31
Bec en Joss hebben hun armen om me heen geslagen en wiegen me heen en weer, terwijl ik onbedaarlijk snik. Bec was totaal verbijsterd toen ze het allemaal te horen kreeg – tot op het laatste gruwelijke detail – en ik merk wel dat het haar inderdaad ook erg kwetst dat ze van niets wist. Desondanks verzekert ze me dat het niets uitmaakt, als ik wanhopig een hand op haar arm leg en mijn redenen probeer te rechtvaardigen.
Hun adem stokt hoorbaar als ik over het voorval met de dokter op het feestje vertel. Over Dan die Pearce vloert. Dat ik mijn baan heb opgezegd. Hoe onze laatste twee weken waren.
‘Hij komt wel terug,’ zegt Joss fel, met haar armen om me heen, ‘want hij houdt van je. En als hij terugkomt, vermoord ik hem.’
Uitgeput kijk ik haar met rode ogen aan en snuit mijn neus. ‘Het is niet zijn schuld, Joss. Hij heeft het echt geprobeerd… maar hij kan me zelfs niet aanraken. Het vreet aan hem en het is míjn schuld. Ik heb het allemaal aan mezelf te wijten.’
‘Molly toch!’ Bec kijkt ontzet. ‘Je was zo dronken dat je je de halve nacht niet eens herinnert! Leo had nooit…’
‘Bec,’ zegt Joss bedaard. ‘Niet doen. Het heeft geen zin. Leo doet nu niet meer ter zake.’
‘Het spijt me zo.’ Ik zoek naar een zakdoekje. ‘Jullie zouden nu bij jullie familie moeten zijn en niet hier bij mij. Ik verpest alles.’
Joss snuift. ‘Je hebt gelijk. De tweeling en ik stonden op het punt om elkaar te vermoorden. Mijn flat is véél te klein voor ons drieën.’
Bec probeert me aan het lachen te maken: ‘En ik heb een hekel aan kalkoen met kerrie, dat weet je. Bovendien heb je ons nodig. Punt uit.’
‘Maar die jongens van jullie… misschien hadden jullie vandaag wel bij ze willen zijn.’
‘Hé, hallo gekkie, ik ga nog geen maand met hem uit,’ zegt Joss. ‘Waarom zou ik hem op tweede kerstdag willen zien?’
‘En die van mij heb ik gedumpt.’ Bec haalt haar schouders op. ‘Hij bleek helemaal niet zo leuk te zijn. Laat ik maar gewoon zeggen dat hij niet aan de vereiste voorwaarden bleek te voldoen.’ Ze aarzelt. ‘Molly, ik moet je iets vertellen. Ik wilde het je niet zeggen, omdat je al zo van slag raakte toen ik vertelde dat hij op Facebook was opgedoken, maar herinner je je die datingsite waarop ik stond?’
Ik knik, terwijl Joss ons niet-begrijpend aankijkt.
‘Leo nam via die site contact met me op. Ik zocht er toen niets achter, hij vroeg alleen maar naar je en of ik een e-mailadres of thuisnummer van je had. Die heb ik niet gegeven, maar als ik had geweten wat er aan de hand was, dan had ik je dat beslist verteld.’
‘Dus hij heeft ook op datingsites gesurft?’ Joss schudt ongelovig haar hoofd. ‘Wat een leuke vent – hij laat echt geen kans onbenut, hè?’
Het blijft een ogenblik stil, dan zegt ze: ‘En ik kan niet geloven wat er de afgelopen twee weken allemaal is gebeurd… en dat je dat gewoon voor ons allebei verzwegen hebt.’
‘Ik had het Dan beloofd.’ Ik haal mijn schouders op en begin weer te huilen.
Ze staan er allebei op om te blijven slapen. Om de beurt gaan ze snel naar huis om hun spullen te halen, terwijl de ander bij me blijft. Ik hoor ze fluisteren als ik op de wc voor me uit zit te staren en een vervelende scheut in mijn onderbuik voel. Ik staar mat naar het doosje tampons dat ik in de wc heb staan en grijp er automatisch naar.
Als ik de slaapkamer weer binnenkom, kijkt Joss op van het tijdschrift dat ze heeft gevonden en ze zegt: ‘Eindelijk! We dachten dat je erin was gevallen!’
‘Ik ben net ongesteld geworden.’
Ze kijkt me meelevend aan. ‘Ik zou vandaag terugsturen als ik jou was,’ probeert ze. ‘En vragen of je je geld terugkrijgt.’
‘Ik heb warme chocolademelk voor je gemaakt.’ Bec komt met een beker de kamer binnen. ‘Probeer er iets van te drinken, dan slaap je beter.’
‘Ik slaap op de slaapbank,’ zegt Joss, en ze staat op. ‘Jullie kunnen hier slapen.’
‘Nee, ík slaap beneden,’ biedt Bec aan. ‘Ik vind het niet erg. Bovendien snurk ik.’
Mij maakt het helemaal niet uit wie er bij mij slaapt, maar het klopt wel, Bec snurkt inderdaad. Ik lig zwijgend naast haar, aan Dans kant, en er lopen tranen in mijn oren als ik zijn aftershave op het kussen ruik en met heel mijn hart wens ik dat hij het was die naast me lag.
‘Heb je nog een beetje kunnen slapen?’ vraagt Bec de volgende ochtend, en ze rekt zich uit.
‘Een beetje,’ lieg ik en ik kom stijf overeind. ‘Ik ga even naar de wc.’
Als ik terugkom, zit ze rechtop in bed en gaapt.
Ik voel me versuft en vraag: ‘Denk je dat je me naar mijn ouders kunt brengen? Straks.’
‘Natuurlijk.’ Ze wrijft over haar gezicht om wakker te worden. ‘Ben je liever daar dan?’
Ik knik.
‘Ik snap het helemaal,’ zegt ze, en ze zwaait haar benen uit bed. ‘Ik maak Joss wakker en dan gaan we, goed?’
In de auto praten ze allebei ernstig, terwijl ik als verdoofd uit het raam staar. ‘Ik denk echt dat hij terugkomt, Moll,’ zegt Joss. ‘Echt waar. Je moet hem alleen wat tijd geven.’
‘Ik weet dat je nu in shock bent,’ zegt Bec, terwijl ze in de achteruitkijkspiegel naar me kijkt, ‘maar je zult dit echt wel overleven. Vertrouw me. Je gelooft me natuurlijk niet, maar het is wel zo. Kijk naar mij, het is mij ook gelukt en ik ben gelukkig, Moll, heel gelukkig.’
‘En bij elke stap die je zet, zijn wij er voor je.’ Joss pakt mijn hand stevig vast. Wat maar goed is ook, want als we er zijn moet ze me letterlijk uit de auto helpen.
Mijn moeder zwaait de voordeur open, terwijl de honden zich opgewonden blaffend langs haar heen wringen, de vrieskou in. ‘Meisjes! Wat een leuke verrassing!’ roept ze blij. Haar glimlach verdwijnt echter zodra ze mijn gezicht ziet. ‘Molly? Wat is er? Wat is er gebeurd?’
Als ik haar zie, lijkt het alsof mijn benen het onder me begeven, ik kan me niet langer goed houden. De honden bespeuren drama, springen als gekken om ons heen en gooien Bec bijna ondersteboven. ‘Is er iemand gewond?’ Als ik struikel, ondersteunt mijn moeder me. ‘Is er een ongeluk gebeurd? Iets met Dan?’
Als we eenmaal binnen zijn en Joss en Bec weer zijn vertrokken, gedragen mijn ouders zich fantastisch. Ze stellen geen vragen, stoppen me in op de bank en wachten tot ik zover ben dat ik erover wil praten. Het lukt me hun te vertellen dat Dan bij me is weggegaan, en waarom, hoewel ik geen details geef, of onthul dat het Leo was.
Ze zijn ongelooflijk lief en veroordelen me niet. Ze zeggen ook geen dingen als ‘hij komt wel terug’, omdat ze nog nooit tegen me hebben gelogen en daar nu ook niet mee gaan beginnen.
Maar wat ik ze niet vertel, is dat ik vanochtend toen ik naar de wc ging, ontdekte dat ik niet ongesteld was geworden. Wat heel verwarrend was, omdat ik de avond ervoor zo’n raar kramperig gevoel had. En er was meer wat erop wees. Mijn borsten waren kolossaal… ik moest het elk moment worden… het werd feitelijk hoog tijd. Ik was al te laat.
Het was dat ik wist dat de test die Dan voor me had gekocht, in de onderste la lag, nog geen meter bij me vandaan, anders zou ik het waarschijnlijk als een overgeslagen menstruatie hebben afgedaan, vanwege alle stress, en er verder niet meer aan gedacht hebben. Maar dat ding lag daar toch. Dus ik deed de test.
En de uitslag was positief.
Ik ben zwanger.