43

 

 

 

 

 

 

De avond valt. In de recreatiezaal voor de onderbouw vraagt de legendarische barbaarse krijger Blüdigör Äxehand, alias Victor Hero, om een time-out uit de bergachtige Mijnen van Mythia, waar hij en de andere deegachtige zielen van Lucas Rexroths rollenspelcubje zoeken naar de legendarische Amulet van Onyx, om even naar de wc te gaan. Hij loopt de deur door en door de gang als zich een grote, Lionel-vormige gestalte op hem stort.

   ‘Kijk, kijk, als dat de Prins der Mietjes niet is, die een avondje verwijfd rond loopt te lummelen.’

   ‘Ga van me af!’ piept Victor/Blüdigör, terwijl hij vergeefs kronkelt onder Lionels gespreide, blokachtige knieën.

   ‘Jaag je op kusjes? Wat dacht je van een kusje van je oom Lionel? Mondje open …’ Een enorme klodder spuug zakt uit Lionels mond omlaag en blijft trillend net boven Victors lippen hangen – Victor begint walgend nog harder te schudden, wat er alleen maar voor zorgt dat de slijmpendule dichter naar hem toe zwaait. En dan valt geluidloos de stroom uit. Victor maakt gebruik van het donker om onder Lionel vandaan te kruipen, die, als hij opstaat om de achtervolging in te zetten, merkt dat zijn kwijl aan zijn kin vastgeplakt zit … ‘Godverdomme!’

   ‘Godverdomme!’ Ruprecht komt in de kelder uit zijn stralingsblokker van aluminiumfolie, schijnt met een zaklantaarn door de rokerige lucht om in de kribbe te kijken. Maar Geoffs schoen ligt nog precies op de plek waar hij hem heeft neergelegd.

   ‘Is het niet gelukt?’ Geoff, die naar hem toe komt hinken, is er niet zo blij mee dat zijn schoen nog in dit universum is. Hij buigt zich voorover om hem uit de capsule te halen. ‘Nou ja, het is niet het eind van de wereld … Ik weet wat. Waarom proberen we het niet met …’ Zijn ogen schieten de kelder rond, terwijl hij zich weer in zijn schoen wringt. ‘Mario, heb jij dat gelukscondoom nog?’

   ‘Ha ha, mooi dat je dat niet in die achterlijke doodsmachine doet.’

   ‘Maar dat het geluk brengt zou goed zijn voor het experiment,’ probeert Geoff hem om te praten.

   ‘Ik ga mijn onfeilbare geheime wapen niet afstaan aan een of andere parallelle ik in een ander universum,’ zegt Mario beslist. ‘Die moet zijn eigen wijven maar regelen.’

   ‘Oké …’ Geoffs ogen beginnen weer met rondspeuren. ‘En wat dacht je dan van …’

   ‘Wat heeft het voor zin?’ onderbreekt Ruprecht hem mistroostig.

   ‘Hoe bedoel je, “wat heeft het voor zin”?’

   ‘Ik bedoel dat het toch niet gaat werken. Wat er met Optimus Prime gebeurde, was duidelijk een soort toevalstreffer. Misschien wel het gevolg van een externe factor waar we geen rekening mee hebben gehouden – de stand van de maan, de luchtvochtigheidsgraad. Het kan van alles zijn geweest.’

   ‘Maar dat wil toch niet zeggen dat je het dan maar moet opgeven …’

   ‘Laten we er voor vandaag maar mee ophouden,’ zegt Ruprecht monotoon, terwijl hij het verkoolde computertoetsenbord met zijn voet een zetje geeft. Zestien uur aan herhaalde teleurstelling hebben zich op zijn gezicht geëtst, als een acute vorm van de grijze necrose van desillusie die de anderen elke seconde van de dag meer over zich heen voelen kruipen, die hen verandert in volwassenen.

   ‘En de toekomst van de mensheid dan?’ smeekt Geoff, maar
Ruprecht heeft zich al omgedraaid en schuifelt geriatrisch door de kamer, zet de computers een voor een uit, als de deur openbarst en Dennis en Skippy binnen komen rennen.

   ‘Wacht!’ roept Dennis uit.

   Skippy, die een of ander printje naar voren houdt, zegt dat hij op internet op zoek was naar materiaal voor het strafopstel dat hij voor mevrouw Ni Riain moest schrijven, over de Gaelic oorspong van de naam Seabrook – ‘En toen kwam ik deze site tegen.’

   De site heet ‘The Druid’s Homepage’ en beweert ‘een bron voor barden, sjamanen, Mystici van Erin en allen die zoeken naar de
Rituelen uit Lang Vervlogen Dagen
’ te zijn. ‘Het gaat voornamelijk over druïden en hoe je toverdrankjes maakt van bladeren en zo. Maar toen zag ik ineens …’ hij bekijkt de onderkant van de pagina ‘… namen kunnen nog altijd een aanwijzing zijn voor de locatie
van deze heilige plekken, zelfs in de moderne …’
o ja, hier staat het ‘… hoewel Seabrooks huidige vertaling van het Gaelic “Siobruth” een betekenisloze verengelsing is, is het goed mogelijk dat Seabrook, waar nu een kerk en een bekende school staan, zijn oorsprong vindt in “Sidhe an Broga”, uitgesproken als “Shee an Brugga”, wat “Elfenhuis” betekent. Dat is de naam die werd gegeven aan de grotachtige, in kamers verdeelde cairns die in de Oude Legendes werden gezien als de traditionele huizen van de Sidhe en de toegangspoorten tot de “Anderwereld”. De correcte term voor deze heuvels is “tumuli”; ze worden vaak aangetroffen, zoals op vergelijkbare plekken als Stonehenge in Engeland en de Brú na Bóinne in Meath, op het kruispunt van leylijnen om gebruik te kunnen maken van het rasterwerk van elektromagnetische energie dat over de aarde ligt. Vele experts geloven dat deze tumuli, die zijn gecreëerd volgens astronomische specificaties die zo precies zijn dat ze tot op de dag van vandaag nog steeds boven de macht van de meest geavanceerde computers liggen, het werk waren van een ras van buitenaardse wezens die voor korte tijd onder ons hebben geleefd en ze gebruikten als poorten voor hun reizen door en buiten het universum …

   ‘Waarom vertel je me dit allemaal?’ zegt Ruprecht.

   ‘Buitenaardse wezens, Ruprecht!’ schalt Dennis. ‘Die heuvels zijn gebouwd door buitenaardse wezens! En er ligt er eentje ergens in Seabrook!’

   Ruprecht, die met een doekje de olie van zijn handen veegt, gromt alleen maar.

   ‘Denken jullie dat die mound, die heuvel, iets te maken heeft met wat er met Optimus is gebeurd?’ vraagt Geoff.

   ‘Denk er nou eens over na,’ zegt Dennis. ‘Weet je nog wat mevrouw Ni Riain ons vertelde, over die oude Ierse legendes, weet je wel, over dat ras van magische wezens die op het platteland leefden, maar die het grootste deel van de tijd onzichtbaar waren? Sluit dat niet aardig aan bij wat jij vertelde, Ruprecht, over die hogere dimensies, en dat het er allemaal is, vlak onder onze ogen, maar dat we niet kunnen zien wat erin gebeurt? Lijken die sprookjes niet precies mensen, of iets, te beschrijven die weten hoe ze hogere dimensies in en uit moeten komen? En die heuvels zijn de toegangspoorten die ze hebben gebouwd tussen onze wereld en die van hen, met buitenaardse kennis.’

   ‘Ach, die verhalen zijn gewoon verhalen,’ zegt Mario, ‘verzonnen door dronken Ierse mensen uit de dagen van weleer.’

   ‘Tuurlijk, dat dacht ik ook toen ik ze voor het eerst hoorde,’ zegt Dennis. ‘Want waarom zou een ras van hyperintelligente buitenaardse wezens in godsnaam in Seabrook willen wonen? Maar na wat er gisteren is gebeurd …’

   Ruprecht luistert niet eens meer; hij heeft zich omgedraaid om op te ruimen.

   ‘… en toen herinnerde ik me weer wat er met Nialls zus is gebeurd …’ gaat Dennis verder.

   Mario en Geoff kijken elkaar aan. ‘Wat is er dan met Nialls zus gebeurd?’

   ‘Je hebt me nooit over haar verteld,’ zegt Skippy.

   ‘Niet? Wat er in de gymzaal is gebeurd?’ Dennis schudt zijn hoofd. ‘Nou, het was ongelooflijk. De zus van Niall zit in de vierde klas van St. Brigid’s. Ze zit bij het toneelgezelschap, en ze heeft een grote rol in het kerststuk van dit jaar.’

   ‘Wat voeren ze op?’ vraagt Geoff.

   ‘Oliver!

   ‘Oliver! op een meisjesschool!’ zegt Mario vol walging. ‘Dat slaat echt helemaal nergens op.’

   ‘Hoe dan ook, zij en een ander meisje zijn na de les op school gebleven om hun scènes extra te repeteren. Ze gebruiken een lokaal bij de gymzaal. St. Brigid’s lijkt een beetje op deze school, met een nieuw en een oud gedeelte. Het oude gedeelte wordt niet veel meer gebruikt. Er is een lokaal voor Latijn, en een lokaal dat ze gebruiken voor naailessen en dat soort dingen. Er is nog een lokaal, dat altijd op slot zit. Als je de nonnen ernaar vraagt, zeggen ze dat het gewoon een oude opslagplaats is, en dat ze hem op slot hebben gedaan omdat de vloer verrot is en het niet veilig is om er te lopen. Maar er doen ook allerlei verhalen over de ronde, dat een meisje zich daar heeft opgehangen, of dat een non de as uit de open haard aan het vegen was toen ze de duivel door de schoorsteen naar beneden zag komen, dus dat ze de kamer toen hebben afgesloten.’

   De anderen geven hem nu hun volledige aandacht; zelfs Ruprecht ontmantelt de machinerie minder luidruchtig dan voorheen.

   ‘Oké, dus op een avond een paar weken geleden – het moet zo’n beetje in dezelfde tijd zijn geweest als de Hop, denk ik – zitten Nialls zus en haar vriendin dus in die kamer te repeteren. Ze gaan behoorlijk op in waar ze mee bezig zijn, dus ze blijven langer daarbeneden dan ze van plan waren.’

   ‘Die vriendin, is dat een lekker wijf?’ vraagt Mario. ‘Niall zus heb ik weleens gezien – nee, dank je –, maar hoe zit het met die vriendin?’

   ‘Ik ken haar niet,’ zegt Dennis. ‘En voor het verhaal maakt het ook weinig uit.’

   ‘Ja, ja, ga verder.’

   ‘Maar goed, plotseling merken ze allebei dat het heel koud is geworden. Echt ijskoud. Dus ze besluiten er voor die avond mee op te houden. Ze beginnen terug te lopen naar de hoofdingang, als haar vriendin ineens de arm van Nialls zus vastpakt en vraagt of zij ook iets hoort. Ze blijven als aan de grond genageld staan en luisteren zo goed mogelijk, en Nialls zus hoort heel vaag muziek. Die lijkt van onder hen te komen. Ze kijken elkaar aan. Het is na vijven en ze dachten niet dat er nog iemand was. Ze keren op hun schreden terug, de hal weer door. De muziek klinkt nog steeds heel zachtjes, bijna te zacht om te kunnen horen, alsof ze heel in de verte wordt gespeeld. Maar het lijdt geen twijfel waar ze vandaan komt: uit de afgesloten kamer.’

   De stilte rond de luisteraars lijkt zich te verdiepen.

   ‘Nialls zus zegt tegen haar vriendin dat ze op de deur moet kloppen. Die vriendin zegt tegen Nialls zus dat zij dat maar moet doen. Nialls zus daagt haar uit, dus de vriendin klopt aan. Er reageert niemand. De muziek blijft klinken …’

   ‘Wat voor soort muziek?’ vraagt Geoff.

   ‘Prachtige muziek. Met harpen en zo.’

   ‘Net als in dat Ierse verhaal,’ zegt Geoff hees.

   ‘Afijn, ze kloppen, en vervolgens roepen ze: “Hallo, is daar iemand?” Geen reactie. Nialls zus pakt de deurknop en draait hem om. De deur zit uiteraard op slot. Maar die vriendin van Nialls zus heeft sleutels. De conciërge heeft die aan haar gegeven, zodat ze het lokaal kon afsluiten als ze klaar waren met repeteren. Maar ze wil ze niet proberen. Ze is bang, ze wil weg en het tegen een van de nonnen gaan zeggen. Maar Nialls zus weet dat de nonnen het nooit goed zullen vinden dat ze erbij blijven om te zien wat er in die kamer is. Dit is hun enige kans. Dus beginnen ze die sleutels in het slot te steken. Er zitten veertig sleutels aan de ring. Ze passen geen van alle. Ze proberen de laatste, en vervolgens staren ze naar de deur, volkomen perplex. Ze horen die prachtige muziek nog steeds; die lijkt zelfs luider geworden. Dan pakt Nialls zus, zonder te weten waarom, weer de deurknop vast en draait hem om. En dit keer gaat de deur open.’

   Geoff, Mario en Skippy staren Dennis met grote ogen aan, als drie wasberen gevangen in de koplampen van een auto. Van een afstandje frunnikt Ruprecht onaangedaan aan zijn astma-inhaler.

   ‘Die vriendin zegt: “Oké, nu moeten we echt iemand gaan halen.” Maar Nialls zus heeft de deur al opengeduwd. Achteraf zei ze dat het net was alsof de muziek haar in trance had gebracht. Er klonk een harde piiiieeep. Ze kropen tegen elkaar aan en gingen naar binnen. En raad eens wat ze daar aantroffen?’

   ‘Wat dan?’ fluistert Geoff.

   ‘Niets,’ zegt Dennis.

   ‘Niets?’

   ‘Niets. De kamer was volkomen leeg.’

   ‘Maar …’ brengt Mario met verstikte stem uit. ‘Die muziek dan?’

   ‘Die muziek horen ze nog steeds, glashelder. En er hangt ook een verrukkelijke geur, net een veld vol bloemen, hoewel het bijna winter is en de kamer geen ramen heeft en onder het stof en de spinnenwebben zit. Maar bijna onmiddellijk vervagen de geur en de muziek gewoon … En ze staan daar in die lege kamer.’ Dennis laat een afrondende stilte vallen en zegt dan: ‘Sindsdien beweert die vriendin van Nialls zus dat die muziek ergens anders vandaan moet zijn gekomen. Dat een van de interne leerlingen misschien muziek aan had staan op haar kamer of zo, en die door een ventilatiegat of de afvoerpijpen had geklonken. Maar de kamers van de interne leerlingen zijn helemaal aan de andere kant van de school. Nialls zus weet zeker dat die muziek op de een of andere manier uit die kamer kwam.’

   ‘Wauw,’ zegt Geoff.

   ‘Maar hoe kan dat nou?’ zegt Mario.

   ‘Nou, ze moeten dat lokaal op een eeuwenoude grafheuvel hebben gebouwd,’ antwoordt Geoff. ‘Dat is de enige logische verklaring.’

   Ruprecht staat op en beent de kamer uit, kluivend op zijn knokkels.

   ‘We weten dat St. Brigid’s een nonnenklooster was voor ze er een school van maakten.’ Dennis is nu een en al ernst. ‘Maar wat was het vóór die tijd? Die druïdegast beweert dat iedereen in de dagen van weleer een godin vereerde die de Witte Godin heette, en dat die heuvels en dingen van haar waren. Maar toen de Kerk kwam en het christendom zich over het land verspreidde, nam die al die magische plekken over. Veranderde de namen, maakte van de oude legendes verhalen over, je weet wel, God en zo. En anders verdoezelden ze ze helemaal. Dat is logisch. Als je een stel nonnen en monniken bent en zo, en je wilt dat iedereen in de buurt je bevelen opvolgt en doet wat je zegt. Als er dan een of ander mystiek elfenfort in de buurt is waar allerlei rare dingen gebeuren, wil je niet dat mensen dat weten. Dan bouw je er een klooster bovenop en sluit je het af, zodat niemand er in de buurt kan komen.’

   Ruprecht staakt zijn zwerftochten en draait zich nogal woest om naar Dennis. ‘Nou, zelfs al is het het eeuwenoude Seabrook-elfenfort, zelfs al heeft Nialls zus die muziek gehoord – wat dan nog? Wat heeft dat allemaal met mijn experiment te maken?’

   Geoff neemt die vraag voor zijn rekening. ‘Jeetje, Ruprecht, je zei toch dat er misschien een verborgen factor was die de uitkomst van gisteravond beïnvloedde …?’

   Ruprecht doet zijn mond open om antwoord te geven, maar hij houdt zich in en keert hun zijn rug toe, terwijl hij onverstaanbaar mompelt en met zijn handen zwaait als een zwerver in een spoorwegtunnel. ‘Leylijnen, elfen – dat is toch geen wetenschap. Wie heeft er nou ooit gehoord van een experiment met elfen?’

   ‘Het klinkt inderdaad behoorlijk onorthodox,’ geeft Dennis toe. ‘Maar heb je niet zelf gezegd dat een wetenschapper voor alles open moet staan, hoe raar ook?’

   ‘Dat heb je inderdaad gezegd, Ruprecht,’ bevestigt Geoff.

   ‘En zei je niet dat de M-theorie raarder was dan elke andere theo-rie in de geschiedenis van de wetenschap?’ zet Dennis door. ‘En heeft die professor Tamashi van jou niet altijd beweerd dat de enige manier waarop we de hyperspace op tijd onder de knie kunnen krijgen om de aarde te redden waarschijnlijk zou zijn dat er een superieure beschaving moest komen om ons de technologie te geven? Nou, als die technologie er nou al ís? Wat als die buitenaardse wezens drieduizend jaar geleden al langs zijn geweest, maar ze hun toegangspoorten hebben achtergelaten? Wat nou als de oplossing van de M-theorie al de hele tijd letterlijk voor je neus heeft gelegen?’

   ‘Mound begint wél met een M,’ stelt Mario bedachtzaam vast.

   ‘Holy smoke, Ruprecht – en muziek ook!’

   ‘Oké!’ Terwijl hij zijn verzet opgeeft, krimpt Ruprecht in elkaar van de zelfhaat. ‘Laten we nou eens aannemen dat het inderdaad mogelijk is. Waarom zou die heuvel … Waarom zou die het experiment dan ineens níét meer beïnvloeden?’

   ‘Dat weet ik niet. Misschien …’ Dennis tikt tegen zijn slaap, alsof hij een oud horloge aan de praat probeert te krijgen. ‘Misschien fluctueert de invloed. Misschien was er wel een golf precies op het moment van het eerste experiment, maar reikt die normaal niet verder dan dat ene kleine kamertje.’

   ‘Dus als we op de een of andere manier toegang tot dat kamertje konden krijgen …’

   Voor het eerst sinds de verdwijning van Optimus Prime vult het toekomstzwangere gevoel van gisteravond, het gevoel dat er iets overweldigends vlakbij is, de kamer weer, vult de hoeken en zwelt langzaam aan …

   Dan piept Skippy’s telefoon dat hij een nieuw bericht heeft, en ze realiseren zich allemaal, nog vóór ze naar Skippy’s met stomheid geslagen gezicht kijken, dat hij weet van wie het is.

Skippy Tussen De Sterren
titlepage.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_000.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_001.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_002.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_003.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_004.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_005.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_006.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_007.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_008.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_009.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_010.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_011.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_012.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_013.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_014.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_015.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_016.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_017.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_018.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_019.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_020.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_021.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_022.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_023.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_024.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_025.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_026.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_027.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_028.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_029.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_030.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_031.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_032.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_033.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_034.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_035.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_036.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_037.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_038.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_039.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_040.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_041.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_042.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_043.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_044.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_045.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_046.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_047.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_048.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_049.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_050.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_051.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_052.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_053.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_054.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_055.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_056.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_057.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_058.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_059.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_060.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_061.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_062.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_063.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_064.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_065.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_066.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_067.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_068.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_069.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_070.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_071.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_072.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_073.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_074.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_075.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_076.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_077.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_078.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_079.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_080.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_081.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_082.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_083.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_084.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_085.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_086.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_087.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_088.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_089.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_090.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_091.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_092.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_093.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_094.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_095.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_096.xhtml
awb_sign_skippy_tussen_de_sterren-ebook_split_097.xhtml