De zaak-Stella
Linda keek naar Sanna, die op en neer wipte op de stoel.
‘Wat denk je dat Stella zal zeggen als ze al je kleren ziet?’
‘Ik denk dat ze blij zal zijn,’ zei Sanna met een glimlach waardoor ze heel even sterk op haar jongere zusje leek. Toen fronste ze op de voor haar kenmerkende manier haar voorhoofd. ‘Maar misschien wordt ze ook wel jaloers.’
Linda glimlachte toen ze het erf op reed. Sanna was altijd de zorgzame grote zus.
‘We zullen haar moeten uitleggen dat zij ook mooie kleren krijgt als ze naar school gaat.’
De auto stond nog maar net stil of Sanna sprong eruit en opende het achterportier om de tassen te pakken.
De voordeur ging open en Anders stapte naar buiten.
‘Sorry dat we een beetje laat zijn,’ zei Linda. ‘We zijn nog wat wezen drinken.’
Anders keek haar met een vreemde uitdrukking aan.
‘Ik weet dat we straks moeten eten, maar Sanna wilde heel graag naar een café,’ vervolgde Linda, en ze glimlachte naar haar dochter, die haar vader een snelle knuffel gaf en het huis in rende.
Anders schudde zijn hoofd.
‘Dat is het niet. Ik… Stella is niet thuisgekomen.’
‘O nee?’
Een blik op Anders deed haar maag samentrekken.
‘Nee, en ik heb zowel Marie als Helen gebeld. Ze zijn geen van beiden thuis.’
Linda ademde uit en sloot het portier.
‘Dan zijn ze waarschijnlijk gewoon een beetje laat. Je weet hoe Stella is; ze wilde vast door het bos lopen en hun alles laten zien.’
Ze gaf Anders een kus op zijn mond.
‘Je zult wel gelijk hebben,’ zei hij, maar hij zag er niet overtuigd uit.
De telefoon begon te rinkelen en Anders snelde naar de keuken om op te nemen.
Linda fronste haar voorhoofd terwijl ze bukte om haar schoenen uit te trekken. Het was niets voor Anders om zo gejaagd te zijn. Maar hij had zich natuurlijk al een uur lopen afvragen wat er was gebeurd.
Toen ze overeind kwam, stond Anders voor haar. De kramp in haar maag kwam met volle kracht terug zodra ze de uitdrukking op zijn gezicht zag.
‘Dat was KG. Helen is nu thuis en ze gaan eten. KG heeft naar Maries huis gebeld, en volgens hem beweren beide meisjes dat ze Stella hier om vijf uur hebben afgezet.’
‘Wat zeg je?’
Anders trok zijn sneakers aan.
‘Ik heb overal op de boerderij gezocht, maar misschien is ze teruggegaan naar het bos en daar verdwaald.’
Linda knikte.
‘We moeten gaan zoeken.’
Ze liep naar de trap en riep naar boven.
‘Sanna? Papa en ik gaan Stella zoeken. Ze is waarschijnlijk in het bos. Je weet hoe leuk ze het daar vindt. We zijn gauw weer terug!’
Ze keek naar haar man. Ze wilden Sanna niet laten merken dat ze ongerust waren.
Maar een halfuur later konden ze hun bezorgdheid niet langer voor elkaar verbergen. Anders hield het stuur zo stevig vast dat zijn knokkels wit werden. Nadat ze in het bos naast de boerderij hadden gezocht, waren ze langzaam heen en weer gereden over de weg, langs alle plekjes waar Stella vaak kwam. Maar ze hadden geen spoor van haar gezien.
Linda legde een hand op Anders’ knie.
‘We moeten terug.’
Anders knikte en keek haar aan. De ongerustheid in zijn ogen was een angstige weerspiegeling van wat zij voelde.
Ze moesten de politie bellen.