4
Het pure kwaad
Het was na middernacht, en Gurneys pogingen om te slapen hadden even weinig succes als wanneer hij zes koppen koffie had gedronken.
De maan die ze even bij de vijver hadden gezien was verdwenen achter een dik wolkendek. Beide ramen stonden open aan de bovenkant en lieten een vochtige kou de kamer in. Het duister en de beroering van de vochtige nachtlucht op zijn huid vormden een soort afsluiting. Het gaf hem een eng gevoel van claustrofobie. In die kleine, bedrukkende plek vond hij het onmogelijk om zijn ongemakkelijke gedachten over de tijdelijk beëindigde maar nauwelijks voltooid te noemen discussie met Madeleine over zijn doodswens opzij te zetten. Zijn gedachten gingen alle kanten op, maar leidden niet tot conclusies. Zijn frustratie overtuigde hem ervan dat hij beter op kon staan.
Hij liep tastend naar de stoel waar hij zijn shirt en broek had neergelegd.
‘Als je toch opstaat, kun je dan de ramen boven dichtdoen.’ De stem van Madeleine aan de andere kant van het bed klonk verrassend wakker.
‘Hoezo?’ vroeg hij.
‘Onweer. Heb je de donder niet horen naderen?’
Dat had hij niet gehoord. Maar hij vertrouwde op haar.
‘Zal ik die naast het bed ook dichtdoen?’
‘Nog niet. De lucht voelt als satijn.’
Hij hoorde haar zuchten, hoorde hoe ze een paar klopjes op haar kussen gaf en anders ging liggen. ‘Natte aarde, nat gras, heerlijk...’ Ze geeuwde, maakte een tevreden geluidje en zei niets meer. Hij verwonderde zich erover hoe zij zo verzaligd kon opgaan in de elementen van de natuur waar hij intuïtief voor vluchtte.
Hij trok zijn broek en shirt aan, ging naar boven en sloot de ramen in de twee logeerkamers en in de kamer die Madeleine gebruikte om te naaien, haken en cello te spelen. Hij ging weer naar beneden, liep de studeerkamer in en pakte de plastic boodschappentas vol met materiaal van de zaak-Spalter die Hardwick voor hem had achtergelaten en liep ermee naar de eetkamertafel.
De zwaarte van de boodschappentas zat hem dwars. Het leek een botte waarschuwing.
Hij begon de inhoud op tafel uit te spreiden. Toen dacht hij eraan dat Madeleine, de laatste keer dat hij al zijn papieren op tafel had uitgespreid om de voortgang van een moordzaak te volgen, niet zo blij had gereageerd. Hij pakte alles op en droeg het naar de salontafel voor de open haard aan de andere kant van de kamer.
Een van de dingen was een volledig afgedrukt transcript van het proces van ‘de staat New York versus Katherine R. Spalter’; het dossier van de recherche van de nysp over de Spalter-moord (inclusief het oorspronkelijke rapport met foto’s en situatieschetsen, een opsomming van de inventaris van de plaats delict, forensische labrapporten, rapporten met verhoren en ondervragingen, voortgangsrapporten, het autopsierapport en foto’s, het ballistische rapport, en verscheidene memo’s en verslagen van telefoongesprekken); een lijst van verzoeken om rechterlijke uitspraken (alle routine, alle geknipt en geplakt uit het juridisch handboek) en hun beschikkingen (alle afgewezen); een map met artikelen, prints van blogs, transcripties van uitzendingen en een lijst met links naar onlineverslagen van de misdaad, de arrestatie en de verschillende rechtbankfases van het verhaal; een bruingele envelop met een stel dvd’s van het proces zelf, gemaakt door de lokale omroep die het proces kennelijk had mogen filmen; en als laatste, een begeleidende brief van Jack Hardwick.
De brief was een soort wegwijzer – de route die Hardwick voorstelde als beste manier om je door de afschrikwekkende stapel informatie die op tafel lag uitgespreid heen te ploegen.
Gurney had daar goede en slechte gevoelens bij. Goed omdat wegwijzers en prioritering tijd konden besparen. Slecht omdat ze manipulatief konden zijn. Vaak was er sprake van beide. Maar ze waren moeilijk te negeren, net als de openingszin van Hardwicks brief.
‘Hou de volgorde aan die ik hier heb aangegeven. Als je van het pad afdwaalt verzuip je in een brij van gegevens.’
De rest van de brief van twee pagina’s bestond uit een reeks genummerde stappen langs de route.
‘Nummer een: proef de sfeer van de zaak tegen Kay Spalter. Pak de dvd met een a erop uit de envelop en bekijk de verklaring waarmee de aanklager begint. Het is een klassieker.’
Gurney pakte zijn laptop en stak de disk erin.
Net als andere opnamen van processen die hij had gezien begon deze met een beeld van de aanklager die in het vak voor de rechter stond, met zijn gezicht naar de banken waar de jury zat. Hij schraapte zijn keel. Hij was klein, met kortgeknipt donker haar, ergens halverwege de veertig.
Er waren achtergrondgeluiden van ritselende papieren, stoelen die verschoven werden, een mengelmoes van onverstaanbare stemmen, iemand die hoestte – na een paar ferme tikken met de hamer van de rechter werd het stiller.
De aanklager keek naar de rechter, een zware zwarte man met een strenge uitstraling, die hem plichtmatig toeknikte. Hij haalde diep adem en staarde een tijdje naar de vloer voordat hij opkeek naar de jury.
‘Het kwaad,’ zei hij uiteindelijk, met luide, formele stem. Hij wachtte op absolute stilte voordat hij verderging. ‘We denken allemaal dat we weten wat het kwaad is. Geschiedenisboeken en nieuwsberichten staan vol met slechte daden, slechte mensen, slechte vrouwen. Maar het snode plan waarmee u binnenkort geconfronteerd zult worden – en de meedogenloze dader die u aan het eind van dit proces zult veroordelen – maakt u bekend met het kwaad op een manier die u nooit meer zult kunnen vergeten.’
Hij tuurde naar de vloer en ging door. ‘Dit is het waargebeurde verhaal van een vrouw en een man, een echtgenote en een echtgenoot, een dader en een slachtoffer. Het verhaal van een huwelijk dat werd vergiftigd door ontrouw. Het verhaal van een moordcomplot – en een poging tot moord die een gevolg had dat misschien nog wel erger was dan moord. U hebt me goed gehoord, dames en heren. Erger dan moord.’
Na een stilte waarin hij leek te proberen met zo veel mogelijk juryleden oogcontact te maken, draaide hij zich om en liep terug naar zijn desk. Pal achter de tafel, voor de arena die was bestemd voor de toeschouwers, zat een man in een grote rolstoel – een uitgebreid toestel dat Gurney deed denken aan het soort stoel waar Stephen Hawking in zat als hij – de verlamde natuurkundige – een van zijn zeldzame publieke optredens gaf. Het leek steun te bieden aan alle delen van de inzittende, inclusief zijn hoofd. Er zaten zuurstofslangetjes in zijn neus en ongetwijfeld ook op andere plaatsen, uit het zicht.
Hoewel de opnamehoek en de belichting veel te wensen overlieten, was het beeld op het scherm overtuigend genoeg om een grimas bij Gurney teweeg te brengen. Om zo verlamd te zijn, gevangen in een verstard, niet reagerend lichaam, niet in staat om zelfs maar te knipperen of te hoesten, afhankelijk van een machine die moest voorkomen dat je verdronk in je eigen speeksel... Jezus! Het was zoiets als levend begraven zijn, waarbij je eigen lichaam het graf was. Opgesloten zitten in een halfdode massa vlees en botten leek hem de ultieme claustrofobische gruwel. Hij huiverde bij de gedachte en zag dat de aanklager zich weer tot de jury had gericht, met een hand uitgestoken in de richting van de man in de rolstoel.
‘Het tragische verhaal waarvan de verschrikkelijke climax ons vandaag naar deze rechtszaal heeft gebracht, begon precies een jaar geleden toen Carl Spalter de dappere beslissing nam om mee te doen in de race om het gouverneurschap – met het idealistische doel om onze staat voorgoed te bevrijden van de georganiseerde misdaad. Een lofwaardig streven, maar iets waar zijn vrouw – de verdachte – vanaf het begin tegen was, als gevolg van de corrupte invloeden die u zult leren kennen tijdens dit proces. Vanaf het moment dat Carl een voet had gezet op het pad van de openbare zaak, maakte ze hem niet alleen publiekelijk belachelijk, waarbij ze alles deed om hem te ontmoedigen, maar ze trok zich ook helemaal terug uit haar huwelijk met hem en begon hem te bedriegen met een andere man, haar zogenaamde persoonlijke trainer.’ Hij trok een wenkbrauw op bij die term en toonde de jury een wrange glimlach. ‘De verdachte liet zich kennen als een vrouw die vast van plan was haar eigen wil door te drijven. Toen de geruchten van ontrouw Carl ter ore kwamen, wilde hij ze niet geloven. Maar uiteindelijk moest hij haar wel confronteren. Hij zei tegen haar dat ze een keuze moest maken. Nou, dames en heren, die keuze heeft ze inderdaad gemaakt. U zult overtuigend bewijs horen betreffende die keuze – namelijk om een onderwereldfiguur te benaderen, Giacomo “Jimmy Flats” Flatano, met een aanbod van vijftigduizend dollar om haar echtgenoot te vermoorden.’ Hij zweeg even en keek ieder lid van de jury welbewust aan.
‘Ze besloot dat ze weg wilde uit het huwelijk – maar niet ten koste van Carls geld – en daarom probeerde ze een huurmoordenaar in te schakelen. Maar die sloeg haar aanbod af. Dus wat deed de verdachte vervolgens? Ze probeerde haar minnaar, haar persoonlijke trainer, over te halen hem te vermoorden in ruil voor een luxe leventje met haar op een tropisch eiland, gefinancierd door de erfenis die ze zou ontvangen na Carls dood – omdat, dames en heren, Carl nog steeds de hoop had dat het goed zou komen met het huwelijk en zijn testament nog steeds niet had gewijzigd.’
Hij stak
zijn hand uit als een soort smeekbede voor de empathie van de jury.
‘Hij had nog hoop dat zijn huwelijk te redden was. Hoop dat hij bij
de vrouw kon zijn van wie hij hield. En wat deed die vrouw? Ze
spande samen
– eerst met een gangster, later met een goedkope Romeo – om hem te
laten vermoorden. Wat voor iemand...?’
Een andere stem was hoorbaar, buiten beeld van de videocamera, klagelijk en ongeduldig. ‘Bezwaar! Edelachtbare, de emotionele speculaties van de heer Piskin overstijgen alles wat...’
De aanklager viel hem kalm in de rede. ‘Elk woord van mij zal worden ondersteund door beëdigde getuigenverklaringen.’
De rechter met onderkin, zichtbaar in de bovenhoek van het scherm, mompelde: ‘Afgewezen. Gaat u verder met uw betoog.’
‘Dank u, edelachtbare. Zoals ik zei heeft de verdachte alles gedaan wat in haar macht lag om haar jonge bedpartner over te halen haar echtgenoot te vermoorden. Maar hij weigerde. Nou, wat denkt u dat de verdachte vervolgens deed? Wat denkt u dat een vastberaden moordenaar in de dop zou doen?’
Hij nam de juryleden zo’n vijf seconden onderzoekend op voordat hij zijn eigen vraag beantwoordde. ‘De onbeduidende gangster was bang om Carl Spalter neer te schieten. De “persoonlijke trainer” was bang om hem neer te schieten. Dus begon Kay Spalter zelf schietlessen te nemen.’
De stem buiten beeld was opnieuw hoorbaar. ‘Bezwaar! Edelachtbare, het oorzakelijke verband in het gebruik van het woord “dus” door de aanklager impliceert de erkenning van een motief van de verdachte. Een dergelijke erkenning is nergens...’
De aanklager onderbrak hem. ‘Ik zal mijn verhaal anders formuleren, edelachtbare, op een wijze die volledig wordt ondersteund door de getuigenverklaringen. De gangster weigerde Carl neer te schieten. De trainer weigerde Carl neer te schieten. En op dat moment besloot de verdachte zelf schietlessen te nemen.’
De rechter verschoof zijn massieve lichaam met duidelijk fysiek ongemak. ‘De nieuwe formulering van de heer Piskin wordt genoteerd. Gaat u verder.’
De aanklager wendde zich tot de jury. ‘De verdachte nam niet alleen schietlessen, u zult van een bevoegd schietinstructeur ook te horen krijgen dat ze een opmerkelijke vaardigheid verwierf. En dat brengt ons naar de tragische culminatie van ons verhaal. Afgelopen november overleed Mary Spalter, Carl Spalters moeder. Ze stierf alleen, in het soort ongeluk dat maar al te vaak voorkomt – een val in haar badkuip in het bejaardenhuis waar ze de laatste jaren van haar leven had doorgebracht. Bij de begrafenis die plaatsvond op het kerkhof van Willow Rest was Carl aangetreden om een lofrede bij haar graf af te steken. U zult horen dat hij een of twee stappen deed, plotseling naar voren viel en met zijn gezicht plat op de grond viel. Hij bewoog niet meer. Iedereen dacht dat hij was gestruikeld en dat hij door de val bewusteloos was geraakt. Het duurde even voordat iemand het straaltje bloed op zijn voorhoofd zag – bloed dat uit een klein gaatje in zijn slaap druppelde. Een daaropvolgend medisch onderzoek bevestigde wat het eerste onderzoeksteam al had vermoed – dat Carl was getroffen door een krachtige kogel uit een klein kaliber geweer. U krijgt van deskundigen van de politie die de schietpartij hebben gereconstrueerd te horen dat de kogel is afgevuurd vanuit het raam van een flat op ongeveer vijfhonderd meter afstand van het punt van inslag. U krijgt kaarten, foto’s en tekeningen te zien over de precieze handelswijze. Alles zal volkomen duidelijk worden,’ zei hij met een geruststellend glimlachje. Hij keek op zijn horloge voor hij verderging.
Toen hij het woord hernam, liep hij op en neer voor de bank waar de juryleden zaten. ‘De flat, dames en heren, was eigendom van de onroerendgoedfirma Spalter Realty. De flat van waaruit de kogel werd afgevuurd stond leeg en moest nog gerenoveerd worden, zoals de meeste appartementen in dat gebouw. De verdachte had gemakkelijk toegang tot de sleutels. Maar dat is niet alles. U krijgt veroordelende getuigenverklaringen dat Kay Spalter...’ Hij zweeg en wees naar een vrouw achter de tafel van de verdediging met haar profiel naar de camera gericht. ‘... dat Kay Spalter niet alleen op de ochtend van de schietpartij in het gebouw aanwezig was, maar zelfs precies in het appartement vanwaar de kogel werd afgevuurd op exact het tijdstip dat Carl Spalter werd getroffen. Verder krijgt u van verklaringen van getuigen te horen dat zij het lege appartement alleen is binnengegaan en het alleen heeft verlaten.’
Hij pauzeerde en haalde zijn schouders op, alsof alle feiten en de veroordeling die noodzakelijk was door die feiten zo overduidelijk waren dat er niets meer te zeggen viel. Maar toen ging hij verder. ‘De aanklacht is poging tot moord. Maar wat betekent die juridische term werkelijk? Bedenk het volgende. De dag voor hij werd neergeschoten, was hij vol leven, vol gezonde energie en ambitie. De dag nadat hij was neergeschoten... nou ja, u ziet het zelf. Kijkt u maar eens goed naar de man in die rolstoel, overeind gehouden door metalen hulpstukken en klittenband omdat de spieren die die taak zouden moeten verrichten nu nutteloos zijn geworden. Kijk in zijn ogen. Wat ziet u? Een man die zo verslagen is door de hand van het kwaad dat hij zou willen dat hij dood was? Een man zo verwoest door het verraad van een dierbare dat hij wenste dat hij nooit geboren was?’
Weer klonk de stem van de man buiten beeld. ‘Bezwaar!’
De rechter schraapte zijn keel. ‘Aanvaard.’ Zijn stem klonk vermoeid grommend. ‘Meneer Piskin, u gaat te ver.’
‘Mijn excuses, edelachtbare. Ik heb me een beetje laten meeslepen.’
‘Ik stel voor dat u zich beheerst.’
‘Ja, edelachtbare.’ Na een moment waarin hij de indruk wekte zijn gedachten te ordenen, wendde hij zich tot de jury. ‘Dames en heren, het is een droevig feit dat Carl Spalter niet langer kan bewegen of praten of op enigerlei wijze met ons kan communiceren, maar de gruwel in die verstarde uitdrukking op zijn gezicht zegt me dat hij volledig beseft wat hem is overkomen, dat hij weet wie hem dit heeft aangedaan en dat hij er niet aan twijfelt dat er in deze wereld zoiets bestaat als het Pure Kwaad. Onthoud, wanneer u Kay Spalter schuldig verklaart aan poging tot moord, en ik weet dat u dat zult doen, dit... wat u hier voor u ziet... de werkelijke betekenis is van de kleurloze juridische term “poging tot moord”. Deze man in zijn rolstoel. Dit leven, vernietigd zonder hoop op herstel. Alle kans op geluk verkeken. Dit is de realiteit, zo verschrikkelijk dat ze met geen pen te beschrijven is.’
‘Bezwaar!’ riep de stem.
‘Meneer Piskin...’ gromde de rechter.
‘Ik ben klaar, edelachtbare.’
De rechter schorste de zitting een half uur en ontbood de aanklager en de advocaat in zijn vertrek.
Gurney speelde de video nog een keer af. Hij had nog nooit een openingspleidooi als dit gezien. Het leek qua emotionele toon en inhoud veel meer op een slotpleidooi. Maar hij kende de reputatie van Piskin, en de man was geen amateur. Dus wat kon zijn bedoeling zijn? Te handelen alsof Kay Spalters veroordeling onvermijdelijk was, dat het spel was gespeeld voordat het was begonnen? Was hij zo zeker van zichzelf? En als dit slechts zijn eerste pleidooi was, hoe kon hij zichzelf dan nog overtreffen na die uitspraak over het Pure Kwaad?
Ook wilde hij de uitdrukking op het gezicht van Carl Spalter zien die Piskin had genoemd maar die niet op de video-opname was te zien. Hij vroeg zich af of er in het omvangrijke materiaal van Hardwick een foto zat. Hij pakte de inhoudsopgave en zocht naar een aanwijzing.
Misschien niet toevallig was dat het tweede item op de lijst.
‘Nummer twee: bekijk de schade. Forensisch dossier, derde blad met afbeeldingen. Het zit allemaal in zijn ogen. Wat die blik in zijn ogen heeft veroorzaakt hoop ik nooit mee te maken.’
Een minuut later hield Gurney een paginagrote fotoafdruk vast van een hoofd en schouders. Zelfs na al die voorafgaande waarschuwingen was de gruwel in Spalters blik schokkend. Piskins emotionele slotwoorden waren niet overdreven.
Er lag inderdaad in die ogen een herkenning van een verschrikkelijke waarheid – een werkelijkheid zo verschrikkelijk, zoals Piskin het had verwoord, dat ze met geen pen te beschrijven was.
