***

Meteen nadat het telegram was bezorgd, voerde Diane een internationaal telefoongesprek met Londen. Julian Baverstock vertelde haar dat haar vader in het Queen Elizabeth-ziekenhuis in Birmingham lag. Hij had keel- en longkanker en de ziekte was te vergevorderd om nog behandeld te kunnen worden. De artsen hadden hem nog hooguit twee weken gegeven.
Cal pleegde enkele telefoontjes en kwam tot de conclusie dat ze het snelst in Engeland kon komen door de trein naar San Francisco te nemen en daar op een boac-vlucht naar Londen te stappen. Pas toen ze in de blokhut hun koffers aan het pakken waren, dacht Diane aan de paspoorten. Die lagen in la bij Ray in de kluis. Ze vervloekte zichzelf dat ze zo stom had kunnen zijn, maar raakte niet in paniek. Ze zouden gewoon per trein naar la moeten reizen, kondigde ze aan, bij het huis de paspoorten ophalen en dan volgens plan naar Engeland vliegen.
Cal zou jaren later zeggen dat hij nog had geprobeerd Diane over te halen hem te laten meegaan, en dat hij het zichzelf nooit zou vergeven dat hij niet had aangedrongen. Maar Diane was heel kalm, helder en vastberaden geweest, zei hij. Ze wilde Ray niet eerst bellen, voor het geval hij geintjes zou gaan uithalen. Nee, het was beter om ineens voor de deur te staan. Als Ray thuis was, zou ze dat wel aankunnen. Mocht hij er niet zijn (en ze probeerde het zo te timen dat ze hem niet zou treffen): ze had de sleutel van het huis en kende de combinatie van de kluis. Ze zou gewoon naar binnen gaan, de paspoorten pakken en weer vertrekken.
Het viel haar zwaar om afscheid te nemen van Cal toen hij hen in Choteau op de trein zette. Hij liet hen beloven zo gauw mogelijk terug te komen en ging op het perron met zijn hoed staan zwaaien toen de trein wegreed.
En zij hingen uit het raampje en zwaaiden terug totdat ze alleen nog maar een zwart stipje in de sneeuw zagen.
Per trein was de reis korter dan over de weg, maar voor Tommy was het nog altijd een hele onderneming. Ze aten en slapen en lazen boeken en keken zwijgend naar het steeds veranderende landschap, dat elk uur kaler en dorder werd. In tegenstelling tot hun reis acht maanden eerder in noordelijke richting was dit er een zonder spelletjes en liedjes, en dat kwam niet alleen doordat ze allebei aan Arthur moesten denken. Het was alsof beiden last hadden van een ander soort treurigheid; die had te maken met het achterlaten van Cal.
'Gaan Cal en jij trouwen?"
'O, Tommy, dat weet ik niet. Hij heeft me niet gevraagd. Bovendien ben ik nog getrouwd met Ray.'
'Maar je gaat toch wel van hem scheiden?'
Ze glimlachte naar hem en streelde zijn haar. 'Je klinkt al echt als een Amerikaantje. Ja, ik ga van hem scheiden. Zou je het leuk vinden als Cal en ik gingen trouwen?'
'Ja, wat denk je? Natuurlijk!'
'Misschien doen we dat dan nog wel.'
'Zouden we dan altijd in Montana blijven wonen?'
'Ik zou niet weten waarom niet.'
Tommy sliep toen de trein eindelijk Union Station binnenreed. Toen Diane hem wakker maakte, dacht hij even dat ze een vreemde was. Ze had een sjaaltje om haar hoofd geknoopt en droeg een zonnebril, zodat ze niet herkend zou worden. Een kruier laadde hun bagage op zijn karretje, en ze liepen achter hem aan het station door en zochten een taxi. Het was laat in de middag. Tommy, die nog dikke ogen had van de slaap, keek naar de keurig onderhouden straten, de lanen met palmbomen, de elegante huizen met hun onkruidvrije gazons en de tuinsproeiers die regenboogjes vormden in het laatste zonlicht, en hij vroeg zich af hoe het kon dat dit ooit zo veel indruk op hem had gemaakt, want niets, maar dan ook niets was hier echt. Het was allemaal show, volkomen gekunsteld en vreemd.
De hekken van Rays oprijlaan stonden open, en toen ze bijna bij het huis en het steigerende bronzen paard waren, stonden er geen auto's en was er geen teken van leven te zien. Diane vroeg de taxichauffeur te wachten en
droeg Tommy op in de auto te blijven zitten. Ze pakte haar sleutels uit haar tas en zei dat ze zo terug zou zijn. Tommy keek toe hoe ze in een drafje de trap naar de voordeur op liep. Daar bleef ze een tijdje staan luisteren, stak toen de sleutel in het slot en sloop geruisloos naar binnen.
Ze was pas een paar minuten binnen toen Tommy een auto hoorde aankomen over de oprijlaan. Toen hij omkeek, sloeg zijn hart over. Het was Ray in de Cadillac. Hij tuurde naar de taxi en vroeg zich kennelijk af wat die daar deed. Toen parkeerde hij zijn auto erachter. Tommy draaide zich snel weer om en liet zich op de achterbank omlaag glijden. Vanaf die plek keek hij naar de taxichauffeur die Ray via zijn binnenspiegel volgde: hij stapte uit, liep langzaam naar de achterkant van de taxi en tuurde door de ruit naar binnen. Hij was helemaal in het zwart gekleed en droeg een zonnebril, ook al was het buiten schemerdonker. Hij moest de bril afzetten om te kunnen zien wie er in de taxi zat. Toen begon zijn gezicht te stralen en trok hij het portier open. 'Krijg nou wat! Wie hebben we daar!'
'Hallo, Ray.'
'Tommy, ouwe jongen, hoe is het met jou?'
'Goed, hoor.'
'Wat is er aan de hand? Waar is je moeder?'
Tommy aarzelde.
'Is ze naar binnen gegaan? Wat doe jij hier dan nog? Kom jochie, dan gaan we haar zoeken. Goh, wat fijn om je te zien!'
'Ik moest van Diane hier wachten.'
'Doe niet zo gek. Kom mee.'
Hij stak zijn hand de taxi in en Tommy besefte dat hij geen keus had. Toen hij uitstapte, gaf Ray hem een dikke knuffel. 'Man, wat ben ik blij dat je er bent. Ik heb je heel erg gemist.'
Tommy slikte en glimlachte geforceerd. Ray trok zijn portefeuille uit zijn broekzak, betaalde de taxichauffeur en stuurde hem weg.
'Maar Diane heeft gezegd.
'Het is goed, man. Ga nu maar gewoon.'
Hij sloeg een arm om Tommy's schouders en samen liepen ze naar het huis.
'Jee Tommy, wat ben jij gegroeid! Man, je bent gewoon een grote kerel!'
Toen ze bij de voordeur waren, kwam Dolores naar buiten gerend. 'Ze is
terug! Ze is met de sleutel naar binnen gegaan.'
'Ik weet het, het weet het. Het is al goed. Kijk, Tommy is er ook. Ze zijn weer thuis.'
Ze keek naar Tommy en glimlachte gemaakt. 'Hallo.'
'Hallo.'
'Waar is ze?' vroeg Ray zacht.
'Boven. Ze probeert de kluis open te maken. Ik heb gezegd dat ze niet...'
'Laat maar, Dolores. We hebben alles onder controle, hè Tommy?' Hij gaf Tommy joviaal een mep op zijn rug. 'Weet je wat? Als jij nou eens met Dolores meegaat, dan maakt ze zo'n chocoladeshake voor je die je zo lekker vindt. Afgesproken?'
'Ik wacht hier wel.'
'Nee, je gaat met Dolores mee. Doe wat ik zeg.'
Tommy zou het zichzelf nooit vergeven dat hij op dat moment zo zwak was geweest. Als hij voet bij stuk had gehouden, als hij in de hal was blijven staan of Ray was gevolgd naar boven in plaats van zich door Dolores te laten meevoeren naar de keuken, hadden de gebeurtenissen die zouden volgen misschien voorkomen kunnen worden. Ben van de dingen die hij later zou leren was dat in het leven alles om timing draait. Eén seconde kan het verschil maken tussen geluk en ongeluk, tussen leven en dood of eeuwige verdoemenis.
Ze gingen naar de keuken, waar Dolores ijs en melk uit de koelkast pakte en hem onder het maken van zijn shake vroeg waar ze al die tijd hadden gezeten. Tommy was er met zijn hoofd niet bij en gaf weinig prijs, behalve dat ze in Montana waren geweest. Hij spitste zijn oren en probeerde zich voor te stellen wat er boven gebeurde. Toen hij bij de tafel bleef staan, zei Dolores dat hij moest gaan zitten, eerst vriendelijk en daarna strenger, dus gehoorzaamde hij haar maar.
Hij zou niet kunnen zeggen hoe lang het had geduurd voordat Diane begon te schreeuwen. Misschien vijf minuten, misschien minder. Maar zodra hij haar hoorde, sprong hij overeind. De stoel viel achter hem op de grond, maar hij holde al weg. Dolores riep hem terug, maar hij was al in de hal en vloog de trap op naar boven, waar hij Diane in Rays slaapkamer hoorde roepen: 'Maak nou gewoon die kluis open!'
'Diane, doe alsjeblieft rustig. Ik wil even met je praten.'
'Ik hoef alleen onze paspoorten te hebben!'
'Dat weet ik, maar ik heb je al gezegd dat ze daar niet meer liggen.'
'Ik geloof er niks van.'
'Dat moet je zelf weten, schat.'
'Ik wil het met eigen ogen zien.'
'Nee Diane, dat gaat niet gebeuren.'
'Maak verdomme die kluis open, Ray!'
Tommy bleef vlak voor de deuropening van de slaapkamer even staan luisteren en probeerde toen ongezien naar binnen te glippen. Hij zag hen aan de andere kant van de kamer staan, tegenover elkaar voor de open kast met de ingebouwde kluis. Hij deed behoedzaam een stapje naar voren. Ray stond met zijn rug naar hem toe, maar hij moest een flikkering in Dianes ogen hebben gezien, want hij keek over zijn schouder. Toen hij Tommy zag staan, glimlachte hij.
'Ga jij maar naar beneden, jongen. Niks aan de hand. Je moeder en ik moeten het een ander bespreken samen. Ga maar naar beneden. Wees een brave jongen en doe wat je wordt gezegd.'
Tommy aarzelde. Hij liet zich door niemand vertellen wat hij moest doen, behalve door Diane. Maar ze knikte instemmend. 'Toe maar, Tommy. Wacht beneden in de hal. Ik kom zo.'
Schoorvoetend draaide Tommy zich om en liep terug over de overloop. Ze begonnen weer te praten, maar deze keer met gedempte stemmen. Hij kon niet horen wat ze zeiden, maar de toon was dringend en vijandig. Dolores, die onder aan de trap stond, zei dat hij naar beneden moest komen, waarna ze door de gang wegliep naar de keuken.Hij was pas halverwege de trap toen Diane begon te gillen. Hij draaide zich om en holde zo hard hij kon terug, de overloop over en de slaapkamer in. En toen hij binnenkwam, zag hij dat Ray Diane tegen de muur duwde en haar twee keer een klap in het gezicht gaf, een-twee, eerst met vlakke hand en daarna met de rug ervan, heel snel achter elkaar. Tommy riep dat hij moest ophouden, maar Ray trok zich er niets van aan. Diane gilde, vloog op hem af en probeerde terug te slaan, maar hij was haar te vlug af. Ze klauwde naar zijn gezicht, greep toen een handvol haar beet en draaide eraan, en hij pakte haar krijsend bij de pols, draaide haar met een ruk om en zwiepte haar keihard tegen de muur. Tommy hoorde hoe met een onverwacht, schokkend gekreun de lucht uit haar longen werd geslagen. Ze zag hem bij de deur staan en probeerde iets te zeggen, maar ze was haar stem kwijt. Ray gaf een stomp in haar maag, waarna ze voorover klapte en zich op haar knieën liet zakken.
'Ga naar beneden, zei ik. Hoor je me niet?' brulde Ray zonder hem aan te kijken. 'Wegwezen!'
Het bevel was zo dwingend dat Tommy bijna gehoorzaamde. Hij had zich al omgedraaid en liep in de richting van de overloop. Maar toen bleef hij staan, en in een helder moment wist hij wat hij moest doen. Hij draaide zich nog één keer om en liep de kamer door naar Rays nachtkastje.
Ray moest gedacht hebben dat hij weg was. Hij had de revers van Dianes jasje beetgepakt en trok haar overeind. Zo geruisloos als hij kon schoof Tommy de la open. Verdomme, het lag er niet meer. Ray bewaarde het zeker ergens anders. Diane huilde en smeekte nu, maar Tommy hoorde niet wat ze zei, want zijn hele hoofd werd gevuld door het ruisen en pompen van zijn eigen bloed. Toen schoof hij de la wat verder open, en daar zag hij de doffe glans van de loop, helemaal achterin.
Het staal voelde koud in zijn hand toen hij het pistool pakte. Hij probeerde het snel en tegelijk zachtjes te doen, wat niet meeviel omdat zijn handen zo trilden. Maar hij slaagde erin om zonder hoorbare klik de veiligheidspal weg te schuiven en toen pakte hij met twee handen de greep vast, hief het wapen tot ooghoogte en richtte het op Rays rug.
Diane zag hem als eerste. Ray had zijn hand om haar keel gevouwen en drukte haar tegen de muur. Ze zette grote, bange ogen op. Op dat moment stopte ze met tegenstribbelen en hield zich heel stil, waarna Ray zich zonder haar los te laten omdraaide en hem ook zag staan.
'Laat haar los,' zei Tommy.
'Jezus, jongen, waar ben jij mee bezig? Leg weg dat ding.'
'Laat haar los, zei ik.'
Ray schudde zijn hoofd en glimlachte alsof hij nog nooit zoiets idioots en vermoeiends had gezien. Maar hij liet Diane wel los, en ze viel tegen de muur en zakte een beetje opzij, waarbij ze hijgend en hoestend naar haar keel greep.
'Tommy,' wist ze uiteindelijk uit te brengen. 'Doe niet zo gek, leg neer.'
Maar dat deed hij niet. Hij zei dat Diane verder opzij moest gaan.
maar daar leek ze niet sterk genoeg voor te zijn.
'Je hebt gehoord wat je moeder zegt, Tommy. Leg dat pistool weg. Brave jongen.'
'Ga bij haar vandaan.'
'Zo is het wel genoeg. Vooruit, dadelijk gebeuren er nog ongelukken. Geef hier dat pistool.'
Hij deed een stap in zijn richting en Tommy riep dat hij moest blijven staan. Alleen het. bed scheidde hen nu nog.
'Maak de kluis open,' zei Tommy.
Ray begon te lachen.'Je hebt te veel westerns gezien, jochie. Wie moet je vandaag voorstellen? Billy the Kid?'
'Tommy, doe alsjeblieft dat ding weg.'
'Nee, hij moet de kluis openmaken. Maak open!'
Hij klikte de haan terug. In westerns was dat meestal een goede manier om de aandacht vast te houden, en ook hier werkte het. Ray stak zijn handpalmen op. 'Oké, oké.'
Hij draaide zich om, en even zag het ernaar uit dat hij echt van plan was om de kluis open te maken. Maar toen hij bijna bij de kast was, dook hij plotseling opzij en pakte Diane beet. Tommy wist wat er zou komen. Hij had het al zo vaak gezien op tv: hij zou haar gebruiken als schild. Of misschien wilde hij haar weer pijn doen - of nog erger. Hoe dan ook, in die fractie van een seconde besefte Tommy dat hij geen keus had. Hij haalde de trekker over en schoot.
De aanblik van een stervende was heel anders dan op televisie. De kogel ging vlak onder het rechteroog naar binnen en Ray sloeg achterover tegen de muur en gleed langzaam naar beneden, tot hij op de grond zat. Zijn gezicht vertoonde geen doodsstrijd of zelfs maar pijn, alleen een soort geamuseerde verbazing dat dit hem daadwerkelijk was overkomen, dat dit het echte leven was en niet een aflevering van Sliprock, met een regisseur die cut! zou roepen.
Het leek alsof de tijd stilstond. Eerst was er geen bloed te zien, alleen een verkoold zwart gat. De kamer stonk naar rook en Tommy's oren tuitten door de knal. Maar toch hoorde hij de moeizame, rochelende ademstoten uit Rays mond komen. Diane stond als aan de grond genageld en staarde naar Ray terwijl het leven langzaam uit hem wegtrok.'Tommy,' fluisterde ze. 'Wat heb je gedaan?'
'Hij wilde...'
Dolores riep vanuit de hal. Ze brulde Rays naam en vroeg wat er was gebeurd. Het klonk doodsbang. Toen hoorden ze haar buiten om Miguel roepen.
Tommy had het pistool nog in zijn hand. Hij kon zijn ogen niet van Ray afhouden. Er was nu wel bloed. Veel bloed. Het gutste over zijn gezicht en langs zijn hals en glinsterde op zijn overhemd. Opeens schokten zijn handen en maakten zijn vingers een spinachtig dansje op de vloer. Hij kreunde nog één keer en verslapte toen.
'Tommy, snel, geef mij het pistool. Geef hier!'
Ze griste het uit zijn hand, en hij waarschuwde haar scherp dat ze voorzichtig moest zijn omdat de veiligheidspal ontgrendeld was. Hij deed haar voor hoe ze die moest vastklikken. Ze pakte een punt van de sprei en veegde het wapen schoon.
'Wat doe je nou?'
'Tommy, luister goed naar me. Je moet nu echt naar me luisteren.'
Op dat moment klonk er een gil en toen ze zich omdraaiden, zagen ze Dolores en Miguel in de deuropening staan. Dolores drukte haar vingers tegen de zijkant van haar hoofd en haar blik flitste van het pistool in Dianes handen naar het lichaam van Ray, dat bloederig onderuitgezakt aan de andere kant van de kamer lag. Ze mompelde iets en draaide zich om, en Miguel schuifelde langzaam achteruit de overloop op.