69

 

 

 

 

Feyre

 

Tamlin had ons op het grind van de oprit laten neerkomen.

Ik was vergeten dat het hier zo stil was.

Zo klein. Zo verlaten.

De lente was aangebroken, en de milde lucht geurde naar rozen.

Nog steeds prachtig. Maar daar was de voordeur waarachter hij me had opgesloten. Daar was het raam waarop ik had gebeukt in een poging te ontsnappen. Een mooie, met rozen bedekte gevangenis.

Maar ik glimlachte, ook al bonsde mijn hoofd, en ik zei door mijn tranen heen: ‘Ik dacht dat ik dit nooit meer terug zou zien.’

Tamlin staarde me aan alsof hij het nog steeds niet helemaal kon geloven. ‘Dat dacht ik ook.’

En daarom heb je ons verraden. Daarom heb je iedere onschuldige bewoner van dit land verraden. Alleen maar om mij terug te krijgen.

Liefde... liefde kon net zo goed balsem als vergif zijn.

Maar in mijn borst brandde liefde. Pal naast het metgezelverbond dat de koning van Hybern niet eens had aangeraakt, omdat hij niet in de gaten had gehad hoe diep hij moest graven om deze doormidden te hakken. Om Rhysand en mij uit elkaar te drijven. Het had pijn gedaan – helse pijn – toen de afspraak tussen ons werd beëindigd, en Rhys had zijn rol fantastisch gespeeld, met volmaakte ontzetting. We waren samen altijd al goed geweest in het spelen van spelletjes.

Ik had nooit aan hem getwijfeld, had alleen maar ‘ja’ gezegd toen hij me de vorige avond meenam naar de tempel en ik mijn eed aflegde. Mijn belofte aan hem, aan Velaris, aan het Nachthof.

En nu… nu kwam er een zachte, liefkozende streling langs die band die verborgen lag onder het braakliggende terrein waar ooit onze afspraak had gezeten. Ik zond een sprankje emotie terug via de band en wenste nu dat ik hem kon aanraken, hem kon vasthouden, met hem kon lachen.

Ik zorgde er wel voor dat die gedachten niet van mijn gezicht af te lezen waren. Ik onderdrukte alles behalve de stille opluchting toen ik met een diepe zucht tegen Tamlin aan leunde. ‘Het voelt aan – het voelt aan alsof een deel ervan een droom was of een nachtmerrie. Maar… maar ik herinnerde me jou wel. En toen ik je vandaag zag, probeerde ik me vrij te klauwen, te vechten, omdat ik wist dat het misschien wel mijn enige kans was, en…’

‘Hoe is het je eigenlijk gelukt om onder zijn controle uit te komen?’ vroeg Lucien ruw.

Tamlin gromde waarschuwend tegen hem.

Ik was helemaal vergeten dat hij er ook was. De metgezel van mijn zus. De Moeder had inderdaad gevoel voor humor, bedacht ik. ‘Ik wilde het... ik weet niet hoe. Ik wilde gewoon vrij van hem zijn, dus deed ik het gewoon.’

We staarden elkaar aan tot Tamlin met een duim over mijn schouder wreef. ‘Ben je… ben je gewond?’

Ik moest me inspannen om niet kwaad te worden. Ik wist wat hij bedoelde. Dat hij echt geloofde dat Rhysand iemand zoiets zou aandoen. ‘Ik… ik weet het niet,’ stamelde ik. ‘Ik kan me dat… ik kan me die dingen niet herinneren.’

Lucien kneep zijn metalen oog tot een spleetje, alsof hij voelde dat dit een leugen was.

Ik keek op naar Tamlin en streelde met een hand over zijn mond. Mijn blote, smetteloze huid. ‘Je bent het echt,’ zei ik. ‘Je hebt me bevrijd.’

Het kostte me grote moeite mijn handen niet in klauwen te veranderen en zijn ogen uit te rukken. Verrader. Leugenaar. Moordenaar.

‘Je hebt jezelf bevrijd,’ fluisterde Tamlin. Hij wees naar het huis. ‘Rust eerst maar uit – dan praten we daarna wel. Ik moet… ik moet Ianthe gaan zoeken. En een paar duidelijke afspraken met haar maken.’

‘Deze keer… deze keer wil ik daar graag bij zijn,’ zei ik, en ik bleef staan toen hij probeerde me naar die mooie gevangenis terug te leiden. ‘Ik wil niet meer… niet meer worden buitengesloten. Ik wil geen bewakers meer om me heen. Alsjeblieft. Ik kan je heel veel over hen vertellen – allemaal stukjes en beetjes natuurlijk, maar… ik kan je helpen. We kunnen mijn zussen terugkrijgen. Laat me je helpen.’

Laat me je de verkeerde kant op helpen. Laat me helpen jouw hof en jou op de knieën te krijgen, en Jurian en die sluwe, verraderlijke koninginnen te doden. En daarna Ianthe in piepkleine stukjes te scheuren en ze te begraven in een gat in de grond waar niemand ze ooit nog zal vinden.

Tamlin staarde onderzoekend naar mijn gezicht en knikte. ‘We beginnen helemaal opnieuw. Pakken de dingen nu anders aan. Toen jij weg was, besefte ik dat ik fout had gezeten. Helemaal fout, Feyre. Daar heb ik nu spijt van.’

Te laat. Veel te laat, verdorie. Maar ik legde mijn hoofd op de arm die hij om me heen had geslagen en liet me naar het huis voeren. ‘Dat doet er niet meer toe. Ik ben nu weer thuis.’

‘Voorgoed,’ beloofde hij.

‘Voorgoed,’ zei ik hem na en ik wierp een blik over mijn schouder. Naar Lucien, die nog steeds op de oprit stond.

Hij staarde naar mij. Zijn gezicht stond grimmig. Alsof hij elke leugen had doorzien.

Alsof hij afwist van de tweede tatoeage onder mijn handschoen en de betovering die ik erover had uitgesproken. Alsof hij wist dat ze de vos in het hoenderhok hadden toegelaten, en hij daar niets tegen kon doen.

Niet als hij zijn metgezel – Elain – ooit nog wilde terugzien.

Ik schonk Lucien een lieve, slaperige glimlach. Het spel was begonnen.

We klommen de brede marmeren trap op naar de voordeur van het landhuis.

En zo voerde Tamlin zonder het te weten de Edelvrouwe van het Nachthof het hart van zijn territorium binnen.

Hof van mist en woede
CoverPage.xhtml
section-0001.xhtml
section-0002.xhtml
section-0003.xhtml
section-0004.xhtml
section-0005.xhtml
section-0006.xhtml
section-0007.xhtml
section-0008.xhtml
section-0009.xhtml
section-0010.xhtml
section-0011.xhtml
section-0012.xhtml
section-0013.xhtml
section-0014.xhtml
section-0015.xhtml
section-0016.xhtml
section-0017.xhtml
section-0018.xhtml
section-0019.xhtml
section-0020.xhtml
section-0021.xhtml
section-0022.xhtml
section-0023.xhtml
section-0024.xhtml
section-0025.xhtml
section-0026.xhtml
section-0027.xhtml
section-0028.xhtml
section-0029.xhtml
section-0030.xhtml
section-0031.xhtml
section-0032.xhtml
section-0033.xhtml
section-0034.xhtml
section-0035.xhtml
section-0036.xhtml
section-0037.xhtml
section-0038.xhtml
section-0039.xhtml
section-0040.xhtml
section-0041.xhtml
section-0042.xhtml
section-0043.xhtml
section-0044.xhtml
section-0045.xhtml
section-0046.xhtml
section-0047.xhtml
section-0048.xhtml
section-0049.xhtml
section-0050.xhtml
section-0051.xhtml
section-0052.xhtml
section-0053.xhtml
section-0054.xhtml
section-0055.xhtml
section-0056.xhtml
section-0057.xhtml
section-0058.xhtml
section-0059.xhtml
section-0060.xhtml
section-0061.xhtml
section-0062.xhtml
section-0063.xhtml
section-0064.xhtml
section-0065.xhtml
section-0066.xhtml
section-0067.xhtml
section-0068.xhtml
section-0069.xhtml
section-0070.xhtml
section-0071.xhtml
section-0072.xhtml
section-0073.xhtml
section-0074.xhtml
section-0075.xhtml
section-0076.xhtml
section-0077.xhtml
section-0078.xhtml
section-0079.xhtml