41

 

 

 

Theo belde Javine zodra hij bij het ziekenhuis wegreed. Hij vertelde haar dat alles goed was en dat hij zo snel mogelijk naar huis zou komen om alles uit te leggen. Hij had verwacht dat ze hem stijf zou schelden, maar ze klonk kalm en zei alleen dat ze wilde dat hij thuis kwam.

Hij reed naar het zuiden zonder al te veel op de route te letten, omdat hij gewoon even wilde rondrijden. Maar hij zou absoluut niet naar Streatham gaan, dat wist hij zeker. Hij had het gevoel dat er een enorme last van hem af was gevallen en het laatste wat hij wilde was meteen weer de stront in lopen. Hij wist dat de vriendin van die smeris dat op de lange termijn de beste oplossing vond en zo, maar zij stond niet in zijn schoenen. Ze had geen idee.

Ze kon zeggen wat ze wilde, maar hij wist hoe het zat. Als hij naar de blauw zou stappen en zou zeggen: ‘Ik ben dat bendelid naar wie jullie op zoek zijn,’ zou hij niet met open armen worden ontvangen.

En zoals hij haar had gezegd, het zou kunnen dat een paar mensen uit driehoeken waarvan hij het bestaan niet eens wist, hem naderhand dringend wilden spreken.

Het was beter als hij en Javine samen hun geluk beproefden.

Maar Helen Weeks was wel oké, vond hij. Hij vroeg zich heel even af hoe ze zou reageren als hij haar auto een tijdje zou lenen om Javine en Benjamin weg te brengen. Ze hadden niet al te veel spullen en konden alles misschien in één keer meenemen, en hij wist niet zeker of de oude Mazda van zijn vader het tot halverwege Cornwall zou halen.

Maar hij besefte dat als ze zou ontdekken dat de auto er niet stond, ze ervan uit zou gaan dat hij hem had gepikt. Ze was waarschijnlijk al gespannen genoeg en bovendien zou ze nu ook nog een kind mee naar huis nemen. Hij besloot dat het al het gedoe niet waard was, dat hij er misschien een tegen een schappelijke prijs kon huren. Het hoefde geen chique bak te zijn.

En hij wilde niet dat Helen slecht over hem dacht.

Geld was trouwens geen al te groot probleem, niet de komende maanden tenminste, zodat ze de boel op orde konden brengen. Hij meende wat hij zei toen hij tegen Javine had gezegd dat ze het geld van zijn moeder niet nodig hadden, ook al vertelde hij liever niet waarom ze het niet nodig hadden.

Er had net iets minder dan duizend pond onder de losse plank in het drugspand gelegen. Hij had de geldkist gepakt, trillend als een fokking riet, en had die samen met de honderd nog wat pakjes uit de keukenkast in een plastic tas gedouwd voordat hij de benen nam.

Een paar maanden op zijn minst, als ze zuinig waren.

Hij wist wat Easy zou hebben gezegd: ‘Makkelijk zat, Star Boy…’

Rustig rijdend over Norwood Road vroeg Theo zich af of zijn vriend die avond ook in de luren was gelegd. Easy had de Cavalier gepikt, dat wist Theo, maar had hij ook meegeholpen de hele zaak in elkaar te steken? Wist hij precies wat hij deed toen hij erop aanstuurde Theo hogerop te brengen?

Toen hij het pistool feitelijk in zijn hand had geduwd?

Theo hoopte dat hij de kans zou krijgen om het hem ooit te vragen.

Hij stopte voor een rood licht, zat te denken dat hij het er met Javine over moest hebben dat ze zo snel mogelijk bij haar vriendin weg moesten. Ze zouden met de baby één kleine slaapkamer delen, en waarschijnlijk hadden ze genoeg geld om een kleine borgsom te kunnen betalen. Het was een toeristenstadje, dus ging hij ervan uit dat er wel een baantje te krijgen was, in een hotel of zoiets. Javine kon haar vriendin vragen om een plaatselijke krant te kopen en na te pluizen voordat ze daar naartoe gingen.

Hij zette de radio aan en ging de stations langs, en zette hem harder toen hij een reggaenummer hoorde wegsterven, maar hij kende het nummer niet. Hij was zich er vaag van bewust dat er een auto naast hem kwam staan, maar hij zag niet dat het raampje naar beneden werd gedraaid.

Hij zag dat het licht op groen sprong.

Het pistool kwam al omhoog toen Theo opzij keek naar de man in de auto en de dj zei van wie het nummer was. Iemand met wie zijn vader misschien ooit had meegezongen. Maar er was slechts tijd voor een heel korte glimp van zijn vaders gezicht en dat van Javine en Benjamin. Niet eens genoeg tijd om het uit te schreeuwen in die fractie van een seconde voordat het donker werd.

 

Toen hij het audiosysteem in het kantoor had laten installeren, had Frank ervoor gezorgd dat hij de muziek bijna overal in het huis kon horen. Er waren luidsprekers opgehangen in de badkamer, in de woonkamer en natuurlijk in de serre, waar hij tegenwoordig ’s avonds meestal zat.

Hij had zin in iets lichts en zomers, en luisterde naar een concerto van Vivaldi, met een glas wijn en een exclusief onroerendgoedtijdschrift op het tafeltje voor hem. Hij zat te wachten tot de tuinlichten aangingen. Hij had de vossen al een tijdje niet gezien en had de laatste avonden steeds meer eten voor ze neergezet in de hoop ze terug te lokken.

‘Ze gaan echt niet alleen naar jouw tuin, hoor,’ had Laura gezegd. ‘Het zijn geen huisdieren.’

‘Maar ik denk niet dat ze ergens anders zo goed te eten krijgen als hier. Er ligt daar een halve lamsbout.’

‘Misschien zijn het vegetariërs.’

Ze bleven nog een kwartier kijken, tot Frank haar zei dat hij zo naar bed ging. Ze ging naast hem zitten en wees bladerend in het tijdschrift aan welke huizen ze mooi vond.

‘Je vindt toch niet dat ik je in de steek heb gelaten, hè?’ vroeg Frank.

‘Hoeveel glazen wijn heb je op?’

‘Ik meen het.’

Ze pakte zijn hand. ‘Doe niet zo idioot.’

‘En daarna? Wat ik toen in Wandsworth heb geregeld?’

‘Nou, je kunt niet verwachten dat ik het allemaal prachtig vind, maar ik weet dat je het alleen hebt gedaan omdat je om me geeft.’ Ze begon zachter te praten. ‘Ik weet dat je de dingen op je eigen manier doet.’

‘Daar moet ik genoegen mee nemen,’ zei Frank.

De muziek begon na een lange, trage passage weer aan te zwellen. De grillige staccato vioolsolo klonk bijna onmogelijk hoog.

‘Je hebt Paul ook niet in de steek gelaten.’

Frank zag dat Laura slecht op haar gemak was, dat het moeilijk voor haar was om over deze dingen te praten, maar hij wist dat ze hem uiteindelijk alles zou vergeven. En dat zij de enige was die dat zou doen. Hij zag het in haar ogen en hij voelde het aan haar armen toen ze zich naar hem toe boog en haar hoofd op zijn borst legde in een gebaar van vergeving.

Frank was alleen, slapend in zijn stoel, toen de lichten een uur later aan sprongen en er uit de bosjes aan de andere kant van het gazon een doorvoede rossige mannetjesvos kroop. Na ongeveer een minuut waakzaam plat tegen de grond te hebben gelegen, haastte hij zich naar zijn maal.