Uit de voordracht van Rebeth Vreeb:

Ik ben het noodlotsboek, dat bezweer ik u.

Vragen zijn mijn vijanden. Want mijn vragen ontploffen! Antwoorden vliegen op als een zwerm verschrikte vogels, die de hemel van mijn onontkoombare herinneringen verduistert. Geen enkel antwoord voldoet, zelfs niet een.

Wat schitteren er een prisma's als ik het verschrikkelijke terrein van mijn verleden betreed. Ik ben een schilfer vuursteen in een gesloten doos. De doos draait en schudt. Ik word heen en weer geslingerd in een storm van geheimen. En als de doos open gaat, keer ik terug naar dit heden als een vreemdeling in een primitief land.

Langzaam (o, zo langzaam) leer ik opnieuw mijn naam. Maar daarmee ken ik mezelf nog niet!

Deze persoon met mijn naam, deze Leto die de tweede is die zo heet, treft andere stemmen aan in zijn geest, andere namen en andere plaatsen. O, ik beloof je (zoals ook aan mij werd beloofd) dat ik maar naar een naam luister. Als jij 'Leto' zegt, reageer ik. Mijn geduldig lijden maakt dit waar, mijn geduldig lijden en nog iets anders:

Ik heb de touwtjes in handen!

Ik beheers ze allemaal. Ik hoef maar een onderwerp in gedachten te nemen - laten we zeggen... mensen die door het zwaard zijn omgekomen - en daar liggen ze al bloedend voor me, elk beeld compleet, elke kreun, elk vertrokken gezicht.

Vreugden van het moederschap, denk ik en ik heb de kraambedden. De eerste lach van een hele reeks zuigelingen en het lieve gekraai van hele nieuwe generaties. De eerste stappen van peuters en de eerste overwinningen van opgroeiende jongeren worden mij ter deelname aangeboden. Ze stapelen zich razendsnel op tot ik weinig anders meer kan zien dan eentonige herhaling.

'Hou het allemaal compleet,' druk ik mezelf op het hart.

Wie kan de waarde ontkennen van zulke ervaringen, de waarde van de kennis waarmee ik elk nieuw ogenblik beschouw?

Aaach, maar het is het verleden.

Begrijp je het niet?

Het is alleen maar het verleden!