50
Een gestoorde gek provoceren
‘Is er ook een positieve kant dan?’ Hoop en vrees streden om voorrang in Esti’s uitdrukking. De vrees had de overhand.
‘Dat denk ik wel.’ Gurneys toon was nuchter. ‘Ik heb het gevoel dat de ultieme motivatie van Panikos haat is, waarschijnlijk gericht op ieder menselijk wezen op aarde. Maar zijn tactiek, zijn planning – die aspecten zijn stabiel en goed doordacht. Zijn succes in zijn beroep hangt af van een subtiele balans tussen zijn lust om te moorden en zijn kille planning. Het is evident in het gedrag dat we zien en Donny Angel heeft het me ook verteld. Aan de buitenkant is Panikos een betrouwbare zakenman die moeilijke opdrachten gelijkmoedig accepteert. En vanbinnen zit een woest monstertje wiens belangrijkste plezier – misschien zijn enige plezier – het plegen van moorden is.’
Hardwick barstte uit in een harde lach. ‘Die kleine Peter zou een goede oefening zijn voor een therapeut die zich richt op het “innerlijke kind”.’
Gurney kon een lachje niet onderdrukken.
Esti wendde zich tot hem. ‘Dus hij is deels planmatig, deels gestoord. Het motief is waanzinnig maar de methode is rationeel. Laten we aannemen dat je gelijk hebt. Wat moeten we daarmee?’
‘Aangezien die subtiele balans tussen gekte en logica goed voor hem lijkt te werken, moeten we die verstoren.’
‘Hoe?’
‘Door het meest toegankelijke zwakke punt aan te vallen.’
‘En dat is?’
‘Het geheim dat hij probeert te beschermen. Dat is onze ingang. Onze ingang in zijn denkwereld. En onze manier om Carls moord te begrijpen en wie er de opdracht voor heeft gegeven.’
‘Het zou fijn zijn als we wisten wat dat verrekte geheim was,’ viel Hardwick hem in de rede.
Gurney haalde zijn schouders op. ‘We hoeven hem alleen maar te laten denken dat we het weten, of dat we op het punt staan erachter te komen. Het is een spel dat we moeten spelen – in zijn hoofd.’
‘En wat is het doel van dat spel?’ vroeg Esti.
‘De behoedzame berekening waarop hij vertrouwt voor zijn succes en overleving verstoren. We moeten een wig drijven tussen de krankzinnige en zijn rationele supportsysteem.’
‘Ik kan het niet meer volgen.’
‘We zetten zijn gevoel voor controle onder druk. Als controle zijn meest intense obsessie is, is het ook zijn grootste zwakte. Als je het gevoel van controle wegneemt van een controlfreak, gaat hij beslissingen nemen op basis van paniek.’
‘Hoor je wat hij zegt?’ kwam Hardwick tussenbeide. ‘Hij is van plan een massamoordenaar met een scherpe stok in zijn oog te steken om te zien wat er kan gebeuren.’
Het was een manier om het te zeggen die leek te resoneren met Esti’s groeiende ongerustheid. Ze wendde zich tot Gurney. ‘En als die Panikos nadat wij hem onder druk hebben gezet nog eens zes of zeven mensen vermoordt? Wat dan? Zetten we hem dan nog meer onder druk? En als hij nog eens twaalf willekeurige slachtoffers afslacht? Wat dan?’
‘Ik zeg niet dat er geen risico is. Maar het alternatief is dat hij zich terugtrekt in het diepe. Op dit moment hebben we hem naar de oppervlakte getrokken. Bijna binnen handbereik. Ik wil hem daar houden, zijn angst opwekken, hem iets doms laten doen. Wat betreft het potentiële afslachten van onschuldige mensen; we kunnen de factor willekeur uit zijn besluit wegnemen. We geven hem een specifiek doelwit en gebruiken dat om hem in de val te lokken.’
‘Doelwit?’ Esti sperde haar chocoladebruine ogen open.
‘We moeten hem krijgen waar we willen. Het is niet genoeg om het dreigingsniveau te verhogen en hem over de rand te duwen. We moeten de reactie die we provoceren in de hand kunnen houden – in een beheersbare richting, binnen een beheersbare tijd.’
Ze leek niet overtuigd.
Gurney ging verder. ‘We lokken hem in de val, genereren de reactie die we willen en hengelen hem binnen, op een tijd en plaats van onze keuze.’
‘Je zegt het zo gemakkelijk. Maar het is toch heel riskant, nietwaar?’
‘Ja, maar niet zo riskant als het alternatief. Jack heeft Peter Pan beschreven als een moordmachine. Daar ben ik het mee eens. Dat is wat hij doet. Heeft hij altijd gedaan, vanaf zijn kindertijd. En als hij zijn zin krijgt zal dat altijd zo blijven. Hij is als een dodelijke ziekte waarvan niemand weet hoe je haar moet stoppen. Ik zie geen risicoloze opties. Of we laten de moordmachine draaien en krijgen nog meer lijken of we doen wat we kunnen om de machine te blokkeren.’
‘Of,’ opperde Esti aarzelend, ‘we kunnen alles wat we hebben nu overdragen aan het bci en laten hen het verder uitzoeken. Zij hebben de middelen. Wij niet. En die middelen kunnen...’
‘Het bci kan doodvallen!’ gromde Hardwick.
Esti zuchtte en wendde zich tot Gurney. ‘Dave? Wat vind jij?’
Gurney zei niets. Zijn geest was in de ban van een al te levendige herinnering. Een misselijkmakende klap. Een rode bmw die wegreed... door een lange straat in de stad... met gierende banden de bocht om... uit het zicht... voor altijd verdwenen. Maar niet uit zijn geheugen. Het slachtoffer van een aanrijding lag verminkt in de goot. Een jongetje van vier jaar. Zijn eigen Danny. En de duif waar Danny achteloos achteraan was gelopen, de straat op, die steeg op met fladderende vleugels, geschrokken maar niet gewond en vloog weg.
Waarom had hij daar ter plekke niet een auto aangehouden?
Waarom was hij niet achter de moordenaar aan gegaan, meteen, tot aan de poorten van de hel?
Soms veroorzaakte de herinnering tranen. Soms alleen pijn in zijn keel. En soms een vreselijke woede.
Die woede voelde hij nu.
‘Dave?’
‘Ja?’
‘Denk je dat het tijd wordt om de zaak over te dragen aan het bci?’
‘Overdragen? En ophouden met ons werk?’
Ze knikte. ‘Het valt meer binnen hun...’
Hij liet haar niet uitpraten. ‘Nee. Nog niet.’
‘Hoezo, nog niet?’
‘Ik denk niet dat we Panikos moeten laten ontsnappen. En als we ophouden, is dat wat er zal gebeuren.’
Eventuele andere argumenten die ze had willen inbrengen leken weg te smelten. Misschien kwam het door het graniet in Gurneys stem. Of de vastberadenheid in zijn ogen. De boodschap was duidelijk. Hij was niet van plan ook maar iets aan een ander over te dragen.
Niet zolang de moordenaar nog binnen handbereik was.
Niet zolang de rode bmw nog in zicht was.
Nadat ze een pauze hadden genomen om hun telefoon te checken op sms’jes en voicemails, zette Gurney een derde pot koffie en opende de dubbele deuren om de zachte augustuslucht binnen te laten. Zoals altijd werd hij verrast door de geuren van warme aarde, gras, wilde bloemen. Het leek wel of hij niet in staat was te onthouden hoe de natuur rook.
Toen ze weer om de grote tafel zaten, zocht Esti de blik van Gurney. ‘Jij bent degene die lijkt te weten hoe we verder moeten gaan. Heb je bepaalde stappen in gedachten?’
‘Eerst moeten we besluiten wat de inhoud is van onze boodschap aan Panikos. Vervolgens het kanaal van communicatie, de identiteit van het doelwit dat we hem willen voorschotelen, de timing, de noodzakelijke voorbereiding, en...’
‘Langzaamaan, alsjeblieft. Eén ding tegelijk. De inhoud van de boodschap? Bedoel je dat we hem moeten vertellen dat we iets weten over zijn geheim?’
‘Juist. En dat we dat op een specifieke tijd zullen onthullen.’
‘En het kanaal? Bedoel je daarmee hoe we dat bericht aan hem overbrengen?’
‘Je hebt het vanochtend zelf gezegd. Criminal Conflict. Brian Bork. Ik wed dat Panikos het gesprek van Bork met Lex heeft gezien. En hij heeft waarschijnlijk ook Borks gesprek met Jack gezien na de branden in Cooperstown.’
Esti trok een gezicht. ‘Ik weet dat ik Bork heb genoemd, maar nu ik erover nadenk, kan ik me onze gestoorde moordenaar niet voorstellen terwijl hij tv zit te kijken.’
‘Mogelijk heeft hij een zoekprogramma-alarm dat reageert op bepaalde namen: Spalter, Gurikos, Bincher – dus als er promotie wordt gemaakt voor een aankomend nieuwsprogramma of iets anders in de media dat aan de zaak is gerelateerd, weet hij ervan.’
Ze reageerde met een ongemakkelijk knikje.
Er was een spoor van opwinding in Hardwicks ogen. ‘Ik heb een open uitnodiging van Eikel Bork om nieuwe details over de zaak te komen vertellen. Dus we kunnen elke boodschap doorgeven die we willen.’
Esti wendde zich tot Gurney. ‘Wat ons brengt bij iets wat je zei dat me niet beviel. Het doelwit. Wat bedoelde je daarmee?’
Hardwick kwam ertussen. ‘Dat is eenvoudig, liefje. Hij wil de kleine Peter tegen ons opzetten.’
Ze knipperde met haar ogen. ‘Dave? Bedoelde je dat?’
‘Alleen als we zeker weten dat we de situatie onder controle kunnen houden. En dat hij in onze val trapt, en wij niet in de zijne.’
Haar uitdrukking was een en al bezorgdheid.
‘Maar,’ voegde Gurney daar snel aan toe, ‘ik maak “ons” niet werkelijk tot doelwit.’
Ze staarde hem aan. ‘Wie dan?’
Hij glimlachte. ‘Mezelf.’
Hardwick schudde zijn hoofd. ‘Het zou logischer zijn als ik het doelwit was. Ik was degene die verscheen bij Criminal Conflict. Hij zal mij als Vijand Nummer Een beschouwen.’
‘Meer als een vijand van de Staatspolitie, als ik me je tirade herinner.’
Hardwick negeerde die kritiek en boog zich naar voren. Hij stak zijn wijsvinger op om te benadrukken wat hij ging zeggen. ‘Weet je, er is nog iets anders. Ik heb zitten nadenken over die schoten die mijn stroom- en telefoonkabels hebben geraakt. Naast een mogelijke waarschuwing – horen, zien en zwijgen – kan er een tweede bedoeling achter hebben gezeten. Iets praktischers.’ Hij zweeg even om zich ervan te vergewissen dat hij hun volledige aandacht had.
Gurney had het gevoel dat hij wist wat er zou komen.
‘Die Bolo met wie jij hebt gesproken beweerde dat Panikos het gebouw aan Axton Avenue bijna een week voor de moord op Carl heeft bezocht. Waarom? Misschien wel om de volgende reden. Een obsessief-compulsieve sluipschutter wil zijn telescoopvizier misschien ruim voor die tijd in kunnen stellen, op de feitelijke locatie. Wat denk je?’
Gurney knikte bewonderend. Van tijd tot tijd vond hij het prettig geruststellend dat Hardwick onder zijn irritante buitenkant nog altijd een solide, inzichtelijke rechercheur bleek te zijn.
Esti keek bedenkelijk. ‘Wat heeft dat te maken met de schoten op jouw huis?’
‘Als hij mijn kabels in het vizier van zijn telescoop kon krijgen en ze kapot kon schieten, wist hij dat hij me van die afstand ook met een kogel tussen de ogen kon treffen als ik de deur uit stapte.’
Esti probeerde niet al te geschokt te lijken. ‘Een praktijkoefening op locatie? Voorbereiding? Denk je dat dat de bedoeling was van die schoten vanaf de heuvel?’
Uit de speculatieve opwinding in Hardwicks ogen werd duidelijk dat dat precies was wat hij bedoelde.
Toen zei Esti iets.
En Hardwick gaf haar antwoord.
Toen zei zij iets anders.
En daar reageerde hij weer op.
Maar geen van die woorden werd door Gurney geregistreerd. Geen lettergreep nadat Esti ‘die schoten vanaf de heuvel’ had gezegd.
Want zijn geest had een sprongetje gemaakt van Hardwicks huis naar zijn eigen terrein. En nu kon hij alleen nog maar denken aan wat een enkel schot vanaf Barrow Hill had kunnen uitrichten.
Twintig minuten later, met zijn besmeurde tuinschep in een hoek, stond Gurney boven de gootsteen in de bijkeuken. Hij staarde met intense concentratie naar het provisorisch schoongespoelde karkas van de haan die hij zojuist had opgegraven uit zijn met stenen bedekte graf. Op het modderige aanrecht naast de gootsteen lag een van Madeleines zijden sjaals, vuil en met bloed bevlekt, die ze had gebruikt om het lijkje van Horace in te wikkelen.
Esti en Hardwick, die geen antwoord hadden gekregen op hun herhaalde vragen, stonden in de deuropening en keken met groeiende bezorgdheid toe. Gurney, die zo min mogelijk probeerde te ademen vanwege de rottende stank, boog zich over het dode beest en bestudeerde zo goed als hij kon hoe hij aan zijn eind was gekomen. Toen hij tevreden was over zijn informele post mortem ging hij rechtop staan. Hij draaide zich om en gaf enige uitleg.
‘Madeleine had drie kippen en een haan. Die haan heette Horace.’ Hij voelde een steekje van droefheid terwijl hij die naam uitsprak. ‘Toen ze hem onlangs in het gras vond, dacht ze dat een wezel hem de kop had afgebeten. Iemand had ons verteld dat wezels dat doen.’ Hij voelde zijn lippen verstijven van woede terwijl hij sprak. ‘In zekere zin had ze gelijk. Het was een wezel met een sluipschuttersgeweer.’
Aanvankelijk toonde het gelaat van Esti slechts verwarring. Toen drong de betekenis van Gurneys woorden tot haar door. ‘O, godallemachtig!’
‘Verdomme!’ zei Hardwick.
‘Ik weet niet of dit een oefening met zijn telescoop was voor de toekomst of dat hij me gewoon wilde laten weten dat ik me koest moet houden,’ zei Gurney. ‘Maar hoe dan ook, die kleine smeerlap heeft me kennelijk in de smiezen.’
