78

 

 

 

 

 

 

Vrijdagavond in de Residentie. De Residentie, zo noemt iedereen het; ze doen alsof het een of ander exclusief hotel is. Maar binnen is het net alsof je gevangenzit in de saaiste horrorfilm op aarde, een huis vol zombies met grijze gezichten en enorme holle ogen die je nakijken terwijl je van de trap loopt en je aanstaren als je in het tijdschriftenrek zoekt naar een tijdschrift dat je nog niet hebt gelezen, en als ze bewegen, bewegen ze als mensen die niet echt leven. Ze schuifelen met nul kilometer per uur over het bloemige tapijt, terwijl hun armen als oude snaren langs hun zij hangen en hun Prada-spijkerbroeken om hun stokmiddel flapperen en – het ergst van alles – hun afgrijselijk smerige adem ruikt alsof er iets rot in hun binnenste. Daarom blijft Lori meestal op haar kamer, behalve als ze naar Tijd Voor Jezelf of Groepstherapie moet. Ze ligt op haar bed, houdt Lala tegen haar borst gedrukt. De tranen komen gewoon vanzelf, ze is niet verdrietig.

   Haar kamer lijkt eigenlijk wel een beetje op een hotelkamer. Er liggen verse bloemen en gerimpelde stroken op de sprei, en hoewel er geen tv staat, kun je schrijven in het dagboek dat ze uitdelen om je gedachten vast te leggen of bij het raam gaan zitten en door de tralies heen naar de tuin kijken. Sommige meisjes – er zijn alleen maar meisjes – zitten hier al maanden of zelfs nog langer. De meesten zijn zieker dan Lori, maar ze lachen haar toch uit als Lori zegt dat ze hier niet lang blijft. Sommigen zitten een klas hoger of lager bij haar op school, anderen herkent ze van het winkelcentrum of uit de kerk, of ze blijken de zus of voormalige beste vriendin van iemand te zijn. Er is een meisje met wie Lori jaren geleden op ballet heeft gezeten; ze was zo mooi vroeger, als een prachtige dansende bloem. Nu ziet ze eruit alsof een vampier al het bloed uit haar heeft gezogen en haar aan de kant heeft gegooid. Lori had even medelijden met haar en deed haar best om een praatje met haar te maken, maar toen kwam ze erachter dat dat meisje tegen iedereen zei dat Lori ’s nachts op haar kamer kwam en probeerde aan haar te zitten.

   De Residentie is namelijk precies zoals school, krengerig gedrag en kliekjes, waar alle meisjes meedoen aan een geheime wedstrijd wie het dunst kan worden. Bij Groepstherapie vechten ze onderling om de aandacht van dr. Pollard. Ze zuigen aan hun vingers, zwaaien hun benen heen en weer, nemen elkaar (haha) vanuit hun ooghoeken op, terwijl ze maar doorzeiken over respect; het is zielig, het is freaky, alsof je naar skeletten kijkt die erotisch proberen te zijn, je kunt hun lichamen bijna horen rammelen – in haar dagboek schrijft ze ‘macaber’. Dr. Pollard is een ontzettende sukkel, hij draagt elke dag stomme kerstachtige truien en je kunt merken dat hij alleen maar iets van zelfrespect weet omdat hij er in boeken over heeft gelezen, en toch zitten ze om hem te kwijlen alsof hij het laatste stukje chocoladetaart is, dat ze na afloop toch uit zullen kotsen. Groepstherapie is eigenlijk het enige moment waarop Lori het mist dat ze mooi was. Ze zou die sletjes dolgraag laten zie hoe je dat aanpakt: dr. Pollard om haar vinger winden en dan opstaan en zo weglopen. Bij de deur zou ze zich omdraaien en hem een kusje toeblazen: droom maar lekker verder, loser!

   Gisteren heeft die vrouw van het modellenbureau mam gebeld en gezegd dat ze zich geen zorgen hoefde te maken, ze konden het gesprek met Lori opnieuw inplannen als ze zich beter voelde. Dat soort dingen gebeurt heel vaak, zei ze. Het belangrijkste is dat je ingrijpt voor er blijvende schade aan de huid optreedt. Dat vertelde mam haar, en toen sloeg ze haar armen om haar heen. ‘O Lori, word toch gauw beter! Gooi de kansen niet weg die ik nooit heb gehad!’ Lori vindt het vreselijk om haar van streek te maken. Ze zou haast beter worden alleen om naar dat gesprek te kunnen gaan en te zorgen dat mam weer blij wordt. Maar het rare is dat het haar niet meer kan schelen of ze model wordt. Ze kan zich niet eens meer herinneren dat ze model wilde worden! Er zijn zoveel dingen die iemand anders overkomen lijken te zijn, iemand die bijna te wazig is om haar te kunnen zien.

   Ze is hier nu bijna twee weken. Meestal is het wel oké, maar soms klinken er midden in de nacht sirenes, het geluid zo hard en doordringend dat ze meteen rechtop in bed zit, en als je dan de volgende ochtend wakker wordt, is er iemand weg. Je hoort de verpleegsters zeggen: ‘Arm kind, ze staat voor de poorten van de hel’, en dan stel je je die Poorten voor, diepzwart. Maar het hangt allemaal af van hoe je over de dingen denkt, want oké, die Poorten zijn eng, maar het woord ‘sirene’ doet haar denken aan zingende meisjes, dus als ze bang wordt vanwege haar Plan en dat ze door die Poorten gaat, stelt ze zich voor dat het dat ook zijn: zingende meisjes die je bij de hand nemen en hiervandaan halen. En daar wordt ze weer blij van, want ze weet dat ze haar gauw komen halen (misschien vanavond al!).

   ‘Vertel eens over Daniel, Lori.’ Dr. Pollard zit op een draaistoel, zij zit op een zitzak. Er zitten geen tralies voor de ramen. Buiten regent het – waarom stijgt die regen niet op, wordt hij geen zee die door het glas heen ramt? Er zit een soort spray in het haar van dr. Pollard om het voller te laten lijken, zodat je niet ziet dat hij kaal wordt.

   ‘Je begon kort na zijn dood die zelfdestructieve neigingen te voelen, nietwaar? En je raakte verslaafd aan dieetpillen?’

   Ze rolt met haar ogen, want het is zo saai om dit steeds maar te moeten uitleggen. Ze heeft het al een miljoen keer uitgelegd of zo: het had niets met Daniel te maken, ze begon die pillen te slikken omdat ze dacht dat ze misschien zwanger was. Maar toen kwam ze erachter dat ze niet zwanger was, en alles begon weer normaal te worden – beter dan normaal zelfs; ze zou een topmodel worden, ze ging met Janine dansen in LA Nites en zoende met een jongen, eentje uit de zesde klas, hij zat op Terenure S! Ze was met de toekomst bezig, ze was wel gestopt met die pillen slikken als ze er even over had nagedacht …

   ‘Waarom deed je dat dan niet?’

   ‘Waarom deed ik wat dan niet?’

   ‘Waarom ben je niet gestopt met die pillen?’

   Ze zucht, ze schuift heen en weer op haar stoel, rolt weer met haar ogen – hoe moet je dat soort dingen nou uitleggen? Het stelde niks voor. Er begonnen haar gewoon dingen op te vallen.

   ‘Wat voor dingen?’

   ‘Irritante dingen. Stomme dingen. Het is allemaal ontzettend stom, het heeft niet eens zin om erover te praten.’

   ‘Geef eens een voorbeeld.’

   O, whatever. Dat haar moeder maar steeds kleren bleef kopen voor dat gesprek bij het modellenbureau; ze ging praktisch elke dag een nieuwe outfit kopen, hoewel ze allebei hadden besloten dat de outfit die ze had perfect was. En als het geen outfit was, dan was het wel iets anders, pumps oogschaduw handtasje muiltjes, pas die eens Lori, en dat er dan bij, en pas daarna dit eens met die; o, of wat vind je van die met die? Ze wilde dat Lori een goede indruk maakte, dat was alles, het begon alleen een beetje irritant te worden, en ondertussen had pap een nieuw kamerscherm gekocht voor zijn studeerkamer en nieuwe fitnessapparaten voor de gym, alleen waren ze nog met de uitbouw bezig, dus stonden ze allemaal in de hal in kartonnen dozen, grote stapels die net zo uitpuilden als paps nieuwe spieren, en hoewel ze wist dat het haar begon te ergeren, bleef Lori zelf ook steeds dingen kopen, op zaterdag in het winkelcentrum van het geld dat mam haar gaf om zichzelf op te vrolijken, make-up en tijdschriften, bedeltjes en slips en topjes en dingen die gewoon in tassen in haar hand verschenen, en plotseling was het alsof het huis overliep van de spullen, elke dag meer, meer en meer en meer, meerenmeerenmeerenmeerenmeerenmeerenmeerenmeerenmeerenmeerenmeerenmeerenmeerenmeerenmeer als een miljoen krioelende spermacellen, die zich opstapelden en elkaar verdrongen, tot ze zich begon voor te stellen dat het op een dag allemaal door de deur zou komen denderen en haar tegen de muur zou drukken! en het enige wat zij kon doen was die pillen blijven slikken, want die konden zorgen dat er kleine ruimtes voor haar overbleven, nieuwe ruimtes voor haar scheppen waar ze in kon schieten om adem te halen, het was alsof ze moest zorgen dat ze bleef krimpen alleen maar om te zorgen dat er genoeg ruimte voor haar was.

   ‘Dat is goed, Lori, dat is heel goed.’

   Daarom is Lori’s kamer hier praktisch leeg; ze heeft veel van de meubels weg laten halen, en ze vraagt de verpleegster de meeste bloemen en cadeautjes die ze van mensen krijgt beneden te bewaren. Van thuis heeft ze alleen Lala bij zich, die op haar kussen ligt, en haar BETHani-plakboek, en als pap op bezoek komt, doet ze vaak alsof ze slaapt, draait haar gezicht naar het raam terwijl hij door fitnessbladen voor mannen zit te bladeren, onbewust zijn spieren spant.

   ‘Weet je, Lori,’ – dr. Pollard laat zijn stoel ronddraaien – ‘de gevoelens die je beschrijft zijn verre van ongewoon. Als je in een kwetsbare gemoedstoestand bent, kunnen de simpele feiten van het leven van alledag heel overweldigend lijken. En niet eten is een heel gebruikelijke reactie op dat gevoel van overweldigd-zijn. We kunnen voedsel zien als de fysieke schakel die ons met de wereld verbindt. Door het te weigeren, proberen we onszelf en ons lichaam los te maken van wat we zien als de schadelijke invloeden van die wereld. Maar paradoxaal genoeg kan die daad van zelfverwezenlijking juist heel schadelijk zijn.’

   Hij slaat zijn benen over elkaar, zodat ze zijn walgelijke harige witte scheenbenen kan zien. Ze wilde dat meneer Scott, de leraar Frans, haar bijstond. Ze stelt zich voor dat hij naast haar bed zit en haar Franse poëzie voorleest, het vocabulaire en de beeldspraak uitlegt – elle est debout sur mes paupières, et ses cheveux sont dans les miens …

   ‘Het proces van volwassenwording zou je, psychologisch gezien, kunnen zien als beseffen en accepteren dat we gewoon niet onafhankelijk van de wereld kunnen leven, en dat we daarom moeten leren erin te leven, met alle compromissen die daarbij komen kijken.’

   … en hij zou haar geen vragen stellen, en omdat hij niets vroeg zou ze het hem vertellen: hoe het voelt om in puin te liggen, iemand die het ergste wat ze zich ooit kan voorstellen heeft gedaan, wier leven een reeks leugens is geworden die ze leeft, erin gevangen als een spook, terwijl ze alleen maar weg weg weg wil zijn

   Sst sst, zou hij zeggen, en hij zou zijn armen om haar heen slaan. En haar gewoon vasthouden? En hij zou geen smerige harige schenen hebben.

   Ze weet best dat dr. Pollard haar alleen maar wil helpen, maar het zou stukken makkelijker zijn als hij haar gewoon met rust liet! Ze wilde dat ze kon uitleggen dat ze zich helemaal niet slecht voelt. Dat ze weet wat ze doet en zo. Dat ze weet dat het raar klinkt, maar dat het is alsof hoe dunner ze wordt, des te beter ze zich voelt – alsof ze op een berg staat die uit de grond omhoogkomt, haar steeds hoger tilt, de wolken in, weg van al die handen die haar misschien proberen te pakken en vast te houden. Ze vindt het niet erg als de meisjes haar komen opzoeken en hun afschuw of tevredenheid niet kunnen verhullen over hoe ze er nu uitziet, en als Janine verschijnt voor haar grote biechtscène en haar vertelt van haar en Carl, is Lori niet eens kwaad. Ze ziet Janine jankend en snikkend met haar vuisten in haar ogen wrijven. We konden er niets aan doen, Lori, we zijn verliefd – zoals je zou kijken naar een insect of zoiets smerigs dat op zijn rug ligt of vastzit in een afvoerputje. Ze wordt niet kwaad, ze vertelt Janine niet dat Carl haar nog steeds sms’t, hoewel ze zich wel kan voorstellen dat ze dat zou zeggen en ervan zou genieten hoeveel pijn het Janine doet. Want Carl lijkt heel lang geleden, ze begrijpt nu niet meer hoe ze ooit heeft kunnen willen dat hij of wie dan ook haar aanraakte. En Janine ook – het zijn allemaal dingen die ze achter zich heeft gelaten. Ze is elke dag vrijer, vrij van zichzelf of van wat mensen dachten dat ze was. En binnenkort zal ze helemaal vrij zijn, zo vrij als de lucht.

   In Lala zitten de pillen die ze met kussen van Carl heeft gekocht. Nu zullen het kussen voor haar zijn, kussen om te zeggen: ik hou van je, Lori. Wie zou haar anders kussen, nu ze de hele tijd de smaak van de dood in haar mond heeft? De echte smaak onder alles, en nu proeft ze die de hele tijd. Maar binnenkort zal ze nooit meer iets hoeven proeven. Het Plan ligt klaar – het nieuwe Plan, háár Plan –, de zingende meisjes zijn onderweg. Ze zullen Lori, Lori zingen in de wind, en zij zal wegdansen, zo gracieus als een ballerina – hé, hoort ze ze daar nou? Roept iemand haar naam? Iemand vlak onder haar raam? Maar als ze de gordijnen opzijschuift, is de gestalte die ze beneden ziet staan geen meisje. En hij is zeker niet dun.

Skippy Tussen De Sterren
titlepage.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_000.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_001.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_002.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_003.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_004.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_005.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_006.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_007.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_008.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_009.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_010.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_011.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_012.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_013.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_014.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_015.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_016.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_017.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_018.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_019.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_020.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_021.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_022.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_023.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_024.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_025.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_026.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_027.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_028.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_029.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_030.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_031.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_032.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_033.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_034.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_035.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_036.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_037.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_038.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_039.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_040.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_041.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_042.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_043.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_044.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_045.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_046.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_047.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_048.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_049.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_050.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_051.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_052.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_053.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_054.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_055.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_056.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_057.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_058.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_059.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_060.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_061.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_062.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_063.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_064.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_065.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_066.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_067.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_068.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_069.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_070.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_071.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_072.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_073.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_074.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_075.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_076.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_077.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_078.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_079.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_080.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_081.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_082.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_083.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_084.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_085.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_086.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_087.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_088.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_089.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_090.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_091.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_092.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_093.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_094.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_095.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_096.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_097.xhtml