26

 

 

 

 

 

 

Howard en Miss McIntyre komen na het eind van het liedje niet terug naar de gymzaal. Zodra ze de deur door zijn, raken ze betoverd door de vreemdheid van de school bij avond. Door de inktachtige stilte, de slaperigheid, voelen de gangen als de ondergrondse kamers van een mausoleum, waar eeuwenlang niemand een voet heeft gezet. Howard moet de neiging onderdrukken te brullen, te joelen, te springen, de echoënde stilte aan gruzelementen te slaan. Elke stap belooft ze dieper onontgonnen terrein in te brengen. Algauw is de muziek niet meer dan geroezemoes in de verte.

   Uiteindelijk belanden ze in het aardrijkskundelokaal. Boven rommelt de donder voortdurend, alsof ze zich in de fundamenten van een of ander hemels knooppunt bevinden, waar elke seconde onstoffelijke locomotieven voorbijrazen. ‘We nemen snel een drankje en dan gaan we weer terug,’ zegt Miss McIntyre. Ze grabbelt in de boodschappentassen op zoek naar de ingrediënten
– blijkbaar meende ze het van die Cosmopolitans –, terwijl Howard, met zijn handen in zijn zakken, kijkt naar de plaatjes aan de muur. Het aardrijkskundelokaal is van vloer tot plafond bedekt met foto’s, kaarten en illustraties. Eén muur is gewijd aan luchtfoto’s van de aarde, wild verweven kleuren die, als je de tekst eronder leest, wolken rond Mount Everest blijken te zijn, een uitzicht met regenboog op de ijsvlakten van Patagonië, honderdduizend flamingo’s die over een meer in Kenia vliegen, een blauw eiland vlak bij de Malediven. Op een andere muur hangen foto’s van gelukkige bananenplukkers in Zuid-Amerika, gelukkige mijnwerkers in het Ruhrgebied, gelukkige stammen in hun regenwouden zij aan zij met grafieken van de voornaamste exportartikelen in europa, mineralen en hun toepassingen, coltanvan de congo naar jouw telefoon! Het lokaal is net een altaar voor het harmonieuze samenspel van de wereld; een panoplie van feiten en processen, natuurlijk, wetenschappelijk, agricultureel, economisch, die allemaal vreedzaam co-existeren op die muren, terwijl de menselijke fall-out van die interacties, de eruit voortvloeiende uitbuiting, marteling, slavernij die elke verdiende dollar vergezelt, elke vermeende stap richting vooruitgang, aan zijn lessen wordt overgelaten: geschiedenis, de duistere tweelingbroer, de bloedschaduw.

   ‘Prachtig, die vulkanen,’ zegt hij, als hij stil blijft staan bij de foto’s bij de deur. ‘Je ziet tegenwoordig te weinig vulkanen.’

   ‘Wodka … cranberrysap … verdomme, er zit nog iets in …’ zegt Miss McIntyre in zichzelf. ‘Sorry, wat zei je?’

   ‘Ik moest denken aan wat je eerder zei, dat de aarde voortkomt uit allerlei grote krachten … Dat klopt. Als je naar deze foto’s kijkt, realiseer je je dat we over de set van een ongelooflijk episch verhaal lopen waarvan de filmopnamen honderd miljoen jaren geleden zijn gestaakt …’

   ‘Cointreau!’ roept ze uit, en ze duikt weer in de draagtassen. ‘Cointreau, Cointreau … Ach, laat ook maar.’ Ze neemt een slok uit de wodkafles en geeft hem aan hem door. ‘Kom op, daar word je warm van.’

   ‘Proost dan maar,’ zegt hij. Ze maakt een vuist en geeft een speels stootje tegen de onderkant van de fles. Hij drinkt. De wodka brandt zich een weg helemaal naar zijn maag. ‘Ik hoor de muziek nu helemaal niet meer,’ zegt hij, om zijn aandacht af te leiden van dat ongemak.

   ‘We gaan zo terug,’ zegt ze. Ze wipt op het bureau en kruist haar benen onder zich; vanaf die positie kijkt ze Howard spottend aan, als een duiveltje op een paddenstoel. ‘Heb je nu heimwee naar het paleozoïcum, is dat het?’

   ‘Het is in elk geval rustiger tegenwoordig. Geen nieuwe bergen, dezelfde vertrouwde continenten en oceanen. Af en toe gaan er een paar duizend mensen dood bij een aardbeving. Dramatischer wordt het niet.’

   Ze hoort het met een geamuseerde glimlach aan, als iemand met een royal flush in zijn handen tijdens een spelletje poker om lucifers. ‘Er kunnen nog steeds dramatische dingen gebeuren,’ zegt ze. ‘Dit allemaal bijvoorbeeld.’ Ze gebaart achter zich, naar het schoolbord, waarop staat:

 

OPWARMING VAN DE AARDE:

 

ONTBOSSING -> VERWOESTIJNING

VERLIES AAN HABITAT ->

AFNEMENDE BIODIVERSITEIT ->

MASSALE UITSTERVING

STIJGENDE TEMPERATUREN -> DROOGTE ->

MISLUKTE OOGSTEN

SMELTEN VAN DE IJSKAPPEN -> STIJGEND ZEENIVEAU -> OVERSTROMINGEN

AFBUIGING VAN DE GOLFSTROOM ->

GLETSJERVORMING -> IJSTIJD

 

‘Een ijstijd, dat zouden de meeste mensen dramatisch genoeg vinden, toch? Of Dublin, Londen en New York die onder water staan?’

   ‘Dat is waar,’ zegt Howard.

   ‘Sommige wetenschappers denken dat we het point of no return al zijn gepasseerd. Ze geven de wereld zoals we die kennen nog vijftien jaar. We zouden weleens de laatste generatie van onze soort kunnen zijn.’ Ze ratelt dat hele verhaal op luchtige toon af, met een ondeugende glinstering in haar ogen, alsof het een schuine mop is, niet geschikt voor jeugdige oren. ‘De jongens nemen het héél serieus. Ze recyclen colablikjes, gebruiken spaarlampen. Gisteren hebben ze allemaal brieven geschreven aan de Chinese ambassadeur. De Chinese regering wil een dam bouwen in een natuurgebied op de Werelderfgoedlijst van unesco, wat de huizen van miljoenen mensen zal vernietigen, waaronder die van de Naxi – dat is een van de laatste matriarchale beschavingen, wist je dat, Howard? De jongens waren zo kwaad! De meeste mensen kunnen dat soort dingen kennelijk gewoon van zich af laten glijden.’

   ‘Die hebben jou niet om hen te inspireren,’ zegt Howard.

   ‘We kunnen ons denk ik niet voorstellen dat onze manier van leven ooit verandert,’ zegt ze, zijn onhandige vleierij negerend. ‘Laat staan dat het helemaal ophoudt. Het is net zoals de jongens hier die allerlei stomme dingen doen – in elektriciteitsmasten klimmen, met hun skateboards van muren van drie meter hoog springen en zo –, omdat ze zich niet kunnen voorstellen dat ze gewond raken. Ze denken dat ze altijd door kunnen gaan. Wij ook. Maar niets gaat eeuwig door. Beschavingen houden op te bestaan, aan alles komt een eind. Dat leer je ze in de geschiedenisles, toch?’

   Ze zegt die woorden zachtjes, als een slaapliedje. Haar in panty gehulde knie rust tegen zijn dij. Er lijken vonken door de lucht te schieten.

   ‘De geschiedenis leert ons dat de geschiedenis ons niets leert,’ herinnert Howard zich.

   ‘Dat is geen reclame voor geschiedenisleraren, wel?’ fluistert ze tegen hem.

   Nu hij naast haar voor de klas staat, is Howard zich er plotseling van bewust, door de lege rijen bankjes van leerlingen achter hem, dat niemand op de hele wereld weet waar ze zijn. ‘Leer jij me dan iets,’ plaagt hij goedmoedig. ‘Onderwijs me.’

   Haar ogen dwalen af naar het plafond, terwijl ze nadrukkelijk speelt dat ze iets bedenkt. Dan buigt ze zich naar voren en fluistert vertrouwelijk: ‘Volgens mij ben je niet meer verliefd op je vriendin.’

   Dat steekt, maar hij blijft glimlachen. ‘Kun je nou ineens in mijn ziel kijken?’

   ‘Je bent zo makkelijk te lezen,’ zegt ze, en ze laat een vingertop over zijn gezicht glijden. ‘Je ziet het zo.’

   ‘Nou, misschien kan ik ook wel in jouw ziel kijken,’ riposteert hij.

   ‘O ja? En wat zie je daar dan?’

   ‘Ik zie dat je me wilt kussen.’

   Ze lacht koket en zwaait haar benen van het bureau. ‘Dat zie je helemaal niet,’ zegt ze. Ze trekt zich terug aan de overkant van het lokaal en strijkt haar jurk naar beneden. Dan zegt ze, met een vriendschappelijke, onpersoonlijke stem, als van een interviewster op tv die een nieuwe vraag stelt aan haar gast: ‘Vertel eens waarom je weggegaan bent bij de effectenbeurs om leraar te worden. Voelde je plotseling de behoefte iets betekenisvols te doen? Was je gedesillusioneerd geraakt door het najagen van rijkdom?’

   Howard begrijpt dat dit een hoepel is waar hij doorheen zal moeten springen; hij heeft een misstap begaan, en dit gesprek, hoe kunstmatig ook, is nu de enige mogelijke route terug naar wat die lippen een paar seconden geleden nog leken te beloven. Hij neemt even de tijd om adem te halen, overdenkt zijn tactiek en vervolgens, terwijl hij bij het bureau blijft staan, antwoordt hij op dezelfde prettig neutrale toon: ‘Het was eerder zo dat het najagen van rijkdom gedesillusioneerd in míj raakte.’

   ‘Burn-out,’ zegt ze uitdrukkingsloos.

   Howard haalt zijn schouders op. Hij realiseert zich dat dit voor hem nog een te teer punt is om er ironisch of laconiek over te doen.

   ‘Dat gebeurt,’ zegt ze. ‘Het is een stressvolle baan. Niet iedereen is er geschikt voor.’

   ‘De mensen van wie het geld was deden er niet zo filosofisch over.’

   ‘Noemen ze je daarom Howard de Lafferd?’

   ‘Nee.’

   ‘Heeft het iets te maken met wat er in Dalkey Quarry is gebeurd?’ Haar ogen vernauwen zich naar hem als een roofdier. ‘Met dat bungeejumpen? Toen je vriend gewond raakte?’

   Hij glimlacht alleen maar.

   ‘Was jij degene die had moeten springen? Was dat het?’ Ze wendt zich af, en vervolgt met dezelfde saaie tv-interviewstersstem: ‘Achtervolgd door je reputatie, ben je mislukt in je baan in Londen en weer naar huis gekomen. Je legde je erbij neer een waardig, maar risicovrij leven te leiden. En dus ben je geschiedenisleraar geworden.’ Ze leunt tegen de deur, haar ogen glimmen door de schaduwen heen naar hem. ‘Waar je altijd weet hoe het afloopt en niets je ooit aan zal vliegen. Alsof je over de set van een ongelooflijk episch verhaal loopt, waarvan de opnamen jaren en jaren geleden al zijn afgerond.’

   Het schiet door zijn hoofd dat ze hem misschien wel haat, maar dat lijkt geen beletsel voor waar ze hier mee bezig zijn. ‘Verschillende banen zijn geschikt voor verschillende mensen,’ zegt hij aimabel. ‘Jij hebt er ooit ook over gedacht lerares te worden.’

   ‘Er zijn zoveel dingen die ik heb willen worden,’ beaamt ze. ‘Maar ik heb nooit een roeping gehad. Je moet actief leraar willen worden. Je hoeft niet actief consultant te willen worden, omdat ze je zoveel betalen. Daarmee zorgen zij voor je motivatie. Dat is veel makkelijker.’

   ‘En toch ben je nu hier.’

   Ze lacht. ‘Ja, nou ja … Ik had behoefte aan iets anders. Verandering is stimulerend, vind je niet?’ Ze vouwt haar handen achter haar rug en wendt haar kin van hem af. Hij zet een stap in haar richting als naar een donkere, steile rotswand; zijn bewegingen lijken werktuiglijk, alsof hij een personage is waarover hij leest in een verhaal. ‘Heeft iemand niet ooit gezegd,’ gaat ze verder, ‘dat je vervelen de enige onvergeeflijke zonde is?’

   ‘Ik dacht dat het vervelend zijn was.’

   ‘Komt op hetzelfde neer,’ zegt ze, terwijl ze haar hoofd naar achteren tegen de deur laat rusten. ‘De wereld is zo enorm, er zijn zoveel dingen te doen en te zien … En dat wij, in het Westen, die meer geld, macht en vrijheid hebben dan mensen ooit in de hele geschiedenis hebben gehad …’ Ze schudt haar hoofd. ‘Je vervelen is echt een misdaad. Het is een belediging voor iedereen die geen geld, macht en vrijheid heeft.’ Ze kijkt hem weer aan. ‘Vind je niet dat we de verplichting hebben alles te doen wat nodig is om ons niet te vervelen?’

   De laatste woorden worden uitgesproken, en de rest van haar filosofie raakt verloren, in Howards mond. Haar lichaam wikkelt zich om hem heen; hij duwt haar tegen het schoolbord aan, haar bekken wringt zich tegen het zijne, de woorden opwarming verwoestijning overstromingen uitsterving worden onleesbaar uitgesmeerd door haar rug. Ze bijt op zijn lippen, haar handen glijden over zijn borst naar boven en grijpen zijn schouders vast; ze ademt onwillekeurig uit, een diepe grom, verrassend mannelijk, als de rug van zijn hand even tussen haar benen wrijft; dan slingert ze hem naar achteren tot hij het leraarsbureau raakt. Hij klimt erop, zij klimt op hem. Buiten is de storm eindelijk tot bloei gekomen: hij raast, jankt, bonst tegen het raam als iets uit het paleozoï-cum, of uit een epische film; en terwijl de demonische machinerie van handen, monden en heupen het overneemt, staat Howard, misschien niet helemaal op een bewust niveau, maar ergens op een substraat net daaronder, weer, zoals hij al zoveel dagen en nachten heeft gedaan, aan de rand van die door wind geteisterde rotswand, in een halve ring van beschaduwde gezichten. Een hand reikt hem een vel papier aan waarop zijn eigen naam staat, als een weegschaal die zijn ziel weegt …

Skippy Tussen De Sterren
titlepage.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_000.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_001.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_002.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_003.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_004.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_005.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_006.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_007.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_008.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_009.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_010.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_011.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_012.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_013.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_014.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_015.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_016.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_017.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_018.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_019.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_020.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_021.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_022.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_023.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_024.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_025.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_026.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_027.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_028.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_029.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_030.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_031.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_032.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_033.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_034.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_035.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_036.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_037.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_038.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_039.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_040.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_041.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_042.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_043.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_044.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_045.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_046.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_047.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_048.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_049.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_050.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_051.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_052.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_053.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_054.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_055.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_056.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_057.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_058.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_059.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_060.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_061.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_062.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_063.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_064.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_065.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_066.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_067.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_068.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_069.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_070.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_071.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_072.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_073.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_074.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_075.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_076.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_077.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_078.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_079.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_080.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_081.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_082.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_083.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_084.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_085.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_086.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_087.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_088.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_089.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_090.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_091.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_092.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_093.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_094.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_095.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_096.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_097.xhtml