

Jane keek door de deur van het kantoor de gang in die naar het voorste gedeelte van de winkel leidde. Miles en Claire hoorden geroezemoes.

'Heeft u nog iets nodig?' vroeg Jill. 'Er staat een fles water op het podium en er is ook een microfoon. Volgens mij heeft u die wel nodig.'

Miles glimlachte. 'Daar gaat-ie dan.'

Jill ging hen voor, de gang in. Murder for Fun was een donkere, stoffige winkel, die van de vloer tot aan het plafond stampvol stond met boekenkasten. Tussen de boekenkasten liepen smalle gangpaden. Overal hingen handgeschreven bordjes met informatie over wat waar te vinden was: 'Pas Verschenen', 'Harde Actie', 'Waar gebeurd' en andere categorieën misdaadverhalen, waardoor de winkel iets gezelligs kreeg en uitdrukking gaf aan Janes persoonlijkheid. In een hoek van de winkel was een podium ingericht. Voor het podium stonden een paar rijen klapstoelen. Alle stoelen waren bezet. Veel van de klanten hadden een exemplaar van de gebonden editie of van de paperbackuitgave van De Dode Slaapster bij zich, in de hoop dat Miles die wilde signeren.

Toen Jill binnenkwam, klonk er een zwak applaus. Ze liep naar het podium, op de voet gevolgd door Miles. Claire liep achter de aanwezigen langs en posteerde zich bij een kast die, aan het stof te oordelen, vol stond met minder goedverkopende titels, die zich allemaal in exotische oorden afspeelden.

'Hartelijk dank dat u op deze donkere, stormachtige avond hiernaartoe bent gekomen,' zei Jill. Hier en daar werd gelachen. 'Ik denk dat u er straks geen spijt van zult hebben dat u de reis heeft ondernomen. We zijn erg blij dat we u vanavond kennis kunnen laten maken met Miles Van Meter, de auteur van De Dode Slaapster, een van de meest aangrijpende waargebeurde misdaadverhalen die ik ooit heb gelezen.

'De heer Van Meter werd geboren in Portland, Oregon, als zoon van wijlen Henry Van Meter, telg uit een vooraanstaande familie van houthandelaren. Toen zijn vader stierf, nam Henry de leiding van het familiebedrijf over, maar hij had daarnaast ook belangstelling voor andere zaken, waaronder onderwijs. Henry was de oprichter van de Oregon Academy, de particuliere eliteschool waar veel van de vreselijke gebeurtenissen uit De Dode Slaapster zich afspelen. Miles en zijn tweelingzus Casey waren allebei leerlingen van deze school. Nadat hij de middelbare school had afgemaakt, ging Miles naar Stanford, de oude universiteit van zijn vader, om daar rechten te studeren. Momenteel houdt hij zich in Portland nog steeds bezig met bedrijfsrecht.

Zoals velen van u weten, werd De Dode Slaapster een aantal jaren geleden voor het eerst gepubliceerd. Kort geleden is deze nieuwe editie verschenen en bevat een aantal aanvullende hoofdstukken, waarin verslag wordt gedaan van de opzienbarende gebeurtenissen die zich na het verschijnen van de eerste editie hebben voorgedaan. Vanavond zal de heer Van Meter een aantal stukken uit De Dode Slaapster aan u voorlezen en daarna zal hij graag uw vragen beantwoorden. Dames en heren, ik vraag nu graag uw aandacht voor Miles Van Meter.'

Er steeg meteen een welgemeend applaus op. Jill stapte opzij, waarna Miles het podium betrad. Hij nam een slokje water en schoof wat met zijn blaadjes met aantekeningen, in afwachting van het moment dat het applaus zou bedaren.

'Hartelijk dank voor de warme ontvangst. Dankzij bijeenkomsten als deze ben ik in staat geweest om mezelf in die donkere jaren na de gruwelijke aanslag die Joshua Maxfield op mijn geliefde zuster Casey heeft gepleegd op de been te houden. U zult wel begrijpen dat het voor mij niet gemakkelijk is om te praten over wat er met Casey is gebeurd. En, om eerlijk te zijn, was het voor mij ook niet gemakkelijk om dit boek te schrijven. Maar ik ben toch met dit project begonnen omdat ik voelde dat ik dit móést doen om de herinnering aan Casey levend te houden. En daarnaast wilde ik ook dat die verschrikkelijke gebeurtenissen in de schijnwerpers bleven om de autoriteiten, de politie, de FBI, min of meer te dwingen de jacht op Maxfield voort te zetten en hem voor de rechter te brengen — niet alleen voor de afschuwelijke misdaden die hij tegen mijn familie en de familie van Ashley Spencer heeft begaan, maar ook uit naam van alle andere mensen wier levens door zijn onmenselijke daden van moord en marteling voor altijd zijn beschadigd.

En dus schreef ik De Dode Slaapster en begon met het geven van lezingen in het hele land. Ik kan u wel zeggen dat me dat, toen ik daar pas mee begon, erg deprimeerde, omdat de vooruitzichten voor Casey erg somber waren en omdat Joshua Maxfield nog steeds op vrije voeten was. Maar overal waar ik kwam, kreeg ik steeds van mensen zoals u te horen dat door mijn boek Casey voor hen was gaan leven en dat ze voor haar baden. Hun woorden zijn mij in mijn donkerste uren tot troost geweest, en daarvoor wil ik u, vanuit de grond van mijn hart, dankzeggen.'

Er klonk weer een daverend applaus. Miles hield zijn blik op de lessenaar gericht om zichzelf weer onder controle te krijgen. Even later nam het applaus af en hield Miles een exemplaar van zijn boek omhoog, dat van een goudkleurige plakker was voorzien waarop in grote reliëfletters SPECIALE EDITIE stond.

'Ik ga u het eerste hoofdstuk van De Dode Slaapster voorlezen. Daarna zal ik uw vragen beantwoorden en graag uw boeken signeren.'

Miles sloeg De Dode Slaapster open, nam nog een slokje water en begon.

'Waarom jagen seriemoordenaars ons veel méér angst aan dan gewone moordenaars? Volgens mij komt dat doordat we niet kunnen begrijpen waaróm zij hulpeloze mensen, tegen wie ze onmogelijk een rationeel beredeneerbare wrok kunnen koesteren, vermoorden en martelen. We weten waarom woedende echtelieden elkaar van het leven beroven. Als een bende een gangster van de tegenpartij uit de weg ruimt, kunnen we daarin een verband tussen oorzaak en gevolg zien. We voelen ons veilig in de wetenschap dat een moordenaar geen reden heeft om ons iets te doen. Maar als iemand als Joshua Maxfield op vrije voeten rondloopt, voelen we ons bedreigd, omdat geen enkel normaal denkend mens kan bevatten welke motieven voor hem de aanleiding waren om, op een koude nacht in maart tijdens Ashleys zeventiende levensjaar, zijn afschuwelijke daden in het huis van de familie Spencer ten uitvoer te brengen.

Op die noodlottige avond zat Ashley in haar derde jaar aan de Eisenhower High School in Portland, Oregon. Ze was een aardig, vrolijk meisje met helderblauwe ogen en steil blond haar, dat ze meestal in een paardenstaart droeg. Ze leek stevig en sterk, omdat ze jarenlang hard had getraind om topvoetbalster te worden. De training had zijn vruchten afgeworpen. In het najaar was zij de ster geweest van het dameselftal van haar eigen school, en daarna had ze geschitterd in het eerste van Oregon. Na afloop van het speelseizoen voor schoolelftallen was ze bij een eliteclub gaan spelen. Eerder die dag had West Hills op het nippertje van een geduchte tegenstander gewonnen en de trainer had het elftal op pizza getrakteerd.

Waar zag Joshua Maxfield Ashley voor het eerst? Was het in de pizzeria? Stond hij tussen de toeschouwers bij de voetbalwedstrijd? De politie heeft amateurfilmpjes van de voetbalwedstrijd en het feestje in de pizzeria bestudeerd, maar daarop is geen spoor van Maxfield te ontdekken. Misschien kwamen ze elkaar toevallig tegen, op straat of in een winkelcentrum. Maar uiteindelijk is de vraag hoe ze elkaar ontmoet hebben minder belangrijk dan de verschrikkelijke gevolgen die die ontmoeting voor de familie Spencer en voor mijn familie heeft gehad.

Omstreeks twee uur in de ochtend verschafte Maxfteld zich via een schuifdeur aan de achterkant van het huis toegang tot de woning van de familie Spencer. Hij sloop de trap op naar de bovenverdieping. Norman Spencer sliep alleen in de ouderslaapkamer omdat Terri Spencer, Ashleys moeder en verslaggeefster voor een dagblad in Portland, in het oosten van Oregon aan een reportage werkte. Toen Norman stierf, was hij 37 jaar. Hij had een aantal jaren lesgegeven aan de laagste klassen van een middelbare school en was geliefd bij allen die hem kenden.

Maxfield ging Norman Spencer als eerste te lijf door hem in zijn slaap meerdere malen met een mes te steken. Vervolgens liep hij de overloop op. Ashley had op dat moment haar beste vriendin, Tanya Jones, te logeren. Tanya was een slanke, Afro-Amerikaanse beursstudente, die als een van de besten van Oregon voor haar middelbareschoolexamens was geslaagd. Tanya speelde in hetzelfde elftal als Ashley. Ze hadden die dag allebei doelpunten gemaakt en Tanya's moeder had haar toestemming gegeven om bij Ashley te blijven slapen. De deur van Ashleys kamer piepte toen hij openging. We kunnen aannemen dat Tanya van dat geluid wakker werd. Toen Ashley haar ogen opendeed, zag ze haar vriendin rechtop in bed zitten. In de deuropening zag ze de omtrek van een mannengedaante. Toen zag ze dat Tanya opzij viel en op de vloer in elkaar zakte. Ashley had geen idee wat er met haar vriendin was gebeurd totdat ze uit bed sprong en Maxfteld haar met zijn verdovingspistool raakte.

Maxfield sprong meteen boven op Ashley. Voordat ze wist wat er gebeurde, was ze aan handen en voeten gebonden en sleepte Maxfield Tanya Jones naar de logeerkamer ernaast. Ashley probeerde zich van haar boeien te ontdoen, maar het lukte haar niet om zich te bevrijden. Uit de logeerkamer klonken plotseling kreten van pijn. Ashley bleef als verlamd liggen.

In het autopsierapport van Tanya Jones worden de gruwelen die Maxfteld haar liet ondergaan tot in de kleinste details beschreven. Volgens Ashley leek er geen einde te komen aan Tanya's beproeving, maar waarschijnlijk heeft zij niet langer dan een kwartier geleden. De patholoog heeft vastgesteld dat Tanya werd geslagen en gewurgd tot zij bewusteloos raakte, en vervolgens werd verkracht en doodgestoken. Haar lichaam vertoonde meerdere steekwonden, waarvan een deel in blinde woede werd toegebracht nadat zij al was overleden.

Ashley lag op haar bed te wachten tot hij haar ook zou vermoorden.

Toen ging de deur van de logeerkamer dicht en stond de in het zwart geklede Maxfield, met zijn bivakmuts op en zijn handschoenen aan, opeens in de deuropening van Ashleys kamer. Ze dacht dat zij nu aan de beurt was om eerst verkracht en daarna vermoord te worden. Maar nadat hij een paar tellen naar haar had staan kijken fluisterde hij 'tot straks' en liep de trap af. Even later hoorde Ashley de deur van de koelkast opengaan.

We moeten aannemen dat Joshua Maxfield de moord op Ashley nog even wilde uitstellen, omdat hij, vlak na de verkrachting en de moord op Tanya Jones, vermoeid was geraakt en honger had gekregen. Dat zou verklaren waarom hij zijn gruwelijke daden onderbrak om naar de keuken van de familie Spencer te gaan en daar een glas melk te drinken en een stuk chocoladecake te eten. En juist daardoor is Maxfield uiteindelijk in de dodencel beland, en werd het feit dat hij er later over schreef de aanleiding tot een volgend drama.'