Abortus in cijfers

(Ontleend aan de Inspectie voor de gezondheidszorg van het ministerie van VWS):

Wereldwijd schat men het aantal abortussen per jaar op 53 miljoen, waarvan een derde illegaal.
In 2003 vonden er in Nederland 33159 abortussen en overtijdbehandelingen plaats;

87% daarvan bij in Nederland wonende vrouwen. Van elke duizend vrouwen in de vruchtbare leeftijd hebben er jaarlijks ruim zes een abortus. Het abortuscijfer in Nederland is altijd laag geweest, vanwege de tolerantie ten opzichte van voorbehoedmiddelen en de gemakkelijke verkrijgbaarheid daarvan. Sinds begin jaren negentig was het abortuscijfer weer aan het stijgen. Daar blijkt nu een einde aan te zijn gekomen. In 2003 werden er 29.450 zwangerschappen afgebroken, voor het eerst was er weer een daling van het abortuscijfer, namelijk van 3%. Deze daling komt waarschijnlijk door de afname van het aantal allochtone vrouwen in Nederland. Van de vrouwen die een abortus ondergaan is 60% allochtoon. Het abortuscijfer onder Surinaamse, Marokkaanse,Turkse en Antilliaanse vrouwen is na een aanvankelijke daling weer gestegen. Het aantal tieners dat zich liet aborteren loopt iets terug. Dat waren er 300 minder dan in 2002. Van de vrouwen die een abortus ondergaan, gebruikte 30% geen enkel voorbehoedsmiddel. Ook het aantal seksueel overdraagbare aandoeningen neemt weer toe.

  •   94% van de abortussen vindt in een kliniek plaats;
  •   In 80% van de gevallen is de vrouw minder dan 8 weken zwanger;
  •   In 17,5% bestaat de zwangerschap tussen de 8 en 13 weken;
  •   In 2,5% van de gevallen gaat het om een zwangerschap van meer dan 13 weken;
  •   23% van de geaborteerde vrouwen is getrouwd;
  •   18% is samenwonend;
  •   50% woont alleen of bij ouders en is nooit gehuwd geweest;
  •   9% is gescheiden;
  •   50% heeft al kinderen;
  •   1 op de 3 vrouwen heeft al eerder een zwangerschap laten afbreken;
  •   De meeste vrouwen die een zwangerschap laten afbreken, zijn tussen de 20 en 24 jaar.

Volgens Nederlands onderzoek zou 10 tot 20% van de vrouwen problemen met de verwerking hebben. Waar dergelijke cijfers op gebaseerd zijn, weet ik niet. Ik heb bijvoorbeeld nooit ergens gemeld dat ik moeite had met de verwerking van mijn abortus, ook al houdt dit onderwerp mij bezig. Zijn het schattingen? Nattevingerwerk? Gaat het om vrouwen die om die reden psychische hulp gezocht hebben? Of om vrouwen die in een enquête aangeven dat ze nog verdriet over of spijt van hun abortus hebben? Cijfers zeggen vaak minder dan ze suggereren.