8

 

 

 

Hij leek in ieder geval met een kruiswoordpuzzel en een paar sudoku’s bezig te zijn. Er lagen verschillende opengeslagen puzzelbladen op het kleine tafeltje naast de bank, samen met een woordenboek, een Daily Express en twee paperback thrillers met boekenleggers erin. Helen was blij dat haar vader zich bezighield, hoewel ze diep in haar hart vermoedde dat hij dit allemaal had uitgestald omdat hij wist dat ze langs zou komen.

Hij kwam uit de keuken met twee mokken thee op een blad en een bord muffins die hij die ochtend had gebakken.

‘Dadels en pecannoten,’ zei hij. ‘Ik heb er ook een paar met cranberry in de vriezer, als je die liever wilt.’

Ze begon te eten. ‘Dit is heerlijk, pap.’

‘Het is doodsimpel,’ zei hij.

Of hij nu toneelspeelde of niet, Helen was blij dat hij zo goed voor zichzelf zorgde. Beter dan ik, dacht ze. Ze werkte haar muffin weg en nam er nog een.

Haar vader was vijf jaar geleden met zijn tweede vrouw naar Sydenham verhuisd – vijf jaar nadat Helens moeder was overleden. Het was begrijpelijk dat Robert Weeks kapot was toen zijn jeugdliefde op haar negenenveertigste aan borstkanker was overleden; en in een maalstroom van gemengde gevoelens hadden Helen en haar zus verbijsterd toegezien hoe hij het geluk voor de tweede keer leek te hebben gevonden. Het huwelijk had achttien maanden geduurd.

Niemand wist precies waarom echtgenote nummer twee haar koffers zo snel had gepakt, en hun vader had er nooit iets over losgelaten. Helen en Jenny waren het erover eens dat hij misschien niet de gemakkelijkste man was om mee samen te leven en lieten het daarbij; maar opnieuw werden ze toen verrast door zijn veerkracht, door de snelheid waarmee hij zichzelf weer op de been had gebracht. Hij was op zijn tweeënzestigste met de VUT gegaan en had een greep gedaan in het geldpotje dat hij opzij had gezet. Hij was lid geworden van clubs, had met een jongensachtig enthousiasme hobby’s opgevat, en om de verjonging te vervolmaken leek het er nu op dat er weer een vrouw ten tonele was verschenen. Nog maanden nadat hun vader het bestaan had onthuld van ‘een aardige vrouw aan de overkant van wie ik soms op haar plek mag parkeren’, moesten Helen en Jenny er als schoolmeiden om giechelen.

Het smalle straatje was netjes en goed onderhouden; een batterij aardewerken potten in de voortuintjes, en parkeerplaatsen waarover net zo fanatiek werd gewaakt als over de kinderen. Op de meeste ramen zaten buurtwachtstickers en er was een buurtvereniging waarvan haar vader actief lid was. Jenny vertelde dat hij deze nieuwe vrouw daar had ontmoet. Waarschijnlijk had hij haar verleid met een muffin.

‘Je mag er wel een paar meenemen,’ zei haar vader. ‘Direct uit de diepvries, dertig seconden in de magnetron. Geef Paul er een bij zijn ontbijt.’

Helen bromde wat. Dat leek haar wel een goed idee.

‘Jenny heeft er de laatste keer dat ze hier was ook een paar meegenomen. Ze doet er een in het broodtrommeltje van de kinderen.’

Natuurlijk doet ze dat, dacht Helen.

‘Ze is trouwens vorige week nog geweest. Heeft ze dat verteld?’

‘Ze heeft zeker flink haar best gedaan?’

‘Wat bedoel je, lieverd?’

‘Met Paul zwart te maken?’

‘Waarom zou ze dat doen?’

‘Laat maar.’

Hij keek niet-begrijpend en staarde in zijn thee. ‘Ze weet dat ik die knul graag mag,’ zei hij. ‘Ik bedoel, misschien lijkt ze wel een beetje op me, en vindt ze dat Paul ondertussen met je getrouwd zou moeten zijn, maar ik ben nu eenmaal een ouwe lul die zich met z’n eigen zaken moet bemoeien.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Nee, ik zou niet weten waarom ze dat zou doen, lieverd.’

‘Dat zou ze ook niet doen,’ zei Helen. ‘Sorry. Ik ben gewoon…’

Natuurlijk zou ze dat niet doen. Het ranzige privéleven van grote zus en haar grillige wederhelft was maanden geleden resoluut tot verboden terrein verklaard, en Jenny wist wel beter dan haar boekje te buiten te gaan. Helen kon behoorlijk van leer trekken, dat deed ze ook al voordat de hormonen gingen opspelen.

‘Ze maakt zich wel zorgen,’ zei haar vader. ‘Maar daar kan ik toch geen kwaad in zien.’

Helen ook niet, niet wanneer ze redelijk was. Ze wist dat Jenny eigenlijk gewoon deed wat zussen nu eenmaal doen: haar kant kiezen, ongeacht de toedracht. Toch leken Jenny’s echte gevoelens soms duidelijk genoeg: een veelzeggende zucht aan het eind van een telefoongesprek of een blik als ze meelevend knikte en weer doorging met thee voor haar kinderen te zetten.

Helen was een stomme slet die alles in de schoot geworpen had gekregen en haar leven vervolgens op het beslissende moment naar de verdommenis had geholpen. Dat was niet onredelijk, en het was precies hoe Helen er zelf over dacht.

Behept met een slecht humeur en de neiging op de zelfvernietigingsknop te drukken.

‘Hoe gaat het met je, Hel?’

Ze ademde diep in, het zweet stond tussen haar schouders en ze voelde dat de opvlieger zich over haar borst verspreidde. ‘Kan er een raam open? Het is hier bloedheet.’

‘De meeste van die krengen zijn dichtgeschilderd,’ zei haar vader. Hij stond op. ‘Ik zet wel een deur open.’

De kat van haar vader, een zwart-witte kater die permanent in de rui was, kwam vanaf het raam aanschrijden. Hij keerde Helen zijn kont toe en liep weer weg.

‘Hebben Paul en jij gedonder gehad?’ Hij legde een hand op de rug van haar stoel toen hij langs liep; stak hem in de lucht toen ze zich omdraaide en beschuldigend omhoog keek. ‘Ik zei het toch, Jenny heeft niets verteld.’ Hij ging zitten en begon de boeken en bladen op het tafeltje naast hem recht te leggen, hoewel ze al netjes opgestapeld waren. ‘Je hebt het alleen al een tijdje niet meer over hem gehad, en ik heb hem zelf al een tijd niet meer gesproken.’

‘Hij zit tot over zijn oren in het werk.’

‘Dat bedoel ik niet.’ Hij leunde achterover in zijn stoel. ‘Als ik bel en hij neemt op, kletsen we normaal gesproken even. Over het cricket of iets op tv. Nu geeft hij de telefoon zo snel als hij kan aan jou. Het is… gênant.’

‘Hij heeft het echt druk,’ zei Helen. ‘Hij ziet mij niet eens staan.’

Het was een poging om grappig te zijn, maar iets in haar gezicht moest haar hebben verraden. Haar vader knikte alsof hij het begreep. ‘Wacht maar tot hij de baby ziet,’ zei hij. ‘Er gebeurt iets met je als je je eigen vlees en bloed voor het eerst ziet. Alles wordt anders.’

Helen hees zichzelf overeind. ‘Die kleine snotaap drukt op mijn blaas,’ zei ze. ‘Wil je nog wat thee voor ons zetten?’

‘Bij de wasbak staat die vloeibare zeep die je zo fijn vindt…’

In het toilet deed ze de bril naar beneden en bleef een paar minuten zitten. Wachtend tot de zenuwen in haar binnenste tot bedaren waren gekomen en vechtend tegen de drang om zich helemaal te laten gaan en in te storten. De tranen kwamen de laatste tijd veel te snel: het was zo’n beetje haar standaardgemoedstoestand geworden, en dat was ze helemaal zat.

Toen ze terugliep naar de keuken gaf haar vader haar de bevroren muffins in een plastic zak, en ze zei dat ze hoopte dat de vrouw van de overkant in de gaten had dat ze een geweldige vangst had gedaan. Hij bloosde, maar keek toch verheugd.

‘Om je de waarheid te zeggen weet ik niet zeker of ze wel geïnteresseerd is.’

‘Natuurlijk wel,’ zei Helen. ‘Anders zou ze je niet op haar plekje laten parkeren.’

‘Nee, misschien niet.’

‘Neem ’t nou maar van mij aan.’ Ze zat in haar thee te roeren en keek naar hem. Ze dacht aan wat ze net had gezegd en hield nog een klein beetje meer van hem omdat hij haar stomme grapje niet had gesnapt.

 

Easy had niks met snooker, net zomin als met golf. Maar pool vond hij wel oké, dat was makkelijker en sneller, en hij speelde een paar spelletjes met SnapZ en Mikey achter in de hal om de tijd te doden tot Wave klaar was met zakendoen.

Mikey en SnapZ waren de twee met wie Easy na Theo het meest omging, maar hij vond ze geen van beiden echt snugger. SnapZ ging helemaal op in zijn muziek en zag zichzelf graag als een soort drummer. Hij zat altijd ritmes op tafels te tikken, en opgefokt te kakelen terwijl hij, volgens Easy dan, beter zijn kop kon houden.

‘Hoe kan ik me nou op m’n stoot concentreren, man?’ Easy richtte zich op van de tafel en spreidde zijn armen. ‘Je staat altijd als een gek te shaken en met je fokking vingers te knippen.’

SnapZ snoof, deed een stap naar achteren en stak zijn duimen in de zakken van zijn afgezakte spijkerbroek.

Mikey moest lachen, zei ‘als een gek,’ en lachte weer met zijn hoge, licht slissende stem. Hij was de langste, en meestal verhulde zijn lengte het gewicht dat hij mee torste, maar in dit hete weer kon zelfs een wijd T-shirt niet maskeren wat Easy omschreef als een ‘stel verdomd lekkere tietjes’. Easy en SnapZ vonden het leuk om hem van achteren te besluipen en een handvol vast te grijpen, en hoewel Mikey meestal lachte als hij naar hen uithaalde, had Easy het idee dat hij het eigenlijk niet zo grappig vond.

Easy boog zich voorover om zijn stoot te maken maar miste een long pot en zei: ‘Je hebt me uit mijn concentratie gehaald.’

Mikey en SnapZ moesten allebei lachen.

De Cue Up snookerclub lag tussen een reisbureau en een winkel in sanitaire artikelen aan de hoofdweg achter het busstation van Lewisham. Vierentwintig grote tafels op de eerste verdieping en op de tweede verdieping een kleine loungeruimte, kantoren en opslagkamers. Er was een bar aan de ene kant bij de trap, die als afscheiding fungeerde tussen een stuk of vijf pooltafels aan de ene kant en een stel gokautomaten en videospelletjes aan de andere kant. Eten en drinken waren in theorie verkrijgbaar, maar de bar was op onregelmatige tijden open en de bediening liep niet over van vriendelijkheid.

’s Avonds kon het er druk worden, maar op woensdag rond lunchtijd was het er behoorlijk stil. Boven vier tafels was het licht aan. Behalve de paar mensen die snooker of pool speelden, waren de schoonmaker, de vrouw met het scherpe gezicht achter de bar, en de ouwe vent die de hele dag sigaretten bietste en toast met barbecuesaus at, en al het geld dat hij op zijn eten uitspaarde in de gokmachines gooide, de enige aanwezigen.

Easy verloor een tientje aan SnapZ toen hij de zwarte bal in de pocket speelde, maar won het weer terug van Mikey, die telkens veel te hard stootte, alsof die stomme fucker een openingsstoot maakte. De hele tijd dat hij daar om de tafel heen bewoog, hield Easy de trap in de gaten om te kijken of Wave naar beneden kwam.

Halverwege een spelletje met SnapZ hoorde hij de stem van Wave, laag en snel pratend, als een baslijn in een reggaenummer. Hij gaf zijn keu aan Mikey en zei dat hij het spel moest afmaken.

Wave verscheen boven aan de trap in gesprek met een blanke man in een cool grijs pak. Hij knikte toen de man zich dicht naar hem toe boog om iets te fluisteren en schudde hem de hand voordat de man snel de trap af liep naar de uitgang. Die is van een paar driehoeken hoger, dacht Easy toen hij de man zag weglopen. Misschien nog wel hoger. Het was zoals hij Theo destijds had gezegd: daarboven verdween een hoop geld in de zakken van blanke mannen.

Easy keek naar Wave, die naar de bar slenterde. Asif kwam naast hem staan, een reusachtige Aziatische gast die door Easy en zijn maten in de bende As If werd genoemd. Hij trok de laatste maanden veel met Wave op, en was ook in de buurt terwijl Wave en de blanke man aan het praten waren en daarna afscheid namen.

Wave kocht flesjes Stella voor zichzelf en zijn schaduw en liep naar een lege tafel aan het andere eind van de hal.

Easy wachtte een paar minuten, haalde nog twee flesjes bier en kwam achter hen aan met bestudeerde nonchalance zigzaggend tussen de tafels door, vol zelfvertrouwen en schommelend met zijn hoofd alsof er een deuntje doorheen speelde.

Op het moment dat As If aanlegde voor een stoot, zette Easy een flesje naast het flesje dat Wave al op de rand van de tafel had gezet. ‘Ik heb er nog eentje voor je gehaald,’ zei hij.

Wave knikte en zag dat As If een rode bal miste. Hij liep naar de tafel en miste zelf ook.

‘Wie is er aan het winnen?’ vroeg Easy.

‘We zijn net twee minuten bezig, man,’ zei Wave. ‘Niemand heeft nog gepot.’

Terwijl Wave aan de tafel bezig was, kwam As If dichterbij staan en nam Easy van top tot teen op. Easy droeg rood en wit, hetzelfde honkbalpetje zonder logo zoals altijd, en hij was niet van plan ook maar enig commentaar van As If te pikken. Hij keek As If aan alsof hij iets rook, en spreidde zijn armen wijd uit elkaar. ‘Wát nou?’ As If zei niets. ‘Je moet jezelf eens zien, man. Van top tot teen in goedkope shit. Heeft de High and Mighty tegenwoordig ook een koopjeslijn?’ As If haalde zijn schouders op en ging weer naar de tafel om een stoot te maken.

Ze speelden een minuut of tien door. Easy zei een paar keer: ‘Pech, man’ en zei ‘Mooie bal’, toen Wave een rode bal potte die vlak voor de pocket lag. Hij zoog zijn adem diep in toen er een roze bal tussen de zijkanten van een pocket caramboleerde zonder erin te vallen.

‘Wat wil je?’ vroeg Wave uiteindelijk.

‘Je kent toch m’n brada T?’ Wave wachtte. ‘Staat op de uitkijk, is loopjongen en al die dinges.’

‘Magere gast met dons op z’n kin?’

Easy knikte. ‘Hij is zo’n beetje klaar om hogerop te gaan, ik zweer het je.’

‘Vind jíj.’ Wave zette zijn bier neer en ging weer verder met het spel.

‘Zeker weten.’ Easy’s blik viel op de houten driehoek die aan de tafel hing. ‘Hij is oké, man, weet je? Hij gaat geen gekke dinges doen. Hij werkt hard en hij is ook scherp, jongen, zo scherp als wat.’

‘Je hoort nog wel.’

‘Is goed, man.’ Easy stond heen en weer te wippen op de bal van zijn voeten. ‘’k Zeg alleen, weet je, hij staat klaar als ’t nodig is, hij is cool.’

‘Ik zég toch.’

‘Ik sta voor hem in, man.’

Wave keek achterom en staarde hem aan. ‘Zet ’t dan maar op papier.’

Easy moest even slikken, probeerde het met een grap af te doen. ‘Wat heb jíj gerookt?’

Wave keek weer voor zich om zijn stoot te maken. ‘Zet die getuigenis van je maar op papier, dan kan ik hem eens goed bestuderen als ik wat tijd heb. Als je iemand wilt pushen, moet je het doen zoals het hoort. Dan geef je me referenties, snap je?’

‘Geen probleem,’ zei Easy.

‘Dan kan ik die onder je neus houden als je iele mattie de zaak verkloot. Dan laat ik je die opeten.’

‘Gaat niet gebeuren, man.’

Van het andere eind van de hal klonk een schreeuw van Mikey en gelach van SnapZ. Wave zei tegen Easy dat hij naar zijn vrienden moest gaan om te zeggen dat ze niet zo’n herrie moesten maken. Net voordat hij wilde doen wat hem was opgedragen, ving hij een blik van As If op, een optrekken van de wenkbrauwen dat hem helemaal niet beviel. Als hij maar even de kans kreeg, zou hij die Paki fucker een klap in zijn smoel geven.

Hij liep terug naar Mikey en SnapZ, en dacht na, dacht heel diep na.

Hij was goeie maatjes met Theo, absoluut, maar hij deed het niet alleen voor hem. Hij deed het ook voor zichzelf. Hij wilde duidelijk maken dat hij het totaalplaatje zag, dat hij de mensen in de groep goed kon inschatten, dat zijn oordeel ertoe deed. Wie te vertrouwen was en wie het niet waard was om tegenaan te pissen. Easy wilde Wave laten zien dat hij het talent had om toezicht op de dingen te houden. Zodat die erover zou denken hem promotie te geven.

Nou had hij zijn mond opengedaan en moest hij een ‘getuigschrift’ of zoiets schrijven. Dan kan ik die onder je neus houden als je iele mattie de zaak verkloot

Nee, dat gesprek had heel wat beter kunnen lopen.

Hij begon Mikey en SnapZ al halverwege de hal uit te kafferen.