77
Vermulens jacht had Antibes zesendertig uur eerder al verlaten, met bestemming Zuid-Italië, maar hij stond haar op te wachten bij het vliegtuig dat hen ernaartoe zou brengen. Alix rende op hem af, sloeg haar armen om hem heen en drukte haar borsten tegen hem aan, zodat ze hem hard voelde worden. Ze keek met halfgesloten ogen naar hem op, haar lippen een heel klein beetje geopend en hij kuste haar met een intensiteit die al haar zintuigen vervulde met zijn smaak, met de manier waarop hij aanvoelde.
Vermulen liet haar los en keek naar de dichtstbijzijnde van zijn mannen.
‘Maroni.’
‘Ja, meneer!’
‘Zeg tegen meneer Reddin dat de mannen vijftien minuten kunnen rusten. Kom dan terug en houd de wacht onder aan deze trap. Niemand komt het vliegtuig in voordat ik het zeg. Begrepen?’
Maroni grijnsde. ‘Ja, meneer!’
Vermulen leidde Alix het vliegtuig in. In de kleine cabine schonk hij haar een scheef, verontschuldigend glimlachje.
‘Niet erg romantisch, vrees ik. Op het jacht staan champagne en bloemen klaar.’
Ze boog zich naar voren, liet haar lippen langs zijn wangen glijden en fluisterde in zijn oor. ‘Het kan me niets schelen.’
Hij had geen idee dat ze veinsde.