48
Montell Jones
Nadat ze de video’s van de bewakingscamera’s twee keer hadden bekeken, vroeg Hardwick: ‘Kunnen we bewijzen dat Klemper deze in zijn bezit had ten tijde van het proces?’
‘Ik weet niet zeker of we kunnen bewijzen dat hij ze ooit heeft gehad. Het is mogelijk dat de eigenaar van de elektronicazaak is overgehaald een verklaring af te geven dat hij de video’s heeft ingeleverd, maar hij is nog onbetrouwbaarder dan Klemper. En bovendien...’
Esti onderbrak hem. ‘Maar je hebt Klemper om die opnames gevraagd en hij heeft ze aan jou gegeven.’
‘Ik heb hem verteld dat het er beter voor hem zou uitzien als ik die opnames kreeg. En de volgende dag lagen ze in mijn postbus. Jij en ik weten wat dat betekent. Maar wettelijk is dat nog geen bewijs. Hoe dan ook, wie de opnames had of wanneer is niet het belangrijkste. Het belangrijkste is wat erop staat.’
Hardwick leek te willen protesteren, maar Gurney drong aan. ‘Het belang van de kerkhofopname is dat het laat zien dat Carl precies op de plek wordt neergeschoten waar iedereen zei dat hij werd neergeschoten, wat in wezen bevestigt dat het schot onmogelijk vanuit het raam kan zijn gekomen zoals het team van Klemper beweert.’
Esti keek bezorgd. ‘Dit is de vierde keer dat ik je over die kogel hoor praten en de onmogelijkheid van die plek. Wat is volgens jou het antwoord?’
‘Eerlijk, Esti? Daar draai ik nog steeds omheen. Het fysieke en chemische bewijs in het appartement waar het moordwapen is gevonden zegt dat de kogel vanaf die plek moet zijn afgevuurd. Maar de zichtlijn naar het slachtoffer zegt dat dat niet kan.’
‘Dat doet me denken aan die Montell Jones-zaak in Schenectady. Weet je dat nog, Jack? Vijf, zes jaar geleden?’
‘Drugsdealer? Grote verdeeldheid over de vraag of het een rechtvaardige dood was?’
‘Juist.’ Ze wendde zich tot Gurney. ‘Een jonge politieman in een patrouillewagen rijdt zijn ronde in een drugsbuurt. Het is een mooie, zonnige dag. Dan krijgt hij een oproep dat er schoten zijn afgevuurd, ongeveer twee zijstraten verderop. Na tien seconden is hij ter plekke en stapt uit. Mensen op straat wijzen hem naar een brede steeg tussen twee pakhuizen, zeggen dat ze daar een paar minuten geleden twee schoten hebben gehoord. Hij is als eerste aanwezig, zou moeten wachten op versterking, maar dat doet hij niet. In plaats daarvan trekt hij zijn negen millimeter en stapt de steeg in. Op ongeveer vijftien meter van hem vandaan staat Montell Jones, de plaatselijke boef, gewelddadige drugsdealer met een superlang strafblad. Zoals de politieman het vertelde ziet hij dat Montell ook een negen millimeter in zijn hand heeft. Hij richt het langzaam op de politieman. Die schreeuwt hem toe dat hij zijn wapen moet laten vallen. Het pistool zakt niet. De politieman schiet één keer. Montell valt neer. Andere patrouillewagens arriveren. Montell bloedt uit een gat in zijn maag. De ambulance neemt hem mee, bij aankomst in het ziekenhuis wordt hij doodverklaard. Alles lijkt volkomen in orde. De jonge politieman is ongeveer vierentwintig uur lang een held. Dan stort alles in. Interne Zaken roept hem op en luistert naar zijn versie van de schietpartij. Hij twijfelt nergens aan. Alles is kristalhelder, hij staat tegenover Montell, zonnig, perfect zicht, Montells pistool dat wordt geheven. Hij schiet, Montell gaat neer. Einde verhaal. De ondervrager van iz begint opnieuw. Hij vertelt het nogmaals. En nogmaals. Ze hebben het allemaal op band. Ze hebben alles genoteerd, uitgedraaid, hij tekent het. Dan laten ze de bom vallen. “We hebben een probleem. Volgens de medisch onderzoeker was de wond in de buik een uitgangswond, geen ingangswond.” De politieman is sprakeloos, hij kan niet bevatten wat hij zojuist heeft gehoord. Hij vraagt waar ze het in godsnaam over hebben. Ze zeggen dat het eenvoudig is. Hij heeft Montell in de rug geschoten. En nu zouden ze graag willen weten waarom.’
‘Klinkt als de nachtmerrie van elke politieman,’ zei Gurney. ‘Maar die Montell had in ieder geval wel een geladen wapen bij zich, toch?’
‘Ja. Dat was in orde. Maar de kogel in de rug was een groot probleem.’
‘Heeft die politieman geprobeerd het oude excuus te gebruiken dat “hij zich net omdraaide toen ik de trekker overhaalde”?’
‘Nee. Hij bleef zeggen dat de schietpartij precies zo was gegaan zoals hij had beschreven. Hij beweerde zelfs met stelligheid dat Montell zich niet had omgedraaid, dat hij van begin tot eind recht voor hem had gestaan.’
‘Interessant,’ zei Gurney, met een bedachtzaam lichtje in zijn ogen. ‘Wat is de clou?’
‘In werkelijkheid was Montell een paar minuten daarvoor in de rug geschoten door een onbekende – vandaar de oproep dat er schoten waren gehoord waarop de politieman reageerde. Nadat hij voor dood was achtergelaten in de steeg, was Montell erin geslaagd weer op te krabbelen, net op tijd voor de komst van onze held. Montell verkeerde waarschijnlijk in een shock, wist niet meer wat hij deed met zijn pistool. De politieman vuurt en mist Montell volledig, en Montell valt weer neer.’
‘Hoe heeft iz het uiteindelijk weten op te lossen?’
‘Bij een grondige zoektocht in het gebied vonden ze een patroon in de goot bij de steeg met een spoor van Montells dna erop – de goot waarachter de politieman had gestaan, wat betekende dat de oorspronkelijke kogel vanuit de tegengestelde richting was gekomen.’
‘Dat was een gelukje,’ zei Gurney. ‘Dat had anders kunnen uitpakken.’
‘Wees blij,’ zei Esti. ‘Soms heb je een gelukje nodig.’
Hardwick trommelde met zijn vingers op tafel. ‘Wat heeft dat voorval in de steeg te maken met de Spalter-zaak?’
‘Dat weet ik niet. Maar ik moest er opeens aan denken. Dus misschien is er toch een verband,’ zei Esti.
‘Hoe dan? Denk je dat Carl vanuit een andere richting is beschoten? Niet vanuit het appartement?’
‘Ik weet het niet, Jack. Het verhaal kwam zomaar bij me op. Ik kan het niet uitleggen. Wat denk jij, Dave?’
Gurney aarzelde. ‘Het is een interessant voorbeeld van twee zaken die aan elkaar gekoppeld lijken, maar het niet zijn.’
‘Welke twee zaken?’
‘De politieman die op Montell schiet, en Montell die wordt neergeschoten.’
