Dankwoord

In de eerste plaats wil ik mijn man Micke bedanken voor zijn nooit aflatende enthousiasme en steun. We hebben een vrij zwaar jaar achter de rug, met een kleine wildebras van twee in huis en een nieuw dochtertje. Het is natuurlijk ook leuk geweest, maar wel heel moeizaam. Maar door een goede samenwerking hebben we het gered. Dit boek is in de hoogste mate een familieproject.

Zoals gewoonlijk zijn ook weer veel mensen bereid geweest om het manuscript te lezen en van commentaar te voorzien: Martin Persson, Gunnel Läckberg, Zoli Läckberg, Anders en Ida Torevi alsmede Mona Eriksson – of ‘schoonmoeder’ zoals ik haar ondanks haar protesten graag noem…

Zoals altijd wil ik ook Gunilla Sandin, Peter Gissy en Ingrid Kampås bedanken. Zij hebben er allemaal op hun eigen manier toe bijgedragen dat de bal aan het rollen werd gebracht.

Grote dank ook aan mijn uitgeverij Forum en haar medewerkers. Het is leuk om met jullie te werken, en ik voel dat ik bij jullie in veilige handen ben. Ik ben bijzonder blij met mijn redacteur en uitgeefster Karin Linge Nordh, omdat zij het ondankbare werk heeft om mijn soms breedvoerige taalkundige uitstapjes met een scherp rood potlood te fatsoeneren.

Dank ook aan Ann-Christine Johansson van de bibliotheek van het museum van Bohuslän, die me heeft geholpen met materiaal over steenhouwers.

Bengt Nordin Agency met Bengt Nordin en Maria Enberg hebben ook een vanzelfsprekende plaats in dit dankwoord. Het is niet alleen leuk maar ook productief om met jullie te werken, en dat heeft er onder meer in geresulteerd dat mijn boeken in verschillende andere landen zullen worden uitgebracht.

De agenten van het politiebureau in Tanumshede mogen in dit verband niet worden vergeten, ik leen tenslotte hun werkplek voor diverse handelingen. Ter compensatie laten ze zich gewillig op koffie en taart trakteren als ik in de buurt ben. Folke Åsberg van de politie in Tanumshede is ook deze keer weer bereid geweest het manuscript te lezen en van commentaar te voorzien. Sinds mijn zoontje zijn politiepet mocht lenen, is Folke zijn grote idool. In de wereld van mijn kleine mannetje zijn alle agenten dan ook hartstikke aardig en heten ze ‘oom Folke’.

Dank aan het personeel van landgoed Gimo omdat jullie een week lang zo goed voor me hebben gezorgd toen ik de laatste hand legde aan het boek.

De lezers die mij het afgelopen jaar hebben gemaild wil ik hier ook heel hartelijk bedanken. Ik word elke keer weer even blij als ik mail van een lezer ontvang!

Ten slotte wil ik de persoon bedanken aan wie dit boek is opgedragen: Ulrica Lundbäck. Geweldige, mooie, fantastische Ulle! Ik ken Ulle al meer dan tien jaar en zij is er vanaf het begin bij geweest. Ze heeft me aangemoedigd, manuscripten gelezen en vooral – ze is trots op me geweest, zoals Ulle altijd trots was op wat haar vrienden bereikten. Zij heeft ook de mooie foto’s van mij genomen die mijn eerste twee boeken hebben gesierd. Daarom draag ik dit boek aan haar op.

Ulle, ik dank je ook dat ik het voorrecht had jou als vriendin te hebben. Je bent warm, slim, zorgzaam en brengt de mensen vreugde. Ik schrijf ‘bent’ en ‘brengt’, want jij bent dit alles nog steeds voor mij, daar kan geen tsunami in de wereld iets aan veranderen!

Dank je voor alle fijne herinneringen. Ik beloof je dat ik mijn best zal doen om te leven naar wat jij en de man van je leven als levensmotto hadden: ‘Zo gelukkig mogelijk.’

We missen je,

Camilla Läckberg-Eriksson

info@camillalackberg.com

www.camillalackberg.com

PS Alle fouten in het boek zijn zoals gewoonlijk enkel en alleen van de schrijfster…