Zand stuift hier; zand stuift daar. Daar wacht een rijkaard; hier wacht ik.
De Stem van Shai-hulud, uit de Mondelinge Overlevering
Verslag van zuster Chenoeh, na haar dood aangetroffen tussen haar papieren:
Met het weglaten van deze woorden uit mijn officiele verslag en mijn heimelijk noteren ervan opdat ze na mijn dood gevonden zullen worden, gehoorzaam ik zowel mijn overtuiging als Bene Gesserit als het bevel van de God-Keizer. Want Heer Leto zei tegen me: 'Breng mijn boodschap over aan je meerderen, maar hou deze woorden voorlopig geheim. Doe je dat niet, dan zal ik je Zusters treffen met mijn toorn.'
En zoals Eerwaarde Moeder Syaksa me voor mijn vertrek op het hart drukte: 'Je mag niets doen wat zijn toorn over ons zal brengen.'
Terwijl ik naast Heer Leto voortholde op die korte tocht waarover ik heb verteld, kwam ik op de gedachte om hem iets te vragen over zijn gelijkenis met een Eerwaarde Moeder. Ik zei: 'Heer, ik weet hoe een Eerwaarde Moeder de herinneringen van haar voorouders en van anderen verwerft. Hoe ging dat bij u?'
'Het werd veroorzaakt door een combinatie van onze genetische voorgeschiedenis en de werking van de specie. Mijn tweelingzuster, Ghanima, en ik werden al in de moederschoot bewust; al voor onze geboorte ontwaakten wij temidden van onze voorouderlijke herinneringen.'
'Heer... onze Zusterorde noemt dat een Gruwel.'
'En terecht,' zei Heer Leto. 'De aantallen voorouders kunnen overweldigend zijn. En wie weet van tevoren door welke macht een dergelijke meute aangevoerd zal worden - een goede of een kwade?'
'Heer, hoe hebt u die macht kunnen overwinnen?'
'Ik heb hem niet overwonnen,' zei Heer Leto. 'Ghani en ik zijn gered door de volharding van het faraomodel. Ken je dat model, zuster Chenoeh?'
'De Zusterorde geeft ons een uitstekende historische opleiding, Heer.'
'Ja, maar jullie denken hier anders over dan ik,' zei Heer Leto. 'Ik heb het over een regeringsziekte waarmee de Grieken besmet raakten, die hem aan de Romeinen doorgaven, die hem op hun beurt zo wijd en zijd verspreidden dat hij nooit helemaal uitgestorven is.'
'Spreekt mijn Heer in raadsels?'
'Niets met raadsels te maken. Ik haat die ziekte maar hij heeft ons gered. Ghani en ik vormden krachtige, innerlijke bondgenootschappen met voorouders die het faraomodel volgden. Zij hielpen ons om een gemengde identiteit te vormen met die meute die zo lang had liggen sluimeren.'
'Ik vind dit onrustbarend, Heer.'
'En terecht.'
'Waarom vertelt u me dit nu allemaal, Heer? Voorheen heeft u nooit een van ons op deze manier geantwoord, voor zover ik weet tenminste.'
'Omdat jij goed luistert, zuster Chenoeh; omdat je me zult gehoorzamen en omdat ik je nooit zal weerzien.'
Heer Leto zei die eigenaardige woorden tegen me en vervolgens vroeg hij: 'Waarom heb je niets gevraagd over wat jouw Zusterorde mijn krankzinnige tirannie noemt?'
Moed puttend uit zijn gedrag, waagde ik de woorden: 'Heer, we zijn op de hoogte van een aantal van uw bloeddorstige terechtstellingen. Die baren ons zorg.'
Toen deed Heer Leto iets eigenaardigs. Terwijl we gewoon doorliepen sloot hij zijn ogen en hij zei: 'Omdat ik weet dat jij bent opgeleid om elke mededeling die je hoort nauwkeurig in je op te nemen, zuster Chenoeh, zal ik nu tot je spreken alsof je een bladzijde uit een van mijn verslagboeken was. Bewaar deze woorden goed, want ik wil niet dat ze verloren gaan.'
Ik verzeker mijn Zusters dat wat nu volgt de woorden zijn die Heer Leto toen uitsprak, letterlijk zoals hij ze heeft gezegd.
'Ik weet zeker dat veel mensen aan mij terug zullen denken als een tiran, als ik niet langer bewust temidden van jullie verkeer, maar hier alleen nog besta als een angstaanjagend woestijnwezen.
Logisch. Ik heb me gedragen als een tiran.
Een tiran - niet helemaal menselijk, niet krankzinnig, gewoon een tiran. Maar zelfs gewone tirannen hebben beweegredenen en gevoelens die uitstijgen boven wat hun meestal door oppervlakkige geschiedkundigen wordt toegeschreven, en ze zullen mij beschouwen als een groot tiran. Mijn gevoelens en mijn beweegredenen zijn dus een erfgoed dat ik graag gaaf wil houden, opdat de geschiedenis ze niet al te zeer verminkt. Op een of andere manier blaast de geschiedenis bepaalde eigenschappen altijd erg op terwijl andere totaal genegeerd worden.
De mensen zullen proberen me te begrijpen en me met hun woorden in te kaderen. Ze zullen de waarheid zoeken. Maar de waarheid draagt altijd de dubbelzinnigheid met zich mee van de woorden waarin hij wordt uitgedrukt.
Jullie zullen me niet begrijpen. Hoe meer jullie het proberen, des te groter zal de afstand tussen ons worden, tot ik uiteindelijk helemaal verdwijn in een eeuwige mythe - eindelijk een Levende God!
Dat is het, zie je. Ik ben geen leider en zelfs geen gids. Een god. Onthou dat. Ik ben heel anders dan leiders en gidsen. Goden hoeven nergens anders verantwoordelijkheid voor te nemen dan voor schepping. Goden aanvaarden alles en dus aanvaarden ze niets. Goden moeten aanwijsbaar zijn en toch anoniem blijven. Goden hebben geen geestenwereld nodig. Mijn geesten leven in mijn binnenste en staan al op een kleine wenk voor me klaar. En omdat ik daar zin in heb, deel ik met jou wat ik van en via hen heb geleerd. Ze zijn mijn waarheid.
Pas op voor de waarheid, aardige zuster. Hoewel naarstig nagestreefd, kan waarheid voor de strever heel gevaarlijk zijn. Mythen en geruststellende leugens zijn veel makkelijker te vinden en te geloven. Als je een waarheid vindt, zelfs al is het een tijdelijke, dan kan die van je vergen dat je pijnlijke veranderingen maakt. Omhul je waarheden met woorden. Natuurlijke dubbelzinnigheid zal je dan beschermen. Woorden zijn veel makkelijker op te nemen dan de scherpe orakelende steken van woordeloze betekenis. Met woorden kan je in het koor meeschreeuwen:
"Waarom heeft niemand me gewaarschuwd?"
Maar ik heb je gewaarschuwd. Ik heb je gewaarschuwd met voorbeelden, niet met woorden.
Er zijn onvermijdelijk meer dan genoeg woorden. Zelfs nu ben jij bezig ze in je wonderbaarlijke geheugen te griffen. En op zekere dag zullen mijn verslagen ontdekt worden - nog meer woorden. Ik waarschuw je dat je mijn woorden op eigen risico leest. De woordeloze beweging van verschrikkelijke voorvallen ligt net onder hun oppervlak. Hou je doof! Je hoeft niet te luisteren, of als je toch hoort hoef je niet te onthouden. Vergeten is zo sussend. En zo gevaarlijk!
Al heel lang beseft men de geheimzinnige kracht van uitspraken zoals die van mij. Ze bevatten geheime kennis die bruikbaar is om de vergeetachtigen mee te regeren. Mijn waarheden zijn de kern van mythen en leugens waarop tirannen altijd hebben vertrouwd om voor hun zelfzuchtige doeleinden de massa's in beweging te brengen.
Zie je? Ik deel alles met je, zelfs het grootste geheim aller tijden, het geheim waarnaar ik mijn leven inricht. Ik openbaar het je in woorden:
Het enige verleden dat stand houdt, ligt woordeloos in je binnenste.'
Toen zweeg de God-Keizer. Ik waagde te vragen: 'Zijn dat alle woorden die ik voor mijn Heer moet bewaren?'
'Dat zijn de woorden,' zei de God-Keizer, en ik vond dat zijn stem vermoeid en moedeloos klonk. Hij praatte als iemand die zijn laatste wil uitspreekt. Ik herinnerde me dat hij had gezegd dat hij me nooit zou weerzien en ik was doodsbang, maar dankzij mijn onvolprezen leermeesteressen klonk de angst niet in mijn stem door.
'Heer Leto,' zei ik, 'die verslagen die u noemt, voor wie zijn die geschreven?'
'Voor het nageslacht van over duizenden jaren. Ik verpersoonlijk die verre lezers, zuster Chenoeh. Ik beschouw ze als verre neven die nieuwsgierig zijn naar hun familie. Zij zinnen op het ontrafelen van de drama's die alleen ik kan verwoorden. Ze willen de persoonlijke verbanden met hun eigen leven leggen. Ze zoeken de betekenissen, de waarheid!'
'Maar u waarschuwt ons voor de waarheid, Heer,' zei ik.
'Inderdaad! De hele geschiedenis is in mijn handen zo kneedbaar als was. Ohhh, ik heb al die verledens verzameld en ik bezit elk feit - en toch kan ik met die feiten doen wat ik wil en zelfs als ik ze waarheidsgetrouw gebruik, verander ik ze. Wat praat ik nu tegen jou? Wat is een dagboek, een verslag? Woorden.'
Weer zweeg Heer Leto. Ik woog het gewicht van wat hij had gezegd, ik woog het af tegen de vermaning van Eerwaarde Moeder Syaksa en tegen de dingen die de God-Keizer eerder tegen me had gezegd. Hij zei dat ik zijn boodschapper was en ik meende dus dat ik onder zijn bescherming stond en meer zou kunnen wagen dan iemand anders. Daarom zei ik toen: 'Heer Leto, u hebt gezegd dat u mij nooit meer zou zien. Betekent dit dat u spoedig zult sterven?'
En ik zweer hier in mijn verslag van dat voorval, dat Heer Leto lachte! Toen zei hij: 'Nee, aardige zuster, jij bent degene die sterven zal. Je zult nooit een Eerwaarde Moeder worden. Daar moet je niet om treuren, want door je aanwezigheid hier vandaag, door mijn boodschap over te brengen aan de Zusters en door mijn heimelijke woorden te bewaren, zul je een veel belangrijker status verwerven. Jij wordt hier een onlosmakelijk onderdeel van mijn mythe. Onze verre neven zullen jou om voorspraak bij mij smeken!'
Weer lachte Heer Leto, maar nu vriendelijk en hij keek me hartelijk aan. Ik vind het moeilijk om hier verslag te doen met de nauwkeurigheid die voor verslagen zoals dit van me wordt geeist, maar op het moment dat Heer Leto die verschrikkelijke woorden tot mij sprak, voelde ik een diepe vriendschapsband met hem, alsof er een tastbaar iets tussen ons was overgesprongen, dat ons samenbond op een manier die met woorden niet te omschrijven valt. Pas op het moment van die ervaring begreep ik wat hij had bedoeld met de woordeloze waarheid. Het gebeurde en toch kan ik het niet beschrijven.
NOOT VAN ARCHIVARIS: Vanwege tussenliggende gebeurtenissen, is de ontdekking van dit persoonlijke verslag nu weinig meer dan een voetnoot bij de geschiedenis en alleen interessant omdat het een van de vroegste verwijzingen bevat naar de geheime verslagen van de God-Keizer. Degenen die dit verhaal nader willen bestuderen kunnen in het Archief materiaal vinden onder de trefwoorden : Chenoeh, Gewijde Zuster Quintinius Violet; Chenoeh-V er slag, Het; en Melange Auto-immuniteit, Medische Aspecten van.
(Voetnoot: Zuster Quintinius Violet Chenoeh stierf in het drieenvijftigste jaar van haar zusterschap; als doodsoorzaak wordt aangegeven auto-immuniteit voor melange tijdens haar poging om de staat van Eerwaarde Moeder te bereiken.)