Bohuslän 1672
Het was een kille, mistige ochtend. Elin had zich zo goed en zo kwaad als het ging gewassen met een lapje en een emmer water die in haar cel was gezet, en ze had een schone witte hemdjurk gekregen om aan te trekken. Ze had de geruchten over de heksenproef gehoord, maar wist niet hoe die in zijn werk ging. Zouden ze haar hier bij de kade in het water gooien en haar laten spartelen? Wilden ze dat ze zou sterven door verdrinking? Zou haar lichaam tegen het voorjaar boven komen drijven?
De bewakers leidden haar hardhandig naar de kaderand. Het stond daar vol mensen, en ze vroeg zich af of ze dit expres in Fjällbacka deden om haar zo veel mogelijk te vernederen.
Toen Elin om zich heen keek, ontdekte ze vele bekende gezichten in de mensenmenigte. De sfeer was uitgelaten. Ebba uit Mörhult stond een paar meter verderop. Haar ogen glinsterden van verwachting.
Elin wendde haar gezicht af; ze wilde Ebba niet laten zien hoe bang ze was. Ze gluurde over de rand naar het water. Het was heel donker, heel diep. Ze zou verdrinken als ze haar erin gooiden, dat wist ze zeker. Ze zou hier sterven, bij de kade in Fjällbacka. Terwijl oude vrienden, buren en vijanden toekeken.
‘Bind haar vast,’ zei de schout tegen de bewakers, en ze keek hem verschrikt aan.
Als ze geboeid was, zou ze geen schijn van kans hebben in het water. Ze zou naar de bodem zinken en daar tussen de krabben en het wier sterven. Ze schreeuwde en probeerde zich los te rukken, maar de bewakers waren sterker en werkten haar tegen de grond. Ze bonden grof touw om haar voeten en boeiden haar handen achter haar rug.
Een stukje verderop ving ze een glimp op van een bekende rok en Elin slaagde erin haar hoofd op te tillen. Midden tussen de mensenmassa stond Britta. En Preben. Hij hield zijn hoed net zo nerveus tussen zijn handen geklemd als toen hij haar in het gevang was komen opzoeken, maar Britta nam Elin grijnzend in zich op, zoals ze daar vastgebonden lag in haar lange, witte gewaad. Preben wendde zich af.
‘Nu zullen we eens zien of ze blijft drijven!’ zei de schout, en hij wendde zich tot de menigte.
Je kon merken dat hij genoot van de aandacht en de uitgelaten stemming, en dat hij er het beste van wilde maken.
‘Als ze blijft drijven is ze zonder meer een heks, als ze zinkt niet. Dan moeten we haar er zo snel mogelijk uit proberen te krijgen.’
Hij grinnikte en ontlokte het publiek gelach. Terwijl ze geboeid op de grond lag, met een touw dat tegen haar handen en voeten schuurde, bad Elin tot God. Dat was de enige manier waarop ze de paniek aankon, maar ze ademde met korte, oppervlakkige stootjes, alsof ze buiten adem was van het rennen. Haar oren suisden.
Toen ze haar overeind trokken sneed het touw in haar huid, en ze schreeuwde het uit. Een schreeuw die abrupt stopte toen ze in het water belandde en haar mond vol zout water kwam. Het koude water bracht haar lichaam in een shock en ze wachtte tot ze onder de oppervlakte zou verdwijnen en in het grauwe water naar de bodem zou zakken. Maar er gebeurde niets. Ze lag met haar gezicht omlaag, maar kon haar hoofd optillen en lucht happen.
In plaats van te zinken dobberde ze op het water. Op de kade boven haar hield de menigte zijn adem in. Daarna begonnen ze door elkaar heen te schreeuwen.
‘Heks!’ riep er eentje, en vervolgens begonnen de anderen ook te roepen: ‘Heks!’
Elin werd net zo hardhandig uit het water gehaald als ze erin was gegooid, maar ze schreeuwde niet meer. De pijn was geen onderdeel meer van haar.
‘Zien jullie wel?’ riep de schout. ‘Ze blijft drijven als een zwaan. De heks!’
Het publiek begon te joelen, en Elin tilde moeizaam haar hoofd op. Het laatste wat ze zag voordat ze flauwviel, waren de rug van Preben en Britta toen die zich omdraaiden en wegliepen. Ze vermoedde dat Ebba uit Mörhult op haar spuugde op het moment dat de bewusteloosheid het overnam.