Strömstad 1923
De bekoring van het nieuwe begon nu te verdwijnen. De hele winter was vol liefdesnachten geweest en aanvankelijk had ze van elk moment genoten. Maar nu de winter langzaam plaatsmaakte voor het voorjaar, merkte ze hoe de verveling toesloeg. Eerlijk gezegd wist ze amper wat ze eerst zo aantrekkelijk aan hem had gevonden. Natuurlijk zag hij er goed uit, dat kon ze niet ontkennen, maar hij sprak boers en onwetend, en er hing voortdurend een vage zweetlucht om hem heen. Bovendien werd het steeds moeilijker om stiekem naar hem toe te gaan nu de duisternis haar beschermende deken begon op te tillen. Nee, er moest een eind aan komen, besloot ze terwijl ze voor de spiegel in haar kamer zat.
Ze legde de laatste hand aan haar kleding en liep naar beneden voor het ontbijt met haar vader. Ze had Anders gisteren gezien en haar lichaam was daarom nog moe. Ze ging aan de tafel in de eetkamer zitten nadat ze haar vader op zijn wang had gekust en tikte futloos tegen haar ei. Door haar vermoeidheid draaide haar maag zich bij de geur van het ei om.
‘Hoe gaat het, hartje?’ vroeg August bezorgd terwijl hij haar over de grote tafel heen aankeek.
‘Ik ben gewoon een beetje moe,’ antwoordde ze zielig. ‘Ik heb vannacht niet goed geslapen.’
‘Arme meid,’ zei hij medelevend. ‘Zorg dat je iets in je maag krijgt, dan kun je daarna nog even wat gaan rusten. Misschien moeten we je ook door dokter Fern laten onderzoeken; ik vind je de hele winter al wat hangerig.’
Agnes kon een glimlach niet onderdrukken en verborg haar gezicht snel achter haar servet. Met neergeslagen blik antwoordde ze haar vader: ‘Ja, ik ben al een tijdje moe. Maar dat komt vooral door het donkere jaargetijde. U zult zien dat ik weer gezond word nu het voorjaar eraankomt.’
‘Hm, laten we maar zien. Misschien moet je de dokter toch naar je laten kijken. Denk er maar even over na.’
‘Ja, vader,’ zei ze en ze zette zich ertoe een hapje van het ei te nemen.
Dat had ze niet moeten doen. Op hetzelfde moment dat ze het gekookte eiwit in haar mond nam, voelde ze haar maag onrustig worden en toen kwam er iets omhoog. Snel ging ze van tafel en met haar hand voor haar mond holde ze naar het watercloset dat ze beneden hadden. Ze had de klep nog maar net opengedaan of een combinatie van gal en het eten van de dag ervoor spetterde in de pot. Ze voelde dat de tranen haar in de ogen sprongen. Haar maag draaide zich meerdere keren om en pas toen ze een tijdje had gewacht en er niets meer leek te komen, veegde ze met een vies gezicht haar mond af en liep op trillende benen het kamertje uit. Haar vader stond in de gang en keek bezorgd.
‘Hartje toch, hoe gaat het met je?’
Ze schudde haar hoofd en probeerde de vieze galsmaak weg te slikken.
August legde zijn arm om haar schouders, voerde haar naar de salon en zette haar op een van de banken. Hij legde zijn hand op haar voorhoofd. ‘Maar Agnes, je bent helemaal bezweet. Nee, nu bel ik dokter Fern. Hij moet maar naar je komen kijken.’
Agnes kon alleen nog maar mat knikken en ging vervolgens op de bank liggen. Ze deed haar ogen dicht. Achter haar gesloten oogleden draaide de hele kamer rond.
Het was alsof ze in een schaduwwereld leefde, zonder contact met de werkelijkheid. Niet dat ze een keuze had gehad, maar ze twijfelde er nog altijd aan of ze juist had gehandeld. Anna wist dat niemand het zou begrijpen. Waarom was ze naar Lucas teruggegaan nadat ze zich eindelijk van hem had losgemaakt? Waarom, na wat hij Emma had aangedaan? Het antwoord was simpel: omdat ze dacht dat het de enige kans voor haar en de kinderen was om te overleven. Lucas was altijd al gevaarlijk geweest, maar ook beheerst. Nu was het alsof er iets in hem was geknapt en zijn zelfbeheersing had plaatsgemaakt voor de waanzin die in hem woedde. Dat was de enige manier waarop ze het kon beschrijven: een waanzin. Die was er altijd al geweest. Ze had er altijd al een vermoeden van gehad. Misschien had ze zich in het begin door die onderliggende stroom van potentieel gevaar ook wel tot hem aangetrokken gevoeld. Maar nu was die naar boven gekomen en ze was doodsbenauwd.
Dat ze hem samen met de kinderen had verlaten, was niet de enige reden waarom de waanzin naar buiten was gekomen. Verschillende factoren hadden ertoe geleid dat er een knopje in hem was omgezet. Zijn werk, dat altijd zijn grote succesverhaal was geweest, had hem ook in de steek gelaten. Een paar mislukte zaken en zijn carrière was voorbij. Vlak voordat ze naar hem terugging, was ze een collega van hem tegengekomen die had verteld dat Lucas zich op zijn werk steeds vaker irrationeel gedroeg bij tegenslagen. Snelle woede-uitbarstingen en agressief gedrag. Toen hij ten slotte een belangrijke klant tegen de muur had geduwd, was hij op staande voet ontslagen. De klant had bovendien aangifte gedaan bij de politie, die de zaak zodra er tijd was zou onderzoeken.
De berichten over zijn gemoedstoestand hadden haar verontrust, maar pas toen haar eigen flat volledig was vernield, begreep ze dat ze geen keuze had. Hij zou haar, of erger nog, de kinderen, iets aandoen als ze hem niet ter wille was en terugkeerde. De enige manier waarop ze Emma en Adrian een beetje zekerheid kon bieden was door zo dicht mogelijk bij de vijand te blijven.
Anna wist dat, maar toch had ze het gevoel dat ze van de regen in de drup was beland. Ze was in feite een gevangene in haar eigen huis, met een agressieve, irrationele Lucas als bewaarder. Hij dwong haar haar parttimebaan bij de kunstveiling op te zeggen, werk waar ze dol op was geweest en veel voldoening in had gevonden, en liet haar alleen naar buiten gaan om boodschappen te doen of de kinderen weg te brengen en op te halen. Hij had geen werk kunnen vinden en deed daar ook zijn best niet voor. Het grote, chique appartement op Östermalm had hij moeten verkopen en nu zaten ze op elkaar gepropt in een kleine tweekamerflat even buiten het centrum van Stockholm. Maar zolang hij de kinderen niet sloeg, verdroeg ze alles. Zelf had ze opnieuw blauwe en beurse plekken op haar lichaam, maar in zekere zin was het alsof ze een oud, vertrouwd kledingstuk had aangetrokken. Ze had zoveel jaren op die manier geleefd dat de korte periode van vrijheid nu onwerkelijk aanvoelde, maar haar huidige leven niet. Anna deed wat ze kon om te voorkomen dat de kinderen merkten wat er aan de hand was. Ze had Lucas weten te overtuigen dat ze naar de crèche moesten blijven gaan en ze deed alsof er in hun leventjes niets was veranderd. Maar ze wist niet zeker of de kinderen echt niets doorhadden. Emma, die nu vier was, was in eerste instantie dolblij geweest dat ze weer bij papa gingen wonen, maar Anna merkte steeds vaker dat het meisje onderzoekend naar haar keek.
En hoewel Anna zichzelf voortdurend voorhield dat ze het juiste besluit had genomen, besefte ze ook dat het de rest van haar leven niet zo kon doorgaan. Hoe irrationeler Lucas zich gedroeg, des te banger zij voor hem werd. Ze was ervan overtuigd dat hij op een dag te ver zou gaan en haar zou vermoorden. De vraag was hoe ze weg kon komen. Ze had overwogen om op de een of andere manier te proberen Erica te bellen en haar om hulp te vragen, maar enerzijds hield Lucas de telefoon nauwgezet in de gaten, en anderzijds werd ze door iets in zichzelf tegengehouden. Ze had al zo vaak op Erica geleund, en voor de verandering voelde ze dat ze dit zelf moest aanpakken, als een volwassene. Geleidelijk aan had ze een plan ontwikkeld. Ze moest voldoende bewijs tegen Lucas verzamelen zodat de mishandeling buiten kijf stond. Dan zouden zij en de kinderen een beschermde identiteit krijgen. Soms werd ze overvallen door een drang om de kinderen gewoon op te pakken en naar het dichtstbijzijnde blijf-van-mijn-lijfhuis te vluchten, maar ze wist dat dat zonder bewijs tegen Lucas slechts een tijdelijke oplossing was. Daarna zouden ze weer in de hel belanden.
Daarom was ze begonnen alles te documenteren. In een van de winkels op weg naar de crèche stond een fotoautomaat. Daar sloop ze naar binnen om foto’s van haar verwondingen te maken. Ze schreef op wanneer ze waren toegebracht en verborg de aantekeningen en de foto’s in de lijst van haar huwelijksfoto. De symboliek daarvan kon ze wel waarderen. Weldra zou ze voldoende materiaal hebben om vol vertrouwen haar lot en dat van de kinderen in handen van de samenleving te leggen. Tot die tijd moest ze de situatie gewoon accepteren. En ervoor zorgen dat ze overleefde.
Het was pauze op school toen ze de parkeerplaats opreden. Een hele meute kinderen speelde in de gure wind, dik ingepakt en ongehinderd door de kou, die Patrik huiverend zijn pas deed versnellen om gauw binnenshuis te zijn.
Hopelijk zou zijn dochter over een paar jaar ook naar school gaan. Dat was een leuke gedachte en hij zag Maja al door de hal hupsen met blonde staarten en een spleetje tussen haar voortanden, net zoals Erica er op de foto’s uit haar jeugd uitzag. Hij hoopte dat Maja op haar moeder leek. Erica was als meisje ontzettend schattig geweest en dat was ze in zijn ogen nog steeds.
Op de gok liepen ze naar het eerste klaslokaal dat ze zagen en klopten op de openstaande deur. De ruimte was licht en gezellig, met grote ramen en kindertekeningen aan de muur. Achter een lessenaar zat een jonge onderwijzeres, diep verzonken in de papieren die voor haar lagen. Ze veerde op toen ze het kloppen hoorde.
‘Ja?’ Haar toon was vragend en ondanks haar jeugdige leeftijd had ze al de perfecte juftoon, waardoor Patrik zich moest inhouden om niet stijf rechtop te gaan staan en te buigen.
‘We zijn van de politie. We zoeken degene bij wie Sara Klinga in de klas zat.’
Er verscheen een sombere uitdrukking op het gezicht van de onderwijzeres en ze knikte. ‘Dat ben ik.’ Ze stond op en kwam met uitgestoken hand op hen toe lopen. ‘Beatrice Lind. Ik heb groep één tot en met drie.’ Ze gebaarde dat ze op een van de stoeltjes konden plaatsnemen die bij de tafels stonden, en Patrik voelde zich een reus toen hij ging zitten. Hij moest glimlachen bij de aanblik van Ernst, die alle delen van zijn slungelige lichaam probeerde te coördineren om op het piepkleine stoeltje te passen. Maar zodra Patrik zich naar de onderwijzeres omdraaide, trok hij zijn gezicht weer in de plooi en concentreerde zich op de zaak.
‘Het is zo verschrikkelijk tragisch,’ zei Beatrice met trillende stem. ‘Dat een kind de ene dag nog hier is en de volgende dag niet meer…’ Nu trilde haar onderlip ook. ‘En dan ook nog verdronken…’
‘Er is ondertussen gebleken dat het geen ongeluk was.’ Patrik was verbaasd dat het nieuws nog niet alle inwoners van het dorp had bereikt. Beatrice keek zonder meer verbijsterd. ‘Hoezo, hoe bedoel je? Geen ongeluk? Maar ze is toch verdronken…?’
‘Sara is vermoord,’ zei Patrik en hij hoorde zelf hoe bruusk hij klonk. Op mildere toon zei hij: ‘Ze is niet door een ongeluk gestorven en daarom moeten we meer over haar te weten komen. Over hoe ze als kind was, of je op de hoogte bent van problemen in het gezin, dat soort dingen.’
Hij zag dat Beatrice nog steeds van slag was door het nieuws, maar dat ze ook nadacht over wat het betekende. Na een tijdje had ze zich vermand en zei: ‘Tja, wat moet je over Sara zeggen? Ze was…’ Het leek alsof ze naar een gepast woord zocht. ‘… een heel levendig kind. In goede en in minder goede zin. Als Sara erbij was, was het nooit stil en eerlijk gezegd was het dan weleens moeilijk orde te houden. Ze was een leiderstype en anderen deden met haar mee, dus als je dat niet op tijd afkapte, was het in een mum van tijd een chaotische bende in de klas. Tegelijkertijd…’ – Beatrice aarzelde opnieuw en leek haar woorden zorgvuldig af te wegen – ‘zorgde al die energie in haar ook voor buitengewoon veel creativiteit. Ze was heel goed in tekenen en dat soort esthetische dingen en kon fantaseren als geen ander. Ze was gewoon een heel creatief kind, of het nu om kattenkwaad ging of om het maken van iets concreets.’
Ernst bewoog op het stoeltje heen en weer en zei: ‘We hebben gehoord dat ze zo’n stoornis had, DAMP of hoe het ook mag heten.’
Zijn respectloze toon veroorzaakte een scherpe blik bij Beatrice en tot Patriks genoegen kromp zijn collega een beetje in elkaar.
‘Sara had DAMP, dat klopt. Ze kreeg extra lessen. We weten tegenwoordig heel veel over dit soort aandoeningen, waardoor we deze kinderen alles kunnen geven wat ze nodig hebben om optimaal te kunnen functioneren.’ Het klonk alsof ze een lezing hield en Patrik begreep dat dit onderwerp haar na aan het hart lag.
‘Hoe uitten zich die problemen bij Sara?’ vroeg hij.
‘Zoals ik beschreef. Ze had een heel hoog energieniveau en kreeg soms verschrikkelijke woedeaanvallen. Maar ze was, zoals gezegd, ook een heel creatief kind. Ze was niet slecht of gemeen of slecht opgevoed, zoals mensen die er geen verstand van hebben over kinderen als zij zeggen. Ze kon haar impulsen gewoon niet goed beheersen.’
‘Hoe reageerden de andere kinderen op haar gedrag?’ Patrik was echt nieuwsgierig.
‘Dat wisselde. Voor sommigen was ze hoe dan ook te druk en die bleven bij haar uit de buurt. Andere kinderen accepteerden haar uitbarstingen gelaten en konden het goed met haar vinden. Frida Karlgren was volgens mij haar beste vriendin. Ze wonen ook bij elkaar in de buurt.’
‘Ja, we hebben met haar gesproken,’ zei Patrik met een knikje. Hij schoof opnieuw op zijn stoeltje heen en weer. Zijn benen begonnen vervelend te prikken en hij had gevoel dat hij kramp in zijn rechterkuit kreeg. Hij hoopte van ganser harte dat Ernst ook ongemakkelijk zat.
‘En haar familie,’ zei Ernst, ‘weet je of Sara thuis problemen had?’
Patrik moest een glimlach onderdrukken toen hij zag dat zijn collega inderdaad zijn kuiten zat te masseren.
‘Daar kan ik jullie helaas niet bij helpen,’ zei Beatrice met een zuinig gezicht. Het was duidelijk dat ze niet over de thuissituatie van haar leerlingen roddelde. ‘Ik heb alleen haar ouders ontmoet en een enkele keer haar oma, en ik heb ze als stabiele, aardige mensen ervaren. Ik heb van Sara evenmin indicaties gekregen dat er iets aan de hand zou zijn.’
Een schelle bel weerklonk ten teken dat de pauze voorbij was en levendig gestommel in de gang gaf aan dat de kinderen gehoorzaam naar binnen kwamen. Beatrice stond op en stak haar hand uit om aan te geven dat het gesprek was afgelopen. Patrik kwam moeizaam overeind. Vanuit zijn ooghoek zag hij dat Ernst nu zijn been zat te masseren, dat kennelijk sliep. Nadat ze afscheid hadden genomen van de onderwijzeres, strompelden ze als twee oude mannen het klaslokaal uit.
‘Shit, wat een ongemakkelijke stoelen,’ zei Ernst, terwijl hij naar de auto hinkte.
‘Ja, we zijn niet zo soepeltjes meer,’ zei Patrik en hij wurmde zich in de auto. Plotseling voelden de comfortabele stoel en de vele beenruimte als een ongelooflijke luxe.
‘Spreek voor jezelf,’ mopperde Ernst. ‘Mijn lichaam is nog net zo goed als toen ik tiener was, maar ik ben verdomme niet gebouwd voor miniatuurmeubels.’
Patrik veranderde van onderwerp. ‘Dit gesprek heeft ons niet veel nuttigs opgeleverd.’
‘In mijn oren klonk het alsof het een verrekt lastig wicht was,’ zei Ernst. ‘Tegenwoordig lijkt het wel alsof ieder kind dat zich niet weet te gedragen, de een of andere stomme variant van DAMP heeft. In mijn tijd werd dergelijk gedrag verholpen met een paar tikken van de liniaal. Nu krijgen ze medicijnen, worden vertroeteld en moeten bij een psycholoog de boel eindeloos herkauwen. Geen wonder dat de maatschappij naar de kloten gaat.’ Ernst staarde somber door het raam aan de passagierskant en schudde zijn hoofd.
Patrik verwaardigde zich niet op die uitspraak te reageren. Het was domweg niet de moeite waard.
‘Moet je haar nu alweer voeden? In mijn tijd deden we dat maar om de vier uur,’ zei Kristina terwijl ze kritisch naar Erica keek, die net was gaan zitten om Maja na ‘slechts’ tweeënhalf uur de borst te geven.
Ondertussen wist Erica wel beter dan in discussie te gaan, dus ze negeerde Kristina’s opmerking. Het was slechts een van de vele die ze die ochtend had gehoord, en ze voelde dat ze het binnen afzienbare tijd beu zou zijn. Haar onderbroken schoonmaakpoging was evenmin verschoond gebleven van commentaar. Nu liep haar schoonmoeder als een gek te stofzuigen, terwijl ze haar favoriete onderwerp besprak: stof dat astma veroorzaakte bij kleine kinderen. Voor die tijd had ze demonstratief alle vaatwerk op het aanrecht afgewassen, terwijl ze Erica grondig had geïnstrueerd over de juiste manier om dat te doen. Vaatwerk moest onmiddellijk worden afgespoeld zodat er geen etensresten aan vastkoekten, en je kon de afwas beter meteen doen want anders bleef die maar staan… Knarsetandend probeerde Erica zich op het lange middagdutje te richten dat ze zou kunnen doen als Kristina met de kinderwagen naar buiten ging, hoewel ze zich steeds meer afvroeg of het wel de moeite waard was.
Ze ging goed zitten en probeerde Maja de borst te geven. Het kind voelde de spanningen die in de lucht hingen en had een groot deel van de dag gejengeld en gehuild. Nu Erica haar met melk probeerde te kalmeren, verzette ze zich hevig. Het klamme zweet brak Erica uit terwijl ze deze machtstrijd met haar dochter voerde en pas toen Maja het eindelijk opgaf en lag te zuigen, ontspande ze zich. Voorzichtig, om de strijd niet voor niets te hebben gevoerd, zette ze de tv aan. The Bold and the Beautiful was er net op en ze probeerde zich te verdiepen in de gecompliceerde relatie van Brooke en Ridge. Kristina keek schuin naar de tv terwijl ze met de stofzuiger voorbijsnelde.
‘Bah, dat je naar die rommel kunt kijken. Waarom lees je niet liever een boek?’
Erica zette het geluid van de tv harder en genoot even van haar opstandige reactie. Toen ze het gegriefde gezicht van haar schoonmoeder zag, zette ze de tv weer zachter omdat ze besefte dat alle pogingen tot revolutie meer kostten dan dat ze opleverden. Ze keek op haar horloge. God, het was nog niet eens twaalf uur. Een eeuwigheid tot Patrik thuiskwam. En dan kwam er nog zo’n dag voordat Kristina haar koffers pakte en naar haar eigen huis vertrok, tevreden over de onschatbare diensten die ze haar zoon en schoondochter had bewezen. Twee laaange dagen…