37
‘Hoe lang ben je over tijd?’
‘Anderhalve week,’ zei Helen. ‘Als er het weekend nog niks is gebeurd, gaan ze de bevalling inleiden.’
‘Dan moeten we dus opschieten.’
Jeff Moody zat tegenover haar op de bank, net als de eerste keer toen hij in de flat was geweest. Het leek of hij hetzelfde blauwe pak droeg, hoewel Helen vermoedde dat hij er een paar van had. Hij was niet het type dat tijd aan winkelen zou verspillen, en zeker niet onlangs. Hij had het druk gehad.
‘Hoe houdt hij zich?’ vroeg Helen. Ze kon zich er niet toe brengen zijn naam uit te spreken.
‘Hij blijft ontkennen,’ zei Moody. ‘Het wordt niet makkelijk.’
Helen knikte. Dat was het zelden, maar meestal was zij degene die dat aan de gefrustreerde familieleden van de slachtoffers moest uitleggen. Natuurlijk had zij bij die gelegenheden ook frustratie gevoeld, maar nu pas begreep ze hoe onbeduidend haar gevoel daarbij vergeleken was. Zij kreeg altijd weer een volgende zaak onder handen. Slachtoffers en hun naasten hadden altijd maar één leven.
Moody maakte zijn diplomatenkoffertje open en reikte een foto aan. Helen keek naar de sleutelbos op de foto; ze had het versleten leren etui al duizend keer gezien. ‘Die hebben we in Kelly’s huis gevonden,’ zei Moody. ‘Het is duidelijk hoe hij hier is binnengekomen.’
‘Daar valt toch moeilijk een verklaring voor te geven, zou ik denken.’
‘Hij beweert dat Paul die aan hem had gegeven voor het geval dat jullie allebei waren buitengesloten.’
Helen schudde haar hoofd. ‘Dat zijn Pauls sleutels. Ik heb het gecontroleerd, en ze zitten niet in de tas die ik na het ongeluk heb teruggekregen. Hij moet ze hebben gepikt.’
‘Ik denk… het kan zijn dat hij ze van Paul heeft gepikt,’ zei Moody, ‘bij de bushalte, terwijl hij op de ambulance stond te wachten. De getuige zei dat hij naast Paul op de grond heeft gezeten. Hij zou het moeiteloos hebben kunnen doen.’
Helen slikte en gaf de foto terug. ‘Maar het is niet makkelijk te bewijzen.’
‘Net als de rest.’
‘We hebben de band van de bewakingscamera. Daarop praat hij met Wave.’ Moody knikte.
‘En Sarah Ruston?’ vroeg Helen.
‘Ze werkt goed mee.’
‘In ruil voor strafvermindering?’
Moody haalde zijn schouders op. Ze wisten allebei hoe het werkte. ‘Ze heeft Errol Anderson, alias Wave, geïdentificeerd als een van de mannen die haar de instructies hebben gegeven, die de dag ervoor de kogels in haar auto hebben geschoten en die het tijdstip, de snelheden en dergelijke met haar hebben doorgenomen. Ze beweert dat ze met z’n tweeën waren, maar ze kan niet met zekerheid zeggen wie de andere was. Misschien is het een van de andere jongens die zijn doodgeschoten, maar dat weet ze niet zeker. Hij had zijn hoodie de hele tijd op.’
‘Maar we hebben nog steeds een direct verband met de bende.’
‘We hebben een stuk band waarop Kelly met een van hen praat. We kunnen niet vaststellen waar ze het over hadden.’
‘Maar het is wel verdomd toevallig, vind je niet?’
‘Ja…’
‘Hij praat toevallig met een bende die vervolgens een ongeluk in scène zet waarbij een van zijn collega’s wordt gedood. Een goeie persoonlijke vriend die bezig is met een onderzoek naar corrupte smerissen.’
‘Mij hoef je niet te overtuigen, Helen.’
Ze haalde diep adem en zei tegen Moody dat het haar speet. Hij werd een beetje rood en wuifde haar verontschuldiging weg. ‘Hoe verklaart híj het? Die ontmoeting in de snookerclub?’ vroeg Helen.
‘Nou, tegen het advies van zijn advocaat in is hij redelijk spraakzaam.’
Helen herinnerde zich de valse bezorgdheid van Kelly toen ze zaten te bespreken welk gedicht hij op de begrafenis zou voordragen. ‘Dat geloof ik graag.’
‘Hij beweert dat híj spionagewerk deed. Een of andere anonieme tip of zoiets.’
‘Op wiens gezag?’
‘Op eigen houtje. Zei dat hij een risico nam door de juiste procedures niet te volgen en zo. Geeft maar al te graag toe dat hij op roem uit was.’
‘Beter dan dat je een moordenaar bent, toch?’
‘Tja…’
‘Dus hoe ziet het er nu uit? In het algemeen gezien?’
Moody leunde achterover, blies zijn wangen op en liet de lucht eruit lopen. ‘Het probleem is dat het zo’n rare zaak is, en het OM heeft geen idee hoe ze het aan moeten pakken. Ze vonden het al moeilijk genoeg om uit te dokteren wat ze Ruston ten laste moesten leggen.’
Uiteindelijk waren ze voor doodslag gegaan. Helen had de telefoon op de haak gesmeten toen Tom Thorne haar met het nieuws had gebeld.
‘Zoals ik zei, het ligt allemaal niet zo duidelijk.’
‘Maar hij draait wel de bak in, toch? Dat heb je me beloofd.’
‘Hoor eens, het is allemaal indirect bewijs, maar als we geluk hebben is het gewicht ervan doorslaggevend. De sleutels, de video en wat allemaal nog meer. Maar het motief is wel een probleem.’
‘Wat stond er op de computer?’
‘Niet veel relevants. En zeker niks over Gary Kelly of iets wat belastend voor hem zou kunnen zijn.’
‘Hij wilde Paul uit de weg hebben voordat dat zou gebeuren.’
Moody knikte. ‘Maar hij wist niet zeker of dat al niet was gebeurd, en daarom wilde hij die laptop hebben en heeft hij ingebroken in je flat. Hij had er niet op gerekend dat je thuis zou zijn.’
‘Ik had hem verteld dat ik die avond bij mijn vader zou logeren,’ zei Helen.
‘Waar we om te beginnen achter moeten komen, is waarom Kelly dacht dat Paul een gevaar voor hem vormde. Hoe hij achter de operatie is gekomen.’
Helen was een week lang de flat bijna niet uit geweest. Ze had er gezeten, gegeten en geslapen en had nagedacht over wat Kelly precies had gedaan, waarom hij het had ingekleed zoals hij had gedaan.
‘Dat zal ons helpen om hem te pakken,’ zei Moody.
Het moest volkomen toevallig lijken, het ergste geval waarin iemand op het verkeerde moment op de verkeerde plaats was. De aard van Operatie Victoria betekende dat een ‘ongeluk’ verdacht kon hebben geleken. Het was niet aannemelijk dat Paul zou vergeten het gas uit te zetten of van een trap zou vallen. En iedere vorm van huurmoord was duidelijk uitgesloten.
Toen Kelly eenmaal wist hoe hij het zou aanpakken, had hij zichzelf vast en zeker dagenlang op de schouder geklopt.
Het ongeluk zou niet alleen Paul uit de weg ruimen, maar zou Kelly zelf bovendien vrijpleiten van alle verdenking. Hij was daarbij bijna zelf om het leven gekomen, zoals een getuige bij de bushalte hulpvaardig had verklaard. Daar had Helen ook over nagedacht. De man bij de bushalte had gezegd dat Paul Kelly uit de weg had geduwd toen de auto op hen af slingerde, maar het kon ook zijn dat hij wat hij had gezien verkeerd had geïnterpreteerd. Dat was schering en inslag bij getuigen, en in veel minder stressvolle situaties.
Het was een mooie gedachte dat Pauls laatste daad, hoe misplaatst ook, een heroïsche was geweest, maar als Helen haar ogen dichtdeed, zag ze Kelly als degene die had geduwd om er zeker van te zijn dat Paul werd geraakt en hij zelf buiten schot bleef. Hij was wankelend weggelopen met een paar mooie sneeën en blauwe plekken, huilend om zijn maat, en had zich op de grond laten vallen om de sleutels te pikken toen Paul op sterven lag.
‘Helen?’
‘Ik denk dat ik weet hoe Kelly erachter is gekomen,’ zei ze.
‘Ga verder.’
‘Kevin Shepherd. Shepherd had hem in z’n zak.’
Helen vertelde hem over het gesprek met Ray Jackson achter in zijn taxi. Diens reactie waarvan het belang haar in eerste instantie was ontgaan. Het was niet meer dan een klein misverstand geweest, tenminste, dat had ze destijds gedacht:
‘Je hebt een passagier achter in je taxi gehad, een politieman, op vrijdag…’
‘Welke bedoel je?’
‘Pardon?’
‘Welke vrijdag?’
Ze herinnerde zich dat Jackson een ogenblik in verwarring verkeerde. Hij had zijn uitglijer weten te verdoezelen, en ze had het niet gemerkt. ‘Toen hij vroeg: “Welke?” bedoelde hij eerst welke smeris, en niet om welke dag het ging.’
‘Shepherd betaalt een hoop dienders,’ zei Moody. ‘Daarom ging Paul nou juist op hem af.’
Helen schudde haar hoofd. Ze was er zeker van. ‘Shepherd heeft Kelly over Paul verteld. Daar moet je je op concentreren.’
Moody dacht erover na. ‘Het verklaart wel het een en ander, op z’n minst de timing. Shepherd was het enige doelwit dat Paul onder handen had toen hij werd vermoord.’
‘Daar heb je je motief,’ zei Helen.
‘Ik hoop dat je gelijk hebt. Dan hoeven we alleen het OM nog maar te overtuigen. Ze kunnen alsnog besluiten dat medeplichtigheid aan moord nog de beste kans maakt.’
‘Als hij maar hangt, Jeff.’
Moody’s koffertje lag open op zijn knieën. Hij boog zich eroverheen. ‘Luister, als ze hem kunnen opbergen voor wat er met Paul is gebeurd, zullen ze dat zeker doen.’ Hij sloeg het koffertje dicht en schraapte zijn keel. ‘Maar ik weet dat hij het heeft gedaan, en los daarvan betekent dat dat hij door en door corrupt is. Als al het andere mislukt, zorg ík ervoor dat hij daarvoor achter slot en grendel gaat. Oké?’
Helen gaf geen antwoord, zodat hij het haar nog een keer vroeg. Ze zag dat Moody het meende, en besefte dat dat haar enige hoop was. Ze bedankte hem en hij beloofde te bellen zodra er nieuws was. Daarna liet hij haar hetzelfde beloven.
‘En hoe zit het met Frank Linnell?’
‘Nou, het is natuurlijk niet mijn terrein, maar ik heb jouw informatie doorgegeven en degenen die de liquidaties in Lewisham onderzoeken zullen hem ongetwijfeld tegen het licht houden. Maar als ik enigszins weet hoe mensen als Frank Linnell werken, lijkt me dat ook geen gemakkelijke zaak.’
Helen was het met hem eens, maar dat was niet wat ze bedoelde. ‘Ik had het over Linnell en Paul. Je zei dat je zou proberen het uit te zoeken.’
‘Ja, dat is waar.’ Hij keek ongemakkelijk, alsof hij nieuws had dat niet zozeer slecht was als wel pijnlijk. ‘We zijn er vrijwel zeker van dat ze nooit illegale overeenkomsten zijn aangegaan, dus het enige wat ik heb is een klein voorvalletje.’
‘Linnell heeft me iets verteld,’ zei Helen. ‘Een of andere zaak waar Paul aan werkte.’
‘Linnells halfzus, Laura,’ zei Moody. ‘Ze is zes jaar geleden vermoord door haar vriend, en Paul was een van de rechercheurs. Het lijkt erop dat ze nadien contact hebben gehouden.’
Helen herinnerde zich de foto’s in Linnells keuken. Geen dochter dus. ‘Hoe is ze vermoord?’
‘Doodgestoken. Het jaloerse type kennelijk.’
‘Hoe lang heeft hij gekregen?’
‘Nou, dat is het ’m juist. Hij is zelf neergestoken toen hij in Wandsworth in voorarrest zat. Twee dagen voordat zijn zaak zou voorkomen.’
‘Iemand heeft de belastingbetaler een hoop geld bespaard.’ Op Helens gezicht stond duidelijk te lezen wie die ‘iemand’ volgens haar geweest kon zijn.
Moody glimlachte bitter. ‘Ik heb de rechercheur gesproken die het onderzoek destijds leidde, en dat is in ieder geval ook wat hij vermoedt. Maar hij heeft het natuurlijk nooit ook maar bij benadering kunnen bewijzen…’
Helen zag het gezicht van het meisje weer voor zich, net als dat van Linnell toen hij naar de foto’s keek. Ze vond het niet moeilijk te geloven dat de moorden in Lewisham niet de eerste keer waren dat Frank Linnell voor eigen rechter had gespeeld.
‘Dus, wat Linnell en Paul betreft,’ Moody pakte zijn spullen bij elkaar, ‘het waren gewoon vrienden. Niks aan de hand verder.’ Toen hij de uitdrukking op Helens gezicht zag, deed hij zijn mond open om iets te zeggen, maar ze hield hem tegen.
‘Je hebt getennist met die vent die valsemunter was. Ja, ik weet het.’
Moody hief zijn handen op, alsof hij daarmee zijn gelijk wilde bewijzen.
‘Maar hoeveel mensen had die valsemunter uit de weg geruimd?’