46

De Spalter-broers

Het grootste deel van het laptopscherm werd gevuld door een mediumshot van een man in een comfortabele fauteuil. Gurney herkende Jonah Spalter van zijn foto op de website van de Cyberspace Cathedral. Hij was helder verlicht, op vakkundige wijze, zonder storende elementen in het videobeeld die af konden leiden van de sterke botstructuur van zijn gezicht. Zijn gezichtsuitdrukking had een geoefende kalmte, doorsneden met milde bezorgdheid. Hij staarde rechtstreeks in de camera, waardoor het leek alsof hij Gurney recht in de ogen keek.

      ‘Hallo, David. Ik ben Jonah.’ Als zijn stem een kleur had gehad, zou het een pasteltint zijn geweest. ‘Is het goed als ik je “David” noem? Of heb je liever “rechercheur Gurney”?’

      ‘David is prima. Bedankt dat je contact wilde opnemen.’

      Een klein knikje, een flauwe glimlach, een hint van bezorgdheid in de ogen zoals je die wel zag bij sociaal werkers. ‘Je e-mail was dringend van toon, en er stonden een paar alarmerende zinsneden in. Wat kan ik voor je doen?’

      ‘Hoeveel weet je van de poging om de veroordeling van je schoonzus terug te draaien?’

      ‘Ik weet dat die poging heeft geresulteerd in de moord op haar belangrijkste advocaat, samen met zes van zijn buren.’

      ‘Nog meer?’

      ‘Ik weet dat de heer Bincher ernstige aantijgingen van corruptie bij de politie heeft gedaan. In je e-mail aan mij had je het ook over corruptie, en ook over “familiekwesties”. Dat kan van alles betekenen. Misschien kun je het uitleggen.’

      ‘Het is een terrein waarop het officiële onderzoek zich zal richten.’

      ‘Officiële onderzoek?’

      ‘De moord op Lex Bincher zal het bci dwingen om opnieuw naar de moord op je broer te kijken. Niet alleen het bci, maar waarschijnlijk ook het om, aangezien de corruptiebeschuldigingen in het hoger beroep van Kay zijn gericht op het bci. Op dat moment zullen we het nieuwe bewijsmateriaal dat we hebben ontdekt overhandigen – dat erop wijst dat Kay slachtoffer is geworden van een list. Dus zullen er, door wie dan ook, vragen worden gesteld over wie, afgezien van Kay, er financieel profiteerde van Carls dood.’

      ‘Nou,’ zei Jonah, met grote boze ogen, ‘daar hoor ik in ieder geval zeker bij.’

      ‘Klopt het dat jij en je broer niet met elkaar konden opschieten?’

      ‘Niet met elkaar konden opschieten?’ Hij lachte zachtjes, meesmuilend. ‘Dat zou een understatement zijn.’ Hij sloot even zijn ogen en schudde zijn hoofd, alsof hij werd overmand door gedachten aan zijn broer. Toen hij weer sprak was zijn toon scherper. ‘Weet je waar ik nu ben?’

      ‘Ik heb geen idee.’

      ‘Dat heeft niemand. Dat is het punt.’

      ‘Welk punt?’

      ‘Carl en ik konden nooit met elkaar overweg. Toen we jonger waren deed dat er niet veel toe. Hij had zijn vrienden en ik de mijne. Toen, zoals je weet, het is geen geheim, werden we door onze vader samengebracht in de walgelijke wereld van Spalter Realty. Toen veranderde “niet met elkaar kunnen opschieten” in iets giftigs. Toen ik was gedwongen om op dagelijkse basis met Carl samen te werken... besefte ik dat ik met meer te maken had dan alleen een moeilijke broer. Ik had te maken met een monster.’ Jonah zweeg even, alsof hij die term ruimte wilde geven om zich te ontplooien in Gurneys verbeelding.

      Het klonk Gurney in de oren als een toespraak die Jonah eerder had opgezegd – een vaak herhaalde verklaring van een verschrikkelijke relatie.

      ‘Ik zag Carl evolueren van een egoïstische, agressieve zakenman in een volkomen sociopaat. Naarmate zijn politieke ambitie groeide werd hij aan de buitenkant charmanter, magnetischer, charismatischer. Vanbinnen rotte hij weg tot niets, een zwart gat van hebzucht en ambitie. In Bijbelse termen was hij de ultieme “schijnheilige”. Hij trok op met gelijkgezinden. Meedogenloze mensen. Grote criminelen. Maffiatypes als Donny Angel. Moordenaars. Carl wilde enorme hoeveelheden geld uit Spalter Realty halen om zijn megalomane plannen met die mensen te financieren, evenals zijn extreem hypocriete kandidaatstelling voor het gouverneurschap. Hij bleef me onder druk zetten om in te stemmen met onethische transacties waar ik niet mee wilde instemmen en ook niet kon. Ethiek, moraal, legaliteit – geen van die woorden betekende iets voor hem. Ik begon bang voor hem te worden. Eigenlijk is dat woord niet sterk genoeg. De waarheid is dat hij me beangstigde. Ik ging geloven dat er niets was wat hij niet zou doen om zijn zin te krijgen. Soms... was de blik in zijn ogen echt duivels. Alsof al het kwaad van de wereld in die blik was geconcentreerd.’

      ‘Hoe ben je daarmee omgegaan?’

      ‘Omgegaan?’ Weer dat flauwe, meesmuilende glimlachje, gevolgd door een gedempte stem, bijna alsof hij iets opbiechtte. ‘Ik ben weggelopen.’

      ‘Hoe?’

      ‘Ik bleef me verplaatsen. Letterlijk. Een van de zegeningen van de huidige technologie is dat je bijna alles overal kunt doen. Ik heb een camper gekocht, uitgerust met de benodigde communicatieapparatuur, en heb die tot hoofdkwartier gemaakt van de Cyberspace Cathedral. Een proces waarin ik de hand van de Voorzienigheid heb leren zien. Het goede kan voortkomen uit het kwade, als het goede je doel is.’

      ‘En het goede in dit geval is...?’

      ‘Geen vaste geografische locatie hebben, in zekere zin nergens te zijn. Mijn enige locatie is het internet geworden, en het internet is overal. Wat de ideale locatie is gebleken voor de Cathedral. De alomtegenwoordige, wereldwijde Cyberspace Cathedral. Snap je wat ik bedoel, David? De noodzaak om mijn broer en zijn dodelijke trawanten uit de weg te gaan is getransformeerd tot een geschenk. Gods wegen zijn inderdaad ondoorgrondelijk. Op die waarheid stuiten we steeds weer opnieuw. Alles wat ervoor nodig is, is een open geest en een open hart.’ Jonah begon er steeds stralender uit te zien.

      Gurney vroeg zich af of er iets was veranderd aan de verlichting. Hij voelde de neiging om het beeld te temperen. ‘Toen kreeg je een tweede, groot geschenk met Carls dood.’

      Jonahs glimlacht verkilde. ‘Dat is waar. Wederom kwam er iets goeds voort uit iets kwaads.’

      ‘Kennelijk heel wat goeds. Ik heb gehoord dat de bezittingen van Spalter Realty meer dan vijftig miljoen dollar waard zijn. Is dat waar?’

      Hij fronste zijn voorhoofd terwijl zijn mond bleef glimlachen. ‘In de markt van tegenwoordig valt dat onmogelijk te zeggen.’ Hij zweeg even, haalde zijn schouders op. ‘Maar ik neem aan dat het ongeveer zoiets moet zijn, met een ruime marge naar boven of beneden.’

      ‘Is het waar dat je vóór Carls dood niet bij dat geld kon komen, maar dat het nu allemaal naar jou gaat?’

      ‘Niet naar mij. Naar de Cathedral. Ik ben slechts een kanaal. De Cathedral is van het grootste belang. Veel belangrijker dan een individu. Het werk van de Cathedral is het enige wat ertoe doet. Het enige.’

      Gurney vroeg zich af of hij een niet al te subtiele bedreiging hoorde in deze nadrukkelijke prioriteit. Maar in plaats van er dieper op in te gaan besloot hij het gesprek een andere wending te geven. ‘Was je verrast door de moord op Carl?’

      Die vraag veroorzaakte Jonahs eerste zichtbare aarzeling. Hij zette zijn vingertoppen tegen elkaar voor de borst. ‘Ja en nee. Ja, omdat je aanvankelijk altijd schrikt van die ultieme vorm van geweld. Nee, omdat moord geen verrassend einde was van het leven dat Carl leidde. En ik kon me gemakkelijk voorstellen dat iemand die dicht bij hem stond tot zoiets extreems werd gedreven.’

      ‘Zelfs iemand als Kay?’

      ‘Zelfs iemand als Kay.’

      ‘Of iemand als jijzelf?’

      Jonah verpakte zijn antwoord in een oprechte frons. ‘Of iemand als ikzelf.’ Toen keek hij, tamelijk openlijk, op zijn horloge.

      Gurney glimlachte. ‘Nog een paar vragen.’

      ‘Ik heb over tien minuten een webcast, maar ga door.’

      ‘Wat vind je van Mick Klemper?’

      ‘Wie?’

      ‘De belangrijkste onderzoeker van de moord op Carl.’

      ‘Aha. Ja. Wat ik van hem vind? Ik dacht dat hij mogelijk een drankprobleem had.’

      ‘Heeft hij je verhoord?’

      ‘Ik zou het geen verhoor willen noemen. Hij heeft die dag een paar eenvoudige vragen gesteld op het kerkhof. Hij heeft mijn contactgegevens genoteerd, maar hij heeft niets meer laten horen. Hij kwam niet op me over als erg grondig... of betrouwbaar.’

      ‘Zou het je verbazen als je hoorde dat hij met bewijsmateriaal heeft gerommeld?’

      ‘Ik kan niet zeggen dat dat een schok zou zijn.’ Hij hield zijn hoofd nieuwsgierig schuin. ‘Bedoel je dat hij illegale middelen heeft gebruikt om Kay veroordeeld te krijgen? Waarom?’

      ‘Ook dat is op dit moment nog vertrouwelijk gezien het hoger beroep. Maar het roept wel een belangrijke vraag op. Aangenomen dat Kay Carl niet heeft vermoord, moet het dus iemand anders zijn geweest. Ben je niet bezorgd over het feit dat de werkelijke moordenaar nog vrij rondloopt?’

      ‘Voor mijn eigen veiligheid? Helemaal niet. Carl en ik stonden recht tegenover elkaar bij elk zakelijk besluit, elke actie van Spalter Realty – en zo ook bij elke persoonlijke zaak die ooit tussen ons heeft gespeeld. We hebben nooit dezelfde vrienden gehad, dezelfde doelen, noem maar op. Het is uiterst onwaarschijnlijk dat we dezelfde vijand zouden hebben.’

      ‘Nog een laatste vraag.’ Gurney zweeg even, meer vanwege het dramatische effect dan vanwege onzekerheid. ‘Wat zou je zeggen als ik je vertelde dat de dood van je moeder mogelijk geen ongeluk was?’

      ‘Wat bedoel je?’ Hij knipperde met zijn ogen, leek verbijsterd.

      ‘Er is bewijsmateriaal aan het licht gekomen dat haar dood verbindt met die van Carl.’

      ‘Welk bewijsmateriaal?’

      ‘Daar kan ik niet op ingaan. Maar het lijkt overtuigend. Kun je een reden bedenken waarom de persoon die Carl als doelwit had ook je moeder als doelwit had?’

      Jonahs uitdrukking was een bevroren mengeling van emoties. De meest herkenbare was angst. Maar was het angst voor het onbekende? Of was het angst dat het onbekende bekend werd? Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik... ik weet niet wat ik moet zeggen. Luister, ik moet weten wat... ik bedoel, over wat voor bewijsmateriaal heb je het?’

      ‘Dat is op dit moment nog een vertrouwelijk onderdeel van de beroepszaak. Ik zal zorgen dat je zo snel mogelijk wordt geïnformeerd.’

      ‘Wat je zegt is... volkomen bizar.’

      ‘Dat moet haast wel zo lijken. Maar als je enige verklaring te binnen schiet, enig scenario dat die twee doden met elkaar in verband brengt, laat het me dan meteen weten.’

      Zijn enige reactie was een klein knikje.

      Gurney besloot nogmaals abrupt van richting te veranderen. ‘Wat vind je van Carls dochter?’

      Jonah slikte, verschoof in zijn stoel. ‘Vraag je me of zij... haar vader kan hebben vermoord? En ook haar oma?’ Hij leek in de war. ‘Ik heb geen idee. Alyssa is... geen gezond iemand, maar... haar vader? Haar oma?’

      ‘Op welke manier niet gezond? Kun je wat specifieker zijn?’

      ‘Nee. Nu niet.’ Hij keek op zijn horloge, alsof hij verbaasd was dat het al zo laat was. ‘Ik moet echt gaan. Echt. Sorry.’

      ‘Laatste vraag. Wie zou Carls dood nog meer kunnen hebben gewenst?’

      Hij draaide zijn handpalmen naar boven in een gebaar dat zijn frustratie over de vraag toonde. ‘Iedereen. Iedereen die dicht genoeg bij hem in de buurt kwam om de verrotting achter de glimlach te zien.’

      ‘Bedankt voor je hulp, Jonah. Ik hoop dat we elkaar nog eens kunnen spreken. Wat is trouwens het onderwerp van je webcast?’

      ‘Sorry, mijn wat?’

      ‘Je webcast.’

      ‘O.’ Hij zag er misselijk uit. ‘Het onderwerp van vandaag is Ons Pad naar Vreugde.’

Peter Pan moet sterven
titlepage.xhtml
559a67aa2bb572.html
559a67aa2bb573.html
559a67aa2bb574.html
559a67aa2bb575.html
559a67aa2bb576.html
559a67aa2bb577.html
559a67aa2bb578.html
559a67aa2bb579.html
559a67aa2bb5710.html
559a67aa2bb5711.html
559a67aa2bb5712.html
559a67aa2bb5713.html
559a67aa2bb5714.html
559a67aa2bb5715.html
559a67aa2bb5716.html
559a67aa2bb5717.html
559a67aa2bb5718.html
559a67aa2bb5719.html
559a67aa2bb5720.html
559a67aa2bb5721.html
559a67aa2bb5722.html
559a67aa2bb5723.html
559a67aa2bb5724.html
559a67aa2bb5725.html
559a67aa2bb5726.html
559a67aa2bb5727.html
559a67aa2bb5728.html
559a67aa2bb5729.html
559a67aa2bb5730.html
559a67aa2bb5731.html
559a67aa2bb5732.html
559a67aa2bb5733.html
559a67aa2bb5734.html
559a67aa2bb5735.html
559a67aa2bb5736.html
559a67aa2bb5737.html
559a67aa2bb5738.html
559a67aa2bb5739.html
559a67aa2bb5740.html
559a67aa2bb5741.html
559a67aa2bb5742.html
559a67aa2bb5743.html
559a67aa2bb5744.html
559a67aa2bb5745.html
559a67aa2bb5746.html
559a67aa2bb5747.html
559a67aa2bb5748.html
559a67aa2bb5749.html
559a67aa2bb5750.html
559a67aa2bb5751.html
559a67aa2bb5752.html
559a67aa2bb5753.html
559a67aa2bb5754.html
559a67aa2bb5755.html
559a67aa2bb5756.html
559a67aa2bb5757.html
559a67aa2bb5758.html
559a67aa2bb5759.html
559a67aa2bb5760.html
559a67aa2bb5761.html
559a67aa2bb5762.html
559a67aa2bb5763.html
559a67aa2bb5764.html
559a67aa2bb5765.html
559a67aa2bb5766.html
559a67aa2bb5767.html
559a67aa2bb5768.html
559a67aa2bb5769.html
559a67aa2bb5770.html
559a67aa2bb5771.html
559a67aa2bb5772.html
559a67aa2bb5773.html
559a67aa2bb5774.html
559a67aa2bb5775.html