2

Tuig

Halverwege Barrow Hill, dieper in het bos, buiten het zicht van het huis, ging Gurneys telefoon. Hij herkende het nummer van Hardwick.

      ‘Hallo, Jack.’

      ‘Jullie beide auto’s staan hier. Zit je verstopt in de kelder?’

      ‘Het gaat heel goed, dank je. En hoe gaat het met jou?’

      ‘Waar zit je in hemelsnaam?’

      ‘Ik loop naar beneden door het kreupelhout van de kersenbomen, een paar honderd meter ten westen van jou.’

      ‘De heuvel met al die gele dorre bladeren?’

      Hardwick wist Gurney altijd op de een of andere manier te irriteren. Het kwam niet alleen door de kleine pesterige opmerkingen of het plezier dat de man leek te hebben in het uiten ervan; het was de griezelige echo van een stem uit Gurneys kindertijd – de meedogenloos sardonische stem van zijn vader.

      ‘Juist, met die dorre blaren. Wat kan ik voor je doen, Jack?’

      Hardwick schraapte met weerzinwekkend enthousiasme zijn keel. ‘De vraag is: wat kunnen we voor elkaar doen? Leer om leer, met gelijke munt terugbetalen. Ik zag dat je deur niet op slot zit. Mag ik in het huis op je wachten? Er zitten me hier buiten te veel van die rotvliegen.’

 

Hardwick, een stevig gebouwde man met een blozend gezicht, vroeg grijs geworden kortgeknipt haar en de verontrustend blauwe ogen van een alaskische sledehond, stond midden in de kamer die de helft van de benedenverdieping besloeg. Aan één kant lag een boerenkeuken. Een ronde vurenhouten ontbijttafel was in een hoek geschoven naast de openslaande tuindeuren. Aan de andere kant was een zitgedeelte, gegroepeerd rond een grote stenen open haard en een aparte houtkachel. In het midden stonden een eenvoudige Shaker-stijl eettafel en zes stoelen met leren rugleuningen.

      Het eerste wat Gurney opviel toen hij de kamer binnenkwam was iets ongewoons in Hardwicks gezichtsuitdrukking.

      Zelfs de spot in zijn openingsvraag – ‘En waar is de verrukkelijke Madeleine?’ – klonk vreemd geforceerd.

      ‘Ik ben hier,’ zei ze terwijl ze binnenstapte vanuit de bijkeuken. Ze liep naar de gootsteen met een glimlach die half verwelkomend, half zenuwachtig was. Ze droeg een handvol asterachtige wilde bloemen die ze zojuist in de wei naast het huis had geplukt. Ze legde ze neer bij de vaatwasmachine en keek naar Gurney. ‘Ik laat ze even hier liggen. Ik pak later wel een vaas. Ik moet naar boven om een tijdje te oefenen.’

      Hardwick luisterde naar het wegstervende geluid van haar voetstappen, grijnsde en fluisterde: ‘Oefening baart kunst. Wat oefent ze?’

      ‘Cello.’

      ‘Aha. Uiteraard. Weet je waarom mensen zo dol zijn op cello?’

      ‘Omdat hij mooi klinkt?’

      ‘Ach m’n beste Davey, dat is nou typisch zo’n nuchter antwoord waar jij befaamd om bent.’ Hardwick likte over zijn lippen. ‘Maar weet je ook waarom dat specifieke geluid zo mooi klinkt?’

      ‘Waarom vertel je het me niet gewoon, Jack?’

      ‘En je de mogelijkheid ontnemen een fascinerend raadsel op te lossen?’ Hij schudde zijn hoofd met theatrale vastberadenheid. ‘Ik denk er niet aan. Een genie als jij heeft uitdagingen nodig. Anders verkommert hij.’

      Gurney staarde naar Hardwick en opeens drong het tot hem door wat er mis was, wat er niet klopte. Onder het gekscherende geplaag, wat zijn gewone levenshouding weerspiegelde, leek een niet zo gewone gespannenheid te liggen. Een zekere onrust was onderdeel van zijn persoonlijkheid, maar wat Gurney nu in Hardwicks houding bespeurde was eerder nervositeit dan onrust. Hij vroeg zich af wat er zou komen. De zenuwachtigheid van deze man was niet kenmerkend voor hem, maar werkte wel aanstekelijk.

      Het hielp ook niet dat Madeleine een nogal zenuwslopend cellostuk had gekozen voor haar repetitie.

      Hardwick begon rond te lopen in de lange kamer en streek met zijn hand even langs de achterkant van stoelen, aan hoeken van tafels, planten in potten, decoratieve schalen en flessen en kandelaars die Madeleine in de goedkope lokale antiekwinkeltjes had opgepikt. ‘Wat een fijn huis! Prachtig gewoon! Zo verdomde authentiek!’ Hij bleef staan en haalde zijn hand door zijn stoppelhaar. ‘Snap je wat ik bedoel?’

      ‘Dat het verdomde authentiek is?’

      ‘Het is echt landelijk. Neem nou die gietijzeren houtkachel, gemaakt in Amerika, zo Amerikaans als pannenkoeken. En kijk naar die brede vloerplanken, net zo recht en eerlijk als de bomen waar hun van zijn gemaakt.’

      ‘Ze.’

      ‘Sorry?’

      ‘Waar ze van zijn gemaakt. Niet waar hun van zijn gemaakt.’

      Hardwick bleef staan. ‘Waar heb je het over?’

      ‘Had dit bezoek nog een speciale bedoeling?’

      Hardwick trok een gezicht. ‘Aha, Davey, Davey... altijd zakelijk, zoals gewoonlijk. Je zit niet te wachten op mijn schertsende opmerkingen, mijn pogingen wat sociale smeerolie toe te dienen, een paar vriendelijke complimenten betreffende de puriteinse eenvoud van je huiselijke inrichting...’

      ‘Jack...’

      ‘Juist. Ter zake. Naar de hel met die kletspraatjes. Waar gaan we zitten?’

      Gurney wees op de kleine ronde tafel bij de openslaande tuindeuren.

      Toen ze tegenover elkaar zaten leunde Gurney achterover en wachtte.

      Hardwick sloot zijn ogen, masseerde ruw zijn gezicht alsof hij ergens diep onder de huid jeuk probeerde te bestrijden. Toen vouwde hij zijn handen op tafel en begon te praten. ‘Je vroeg of mijn bezoek nog een speciale bedoeling had. Ja, dat is zo. Een kans. Ken je die tekst uit Julius Caesar over een tij in het bedrijf van mensen?’

      ‘Wat is daarmee?’

      Hardwick boog zich naar voren, alsof de woorden die hij ging uitspreken het ultieme levensgeheim bevatten. De chronische spot was uit zijn stem verdwenen. ‘Er is een tij in het bedrijf van mensen/ dat hun, bij vloed genomen, voorspoed brengt;/ wie deze mist, blijft heel zijn levensreis/ vastzitten op een zandbank van ellende.’

      ‘Heb je dat voor mij uit je hoofd geleerd?’

      ‘Op school gehad. Ben het nooit meer vergeten.’

      ‘Ik heb je er nooit eerder over gehoord.’

      ‘De juiste gelegenheid heeft zich nooit voorgedaan.’

      ‘Maar nu...?’

      In Hardwicks mondhoek was een tic te zien. ‘Nu heeft het juiste moment zich aangediend.’

      ‘Een tij in jouw bedrijf?’

      ‘In ons bedrijf.’

      ‘Van jou en mij?’

      ‘Precies.’

      Gurney zei een tijdje niets en staarde alleen maar naar het opgewonden, zenuwachtige gezicht tegenover hem. Hij merkte dat hij zich veel minder op zijn gemak voelde bij deze onverwachts pure en oprechte versie van Jack Hardwick dan hij zich ooit bij de eeuwige cynicus had gevoeld.

      Gedurende enkele momenten was het enige geluid de schelle melodie van een vroeg twintigste-eeuws muziekstuk voor cello waar Madeleine de afgelopen week mee had geworsteld.

      Opnieuw vertoonde Hardwick een zenuwtrekje bij zijn mond, bijna onmerkbaar.

      Nu hij dit voor de tweede keer zag, en in de verwachting dat het een derde keer zou gebeuren, begon Gurney zich ongemakkelijk te voelen. Want voor hem suggereerde het dat de som geld die binnenkort van hem geëist zou worden voor de schuld die hij maanden geleden had opgelopen een aanzienlijk bedrag zou zijn.

      ‘Ga je me nog vertellen waar je het over hebt?’ vroeg hij.

      ‘Ik heb het over de Spalter-moordzaak.’ Hardwick articuleerde die laatste twee woorden met een merkwaardige mengeling van gewichtigheid en minachting. Zijn blik bleef op Gurney gefixeerd, alsof hij zocht naar de juiste reactie.

      Gurney fronste. ‘De vrouw die haar rijke echtgenoot neerschoot in Long Falls, die politicus?’ Die zaak was eerder dat jaar een sensatie in het nieuws geweest.

      ‘Die zaak bedoel ik.’

      ‘Voor zover ik me herinner was dat een ondubbelzinnige veroordeling. De dame werd bedolven onder een karrenvracht aan bewijs en getuigen tegen haar. Om maar niet te spreken van dat extraatje – haar echtgenoot Carl die tijdens het proces stierf.’

      ‘Die zaak bedoel ik.’

      Hij herinnerde zich nu meer details. ‘Ze had hem neergeschoten op het kerkhof, terwijl hij bij het graf van zijn moeder stond, nietwaar? Door de kogel raakte hij verlamd, hij was nauwelijks meer dan een plant.’

      Hardwick knikte. ‘Een plant in een rolstoel. De plant die de aanklager elke dag de rechtszaal in rolde. Een verdomd rottig gezicht. Een onophoudelijk geheugensteuntje voor de jury tijdens het proces tegen zijn vrouw, die hem dat had aangedaan. Totdat hij uiteindelijk halverwege het proces stierf. Toen moesten ze wel ophouden die rolstoel naar binnen te rijden. Ze gingen door met het proces – ze hebben alleen de aanklacht “poging tot moord” veranderd in “moord”.’

      ‘Spalter was toch een rijke makelaar in onroerend goed? Had hij zich niet zojuist verkiesbaar gesteld als onafhankelijke kandidaat voor het gouverneurschap?’

      ‘Yep.’

      ‘Antimisdaad. Antigangster. Pittige leus. “Tijd om het tuig op te ruimen.” Of iets dergelijks.’

      Hardwick leunde naar voren. ‘Zo zei hij het precies, Davey. In elke toespraak wist hij het wel over “tuig” te hebben. Iedere verdomde keer. “Het tuig is komen bovendrijven in onze nationale beerput van politieke corruptie.” Het tuig hier, het tuig daar. Carl hield van een duidelijke boodschap.’

      Gurney knikte. ‘Ik meen me te herinneren dat zijn vrouw vreemdging, en dat ze bang was dat hij van haar zou scheiden, wat haar miljoenen gekost zou hebben, tenzij hij toevallig zou sterven voordat hij zijn testament kon wijzigen.’

      ‘Helemaal goed.’ Hardwick glimlachte.

      ‘Helemaal goed?’ Gurney keek ongelovig. ‘Is dit die hoogtijzaak waar je op doelde? De zaak-Spalter? Voor het geval je het hebt gemist: de zaak-Spalter is gesloten, voorbij, klaar. Als ik het me goed herinner heeft Kay Spalter vijfentwintig jaar tot levenslang gekregen en zit ze in Bedford Hills in een gevangenis met maximale beveiliging.’

      ‘Allemaal juist,’ zei Hardwick.

      ‘Waar hebben we het dan in godsnaam over?’

      Hardwick stond zichzelf een lange, trage, humorloze glimlach toe – het soort dramatische pauze waar hij dol op was en waar Gurney een bloedhekel aan had. ‘We hebben het over het feit dat... die dame erin geluisd is. Die zaak tegen haar was totale lariekoek, van begin tot eind. Pure... onversneden... lariekoek.’ Weer die tic in een mondhoek. ‘Wat het voornaamste is, we hebben het hier dus over het nietig verklaren van de veroordeling van die dame.’

      ‘Hoe weet je dat die zaak lariekoek was?’

      ‘Ze is erin geluisd door een oneerlijke politieman.’

      ‘Hoe weet je dat?’

      ‘Dat weet ik gewoon. Bovendien vertellen mensen me veel. Die oneerlijke politieman heeft vijanden – en terecht. Hij is niet oneerlijk, hij is corrupt. De ultieme klootzak.’ Er flikkerde een razernij in Hardwicks ogen die Gurney nog niet eerder had waargenomen.

      ‘Oké. Laten we aannemen dat ze is belazerd door een corrupte politieman. Laten we zelfs aannemen dat ze onschuldig was. Wat heeft dat met jou te maken? Of met mij?’

      ‘Afgezien van zoiets zijdelings als gerechtigheid?’

      ‘Die blik in je ogen heeft niets te maken met gerechtigheid.’

      ‘Nou en of. Die heeft alles te maken met gerechtigheid. Ze hebben mij genaaid. Dus nu ga ik hen naaien. Eerlijk, legaal en totaal aan de kant van de gerechtigheid. Ze hebben me eruit gewerkt omdat ze dat altijd al wilden. Ik ben een beetje slordig omgegaan met een paar dossiers in de zaak van de Goede Herder die ik aan jou heb doorgespeeld. Bureaucratisch gezeik, en toen hadden die schoften een goed excuus.’

      Gurney knikte. Hij had zich afgevraagd of de schuld zou worden aangestipt – de dienst die aan Gurney was verleend, wat Hardwick had moeten bekopen met het einde van zijn carrière bij de politie. Nu hoefde hij zich dat niet langer af te vragen.

      Hardwick vertelde verder. ‘Dus nu word ik privédetective. Werkeloze detective te huur. En mijn eerste klant zal Kay Spalter worden, via de advocaat die haar in hoger beroep bijstaat. Dus mijn eerste overwinning wordt meteen een hele grote.’

      Gurney zweeg even, dacht na over hetgeen hij zojuist had gehoord. ‘En ik?’

      ‘Wat?’

      ‘Je zei dat dit een kans voor ons beiden was.’

      ‘En dat is het ook. Voor jou kan het de zaak van je leven worden. Duik erin, scheur het aan stukken en zet alles weer op de juiste manier in elkaar. De zaak-Spalter was de misdaad van het decennium, gevolgd door het bedrog van de eeuw. Je moet proberen die zaak op te lossen, alles recht te zetten en al doende een paar vervelende smeerlappen in hun ballen te trappen.’

      ‘Je bent hier niet helemaal heen gereden vandaag om me de gelegenheid te geven een paar klootzakken een trap in hun ballen te geven. Waarom wil je mij erbij betrekken?’

      Hardwick haalde zijn schouders op, haalde diep adem. ‘Genoeg redenen.’

      ‘En de belangrijkste daarvan...’

      Voor het eerst leek hij moeite te hebben met zijn formulering. ‘Om me te helpen de sleutel nog een kwartslag verder om te draaien en de deal te kunnen afsluiten.’

      ‘Er is nog geen deal? Ik dacht dat je zei dat Kay Spalter je klant was.’

      ‘Ik zei dat ze mijn klant zal worden. Eerst moeten er nog een paar juridische details worden geregeld.’

      ‘Details?’

      ‘Geloof me, alles is geregeld, er moet alleen nog op de juiste knoppen worden gedrukt.’

      Gurney zag de tic weer en voelde hoe zijn eigen kaken zich aanspanden.

      Hardwick vertelde snel door. ‘Kay Spalter werd verdedigd door een haar toegewezen idioot die technisch gesproken nog steeds haar advocaat is, wat een verzwakking betekent van een verder krachtig aantal argumenten om de veroordeling ongedaan te maken. Een potentieel argument zou incompetente vertegenwoordiging kunnen zijn, maar de huidige vent kan dat niet echt. Je kunt niet tegen de rechter zeggen: je moet mijn cliënt vrijlaten omdat ik een idioot ben. Iemand anders moet je een idioot noemen. Zo is de wet in dit land. Dus, waar het eigenlijk op neerkomt...’

      Gurney onderbrak hem. ‘Wacht even. Er moet heel veel geld zitten in die familie. Waarom werd ze opgezadeld met een pro-Deoadvocaat?’

      ‘Er is ook veel geld. Het probleem is dat dat allemaal op naam van Carl stond. Hij controleerde alles. Dat zegt wel iets over wat voor man hij was. Kay leefde als een zeer rijke dame – zonder dat er feitelijk één cent op haar naam stond. Technisch gesproken is ze noodlijdend. En ze kreeg het soort advocaat dat behoeftigen meestal wordt toegewezen. Mensen met een krap budget. Dus zoals ik al zei komt het erop neer dat ze een nieuwe advocaat nodig heeft. En ik heb de perfecte man al voor haar in gedachten. Iemand die zijn messen al staat te slijpen. Slim, geniepig, een eikel zonder principes – altijd hongerig. Ze moet alleen nog een paar dingetjes tekenen om de overdracht officieel te maken.’

      Gurney vroeg zich af of hij het goed had verstaan. ‘Verwacht je van mij dat ik haar dat idee verkoop?’

      ‘Nee, absoluut niet. Dat is niet nodig. Ik wil gewoon dat jij deel gaat uitmaken van de vergelijking.’

      ‘Welk deel?’

      ‘Kei van een rechercheur Moordzaken uit de grote stad. Succesvolle moordonderzoeken en onderscheidingen in overvloed. De man die de zaak van de Goede Herder heeft opgelost en alle eikels voor gek heeft gezet.’

      ‘Je bedoelt dat jij wilt dat ik de rol speel van de slimme, gladde marionet voor jou en die “boosaardige eikel zonder principes” van je?’

      ‘Hij is niet echt iemand zonder principes. Alleen... agressief. Weet hoe hij zijn ellebogen moet gebruiken. En nee, je zou niet alleen maar een “stroman” voor iemand zijn. Je zou meedoen, als lid van het team. Een deel van de reden waarom Kay Spalter ons moet inhuren om die zaak opnieuw te onderzoeken, haar zaak in hoger beroep regelen en die stomme veroordeling ongedaan maken.’

      Gurney schudde zijn hoofd. ‘Ik begrijp er helemaal niks van. Als er aanvankelijk geen geld was voor een kundig advocaat, waarom is dat er nu dan wel?’

      ‘Aanvankelijk had het openbaar ministerie een sterke zaak tegen haar en was er niet veel hoop dat Kay zou winnen. En als ze niet kon winnen, zou ze de aanzienlijke rekening voor juridische bijstand nooit kunnen betalen.’

      ‘Maar nu...?’

      ‘Maar nu hebben we een andere situatie. Jij, ik en Lex Bincher gaan daarvoor zorgen. Geloof me, ze zal winnen en de slechteriken zullen in het stof bijten. En als ze eenmaal heeft gewonnen, heeft ze recht op de erfenis van een grote som geld als Carls eerste begunstigde.’

      ‘Wil dat zeggen dat die Bincher werkt op basis van het resultaat in een criminele zaak? Is dat niet semi-illegaal of minstens onethisch?’

      ‘Maak je niet zo druk. Een dergelijke clausule komt niet voor in de overeenkomst die ze zal tekenen. Ik denk dat je zou kunnen zeggen dat de honorering van Lex zo’n beetje zal afhangen van het succes van het hoger beroep, maar er staat niets zwart op wit om dat te bevestigen. Als het hoger beroep mislukt, is Kay hem formeel gezien een hoop geld schuldig. Maar dat moet je allemaal vergeten. Dat is Lex’ probleem. Bovendien gaan we dat hoger beroep winnen!’

      Gurney leunde achterover en staarde door de deur naar het veld pluimasperges aan de andere kant van de oude, hardstenen patio. De pluimasperges waren veel hoger gegroeid dan in de twee eerdere zomers. Hij schatte dat een volwassen man ongezien in hun midden kon staan. Normaal hadden ze een blauwgroene tint, maar nu, onder de onstabiele, grijze hemel, leken ze kleurloos. Ze bogen alle kanten op in de sporadische zuchtjes wind die uit onvoorspelbare richtingen leken te komen.

      Hij knipperde met zijn ogen, wreef ruw met beide handen over zijn gezicht en probeerde zich te concentreren op de kern van het rommelige verhaal dat hij had aangehoord.

      Zoals hij het zag werd hem gevraagd om Hardwick een zetje te geven bij het opstarten van zijn nieuwe baan als privédetective, door hem te helpen bij zijn eerste grote klant. En dit als genoegdoening voor de onrechtmatige diensten die Hardwick hem in het verleden had bewezen, wat hem zijn carrière bij de politie had gekost. Tot zover was het wel duidelijk. Maar er was meer om rekening mee te houden.

      Een van Hardwicks kenmerkendste trekken was altijd zijn dappere onafhankelijkheid geweest, het soort ‘laat maar waaien’-onafhankelijkheid dat wordt veroorzaakt doordat hij zich niet al te zeer had vereenzelvigd met iets of iemand of enig vooraf bepaald doel. Maar de man was deze keer wel zeker vereenzelvigd met dit nieuwe project en de bedoelde uitkomst, en die verandering trof Gurney niet bepaald als positief. Hij vroeg zich af hoe het zou zijn om met zo’n heel andere Hardwick samen te werken – hij had zijn ruwe kantjes nog steeds, maar nu ten dienste van een wrokkige obsessie.

      Hij wendde zijn aandacht van de wuivende pluimasperges naar Hardwicks gezicht. ‘En wat betekent dat dan, Jack – “lid van het team”? Wat zou je willen dat ik specifiek deed, anders dan slim overkomen en pronken met mijn medailles?’

      ‘Wat je zelf wilt. Kijk, wat ik al zei: de zaak van het openbaar ministerie was vanaf het begin zo rot als een mispel. Als de officier die met het onderzoek was belast niet in Attica terechtkomt als dit voorbij is, word ik... word ik verdomme vegetariër. Ik garandeer je absoluut dat de onderliggende feiten en verhalen vol met gaten zitten. Zelfs dat verdomde transcript van het proces staat vol met fouten. En, m’n beste Davey, of je het nou wilt toegeven of niet, je weet donders goed dat geen enkele smeris ooit een scherper oog voor ongerechtigheden heeft gehad dan jij. Dus zo zit het. Ik wil jou erbij hebben. Wil je het voor me doen?’

      Wil je het voor me doen? De vraag klonk na in Gurneys hoofd. Hij voelde zich niet in staat om nee te zeggen. In ieder geval niet op dit moment. Hij haalde diep adem. ‘Heb jij het transcript van het proces?’

      ‘Inderdaad.’

      ‘Bij je?’

      ‘In de auto.’

      ‘Ik zal... het eens bekijken. Daarna zien we wel verder.’

      Hardwick stond op. Zijn nervositeit wekte nu meer de indruk van opgewondenheid. ‘Ik zal ook een exemplaar van het officiële dossier bij je achterlaten. Veel interessante shit. Kan van pas komen.’

      ‘Hoe ben je aan dat dossier gekomen?’

      ‘Ik heb nog steeds een paar vriendjes.’

      Gurney glimlachte ongemakkelijk. ‘Ik beloof niets, Jack.’

      ‘Prima. Geen probleem. Ik zal de spullen uit de auto halen. Neem je tijd. Vorm je een oordeel.’ Op weg naar de deur bleef hij staan en draaide zich om. ‘Je zult er geen spijt van krijgen, Davey. De zaak-Spalter heeft alles – horror, haat, gangsters, politiek, het grote geld, leugens en mogelijk zelfs een vleugje incest. Dat belooft wat, goddomme!’

Peter Pan moet sterven
titlepage.xhtml
559a67aa2bb572.html
559a67aa2bb573.html
559a67aa2bb574.html
559a67aa2bb575.html
559a67aa2bb576.html
559a67aa2bb577.html
559a67aa2bb578.html
559a67aa2bb579.html
559a67aa2bb5710.html
559a67aa2bb5711.html
559a67aa2bb5712.html
559a67aa2bb5713.html
559a67aa2bb5714.html
559a67aa2bb5715.html
559a67aa2bb5716.html
559a67aa2bb5717.html
559a67aa2bb5718.html
559a67aa2bb5719.html
559a67aa2bb5720.html
559a67aa2bb5721.html
559a67aa2bb5722.html
559a67aa2bb5723.html
559a67aa2bb5724.html
559a67aa2bb5725.html
559a67aa2bb5726.html
559a67aa2bb5727.html
559a67aa2bb5728.html
559a67aa2bb5729.html
559a67aa2bb5730.html
559a67aa2bb5731.html
559a67aa2bb5732.html
559a67aa2bb5733.html
559a67aa2bb5734.html
559a67aa2bb5735.html
559a67aa2bb5736.html
559a67aa2bb5737.html
559a67aa2bb5738.html
559a67aa2bb5739.html
559a67aa2bb5740.html
559a67aa2bb5741.html
559a67aa2bb5742.html
559a67aa2bb5743.html
559a67aa2bb5744.html
559a67aa2bb5745.html
559a67aa2bb5746.html
559a67aa2bb5747.html
559a67aa2bb5748.html
559a67aa2bb5749.html
559a67aa2bb5750.html
559a67aa2bb5751.html
559a67aa2bb5752.html
559a67aa2bb5753.html
559a67aa2bb5754.html
559a67aa2bb5755.html
559a67aa2bb5756.html
559a67aa2bb5757.html
559a67aa2bb5758.html
559a67aa2bb5759.html
559a67aa2bb5760.html
559a67aa2bb5761.html
559a67aa2bb5762.html
559a67aa2bb5763.html
559a67aa2bb5764.html
559a67aa2bb5765.html
559a67aa2bb5766.html
559a67aa2bb5767.html
559a67aa2bb5768.html
559a67aa2bb5769.html
559a67aa2bb5770.html
559a67aa2bb5771.html
559a67aa2bb5772.html
559a67aa2bb5773.html
559a67aa2bb5774.html
559a67aa2bb5775.html