Het kind te vondeling leggen
In de Nederlandse geschiedenis is het
verschijnsel van het te vondeling leggen van een kind beslist niet
ongewoon. Vondelingen hadden vaak een briefje bij zich met daarop
hun naam, of ze hadden een persoonlijk aandenken bij zich, zoals
een medaillon of een kruisje. Sinds het toenemen van het gebruik
van voorbehoedmiddelen, het legaliseren van abortus en de
mogelijkheid een kind af te staan, worden er nauwelijks meer
kinderen te vondeling gelegd. Het is te vroeg om daar conclusies
aan te verbinden, maar dit jaar is het aantal vondelingen weer
toegenomen. In juli ’03 zijn dat er in Amsterdam al vijf. Baby’s
die ergens op straat of in een portiek worden neergelegd, met het
risico van overlijden door kou of gebrek aan voedsel. In het
programma Nova van 14 juli 2003 zien we de dramatische voorbeelden
van kinderlijkjes die worden gevonden in een doos tussen het oud
papier en in een rioolputje. Om dergelijke drama’s te voorkomen
zijn in Duitsland momenteel zestig Babyklappen in gebruik. Ze zijn
onderwerp van discussie, omdat de Kinderrechtenconventie van de
Verenigde Naties heeft uitgesproken dat ieder kind het recht heeft
om zijn afkomst te kennen. Voorstanders van het babyluik zeggen
echter dat het recht op leven daar nog boven uitstijgt.
Bureau Jeugdzorg in de gemeente Amsterdam overweegt momenteel om
die reden een verwarmd ‘babyluik’ in het leven te roepen, waar
baby’s te vondeling kunnen worden gelegd. In Antwerpen is eveneens
een babyluik aanwezig; moeders kunnen daar een afdruk van het
voetje van hun kind maken, zodat ze als ze spijt krijgen, alsnog
kunnen aantonen dat de baby van hen is, en zo niet, dan hebben ze
een tastbaar aandenken aan hun kind. Bij het babyluik hoort ook een
noodnummer dat de moeder kan bellen, zodat het kindje kan worden
opgehaald en zodat er, indien gewenst, hulpverlening aan moeder en
kind kan worden geboden. Ik denk dat het een
goede zaak zou zijn als voor moeders in uiterste nood ook in
Nederland een dergelijke opvang in het leven wordt geroepen.
Het feit dat het aantal vondelingen toeneemt, geeft aan hoe
schrijnend de noodsituatie kan zijn van vrouwen die ongewenst
zwanger raken, en hoe groot hun paniek op het moment van de
geboorte kan zijn. Dokter Schipper van de Bloemenhovekliniek zegt
daarover: ‘Vijf vondelingen, dat zijn er vijf te veel.’
Waarschijnlijk gaat het hier ook om vrouwen die hun zwangerschap
verdrongen en voor de buitenwereld verborgen hebben, of die
misschien heel jong of drugsverslaafd zijn. Maar in alle gevallen
verkeren ze blijkbaar in een noodsituatie en dreigt hun kind daar
zelfs het leven bij te verliezen. Ik wil beslist het te vondeling
leggen van baby’s niet propageren. Het feit dat het gebeurt, pleit
bij uitstek voor een goede abortushulpverlening, maar vooral voor
goede voorbehoedmiddelen en een ruimere seksualiteitsbeleving, die
vrouwen in staat stelt meer relaxed met seks en de gevolgen daarvan
om te gaan. Maar als het tóch gebeurt, laten we dan in elk geval
het kindje redden.