18

Een kwestie van geslacht

Verbijstering had de kracht om sommige mensen tot stilstand te brengen. Op Gurney had het een tegenovergesteld effect. Een tegenstrijdigheid – het schot kon niet zijn afgevuurd door het raam waardoor het moest zijn afgevuurd – werkte op hem als amfetamine.

      Er waren dingen die hij onmiddellijk wilde controleren in het dossier. In plaats van in het kale appartement te blijven liep hij met de bruingele envelop terug naar de auto, opende deze op de voorstoel en begon door het originele rapport te bladeren. Het was onderverdeeld in twee secties, overeenkomstig de twee verschillende locaties van de plaats delict – de plaats van het slachtoffer en de plek van de schutter – met afzonderlijke foto’s, beschrijvingen en verzameld bewijsmateriaal van elke plaats.

      Het eerste dat hem opviel was een vreemde omissie. Er werd in het rapport noch in een later rapport melding gemaakt van de obstructie door de lichtmast. Er was een telefoto van het gebied van het Spalter-graf via het raam van het appartement, maar door de afwezigheid van een schaalaanduiding van de positie van Carl op het moment dat hij werd geraakt, was het probleem van de zichtlijn niet duidelijk.

      Hij vond al snel nog een vreemde omissie. Er werd geen melding gemaakt van beveiligingsvideo’s. Ongetwijfeld had iemand hun aanwezigheid gecontroleerd in en rond het kerkhof, net als op Axton Avenue. Het was moeilijk te geloven dat zo’n routineprocedure over het hoofd was gezien en nog moeilijker te geloven dat het was onderzocht zonder dat het resultaat in het rapport terecht was gekomen.

      Hij stopte het dossier onder zijn stoel, stapte uit en sloot de portieren af. Hij keek langs de woonblokken en zag alleen de drie winkels die nog daadwerkelijk in bedrijf leken. De voormalige RadioShack, die nu helemaal geen naam leek te hebben; River Kings Pizza; en iets wat Dizzy Daze heette, met een etalage vol opgeblazen ballonnen zonder enige indicatie van wat er werd verkocht.

      Het dichtst bij hem was de elektronicazaak zonder naam. Toen Gurney naar de winkel liep, zag hij twee afgedrukte mededelingen op de glazen deur: ‘Opgeknapte tabletcomputers vanaf $ 199’ en: ‘Ben om 14.00 uur terug’. Gurney keek op zijn horloge. Het was 14.09 uur. Hij voelde aan de deur. Gesloten. Hij begon naar River Kings te lopen, met de extra bedoeling om een cola en een paar stukken pizza te kopen toen een authentieke gele Corvette naast de stoeprand stopte. Het stel dat uitstapte was minder ongerept. De man was eind veertig, zwaargebouwd, met meer haar op zijn armen dan op zijn hoofd. De vrouw was ietsje jonger met piekig blauw en blond haar, een breed Slavisch gezicht en grote borsten die tegen de knopen van een halfopen roze sweater drukten. Terwijl ze zich op onthullende wijze uit de lage stoelen worstelde liep de man naar de deur van de elektronicazaak, draaide het slot open en keek naar Gurney. ‘Wilt u iets?’ Het was evenzeer een uitdaging als een uitnodiging.

      ‘Ja. Maar het is nogal ingewikkeld.’

      De man haalde zijn schouders op en gebaarde naar de vrouw, die zichzelf eindelijk van de auto had losgemaakt. ‘Praat maar met Sophia. Ik moet iets doen.’ Hij ging naar binnen en liet de deur achter zich openstaan.

      Sophia liep langs Gurney de winkel in. ‘Moet altijd iets doen.’ De stem was even Slavisch als de jukbeenderen. ‘Hoe ik helpen u?’

      ‘Hoe lang hebt u deze winkel al?’

      ‘Lang? Hij had hem jaren, jaren, jaren. Wat u willen?’

      ‘Hebben jullie bewakingscamera’s?’

      ‘Bewaking?’

      ‘Camera’s die mensen in de winkel opnemen, op straat, als ze binnenkomen, weggaan, misschien als ze stelen.’

      ‘Stelen?’

      ‘Stelen van u.’

      ‘Mij?’

      ‘Stelen uit de winkel.’

      ‘Uit de winkel. Ja. Stomme klootzakken proberen uit de winkel te stelen.’

      ‘Dus jullie hebben videocamera’s?’

      ‘Video, ja.’

      ‘Was u hier negen maanden geleden toen de beroemde schietpartij op Carl Spalter plaatsvond?’

      ‘Ja. Beroemd. Hier. Stomme vrouw daarboven schiet hem neer.’ Sophia gebaarde breeduit in de richting van Willow Rest. ‘Moeders begrafenis. Eigen moeder. Wat vindt u daarvan?’ Ze schudde haar hoofd alsof ze wilde zeggen dat een slechte daad tijdens de begrafenis van een moeder de dader twee keer zo veel pijn in de hel zou moeten opleveren.

      ‘Hoe lang bewaren jullie de beveiligingsopnames of de digitale bestanden?’

      ‘Lang?’

      ‘Hoeveel tijd? Hoeveel weken of maanden? Bewaren jullie de opnames of wordt alles periodiek gewist?’

      ‘Meestal gewist. Niet van die stomme vrouw.’

      ‘Hebben jullie een kopie van de videobeelden van de dag dat Spalter werd neergeschoten?’

      ‘Agent heeft alles meegenomen, niets meer over. Veel geld had gekund. Stomme klootzakagent.’

      ‘Een agent heeft jullie videobeelden meegenomen?’

      ‘Zeker.’

      Sophia stond achter een toonbank met een display van mobieltjes die in een soort u-vorm om haar heen stond. Achter de u was een halfopen deur waardoor Gurney een rommelig kantoor ontwaarde. Hij hoorde een mannenstem aan de telefoon, maar hij kon niet opmaken wat er werd gezegd.

      ‘Heeft hij ze nooit teruggebracht?’

      ‘Nooit. Op video man krijgt kogel in hoofd. Weet u hoeveel geld tv daarvoor geeft?’

      ‘Op uw video was te zien hoe de man werd getroffen op het kerkhof aan de overkant van de rivier?’

      ‘Zeker. Camera aan de voorkant ziet alles. Hi-def. Zelfs achtergrond. Beste kwaliteit. Allemaal automatische functies. Kost duur.’

      ‘De politieman die...’

      De deur achter haar ging wijder open en de harige man kwam naar de balie. Zijn uitdrukking verdiepte de lijnen van argwaan en wrok die zijn gelaatstrekken kenmerkten.

      ‘Niemand heeft hier iets meegenomen,’ zei hij. ‘Wie bent u?’

      Gurney keek de man uitdrukkingsloos aan. ‘Speciaal onderzoeker bezig met de afhandeling van de Spalter-zaak. Hebben jullie direct contact gehad met een rechercheur die Mick Klemper heette?’

      De uitdrukking van de man bleef rustig. Te rustig, te lang. Toen schudde hij langzaam zijn hoofd. ‘Dat herinner ik me niet.’

      ‘Was Mick Klemper de “stomme klootzak” die volgens de dame hier jullie videobeelden heeft meegenomen en nooit teruggebracht?’

      Hij keek haar overdreven verbaasd aan. ‘Waar heb je het over?’

      Ze beantwoordde zijn blik met overdreven verwarring. ‘Agenten hebben niks meegenomen?’ Ze glimlachte onschuldig naar Gurney. ‘Dat zal dan wel. Weer fout. Heel vaak. Misschien te veel gedronken. Harry weet het, kan het beter onthouden dan ik. Ja toch, Harry?’

      Harige Harry grijnsde naar Gurney. Zijn ogen glommen als zwarte knikkers. ‘Ziet u wel? Niemand heeft iets meegenomen. Gaat u nu. Tenzij u een tv wilt kopen. Groot scherm, geschikt voor internet. Goede prijs.’

      Gurney grijnsde terug. ‘Ik zal erover nadenken. Wat noemt u een goede prijs?’

      Harry draaide zijn handpalmen omhoog. ‘Hangt ervan af. Vraag en aanbod. Het leven lijkt net veilig, begrijpt u wel? Maar goede prijs altijd voor u. Altijd goede prijzen voor politiemans.’

 

Verderop langs de avenue leek de winkel met de ballonnen bij nader inzien toch niet in bedrijf te zijn. De lage zon verlichtte het raam op zo’n manier dat het leek of hij vol stond met felle lampen. En het bereik van de beveiligingscamera bij River Kings Pizza was beperkt tot een klein gebied bij de kassa. Dus tenzij de moordenaar honger had gehad viel daar niets van te verwachten.

      Maar de situatie bij de elektronicawinkel had Gurney hevig aan het denken gezet. Als hij moest raden, zou hij zeggen dat Klemper iets onwelgevalligs op de beveiligingsvideo had ontdekt en had besloten dat het moest verdwijnen. Als dat zo was, konden er verschillende manieren zijn gebruikt om Harry te doen zwijgen. Misschien wist Klemper dat de elektronicawinkel een dekmantel was voor een of andere activiteit. Of misschien wist hij dingen over Harry waarvan Harry vond dat andere mensen het beter niet konden weten.

      Maar Gurney besefte wel dat dit puur speculatie was. Hij besloot door te gaan naar de volgende vraag. Als de kogel niet van dat specifieke appartement kon komen, waar was hij dan wel vandaan gekomen? Hij keek over het riviertje naar Paulettes blauwe paraplu die nog steeds open was geklapt en de plek markeerde waar Carl was neergevallen.

      Toen hij de façades van de gebouwen langs de avenue bekeek, zag hij dat de kogel uit elk van de veertig of vijftig ramen die uitkeken op Willow Rest had kunnen komen. Zonder een manier om die keuze te beperken zou dat een enorm onderzoek vergen. Maar wat was het nut? Als kruitpoeder overeenkomend met de lading van een .220 Swift-patroon in het eerste appartement was gevonden, dan moest dat .220-geweer daar zijn afgevuurd. Moest hij geloven dat het was gebruikt om op Carl Spalter te schieten vanuit een ander appartement, en vervolgens naar het ‘onmogelijke’ appartement was gebracht, nogmaals afgevuurd en daar achtergelaten op zijn driepoot? Als dat zo was, moest het een appartement zijn dat dichtbij was.

      Het meest dichtbije was natuurlijk het naastgelegen appartement. Dat werd bewoond door de man die zichzelf Bolo noemde. Gurney liep de lobby in, nam de trap met twee treden tegelijk, liep meteen naar Bolo’s deur en klopte zachtjes aan.

      Er was geluid van snel bewegende voeten, er werd iets verschoven, misschien een lade die werd geopend en dichtgeschoven – een deur werd dichtgedaan, toen weer geluiden van voeten net achter de deur waar Gurney stond. Intuïtief stapte hij opzij, standaardprocedure als je reden had om aan te nemen dat je een onvriendelijk welkom kon verwachten. Voor het eerst sinds zijn aankomst in Long Falls vroeg hij zich af of het wel verstandig was geweest om ongewapend te komen.

      Hij klopte nogmaals, erg voorzichtig. ‘Hallo Bolo, ik ben het.’

      Hij hoorde de scherpe klik van twee grendels en de deur ging op een kiertje open – net zover als de twee kettingen toelieten.

      Bolo’s gezicht dook op in de opening. ‘Allemachtig, je bent terug. De man die alles kwam bekijken. Alles is een grote puinhoop, man. Wat nu?’

      ‘Lang verhaal. Mag ik uit je raam kijken?’

      ‘Dat is grappig.’

      ‘Mag dat?’

      ‘Echt? Geen flauwekul? Wilt u uit mijn raam kijken?’

      ‘Het is belangrijk.’

      ‘Ik heb heel wat teksten gehoord, maar dit is een goede.’ Hij sloot de deur, maakte de kettingen los en deed de deur verder open. Hij droeg een gele basketbaltrui die tot zijn knieën reikte. Verder niets misschien. ‘Mag ik uit uw raam kijken? Die moet ik onthouden.’ Hij deed een stap achteruit om Gurney binnen te laten.

      Het appartement was identiek aan dat bij de buren. Gurney keek in de keuken en toen door de kleine hal waar het toilet was. De deur was dicht.

      ‘Hebt u bezoek?’ vroeg Gurney.

      De gouden tand verscheen weer. ‘Een bezoekster. Ze wil niet dat iemand haar ziet.’ Hij wees naar het raam aan de andere kant van de grote kamer. ‘Wilt u naar buiten kijken? Ga uw gang.’

      Het zat Gurney dwars dat die toiletdeur gesloten was. Hij wilde liever niet iets onbekends achter zijn rug. ‘Misschien later.’ Hij stapte terug naar de deuropening, en stelde zich zodanig op dat hij elke beweging in het appartement maar ook in het trapportaal kon zien.

      Bolo knikte met een goedkeurend knipoogje. ‘Best. We moeten voorzichtig zijn. Geen donker steegje voor jou, man. Slim.’

      ‘Vertel me over Freddie.’

      ‘Wat ik al zei. Hij is verdwenen. Als je je inlaat met een klootzak, word je verneukt. Hoe groter de klootzak, hoe erger je wordt verneukt.’

      ‘Freddie heeft bij het proces van Kay Spalter getuigd dat ze in het appartement naast het uwe was op de dag dat haar echtgenoot werd neergeschoten. Dat wist u, nietwaar?’

      ‘Dat wist iedereen.’

      ‘Maar hebt u zelf ook Kay gezien?’

      ‘Dat dacht ik wel, iemand zoals zij.’

      ‘Wat betekent dat?’

      ‘Wat ik al tegen die andere agent heb gezegd.’

      ‘Ik wil het van u horen.’

      ‘Ik heb een klein... klein persoon gezien, zag eruit als een vrouw. Klein, mager. Als een danser. Er is een woord voor. Petite. Kent u dat woord? Echt een hotshit woord. Bent u verbaasd dat ik dat woord ken?’

      ‘U zei “zag eruit als een vrouw”. Maar u weet het niet zeker?’

      ‘De eerste keer dacht ik van wel. Maar moeilijk te zeggen. Zonnebril. Grote hoofdband. Grote sjaal.’

      ‘De eerste keer? Hoe vaak...?’

      ‘Twee keer. Dat heb ik tegen die andere agent gezegd.’

      ‘Was ze twee keer hier? Wanneer was de eerste keer?’

      ‘Zondag. De zondag voor de begrafenis.’

      ‘Bent u zeker over de dag?’

      ‘Moest zondag zijn. Was mijn enige dag vrij. Van die verdomde autowasserette. Ik ga naar QuickBuy voor sigaretten, loop de trap af. Die petite persoon komt de trap op, loopt langs me heen, snapt u? Onder aan de trap schiet me te binnen dat ik geen geld bij me heb. Ik loop terug omhoog om het te halen. Nu staat ze daar, buiten de deur, iets achter waar u nu staat. Ik ga meteen naar binnen om mijn geld te pakken.’

      ‘U vroeg haar niet wat ze daar deed, wie ze zocht?’

      Hij barstte uit in een scherp lachje. ‘Shit man, nee. Hier kun je je maar beter met niemand bemoeien. Iedereen heeft zijn eigen zaken. Geen vragen.’

      ‘Ging ze het appartement in? Hoe? Met een sleutel?’

      ‘Ja. Een sleutel. Hoe anders?’

      ‘Hoe weet u dat ze een sleutel had?’

      ‘Dat hoorde ik. Dunne muren. Goedkoop. Sleutel om de deur te openen. Gemakkelijk te herkennen geluid. Hé, nu ik eraan denk. Het moest beslist een zondag zijn. Bimbam. Kerk bij de rivier, twaalf uur elke zondag. Bimbam, bimbam. Twaalf keer, verdomme.’

      ‘Hebt u die kleine persoon nog eens gezien?’

      ‘Ja. Niet op die dag. Pas op de dag van de aanslag.’

      ‘Wat hebt u gezien?’

      ‘Die keer is het vrijdag. Ochtend. Tien uur. Voordat ik naar de autowasserette ga. Ik ga naar buiten, kom terug met pizza.’

      ‘Om tien uur ’s ochtends?’

      ‘Ja, goed ontbijt. Ik kom terug, ik zie dat kleine mens dit gebouw binnenlopen. Dezelfde. Petite. Loopt heel snel, met een doos, of iets kleurigs, ingepakt. Als ik binnenkom, is die kleine boven aan de trap, ja, ik weet zeker dat het een ingepakte doos is, zoiets als voor Kerstmis. Lange doos, meer dan een meter lang. Kerstpapier. Wanneer ik boven kom, is de kleine persoon al naar binnen, maar de deur staat nog open.’

      ‘En?’

      ‘Kleine persoon is op de wc. Ik denk, vandaar al die haast, misschien staat de deur daarom nog open.’

      ‘En?’

      ‘En het is waar, kleine persoon in de wc moet veel pissen. Dan weet ik het zeker.’

      ‘Wat?’

      ‘Het geluid.’

      ‘Wat bedoelt u?’

      ‘Het klopte niet.’

      ‘Wat klopte niet?’

      ‘Mannen en vrouwen, het geluid is anders wanneer ze pissen. Je weet wel.’

      ‘En wat u hoorde was...’

      ‘Absoluut het geluid van een pissende man. Kleine man misschien. Maar absoluut man.’

Peter Pan moet sterven
titlepage.xhtml
559a67aa2bb572.html
559a67aa2bb573.html
559a67aa2bb574.html
559a67aa2bb575.html
559a67aa2bb576.html
559a67aa2bb577.html
559a67aa2bb578.html
559a67aa2bb579.html
559a67aa2bb5710.html
559a67aa2bb5711.html
559a67aa2bb5712.html
559a67aa2bb5713.html
559a67aa2bb5714.html
559a67aa2bb5715.html
559a67aa2bb5716.html
559a67aa2bb5717.html
559a67aa2bb5718.html
559a67aa2bb5719.html
559a67aa2bb5720.html
559a67aa2bb5721.html
559a67aa2bb5722.html
559a67aa2bb5723.html
559a67aa2bb5724.html
559a67aa2bb5725.html
559a67aa2bb5726.html
559a67aa2bb5727.html
559a67aa2bb5728.html
559a67aa2bb5729.html
559a67aa2bb5730.html
559a67aa2bb5731.html
559a67aa2bb5732.html
559a67aa2bb5733.html
559a67aa2bb5734.html
559a67aa2bb5735.html
559a67aa2bb5736.html
559a67aa2bb5737.html
559a67aa2bb5738.html
559a67aa2bb5739.html
559a67aa2bb5740.html
559a67aa2bb5741.html
559a67aa2bb5742.html
559a67aa2bb5743.html
559a67aa2bb5744.html
559a67aa2bb5745.html
559a67aa2bb5746.html
559a67aa2bb5747.html
559a67aa2bb5748.html
559a67aa2bb5749.html
559a67aa2bb5750.html
559a67aa2bb5751.html
559a67aa2bb5752.html
559a67aa2bb5753.html
559a67aa2bb5754.html
559a67aa2bb5755.html
559a67aa2bb5756.html
559a67aa2bb5757.html
559a67aa2bb5758.html
559a67aa2bb5759.html
559a67aa2bb5760.html
559a67aa2bb5761.html
559a67aa2bb5762.html
559a67aa2bb5763.html
559a67aa2bb5764.html
559a67aa2bb5765.html
559a67aa2bb5766.html
559a67aa2bb5767.html
559a67aa2bb5768.html
559a67aa2bb5769.html
559a67aa2bb5770.html
559a67aa2bb5771.html
559a67aa2bb5772.html
559a67aa2bb5773.html
559a67aa2bb5774.html
559a67aa2bb5775.html