Nawoord

Vandaag is het zo’n melancholieke herfstdag, met een flauwe, toch nog warme zon. Tussen de verwelkte rozen hangen spinnenwebben van magnifieke kwaliteit. Wel het soort dag om een boek af te sluiten. Een stukje leven af te sluiten. Ik heb gemerkt dat tijdens het schrijven van dit boek mijn eigen abortus meer aandacht gekregen heeft dan in de tweeëntwintig jaar ervoor. Ik ben daar in zekere zin blij om, want ik denk dat het niet goed is om buitengewoon emotionele gebeurtenissen te behandelen of ze nooit hebben plaatsgevonden. Het lijkt alsof ik een lege plek in mijn tekening eindelijk heb ingekleurd. Wat er te voorschijn gekomen is? Vooral veel spijt. Abortus is een heftig besluit. Je kind doden (want dat doe je!) is een van de ingrijpendste besluiten uit je leven. En het is nooit meer terug te draaien. Het is verspilde energie om in spijt en schuldgevoelens te blijven vastzitten. Ik neem mezelf met terugwerkende kracht niet serieus als ik aan mijn motieven van toen voorbijga. Ik realiseer me ook dat mijn latere kinderloosheid het extra zwaar heeft gemaakt. Ook daar werd ik erg mee geconfronteerd tijdens het schrijven van dit boek. Ik denk dat ik gaandeweg wat milder geworden ben ten opzichte van degenen die kiezen voor abortus. Soms moet het gewoon. Soms is het alleen maar verstandig. Voor sommige kinderen moet je blij zijn dat ze niet hoeven leven. En hun moeders hebben recht op vergeving. Het wordt tijd dat ik ook mezelf vergeef. Hopelijk hebben we een klein beetje zeggenschap over onze eigen geschiedenis. In dat geval zou ik willen dat vrouwen die nog kunnen kiezen, zich realiseren dat leven heilig is, dat je op het punt staat om een kind in wording, jouw eigen kind, te elimineren en dat je daar misschien later vreselijk spijt van krijgt. Dat het niet hoeft. Dat je het vast wel zult redden. Dat er altijd wel iets of iemand komt opdagen om je te helpen, en dat je bovendien zelf ook allerlei reserves hebt. Dat je van dit kind zult kunnen houden. Er blij mee zal zijn. Maar als je echt het gevoel hebt dat het moet, doe het dan en sta stil bij je verdriet. Sta desnoods tot je enkels in de tranen. Leef het leven zoals het zich voordoet!

‘Ik sprak niet goede Dood, ik

sprak niet ‘booze’

Maar ’t dennenbosje geurde, en

de rozen.

En ‘k had het leven nooit zo liefgehad.

Jacqueline van der Waals