Interview met Feije

Feije is mijn man. Hij is journalist, vijftig jaar, heeft geen kinderen en hij leidt een actief en onconventioneel leven. Ik vind het zinvol om hem naar zijn mening te vragen, omdat hij, als mijn partner en de verwekker van de geaborteerde vrucht, een groot aandeel heeft gehad in het geheel. En dus een visie heeft op dat besluit van toen. Een beetje een raar gevoel is het wel, om je eigen man te interviewen.

Heb je nog herinneringen aan de periode waarin ik zwanger werd, de zwangerschap en het besluit tot abortus?
Ik kan me herinneren dat ik, voor je het liet plaatsen, al wantrouwig was tegenover het spiraaltje. Ik had gelezen dat veel vrouwen ondanks het spiraal toch zwanger werden en dat de bloedingen er erger door werden. Dat propageren van het spiraal was een doel van de militante feministische beweging, voor mij de tuinbroekenbrigade, die vond dat alles natuurlijk moest zijn. En waarom? Er waren al lichtere pillen ontwikkeld in die tijd. Ik zag dat spiraal volstrekt niet zitten. Psychisch remde het mijn libido zelfs af. Toen ik hoorde dat je zwanger was, schrok ik me dood. Ik wilde geen kind, wij wilden geen kinderen, en daarom gebruikten wij een voorbehoedmiddel. Ik was ook bang voor beschadiging van de vrucht door het spiraal. De aanwezigheid daarvan leek me nou geen optimale conditie voor een vlekkeloos verlopende zwangerschap. Bovendien wilde ik ook een vrij leven, ik had nog helemaal niet over kinderen nagedacht. Normaal plan je dat, nu was het ‘er komt een kind’. Ik had en heb geen vaderinstinct. En het hield mij destijds evenmin bezig hoe ik daar jaren later over zou denken. Ik kan me nog herinneren dat we er wel intensieve gesprekken met onze buurvrouw Nel over hadden. Zij oefende als fanatiek moeder wat druk uit, ze bood aan om op te passen en zo. Jij twijfelde, waarschijnlijk vanuit je moederinstinct, maar ik zag het helemaal niet zitten. Ik voelde me er ook helemaal niet aan toe. Ik ergerde me vaak aan kinderen. Ik sluit me aan bij W.C. Fields, die van ze kon houden, mits gebakken en gebraden. Nee, ik haat kinderen niet, maar ouders met kinderen waren voor mij een ander soort mensen. Misschien was ik daarin wel te onverschillig, maar wij leefden in een omgeving waarin het vanzelfsprekend was om geen kinderen te hebben.

Hoe sta je tegenover de beslissing voor abortus?
Ik heb dat geen moment onacceptabel gevonden. Ik had geen enkel moreel bezwaar tegen abortus en dat heb ik nog steeds niet. Wel als het een volgroeide baby zou zijn, maar het was nog in een beginstadium, twee cellen die zich begonnen te ontwikkelen.

Ben je mee geweest?
Dat weet ik niet met zekerheid, maar ik heb je wel opgehaald. Ik heb daar in de wachtkamer zitten wachten. Ik zag het als een medisch kleine ingreep, een ingreep van niks. En ik had de indruk dat jij dat op dat moment ook zo zag. Ik heb niet over de implicaties voor later nagedacht.

Hoe sta je nu tegenover die beslissing?
Ik ben er diep in mijn hart niet rouwig om. Het leven was anders gelopen als we een kind hadden gehad, maar ik ben nu ook tevreden over mijn leven. Het zou niet veel beter gegaan zijn met een kind, maar gewoon anders. Ik vind het nu weleens vervelend voor jou. Anders had je een kind gehad, maar dan omdat jij dat inmiddels wel gewild zou hebben. Maar voor mezelf, nee. Als ik de jeugd van tegenwoordig zie, ben ik blij dat ik geen kind heb. Soms vind ik ze wel aardig en grappig, mits ze niet te lang aan mijn kop zeuren. Maar natuurlijk denk ik weleens: zou het een jongen of een meisje geweest zijn? En: dan had ik nu een volwassen kind gehad. Maar niet in de zin van spijt. Ik geloof dat ik me zonder kind meer mezelf voel. Ik redeneer zo: wat je niet hebt, mis je ook niet.

Geloof je dat er nog iets onstoffelijks is overgebleven van dat kind?
Nee, ik geloof niet in het onstoffelijke.

Vanaf wanneer vind jij het leven beschermwaardig?
Wanneer er bewustzijn is. Ik denk dat een ongeboren vrucht nog geen bewustzijn heeft. De hersenen van een ongeboren baby zijn – ik druk me misschien te zakelijk uit, maar in essentie vermoed ik het – te vergelijken met de ongeformatteerde harde schijf van een computer. In de baarmoeder heeft het kind volgens mij nog geen beeld van het bestaan in de wereld. Daar zijn prikkels van buiten voor nodig. Daarom heeft een kind bescherming nodig wanneer het als zelfstandig wezen buiten de moeder kan bestaan. Na de geboorte ontstaat er, denk ik, pas bewustzijn door de indrukken van buitenaf. Vanuit die filosofie vind ik dat een abortus nog laat in de zwangerschap mag. Maar natuurlijk niet twee uur voor de geboorte. Waar dat punt op die schaal precies ligt, zou ik ook niet weten. In wezen gaat het om een filosofische vraag. De godsdienst meent daarop het antwoord te weten, de wetenschap niet. En ik ook niet.

Wat is de rol van de man bij het beslissen over abortus?
Ik heb het gevoel dat abortus te allen tijde te maken heeft met het zelfbeschikkingsrecht van het bewuste wezen dat het kind op aarde moet zetten, de moeder dus. Dat is het belangrijkste. De man heeft daarover minder te zeggen dan de vrouw. Als je onbeschermd, of zelfs beschermd, met een vrouw vrijt, loop je altijd risico om een kind te verwekken. Ook als een vrouw zonder medeweten van de man zwanger wordt, vind ik het nog altijd haar beslissing. Zijn mening doet er dan niet toe. Dat is het risico dat je loopt als man. Als uiterste consequentie daarvan vind ik dat ik jou niet had kunnen dwingen tot een abortus.

Is je mening over abortus veranderd?
Nee, niet echt. Maar wij zijn in retrospectief wel de eerste generatie die vrijelijk kon kiezen voor wel of geen ouderschap. Wij zijn zelf kinderen van de seksuele revolutie. Seks werd losgekoppeld van kinderen krijgen. Ik denk dat wij, onze generatie, niet goed nagedacht hebben over de implicaties die het op latere leeftijd kon hebben. Bijvoorbeeld dat je kinderloos kunt blijven als je het kinderen krijgen blijft uitstellen. Je kunt je afvragen of het krijgen van kinderen een natuurlijke staat is, of een bewuste keuze. Ik denk dat de ontwikkeling van de pil, seks als fun, een natuurlijk antwoord is van de evolutie op de overbevolking. Dat het kiezen voor kinderen een evolutionaire stap is, geen revolutionaire. De oude Egyptenaren gebruikten al schapendarmen als voorbehoedmiddel. Ik denk dat de mens al eeuwen op zoek was naar manieren om de voortplanting in de hand te krijgen. Het is stom om zonder voorbehoedmiddelen te vrijen als je geen kinderen wilt. Daarom is het van wezenlijk belang dat er makkelijker over seks en voorbehoedmiddelen wordt gedaan. Daarin schiet de maatschappij schromelijk tekort. En zeker de Kerk. Door die geheimzinnigheid over seks, dat verbod op condooms door de katholieke Kerk, bijvoorbeeld, wordt het aantal abortussen alleen maar opgestuwd van hier tot Jericho. Dat is abject. Met condooms voorkom je bovendien ook aids. Dat de paus tegen is, is in mijn visie misdadig, duivels.

Zou je nu weer voor abortus kiezen?
Dat weet ik niet. Je kunt je besluiten uit het verleden nooit heroverwegen met de kennis die je nu hebt. De dingen lopen zoals ze lopen. Natuurlijk denk ik ook weleens over hoe het geweest zou zijn als we dat kind toch gekregen hadden. Echt wel.