30

 

Jerry kon de volgende dag niet met Ashley mee naar de rechtszaal, omdat hij bij een echtscheidingszaak in Washington County moest verschijnen. Hij bood aan om die zaak te laten verzetten, maar daar wilde Ashley niets van horen. Toen ze de rechtszaal binnenkwam, zat Miles Van Meter al op zijn vaste plaats op de eerste rij.

'Ik kreeg gisteren de kans niet om met je te praten,' zei Miles. 'Je getuigenverklaring was uitstekend. Ik heb op de juryleden zitten letten. Ze hingen zowat aan je lippen. Ik hoop dat Casey het er net zo goed van afbrengt als jij.'

'Daar ben ik vast van overtuigd. Ze is heel sterk.'

'Ik stel het op prijs dat je zoveel tijd met haar doorbrengt. Het heeft haar herstel ontzettend goed gedaan.'

'Ze is mijn moeder,' antwoordde Ashley. Ze had er nu minder moeite mee om Casey als haar moeder te zien.

'Door de manier waarop ze jou behandeld heeft, ben je haar niets verschuldigd. Daarom is het juist zo geweldig wat je doet.'

'Het heeft mij ook geholpen dat ik Casey beter heb leren kennen. Het is net of ik er een familie bij krijg.'

Miles stond op het punt antwoord te geven toen de griffier met zijn hamer de aanwezigen tot de orde riep.

Delilah riep aan het begin van de zitting drie leden van Joshua Maxfields schrijfgroep op. Ze vertelden de juryleden hoe Terri Spencer volkomen overstuur was geraakt toen Maxfield een fragment uit zijn roman over een seriemoordenaar had voorgelezen. Delilahs volgende getuige was de secretaresse van decaan Van Meter, die bevestigde dat Terri op de dag van haar overlijden een gesprek met de decaan had gevoerd. Na de secretaresse riep Delilah een vertegenwoordiger van de telefoonmaatschappij op die kon bewijzen dat de decaan nog geen uur na hun gesprek op de Academy Ashleys moeder had opgebeld.

Tijdens de getuigenverklaringen keek Ashley steeds naar Joshua Maxfield als een van de getuigen een belangrijk punt naar voren bracht. Hij keek niet één keer terug. Hij liet zijn schouders hangen en hij staarde enkel naar het tafelblad. Ashley had de indruk dat hij alle hoop had laten varen.

Delilahs volgende getuige was dokter Sally Grace, de patholoog-anatoom. Zij had het grootste deel van de ochtend nodig om uit te leggen wat precies de doodsoorzaak van Tanya Jones en Ashleys vader en moeder was geweest. Bij haar uitleg liet dokter Grace een aantal foto's zien, die vervolgens aan de juryleden werden doorgegeven. Ashley was blij dat de toeschouwers de autopsiefoto's en de foto's die op de plaats van het misdrijf waren gemaakt niet te zien kregen. De verklaringen over de verwondingen van haar ouders en haar vriendin waren al gruwelijk genoeg. Delilah had haar weliswaar gewaarschuwd voor wat ze te horen zou krijgen, maar Ashley had toch al haar zelfbeheersing nodig om niet de rechtszaal uit te rennen.

 

Na de lunchpauze liet Delilah Tony Marx aan het woord om het bewijsmateriaal dat in het botenhuis en in de woning van Joshua Maxfield was verzameld, toe te lichten. Daarna riep ze rechercheur Birch op, die nader inging op het bewijsmateriaal dat op de plaats van het misdrijf in het huis van de familie Spencer was aangetroffen. Nadat Marx en Birch bijna een uur aan het woord waren geweest, stelde Delilah een vraag over een ander onderwerp.

'Heeft u in de loop van uw onderzoek een theorie ontwikkeld die ervan uitgaat dat degene die deze moorden heeft gepleegd ook in andere staten moorden gepleegd had?'

'Ja,' antwoordde Birch.

'Welke stappen heeft u ondernomen om deze theorie te ondersteunen?'

'We hebben de FBI over de zaak ingelicht.'

'Waarom deed u dat?'

'De FBI heeft een speciale afdeling die naar verbanden zoekt tussen seriemoorden die in het hele land zijn gepleegd.'

Delilah wendde zich tot rechter Shimazu. 'Edelachtbare, ik heb momenteel verder geen vragen voor rechercheur Birch. Maar ik wil hem in een later stadium graag opnieuw oproepen.'

'U kunt aan uw kruisverhoor beginnen, meneer Swoboda.'

'Mag ik daarmee wachten tot rechercheur Birch zijn volledige verklaring heeft afgelegd?'

'Heeft u daar bezwaar tegen, mevrouw Wallace?'

'Nee, edelachtbare.'

'Wilt u dan uw volgende getuige oproepen, mevrouw Wallace?'

'De staat vraagt Bridget Booth om te getuigen, edelachtbare.'

Even later kwam een vrouw met kort grijs haar en een bleek gezicht het gangpad af. Haar houding had iets militairs. Ze was gekleed in een grijs mantelpakje met een witte blouse en gemakkelijk zittende schoenen.

'Wat is uw beroep, mevrouw Booth?' vroeg Delilah nadat de getuige was ingezworen.

'Ik ben agent bij de FBI.'

'Waar bent u gestationeerd?'

'In Quantico, Virginia.'

'Kunt u de jury iets over uw opleiding vertellen?'

'Ik ben afgestudeerd in de psychologie en heb een graad behaald in de gedragswetenschappen aan de universiteit van Missouri.'

'Waar hebt u na uw studie gewerkt?'

'Ik heb zeven jaar als politieagente en rechercheur bij de afdeling Moordzaken in St. Louis, Missouri gewerkt. Om precies te zijn: ik heb mijn graad pas behaald toen ik al bij de politie werkte. Tijdens mijn zevende jaar in St. Louis heb ik bij de FBI gesolliciteerd en ben daar ook aangenomen. Ik heb de basisopleiding in Quantico, Virginia voltooid en heb vier jaar als FBI-agent bij het bureau in Seattle gewerkt. Toen heb ik bij het VICAP gesolliciteerd, en daar werk ik nu al dertien jaar.'

'Wat doet het VICAP precies?'

'VICAP is een afkorting van Violent Criminal Apprehension Program, een afdeling van de FBI die zich bezighoudt met het opsporen van zware criminelen. Het VICAP dankt zijn ontstaan aan een idee dat in de jaren vijftig door wijlen Pierce Brooks is ontwikkeld, die toen als rechercheur bij de politie in Los Angeles werkte. Rechercheur Brooks was bezig met het onderzoek naar de moord op twee vrouwen uit Los Angeles, die met touwen vastgebonden in de woestijn werden gevonden. Beiden hadden gereageerd op een advertentie waarin om fotomodellen werd gevraagd. Rechercheur Brooks was ervan overtuigd dat dit het werk was van een moordenaar die al eerder had toegeslagen en wellicht in de toekomst nog meer moorden zou plegen. Hij gebruikte dus al zijn vrije tijd met het doornemen van kranten van buiten de stad, in de hoop daar een bericht over een soortgelijke moord aan te treffen. Hij vond inderdaad een bericht over een moord die opvallende overeenkomsten vertoonde met de zaak die hij aan het onderzoeken was. Zijn werk heeft tot een arrestatie en een veroordeling geleid.

Rechercheur Brooks raakte er steeds meer van overtuigd dat informatie over onopgeloste moordzaken in een computer moest worden gestopt, zodat politiefunctionarissen uit het hele land op dezelfde manier te werk zouden kunnen gaan. In 1983 werd het National Center for the Analysis of Violent Crime opgericht, dat rechtstreeks onder het FBI-opleidingscentrum in Quantico viel. Het VICAP is een onderdeel van het Center. Het heeft als doel om alle onderzoeksaspecten te verzamelen, vergelijken en analyseren van de door het hele land gepleegde meervoudig moorden, die eenzelfde patroon vertonen.'

'Heeft u ongeveer vijf jaar geleden een telefoontje gehad van rechercheur Larry Birch van het politiebureau in Portland met betrekking tot een dubbele moord die in Oregon had plaatsgevonden?' vroeg Delilah.

'Ja.'

'Waarom nam rechercheur Birch contact met u op?'

'De moorden vertoonden een ongebruikelijk patroon en hij vroeg zich af of wij informatie hadden over vergelijkbare misdrijven. Hij was ook in het bezit van een onuitgegeven roman waarin...'

'Bezwaar, edelachtbare,' zei Swoboda. 'De verdediging maakt bezwaar tegen het feit dat dit boek als bewijsmateriaal wordt gebruikt. De inhoud van het boek doet hier niet ter zake. Het verhaal is puur fictie.'

'Ik heb hier tijdens het vooronderzoek al een uitspraak over gedaan, meneer Swoboda,' zei rechter Shimazu. 'Ik heb toen bepaald dat bewijsmateriaal aangaande het boek voor bepaalde, duidelijk omschreven doeleinden hier mag worden toegelaten. Uw bezwaar wordt dus afgewezen, met de aantekening dat u uw bezwaar handhaaft. Gaat u verder, mevrouw Wallace.'

'Dank u, edelachtbare.'

Delilah wendde zich weer tot de getuige. 'Agent Booth, laten we de roman voorlopig even buiten beschouwing laten. Heeft u informatie gevonden over andere moorden die overeenkomsten vertoonden met de moorden die rechercheur Birch op dat moment aan het onderzoeken was?'

Booth wendde zich tot de juryleden. 'We zijn moorden in Iowa, Connecticut, Massachusetts, Rhode Island, Ohio, Michigan, Arizona, Montana en Idaho op het spoor gekomen, die over een periode van meerdere jaren zijn gepleegd en die mogelijk het werk van een en dezelfde dader zouden kunnen zijn.'

'Waaruit trekt u die conclusie?'

'In alle gevallen is sprake van een dader die in de vroege ochtenduren een huis binnendringt. Er is ook steeds sprake van een huishouden dat uit ouders en een tienerdochter bestaat. De moordenaar bond zijn slachtoffers met plakband vast en martelde de ouders door hen langzaam met een mes te bewerken.' Enkele juryleden trokken wit weg. 'Daarna verkrachtte hij de dochter en stak haar vervolgens ook dood.'

'Waren er nog andere overeenkomsten tussen deze moorden?'

'Ja. In meer dan één geval zijn bewijzen aangetroffen dat de moordenaar in het huis iets heeft gegeten. Zo heeft hij bijvoorbeeld in het huis in Connecticut een stuk taart gegeten. Bij de moord in Montana at hij een reep chocola. Bij de moorden op Spencer en Jones - in het onderhavige geval dus - at de moordenaar een stuk cake en heeft hij ook wat melk gedronken.

'Een andere overeenkomst is dat het plakband dat bij al deze moorden is gebruikt, afkomstig is van dezelfde fabriek. We hebben zelfs kunnen vaststellen dat het plakband dat in Michigan en Arizona is gebruikt, van dezelfde rol afkomstig was.'

'Heeft de FBI een daderprofiel kunnen opstellen?' vroeg Delilah.

'Bezwaar,' zei Swoboda. 'Dit is zuiver speculatie.'

'Ik ben geneigd om het daarmee eens te zijn, mevrouw Wallace,' zei rechter Shimazu. 'Bij een onderzoek kan de politie gebruikmaken van bepaalde middelen, zoals een leugendetector, waarvan de resultaten onvoldoende betrouwbaar zijn om als bewijsmateriaal in een rechtszaak te dienen. Als u de wetenschappelijke betrouwbaarheid van de manier waarop het daderprofiel is samengesteld niet kunt onderbouwen, moet ik het bezwaar van de heer Swoboda toewijzen.'

'Goed, edelachtbare. Agent Booth, bent u in de gelegenheid geweest om de twee kladversies van de roman te lezen waar de verdachte op het moment van zijn arrestatie aan werkte?'

'Jazeker.'

'Ging deze roman over een fictieve seriemoordenaar?'

'Ja`.

'Waren er overeenkomsten tussen de details van de moorden die door de fictieve seriemoordenaar in het boek worden gepleegd en het bewijsmateriaal dat werd aangetroffen op de plaatsen waar de echte seriemoordenaar - van wie u een profiel heeft opgesteld — zijn misdrijven heeft begaan?'

'Ja.`

'Is er bij die overeenkomsten tussen de roman en de werkelijkheid sprake van bewijsmateriaal waarover de politie geen informatie naar buiten heeft gebracht?'

'Ja.

'Kunt u die overeenkomsten voor de jury kort samenvatten?'

'In de roman dringt de moordenaar in de vroege ochtenduren een huis binnen en vermoordt de ouders van een tienermeisje. Hij is van plan om het meisje eerst te verkrachten en haar daarna ook te vermoorden, maar voordat hij dat doet, eet hij eerst iets in de keuken van het huis waar hij de moorden heeft gepleegd. Zoals ik al eerder heb verklaard, vonden al de werkelijk gepleegde moorden ook plaats in de vroege ochtenduren en betrof het steeds gezinnen die bestonden uit twee ouders en een tienerdochter. Bovendien heeft de moordenaar in Montana en Connecticut op de plaats van het misdrijf een snack gegeten, en at de moordenaar van Tanya Jones en Norman Spencer in het huis van de familie Spencer een stuk cake en dronk wat melk.'

'Heeft de politie in Montana, Connecticut en Oregon informatie over deze snacks naar buiten gebracht?'

'Nee.'

'Waarom werden deze details niet openbaar gemaakt?'

'Bij een onderzoek worden ongewone details over de gepleegde misdrijven geheimgehouden om valse bekentenissen te voorkomen. Men wil er zeker van zijn dat men de juiste persoon heeft gearresteerd. Degene die bekend was met details die niet aan het publiek zijn vrijgegeven, is waarschijnlijk de echte dader.'

'Edelachtbare, ik verzoek u om bewijsstuk nr. 75 ter zitting toe te laten. Het betreft enkele bladzijden uit de roman van de verdachte, waarin een fragment voorkomt waarin sprake is van de zojuist door agent Booth genoemde snack.'

'Bezwaar,' zei Swoboda.

'Is dit een bezwaar op andere gronden, meneer Swoboda?' vroeg de rechter.

'Nee, edelachtbare.'

'Dan wordt uw bezwaar afgewezen. U wordt geacht bezwaar te hebben gemaakt tegen al het ingebrachte bewijsmateriaal. U hoeft niet iedere keer dat de roman wordt genoemd, opnieuw bezwaar aan te tekenen. Gaat u verder, mevrouw Wallace.'

Nadat agent Booth haar getuigenverklaring had afgelegd over een aantal andere fragmenten uit het boek van Joshua Maxfield waarin sprake was van overeenkomsten met de werkelijk gepleegde moorden, droeg Delilah haar over aan Eric Swoboda.

'Agent Booth, u heeft verklaard dat de politie bij het onderzoek in plaatsen als Montana, Oregon en Connecticut bepaalde informatie geheim heeft gehouden.'

'Dat klopt.'

'De staten die ik noemde beschikken over een uitgebreid politieapparaat. Kunt u dat bevestigen?'

'Ja.

'Heeft u wel eens gehoord dat er bij grote politieapparaten informatie uitlekt die geacht wordt geheim te blijven?'

'Ja`.

'Er bevinden zich op de plaats van een misdrijf doorgaans een groot aantal mensen die iets te horen zouden kunnen krijgen over het feit dat een moordenaar tijdens het plegen van zijn daad iets heeft gegeten. Bent u het daarmee eens?'

'Die mogelijkheid bestaat.'

'Denkt u dan niet dat ieder willekeurig persoon die "geheime" informatie openbaar zou hebben kunnen maken?'

'Dat zou kunnen.'

'Agent Booth, zijn de misdrijven waarover u zojuist een verklaring hebt afgelegd de enige u bekende misdrijven waarbij de dader plakband gebruikt heeft om een slachtoffer vast te binden?'

'Nee.'

'Wordt er niet in veel gevallen plakband gebruikt om slachtoffers mee vast te binden?'

'Misdadigers maken in sommige gevallen gebruik van plakband. Dat is bekend.'

'Leest u, als onderdeel van uw werk bij het VICAP of uit persoonlijke belangstelling, wel eens romans? En dan bedoel ik met name romans, waarin een seriemoordenaar voorkomt die aan de verbeelding van de auteur is ontsproten?'

'Ja.'

'Heeft u wel eens een roman gelezen waarvan de plot overeenkomsten vertoonde met een moordzaak die zich ook in werkelijkheid had afgespeeld?'

Ja.

'En er bestaan ook een heleboel non-fictieboeken over echte seriemoordenaars.'

'Ja.'

'En in die boeken wordt tot in de kleinste details beschreven hoe seriemoordenaars te werk gaan, nietwaar?'

'Ja.'

'Bent u het met me eens dat romanschrijvers hun verbeelding gebruiken om hun brood te verdienen?'

'Ja.'

'En dat ze daarbij ook onderzoek moeten verrichten? Dat ze over echte seriemoordenaars lezen om zo hun romanfiguren zo levensecht mogelijk te maken?'

'Ik neem aan dat dat gebeurt.'

'En zouden romanschrijvers die over seriemoordenaars schrijven niet haast vanzelf ideeën ontwikkelen over hoe je een moord moet plegen of hoe een moordenaar te werk gaat, ideeën die grote overeenkomst vertonen met de manier waarop een echte moordenaar zijn daden pleegt?'

'Dat zou kunnen.'

'Bent u bekend met romans waarin seriemoordenaars voorkomen die plakband gebruiken om hun, ook weer door de auteur zelf verzonnen, slachtoffers mee vast te binden?'

'Ja.'

'Agent Booth, u heeft min of meer toegegeven dat romanschrijvers vaak waargebeurde misdrijven onderzoeken om hun verzonnen verhalen geloofwaardiger te laten lijken. Zeg ik dat goed?'

'Ja.'

'Nemen auteurs wel eens contact op met het VICAP om aan achtergrondinformatie voor een verhaal over een fictieve seriemoordenaar te komen?'

'Ja.

'Kunt u zich herinneren dat de heer Maxfield ooit met iemand van het VICAP, met een agent van de FBI op een andere afdeling, met een politiefunctionaris of een rechercheur over seriemoordenaars heeft gesproken om op die manier aan achtergrondinformatie te komen?'

'Ik heb nooit met hem gesproken.'

'Dat was mijn vraag niet.'

'Mij is er niets van bekend dat de verdachte ooit met iemand van de FBI of met andere politiefunctionarissen over zijn boek heeft gesproken.'

U zei meen ik in uw verklaring dat het plakband, dat bij alle door de FBI onderzochte moorden is gebruikt, afkomstig was van dezelfde fabrikant.'

'Dat is juist.'

'Weet u hoeveel rollen van dit plakband deze fabrikant jaarlijks produceert?'

'Ik beschik niet over de precieze cijfers.'

'Mogen we aannemen dat dat bedrijf elk jaar een grote hoeveelheid plakband produceert?'

'Ja.`

'Duizenden rollen?'

' Waarschijnlijk wel.'

'En worden die rollen in het hele land verkocht?'

'Ja.

'Dus zou het dan niet heel goed kunnen dat een moordenaar in Michigan en een totaal andere moordenaar in Arizona rollen van hetzelfde merk gekocht hebben?'

Agent Booth wierp een blik naar Delilah voordat ze antwoord gaf. Delilah glimlachte heel even naar haar. Booth keek weer naar Swoboda.

'Dat is juist.'

'Toen u aan uw verklaring begon, heeft u gezegd dat de FBI in verschillende staten moorden heeft onderzocht die - en ik citeer — mogelijk het werk van een en dezelfde dader zouden kunnen zijn. Heb ik dat goed begrepen?'

'Ik neem aan van wel.'

'Waarom zei u "mogelijk het werk van een en dezelfde dader"? Kunt u daar wat duidelijker over zijn?'

'De uitslag van ons onderzoek wijst erop dat de moorden door dezelfde persoon zijn gepleegd, maar we kunnen dat pas met honderd procent zekerheid zeggen als die persoon een bekentenis heeft afgelegd.'

'Zijn er ook verschillen geconstateerd tussen de diverse moorden?'

Agent Booth keek weer even naar Delilah, maar de aanklager bleef nu recht voor zich uitkijken.

'Heeft u mijn vraag begrepen, agent Booth?'

'Er waren aanwijzingen dat zich in de gevallen in Connecticut en Montana ten tijde van de moorden mogelijk meerdere personen in het huis bevonden.'

'Zodat daar dus sprake zou kunnen zijn van twee moordenaars?' vroeg Swoboda, die er niet in slaagde om zijn verbazing te verbergen.

'Degene die die twee moorden heeft gepleegd zou een handlanger gehad kunnen hebben, maar dat hebben we nooit met zekerheid kunnen vaststellen. In alle andere door mij genoemde gevallen was er steeds sprake van een modus operandi waarbij één dader betrokken was die alle moorden heeft gepleegd.'

'Maar als er bij twee van de misdrijven sprake was van twee moordenaars, en in de andere gevallen slechts van één, kan het dan niet zo zijn dat we hier met moorden te maken hebben waartussen wellicht geen enkel verband bestaat?'

'Die mogelijkheid bestaat.'

'Als dat inderdaad zo is, hebben we hier te maken met een situatie waarin één persoon op eigen houtje een moord pleegt die als twee druppels water lijkt op een moord die door twee andere daders is gepleegd. Heb ik dat juist?'

'Ja.`

'En dan zou het dus heel wat minder verbazing wekken als een derde persoon - een schrijver, bijvoorbeeld - ook op hetzelfde idee kwam bij het bedenken van een plot voor een verhaal over een soortgelijke moord. Bent u het daarmee eens?'

'Dat zou kunnen,' antwoordde agent Booth met tegenzin.

'Dank u, agent Booth,' zei Swoboda met een triomfantelijke glimlach. 'Ik heb verder geen vragen meer.'

'Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen, mevrouw Wallace?' vroeg de rechter.

'Ja, edelachtbare. Agent Booth, de heer Swoboda heeft de mogelijkheid geopperd dat een moordenaar in Arizona en een andere moordenaar in Michigan ieder een rol plakband van hetzelfde merk hadden gekocht voordat ze hun misdaad begingen, zodat het ten onrechte leek dat er verband bestond tussen beide misdrijven.'

'Ja.'

'Heeft de FBI ooit een zodanig verband kunnen leggen tussen het plakband dat in Arizona en Michigan is gebruikt dat de mogelijkheid van toeval uitsluit?'

'Ja. Bij de moorden in Arizona en Michigan heeft de moordenaar plakband gebruikt dat van dezelfde rol afkomstig was.'

'Hoe weet u dat?'

'Ons laboratorium heeft de uiteinden van het plakband dat bij allebei de moorden werd gebruikt, onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat het afgescheurde uiteinde van het stuk plakband waarmee de handen van een van de slachtoffers in Arizona waren vastgebonden, precies paste aan een stuk dat in Michigan werd gebruikt. De stukken pasten precies aan elkaar, als de stukjes van een legpuzzel. Er was geen twijfel mogelijk: er was hier sprake van een overeenkomst van honderd procent.'