72
Het was halftwaalf ‘s ochtends in Washington DC, en ze waren weer terug in het Witte Huis, in de vergaderruimte in de Woodshed. Leo Horabin wilde worden bijgepraat over het onderzoek. Het verhaal werd van het begin af aan verteld en Kady Jones liet op het grote scherm Henry Wongs foto van Vermulen en Francesco Riva zien en legde uit wat de mogelijke betekenis van hun ontmoeting was. Vervolgens vertelde Tom Mulvagh over het onderzoek dat hij had ingesteld naar Vermulens bewegingen in Europa en de dood van zijn persoonlijk assistente, Mary Lou Stoller.
‘Ik heb in samenwerking met Ted Jaworski een gedetailleerde analyse gemaakt van mevrouw Stollers vervangster als assistente van de generaal, juffrouw Natalia Morley. Ted, misschien wil jij de uitkomsten van die analyse presenteren.’
De CIA-man nam het over. ‘Natuurlijk. Waar het op neerkomt is dat Natalia Morley niet bestaat. Het is een valse identiteit, die echter goed genoeg is voorbereid om elke navraag die een werkgever ook maar naar een sollicitant zou kunnen doen te doorstaan. Er was een geboorteakte, een huwelijksakte en scheidingspapieren, referenties van eerdere werkgevers, gegevens van creditcards enzovoort. Maar op het moment dat ik dieper en breder ging graven, bleef er niets van over. Ik kon geen spoor van haar zogenaamde man, Steve Morley, vinden. Hun adressen in Rusland en Zwitserland bleken niet te bestaan. Juffrouw Morley had een naam en nummer voor de afdeling Personeelszaken opgegeven van de Zwitserse bank waar zij had gewerkt, maar toen ik dat nummer belde, was het afgesloten en had niemand bij de bank ooit van haar gehoord.
‘Dus als deze vrouw niet Natalia Morley is, wie is zij dan wel? Aangezien zij beweerde Russische te zijn, ben ik daar als eerste gaan zoeken. Ik heb mijn mensen beeldmateriaal van de beveiligings-camera’s van Dulles International laten verzamelen, van de dag dat zij en Vermulen naar Parijs vertrokken en die beelden vergeleken met bekende KGB-en FSB-agenten.’
Hij liet een foto zien, die het halve scherm aan de andere kant van de ruimte in beslag nam.
‘Oké, dit is “Natalia Morley”, een maand geleden op Dulles. En dit…’
De andere helft van het scherm werd gevuld met een andere foto. De twee gezichten op het scherm waren met vele jaren tussentijd gefotografeerd, maar lieten onmiskenbaar dezelfde vrouw zien.
‘… is voormalig KGB-agente Alexandra Petrova. Ze is dertig jaar, geboren in de stad Perm, een paar honderd kilometer ten noorden van Moskou en begon negen jaar geleden in Moskou te werken. Haar specialiteit was het verleiden van machtige, westerse mannen van middelbare leeftijd. De afgelopen vijf jaar is zij naar ons weten niet betrokken geweest bij activiteiten van de inlichtingendienst. Maar het lijkt erop dat ze weer aan de slag is gegaan…’
‘Je zou toch denken dat een man met zoveel ervaring als Kurt Vermulen beter zou moeten weten,’ viel Horabin hem in de rede. ‘Waarschuwen we hem dat hij wordt gecompromitteerd?’
‘Nee, meneer,’ antwoordde Jaworski. ‘Integendeel, ik stel voor dat we eerst uitzoeken waarom de Russen zoveel moeite doen hem te compromitteren. Zij denken dat generaal Vermulen hun aandacht waard is. Wij denken dat hij wellicht betrokken is bij een project dat te maken heeft met kleinschalige nucleaire wapens. Voeg die twee dingen bij elkaar en je krijgt iets wat veel wegheeft van die Russische kofferatoombommen. Wij hebben opdracht gekregen die bommen te vinden. Volgens mij is dit het aanknopingspunt waar we op hebben gewacht.’
‘Goeie god,’ mompelde Horabin. ‘Wat voert Vermulen op dit moment uit?’
Jaworski’s gezicht vertrok. ‘Dat is het probleem. Dat weten we niet. We denken niet dat hij nog in Rome is. Hij heeft zijn huur auto achtergelaten op de internationale luchthaven Leonardo da Vinci, maar hij heeft voor zover wij weten geen commerciële vlucht genomen en er bestaan ook geen gegevens dat hij een privévliegtuig heeft gecharterd. Er is echter nog een andere mogelijkheid. Da Vinci ligt bij het stadje Fiumicino, zo’n dertig kilometer buiten Rome. Dat is een kustplaats en er is een haven, een jachthaven. Het is dus mogelijk dat hij Italië over zee heeft verlaten.’
‘Wat bedoel je “het is dus mogelijk”?’ vroeg Horabin met hese stem. ‘Wil je me vertellen dat je het niet weet?’
‘Inderdaad,’ zei Jaworski. ‘Ik beschik niet over de middelen om die informatie boven water te halen. Om veiligheidsredenen, en eerlijk gezegd ook om politieke redenen, is ons onderzoek naar deze kwestie beperkt gebleven tot een klein aantal mensen. Generaal Vermulen is een veelvuldig onderscheiden oorlogsheld, die nog nooit ergens van is verdacht, laat staan dat hij ergens voor is gearresteerd of veroordeeld.’
‘Daar ben ik me van bewust,’ zei Horabin op bitse toon.
Jaworski ging verder.
‘Ik ben van mening, en ik denk ook voor Tom te kunnen spreken, dat als wij ernst willen maken met dit onderzoek, met alle middelen die dat zou vergen, en de mogelijkheid van een politiek incident, we toestemming nodig hebben… van de top.’
Horabin wilde iets zeggen, maar werd daarvan weerhouden door een kuchje van iemand halverwege de tafel. Het was afkomstig van een kolonel in uniform die de DIA, de inlichtingendienst van het ministerie van Defensie, vertegenwoordigde.
‘Neem me niet kwalijk, meneer… maar voordat daar een besluit over wordt genomen, is er nog iets wat u moet weten. Het is een kwestie waarvan het belang mij pas duidelijk is geworden na het aanhoren van dit verslag.’
‘Ga uw gang.’
‘Dank u. Het betreft een voormalige officier van de Tsjechische mili taire inlichtingendienst, ene Pavel Novak. Vroeger was Novak een dubbelagent, die ook voor ons werkte. Gisteravond laat is Novak van het dak van zijn appartementencomplex in Wenen gevallen. Tom had ons verteld dat generaal Vermulen onlangs in Wenen was geweest. Ik weet het niet, misschien is het toeval. Maar toen de generaal nog voor de DIA werkte, was hij Novaks tussenpersoon.’
‘Godsamme,’ mompelde Tom Mulvagh binnensmonds. Overal rond de tafel klonk soortgelijk geroezemoes. Leo Horabin maande de vergadering weer tot stilte.
‘Dank u, kolonel,’ zei hij. ‘Ik zal het allemaal in overweging nemen. En ja, Ted, dit gaat regelrecht naar de top.’