***

Danny stelde hem die avond geen vragen. Ze bleven een hele tijd zwijgend zitten, tot een windvlaag de gloeiende resten van het vuur aanwakkerde. Tom zag in de ogen van zijn zoon dat hij geschokt en geroerd was door het verhaal over wat er met zijn oma was gebeurd. Of het hem zou helpen de last te verminderen van zijn eigen schuldgevoel over de mensen die hij van het leven had beroofd, kon Tom niet zeggen. Waarschijnlijk niet. Dat kon alleen het verstrijken van de jaren doen.
De volgende dag, toen ze terugreden naar Missoula, vroeg Danny of Gina wist wat er met Diane was gebeurd. Tom antwoordde dat hij haar alleen ooit had verteld dat zijn 'zus' was omgekomen bij een auto-ongeluk toen ze dertien was. Hij zou het haar wel vertellen, als Danny dat graag wilde. Danny zei dat het hem een goed idee leek. Daarna stelde hij een heleboel vragen over Cal, die onverwachts was gestorven aan een hartaanval in het jaar dat Danny was geboren. Gina en Cal hadden elkaar nooit ontmoet. Danny liet Tom vertellen over zijn tienerjaren in Choteau. Het was een heel fijne tijd geweest; waarschijnlijk had hij het daaraan te danken dat hij nooit op een tuchtschool of in een gekkenhuis terechtgekomen was. Hij zei het alsof het een grapje was, maar het was waar.
'En de ouders van Cal?'
'John is begin jaren zeventig overleden, twee jaar nadat ik naar de universiteit was gegaan. Rose heeft toen nog vijfjaar geleefd. Het ging niet al te best met haar na zijn dood. Tegenwoordig zouden ze het alzheimer noemen, denk ik. Op het laatst heeft Cal haar in een tehuis moeten doen.'
'Je zult hem wel heel erg gemist hebben. Cal, bedoel ik.'
'Ja. Cal was een fijne man. Hij was als een vader voor me. Ik mis hem nog steeds.'
Wat Toms biecht bij het kampvuur verder ook voor invloed op Danny gehad mocht hebben - als daar al sprake van was - het verhaal leek in elk geval zijn belangstelling voor de familiegeschiedenis te hebben aangewakkerd. Hij ging op zoek naar de films waarin Diane had gespeeld. De twee die in Engeland waren opgenomen, waren nooit op video uitgekomen, maar ongeveer een jaar later wist Danny via een of andere obscure website The Forsaken te bemachtigen. Hij belde Tom om het hem te vertellen en vroeg een beetje nerveus of hij hem zou willen zien. Tom aarzelde een hele tijd en zei toen dat als Danny hem mailde, hij er wel naar zou kijken.
'De film zelf stelt weinig voor,' zei Danny, 'maar zij is fantastisch. En zo mooi! Maar wat is hij een enorme sukkel, zeg. Ik heb ook een paar oude afleveringen van Sliprock opgediept en... Sorry, pap, dat had ik misschien beter niet kunnen zeggen.'
De dvd bleef bijna een maand op zijn bureau liggen voordat Tom de moed kon opbrengen om ernaar te kijken. De afspeelkwaliteit was waardeloos: wazig en vol strepen. Waarschijnlijk had iemand op een avond een oud exemplaar uit de kluis gejat. Maar Danny had gelijk gehad: Diane was oogverblindend. En na de eerste schok die het hem gaf om haar te zien en haar stem te horen, keek hij gefascineerd verder. Hij had gedacht dat er allerlei duistere emoties naar boven zouden komen wanneer hij keek naar de man die hij had vermoord, maar dat was niet het geval. Misschien kwam dat doordat hij het deksel van het verleden had getild en het verhaal aan Danny had verteld. Of misschien lag het simpelweg aan de film zelf, die heel slecht was. Meer dan slecht. Hij was echt opzienbarend waardeloos. Rays optreden was lachwekkend, bijna net zo lachwekkend als de pogingen van die arme oude Terry Redfield om hem uit de film te knippen.Toen hij Gina over Diane vertelde, was ze er kapot van. Niet zozeer door het verhaal op zich, maar vooral omdat Tom blijkbaar nooit het gevoel had gehad dat hij het haar kon vertellen. Ze sloeg huilend haar armen om hem heen en zei steeds weer: 'Had ik het maar geweten...' Had ik maar. Tom vroeg haar niet wat ze dan gedaan zou hebben. Zou het echt iets veranderd hebben in hun relatie als ze de waarheid had geweten? Dat betwijfelde hij. Tenzij hij natuurlijk ook zelf veranderd zou zijn, doordat hij het dan misschien had kunnen verwerken. Hij besefte nu hoe belastend het voor hem was geweest om het al die jaren geheim te houden. Meer dan belastend. Geheimen zoals dit waren net een kwaadaardig levend organisme: ze gedijden het beste op schaamte en schuldgevoel en brachten een angst voort die aan je binnenste knaagde. Maar nu voelde Tom voor het eerst van zijn leven een soort rust over zich neerdalen.
Voor Danny leek hetzelfde te gelden. Tom wist het niet zeker, want na hun gezamenlijke bekentenis hadden ze het er maandenlang niet over gehad. Danny was met Kelly en de kleine Thomas naar Bozeman verhuisd om aan zijn studie te beginnen. Een paar maanden later schonk Kelly het leven aan een eeneiige tweeling: Rebecca en Diane. Tom reed een keer per maand naar hen toe, of ze kwamen met z'n allen een weekend naar Missoula.
Hij kocht een nieuwe vishengel met molen voor Danny, en op een zwoele juni-avond gingen ze naar Yellowstone om te vissen. Ze zagen de lucht roze en vervolgens oranje kleuren en de zwermen vliegen als rookwolken boven het water dansen. Overal doken forellen op, maar ze vingen geen van beiden iets. Uiteindelijk borgen ze hun hengels op en gingen op de oever naar de weerspiegeling van de lucht in het water zitten kijken.
'Herinner jij je dat kanotochtje nog waarbij we zijn omgeslagen?' vroeg Danny.
'Hoe zou ik dat ooit kunnen vergeten?'
'Ik heb daar jarenlang een rotgevoel over gehad, alsof het mijn schuld was.'
'Jóuw schuld?'
'Ja. Als ik beter had kunnen peddelen of wat alerter was geweest of wat dan ook, zouden we nooit zijn omgeslagen.'
'Je was verdorie nog geen vijf jaar.'
'Dat weet ik wel, maar ik zat gewoon als een idioot toe te kijken hoe het misging.'
'Hou op, ik zie het nog precies voor me, elk moment ervan.'
'Ik ook.'
'Wat ik het meest bizarre vond, nog steeds trouwens, is dat het eerste wat je zei toen je boven water kwam, was: "Papa, is alles goed met je?'"
'Omdat je zo bezorgd keek.'
'Ik dacht dat je er geweest was.'
Een hele tijd zeiden ze geen van beiden iets. De paarse lucht werd steeds donkerder en boven de bergtoppen in het oosten gloeide het allerlaatste zonlicht.'Daarna was het wel zo'n beetje afgelopen tussen mama en jou, hè?'
'Ja. Ze heeft het nog wel een paar jaar met me uitgehouden. Langer dan ik had verdiend. Het is een fantastische vrouw, je moeder. Ik prijs mezelf gelukkig met de jaren die we samen hebben gehad.'
'Ze zei laatst dat ze het heel fijn vindt om je eindelijk weer gelukkig te zien.'
'Zei ze dat echt? Het is waar, ik ben inderdaad gelukkig.' Hij glimlachte en sloeg een arm om zijn zoon heen. 'Maar ik zou heel wat gelukkiger zijn als we verdorie iets hadden gevangen.'
Hij vond het onderwerp een beetje gênant. Voor hem voelde zijn geluk als een paar nieuwe schoenen die nog een beetje stug waren, maar die vast lekker zouden zitten als hij ze eenmaal had ingelopen. Eigenlijk wilde hij er niet eens over nadenken. Voor het geval hij het geluk daarmee zou verjagen.
Hij trok nu al bijna een jaar veel op met Lois, de moeder van Karen O'Keefe. Zij had de eerste stap gezet; ze was er terecht van uitgegaan dat als ze het aan hem overliet, er nooit wat van zou komen. Toen er een filmfestival werd gehouden in de stad, had ze van een van de organisatoren, een vriendin van haar, een passe-partout gekregen. Ze waren samen naar Pierrot le Fou gegaan, een film waar ze allebei weg van waren geweest in hun studententijd. Die was zo verschrikkelijk slecht dat ze na een uur waren opgestapt en er de hele avond tijdens een etentje om hadden moeten lachen.
'Hoe hebben we die in godsnaam ooit goed kunnen vinden?' zei Tom. 'Ik bedoel, zijn wij nou veranderd of is de wéreld veranderd?'
'Ik denk dat je van alles leuk en mooi vindt als je jong bent. Als je op oude foto's ziet wat we toen aanhadden... daarin zou ik nu nog niet dood gevonden willen worden. Ik weet nog dat ik een zwart-wit halterjurkje had, zo'n op-artgeval met blote rug en een rits over de hele voorkant.'
'Daar kan ik wel mee leven.'
Ze moest lachen.
'Weet je wat ik had?' vroeg Tom.
'Choqueer me maar eens.'
'Een psychedelische catsuit met wijde pijpen.'
'Dat meen je niet!'
'En een afrokapsel.' 'Dat lieg je.'
'Ja, dat lieg ik. Maar ik liep er wel spraakmakend bij, hoor.'
'Dat geloof ik graag.'
Op een zaterdagmiddag vlak na de geboorte van de tweeling liep Tom in Missoula Karen tegen het lijf. Hij wist van haar moeder dat ze veel had gereisd om haar film Walking Wounded te promoten. Die had verschillende onderscheidingen gekregen op filmfestivals in heel Europa. Het Amerikaanse publiek leek er minder warm voor te lopen. Tom en zij waren nooit verder gekomen met hun film over de Holy Family Mission. Ook niet met hun relatie, trouwens.
Ze stond voor Fact & Fiction aan een ijsje te likken, en toen ze Tom zag sloeg ze haar armen om hem heen en reageerde heel enthousiast. En wie kwam er de winkel uit gelopen nadat ze een tijdje hadden staan praten? Niemand minder dan Troop. Hij sloeg bezitterig een arm om Karen heen en kuste haar, en Tom viel nog net niet steil achterover van verbazing.
'Ik heb gehoord dat je veel met mijn moeder optrekt,' zei ze.
'Ja, dat klopt.'
'Doe maar niet zo schuchter. Ze zegt dat jullie misschien wel gaan samenwonen.'
'Ach, wie weet gaan we het eens proberen, ja.' Tom voelde dat hij bloosde. 'Maar jullie samen! Daar wist ik niets van.'
'Ach,' zei Troop grijnzend, 'we zijn gewoon goede vrienden.'
'Puur zakelijk.' Karen kroop wat dichter tegen hem aan.
'Laat me raden. Jullie gaan samen een film maken.'
'Hoe weet je dat?'
'Ik gok maar wat. Waarom heeft Lois me daar niks van verteld?'
Karen legde een vinger op haar lippen. 'Ze weet het niet.'
'Ik zwijg als het graf.' Hij keek op zijn horloge. 'In elk geval de komende twintig minuten.'
Tegen het einde van de volgende maand was Lois min of meer bij hem ingetrokken. Er was niet echt een moment geweest waarop ze het hadden besloten of zelfs maar besproken, ze hadden gewoon langzamerhand ingezien dat het werkte en dat ze het allebei graag wilden. Ze konden met elkaar lachen, en toen hij er eenmaal aan gewend was om altijd iemand om zich
heen te hebben, voelde alles fijn en goed, op elk gebied. Het was alsof dit zijn allereerste volwassen relatie was.
Op Independance Day datzelfde jaar, na Danny's afstuderen aan Montana State, gaven ze een lunch voor hun recentelijk uitgebreide familie. Dutch en Gina kwamen over uit Great Falls, Karen en Troop uit la en Danny en Kelly reden met de drie kleinkinderen vanuit Bozeman naar hen toe. Tom en Danny bemanden de barbecue en Lois en Gina werden dikke vriendinnen bij de salades.
Het was helder, warm weer en Tom had het gras gemaaid, zodat de tuin naar zomer geurde. Na het eten bleef iedereen zitten praten in de schaduw van de populieren. Dutch speelde met de kleine Thomas en de tweeling bij het water en Tom keek naar hen vanaf de veranda terwijl hij wachtte tot de koffie klaar was. Thomas droeg een geruit overhemd en een cowboyhoed. Hij had een stokje in zijn hand dat een pistool moest voorstellen en maakte steeds schietgeluiden: piew, piew, piew.
'Hij is gek van cowboys,' zei Danny. Tom had niet gemerkt dat hij naast hem was komen staan. 'Was ik vroeger ook zo?' vroeg Danny.
'Nee. Bij jou was het Star Wars op die leeftijd. Ik denk dat hij de cowboygenen van mij heeft.'
'Het is begonnen toen ik hem een paar afleveringen van Sliprock heb laten zien.'
'Lawless heart of the Old West, where the many live in fear of the few...'
'... one man stands alone against injustice...'
Ze maakten het samen af: 'His name is Red McGraw.'
'Goeie god,' zei Tom. 'Dat heb ik misschien wel vijftig jaar niet meer gehoord. Maar nu we het er toch over hebben: ik wil je iets laten zien.'
Danny liep met hem mee naar binnen, naar zijn werkkamer, die vol stond met alle stoffige dozen die hij van Lois van de vliering had moeten halen. Ze wilde er een extra slaapkamer voor de tweeling van maken.
'Ik heb laatst deze rommel nog eens bekeken, en aangezien jij je graag in de familiegeschiedenis verdiept, durfde ik niks weg te gooien zonder het je eerst te laten zien. Ik vroeg me af of Thomas hier misschien iets van zou willen hebben. Kijk...'
Hij maakte een van de dozen open, haalde er een grote bruine papieren zak uit en schudde die leeg op zijn bureau.'Mijn oude cowboyspullen.'
Danny pakte het geitenleren jack en vouwde het uit. 'Wauw, wat een mooi ding.'
'Het is een exacte kopie van het jack van Red McGraw. Ray heeft het speciaal voor mij laten maken. Het is Thomas nu nog te groot.'
'Ja, maar... hij zal het fantastisch vinden. En die hoed! Geweldig. Wat heb je nog meer?'
'Dit.'
Het was apart verpakt in een stoffen zak. Tom kon zich de geur van ingevet leer nog herinneren. De wapenriem was opgerold; hij haalde hem uit de zak en rolde hem uit. De nepkogels zaten er nog allemaal in, net als de beenholster. En het wapen. Hij gaf het hele pakket aan zijn zoon.
'Wat ziet het er echt uit.' 'Ja.'
Ze bleven er allebei een hele tijd naar staan staren.
'Wat denk jij ervan?' vroeg Danny uiteindelijk.
'Of we het aan Thomas moeten geven? Ik weet het niet.'
'Ik ook niet. Hij zou het wel het einde vinden.'
'Zeker weten.'
'Maar Kelly zal het liever niet aan hem geven.'
'Dat lijkt mij ook.'
'We denken er nog even over na.'
Ze borgen het op zonder nog een woord te zeggen en gingen naar de keuken voor de koffie. Toen ze daarmee de tuin in liepen, stond iedereen om Thomas heen. Hij was gevallen en had een snee in zijn hand. Kelly zat op haar knieën voor hem het bloed te stelpen met een zakdoek en probeerde hem te troosten. Het jochie deed zijn uiterste best om niet te gaan huilen.
'Wat is er gebeurd?' vroeg Danny.
'Gewoon gevallen,' zei Kelly. 'Het valt best mee.'
Danny legde zijn hand op Thomas' schouder. 'Goed zo, vent. Je bent een grote jongen.'
Tom stond naast hen toe te kijken. 'Semper fortis,' zei hij zacht.
Hij had gedacht dat niemand het had gehoord, maar Lois draaide zich om en vroeg wat hij zei. Hij schudde glimlachend zijn hoofd. 'Niets.''Waar zit je met je gedachten?' 'Nergens. Ik ben gewoon hier bij jullie.'
Ze keek hem een hele tijd aan en ging toen op haar tenen staan om hem zachtjes op zijn wang te kussen. Tom sloeg zijn arm om haar heen en samen liepen ze in de zon over het gras terug naar het huis.