***
Voordat het helemaal misliep, ging het eerst nog een tijdje de
goede kant op. Hoewel Tommy achteraf, nadat de bom was gebarsten,
zou inzien dat het nooit goed had gezeten, en hij nam het zichzelf
kwalijk dat hij zo stom was geweest ooit anders te denken.
Waarschijnlijk was hij gewoon verblind geweest door een laatste
restje aanbidding van Red McGraw, de cowboy die niet bestond, die
zijn eigen stunts niet kon doen, die niet eens fatsoenlijk kon
paardrijden en net zo nep en leeg was als zijn kostuum en de
revolver die hij rond zijn vinger liet draaien. Had Diane Cal maar
ontmoet voordat ze Ray leerde kennen, dan was alles goed geweest en
hadden ze allemaal gelukkig kunnen zijn.
Tommy was niet blind; hij had in de eerste paar weken van de
filmopnamen heus wel gemerkt dat er spanningen waren. Hij was zich
ervan bewust - net als de hele filmploeg, die nergens anders over
praatte - dat Ray en meneer Redfield niet met elkaar konden
opschieten. En hij zag de spanning tussen Ray en Diane, hij zag hoe
Ray naar haar keek wanneer ze op de set plezier had met John
Grayling, en hij had gezien hoe bot Ray tegen Cal had gedaan die
avond dat ze laat teruggekomen waren van hun tocht naar de
rotsschilderingen. De muren van het huisje waar ze verbleven waren
dun, en Tommy hoorde Ray en Diane vrijwel iedere avond tegen elkaar
tekeergaan.
Maar daarna leek de boel tot bedaren te komen, en in de weken
die volgden was iedereen gelukkiger. Meneer Redfield liet Ray zijn
scènes niet meer zo vaak overdoen en de anderen hoefden niet meer
zo lang te wachten terwijl die twee samen wegliepen en
discussieerden. Toch had Tommy meneer Redfield sindsdien nog wel
een paar keer zien zuchten of stiekem een blik zien wisselen met
meneer Kanter, waaruit bleek dat hij niet zo tevreden was als hij
Ray wilde doen geloven.
Tommy had intussen de tijd van zijn leven. Iedere dag leerde
hij iets nieuws van Cal, of dat nu over het rijden, over
paardenverzorging of over wilde dieren ging. Het fijnste vond hij
het wanneer Cal vertelde over de Blackfoot-indianen en de
geschiedenis van zijn familie: wat ze deden, waar ze in geloofden,
hun jachtrituelen en hun ceremonies, de pijpen en medicijnbundels,
dat soort dingen. Cal leerde hem zelfs een paar woorden in de
Blackfoot-taal en soms, wanneer ze 's avonds de woestijn in gingen,
alleen zij tweeën, om de paarden beweging te geven, vroeg Tommy of
Cal hem wilde overhoren.
'Goed, wat is het woord voor poema?'
'Omachk-atayo.'
'En wat betekent dat?'
'Grote bruller.'
'Goed. Wolf?'
'Die is makkelijk: makwi.'
'Eland?'
'Verdorie, die vergeet ik altijd.'
'Het klinkt als niezen.'
'Siks-tsisoo!
'Heel goed! En wat betekent het?'
'Iets wat doorkomt. Zwart! Zwart dat doorkomt.'
'Zo Tom, je doet het echt goed. Wat is het woord voor
vriend?'
'Nitakau.'
Ze reden naast elkaar, en Cal stak zijn hand uit, legde die op
Tommy's schouder en herhaalde het woord. 'Nitakau.'
Het was na een van die ritjes, nog maar twee weken voordat er
een einde zou komen aan de opnamen in Arizona, dat Tommy het
ontdekte van Ray.
Het was bijna donker en Cal was helemaal aan de andere kant
van de veekraal bij een van de paarden, dat eerder die dag een klap
tegen zijn been had gekregen. Behalve de hopeloze oude bewaker een
paar honderd meter verderop bij het hek van de ranch was er verder
niemand. Althans, zo leek het. Tommy had net de zadels in de schuur
gehangen en kwam de deur uit gelopen toen hij een vrouw hoorde
lachen, gevolgd door iemand die 'Ssst' zei. Het geluid kwam van het
afgezette parkeerterrein zo'n twintig meter verderop, waar de
trucks en de trailers van de acteurs stonden.
Er brandde nergens licht en Tommy dacht al dat hij het zich
had ingebeeld, dat hij gewoon het gehinnik van een paard had
gehoord of de roep van een uil of een coyote. Toen zag hij de deur
van Rays trailer opengaan en een vrouw naar buiten komen. Hij
verstarde. Ze keek om zich heen, maar zag hem niet. Haastig ging ze
ervandoor. Het was Leanne, geen twijfel mogelijk.
'Oké, jongeman, ik breng je naar huis,' zei Cal. 'Je moeder
zal zich wel afvragen wat ik met je heb gedaan.'
Tommy zei niets. Cal had haar duidelijk niet gezien. Ze
stapten in de pick-up, Cal startte de motor en deed de lichten aan.
Toen ze langs de trailer hepen, keek Tommy naar binnen en zag hij,
zonder een spoortje twijfel, Rays gezicht voor het raam.
Toen het schijnsel van de koplampen op Leanne viel, draaide ze
zich glimlachend om, met haar hand voor haar ogen tegen het licht.
Cal minderde vaart en vroeg of ze een lift wilde. Ze bedankte hem,
maar sloeg het aanbod af en zei dat ze zomaar een eindje aan het
wandelen was.
Toen ze bij het huis aankwamen, kwam Diane naar buiten om hen
te begroeten.
'Raken jullie elkaar nou nooit eens beu?' vroeg ze.
Cal lachte, wenste hun een fijne avond en reed weg.
Diane had het bad al laten vollopen voor Tommy, en in het
water lag hij te tobben over wat hij zojuist had gezien. Het
tafereel behoorde tot een wereld die hij nog niet kon bevatten,
daar was hij te jong voor. Misschien had hij het mis en was er een
onschuldige verklaring te bedenken. Aangezien hij het grootste deel
van de tijd doorbracht tussen de paardenverzorgers had Leanne niet
veel te doen en was ze een soort assistente geworden - voornamelijk
van Diane, maar ook van Ray. Ze ging bijvoorbeeld de stad in om
inkopen voor hen te doen en gaf boodschappen aan hen door, dat
soort dingen. Misschien was ze daarom in de trailer geweest. Toen
herinnerde Tommy zich andere keren dat hij die twee samen had
gezien, en hij bedacht dat Ray haar altijd plaagde en haar aan het
giechelen maakte. Gisteren had hij nog gezien dat Ray op de set
haar handpalm aandachtig bekeek, zogenaamd om de toekomst te lezen.
Soms wist je bepaalde dingen gewoon, door de manier waarop mensen
naar elkaar keken. Misschien moest hij het Diane vertellen. Maar
als het nou niet waar was? Soms kreeg hij alleen maar op zijn kop
wanneer hij haar iets vertelde over Ray. Zoals laatst, toen hij een
mop herhaalde die hij Ray aan Denny had horen vertellen:
Wat zegje tegen een vrouw met twee blauwe ogen?
Weet ik niet.
Niks. Ze heeft het al twee keer gehoord.
Tommy snapte hem niet, maar Denny had er hard om gelachen, dus
moest het wel grappig zijn. Maar toen hij de mop had uitgeprobeerd
op Diane was ze kwaad geworden en had ze gezegd dat hij zoiets
nooit meer mocht zeggen.
Hij stapte uit bad, droogde zich af en poetste zijn tanden bij
de wasbak. Diane zat op zijn bed te vertellen over iets grappigs
wat ze van John Grayling had gehoord. Tommy deed alsof hij
luisterde. Hij trok zijn pyjama aan en kroop in bed.
'Wat ben je stil vanavond,' zei ze. 'Is er iets?'
'Ik ben gewoon een beetje moe.'
Ze glimlachte naar hem en streelde zijn haar.
'Moet je nou eens zien, je bent helemaal blond
geworden.'
'Hoe lang blijven we hier nog?'
'Twee weken. Daarna hoeven we alleen nog de binnenopnamen te
doen, in de studio. Hoezo? Je vindt het hier toch leuk?'
Tommy knikte. 'Nu heb ik wel slaap.'
Ze gaf hem een kus op zijn wang, zei dat hij lief was en
wenste hem welterusten.
Niet lang nadat ze naar beneden was gegaan, hoorde hij Ray
binnenkomen en naar Diane roepen dat hij ging douchen. Ray keek om
het hoekje van Tommy's kamer, maar Tommy deed alsof hij sliep.
Later hoorde hij hem samen met Diane lachen in de huiskamer en nog
later, toen ze naar boven waren gekomen, kon hij hen in de
slaapkamer horen: het bonken van het bed tegen de muur, de kreten
van Diane en Ray die 'Ssst' zei. Net zoals hij dat tegen Leanne had
gezegd. Tommy hield zijn oren dicht, en toen het eindelijk stil was
in huis lag hij nog lang naar het plafond te staren. Hij haatte Ray
en voelde zich een stomkop dat hij hem ooit aardig had
gevonden.
Het was pas de laatste tijd tot Ray doorgedrongen dat er iets
geks aan de hand was met macht: degenen die er het meest mee te
koop liepen, hadden het niet altijd. De hoge heren producenten en
regisseurs wilden graag de indruk wekken dat je alles aan hen te
danken had, dat je eigenlijk op je knieën hun laarzen zou moeten
kussen als dank omdat ze je hadden ingehuurd en dat ze je op elk
gewenst moment konden ontslaan, zomaar, om meteen de volgende
sukkel uit te kiezen. Maar dat was allemaal bullshit, want ze
wisten verdomd goed dat als ze je wegstuurden, ze min of meer aan
die uitgezakte studiobazen toegaven dat ze het verknald hadden. En
zodra de vakbladen en de aasgieren van de roddelpers er lucht van
kregen (en in Hollywood was niets zo sterk als de stank van een
mislukking) en erover schreven, voila, dan was de film ten dode
opgeschreven en kon hij bij het grofvuil gezet worden nog voordat
iemand de kans had gekregen hem te gaan zien.
De waarheid was dat als je je tegen hen verzette, die eikels
helemaal geen macht hadden. En dat had Ray godzijdank op tijd
ingezien. De eerste twee weken had hij door dat miezerige ventje
van een Redfield over zich heen laten lopen, had hij zich laten
vernederen waar iedereen bij was en was hij om de tafel gaan zitten
met hem en Herb Kanter (die goddomme al even erg was, maar zich
voordeed als een aardige oom, hartelijk en bemoedigend) en had hij
hen aangehoord terwijl ze geen spaan van hem heel lieten; eigenlijk
beweerden ze gewoon dat hij er niks van bakte, dat hij acteerde als
brandhout en dat hij bij de tv had moeten blijven, waar hij
thuishoorde. Natuurlijk hadden ze het anders geformuleerd. Ja, ze
hadden het allemaal verpakt in de gebruikelijke lulkoek over de
'motivatie' van het personage, de 'bedoeling' van de schrijver en
de 'diepere betekenis' van het verhaal. Rot op met dat geouwehoer.
Ze konden allemaal oprotten. De diepere betekenis was dat ze hem
godverdomme helemaal niet konden ontslaan, want dan zouden ze die
hele klotefilm verkloten.
Vanaf het moment dat hij voor zichzelf opkwam, wisten ze niet
meer wat ze moesten doen. Als Redfield wilde dat de scène weer werd
overgedaan terwijl Ray de laatste take prima vond, liet hij zich
niet langer van zijn stuk brengen; hij negeerde de aanwijzingen en
speelde weer precies hetzelfde, totdat die etter het opgaf. Dat
werkte prima. Algauw deed die kerel geen moeite meer. O ja, Ray zag
hem wel zuchten, hij zag die gelaten blikken wel, maar wat kon hem
dat schelen?
Hij bekeek ook de rushes niet meer aan het eind van de dag -
wat voor Redfield ongetwijfeld een opluchting was - maar hij had
genoeg gezien om te weten dat hij het prima deed op het witte doek.
Sterker nog, hij deed het uitstekend. De vechtscène met John
Grayling was hartstikke goed. Ray had zich niet kunnen inhouden bij
de laatste take en de oprechte schrik op het gezicht van dat mietje
was kostelijk geweest om te zien. Zijn kaak zag nog steeds blauw.
En dan de vrijscène in het hooi met Diane. De vonken vlogen
ervanaf; de schuur was bijna in de fik gevlogen. Die dag had hij
geen preek over motivatie nodig gehad.
Hoe het in het echte leven tussen hen ging was een andere
zaak. Het enige wat hij nooit van Diane had verwacht, was dat ze
frigide zou blijken te zijn. Op dat gebied was het altijd vuurwerk
geweest. Ruim een jaar lang hadden ze bijna niet van elkaar
afkunnen blijven. Ze had altijd net zo veel zin gehad als hij, als
het niet méér was. En wat nog fijner was: ze wilde ook dingen doen
die andere vrouwen meestal weigerden.
De fout was natuurlijk dat ze waren getrouwd. Het was zo
verdomd voorspelbaar. Je liet je strikken en binnen de kortste
keren was het gedaan met de seks. O, natuurlijk, ze deden het zo nu
en dan nog wel. Als Diane voor de verandering eens niet te moe was.
Maar zelfs dan was het niet zoals vroeger. Hij kon alleen maar heel
dankbaar zijn dat hij die dondersteen van een Leanne had. Wat had
ze hem verrast! Pas achttien jaar en ze wist beter van wanten dan
een hoer in Las Vegas.
Maar ze moesten heel voorzichtig zijn. Het was al meerdere
keren nét niet misgegaan. Diane had hen enkele malen bijna betrapt
in huis, toen hij dacht dat ze nog op de set of bij een bespreking
was. En gisteravond, toen Ray niet had geweten dat Tommy en Cal aan
het paardrijden waren, waren die opeens langsgereden en hadden ze
hem bijna betrapt terwijl hij met Leanne de trailer door de vering
heen beukte. Ray had die oude dronkaard die de poort bewaakte een
dik pak dollars toegestopt, en hem later flink uitgefoeterd omdat
hij hem niet had gewaarschuwd.
Ray wist niet goed wat hij moest denken van Tommy's aanbidding
van Cal. Aanvankelijk had die op zijn zenuwen gewerkt en hem zelfs
heel jaloers gemaakt. Maar het was ook wel zijn eigen schuld. Hij
was zo geobsedeerd geweest door zijn problemen met Redfield dat hij
niet genoeg aandacht aan die jongen had kunnen besteden. Gelukkig
was Cal een prima kerel - tenminste, voor een halfbloed - en Tommy
had het naar zijn zin en leerde allerlei nieuwe dingen. En
natuurlijk had de situatie als bijkomend voordeel dat die
verrukkelijke Leanne haar handen vrij had, dus Ray zouden ze niet
horen klagen. Bovendien was het allemaal bijna achter de rug. Nog
een week en dan waren de opnamen voorbij en gingen ze terug naar la
voor het studiogedeelte.
Het was zondagavond en Ray hoefde zich pas de volgende middag
weer op de set te melden. Diane zou al heel vroeg beginnen en lag
nu in bed de laatste scène die ze samen met Grayling zou spelen
voor te bereiden. Leanne ging vanavond naar The Hungry Horse en Ray
had beloofd ook te komen. Met een beetje geluk en wat slimme
manoeuvres zouden ze misschien naar de trailer kunnen glippen. Hij
voelde een lichte beroering in zijn kruis toen hij aan haar dacht.
Hij had net gedoucht en trok een nieuw wit overhemd en zijn zwarte
jeans aan en bekeek zichzelf nog een laatste keer in de
badkamerspiegel. Zo! Wat was hij toch een lekkere kerel.
Hij deed het licht uit en keek vanuit de deuropening van de
slaapkamer naar Diane. Ze zat rechtop in bed, met de kussens in
haar rug en een leesbrilletje op haar neus, aantekeningen te maken
in de kandijn van haar script. Ze leek verdorie wel een schoolfrik.
Dat mens was zo godvergeten toegewijd dat je er moe van werd. Toen
ze opkeek en hem zag staan, glimlachte ze. 'Ga je uit?'
'Ja, Denny is jarig. De mannen gaan een biertje pakken in de
hh. Ik heb gezegd dat ik ook even zou komen.' Hij drukte een kus op
haar voorhoofd. 'Ik maak het niet te laat.'
Hij parkeerde de auto aan het einde van de straat en liep het
laatste stuk over het trottoir. Dat deed hij graag, want soms
stonden daar kinderen die hem kenden uit Sliprock, die zich dan
verdrongen om een handtekening. Ze kenden allemaal zijn kenmerkende
Red McGraw-gebaartje en vormden met hun vingers een pistool, waar
ze de rook vanaf bliezen. Vanavond waren ze er niet. Maar iedereen
die hij passeerde herkende hem, en sommige mensen glimlachten of
knikten naar hem. Dan lachte hij koninklijk terug en tikte tegen de
rand van zijn hoed.
Hij was halverwege de straat toen hij het groepje jonge
indianen zag. Ze hingen vaak rond voor de hh en vonden zichzelf
overduidelijk de coolste types van het stadje. Nu kwamen ze hem met
z'n vieren tegemoet, rokend, met afhangende schouders en die
gluiperige koppen. Hadden die luie nietsnutten dan nooit leren
lachen?
Het was alsof ze hem konden horen denken, want ze begonnen
allemaal naar hem te grijnzen, alsof het zo afgesproken was. Ze
stonden nu pal voor hem en versperden hem de weg, zonder aanstalten
te maken hem erdoor te laten. Een van hen mompelde iets en de
anderen begonnen te lachen; Ray wist dat hij het mikpunt was van
een of andere hatelijke grap. Maar hij zou niet happen. Hij knikte
naar hen en deed een stap opzij, en drie van de jongens liepen
door. Maar de vierde week geen duimbreed.
'Hé, Red,' zei hij sarcastisch.
De anderen waren blijven staan en draaiden zich om om te
kijken. Een van hen lachte honend. Ray keek de jongen die hem had
aangesproken strak aan en knikte. 'Goedenavond.'
De jongen nam een laatste trek van zijn sigaret en gooide de
peuk op straat. Terwijl hij Ray in de ogen bleef kijken, hief hij
langzaam zijn hand om het bekende Red McGraw-pistool te vormen,
alleen bestond de loop in dit geval uit slechts één vinger: de
middelste. Hij blies de rook uit zijn longen en grijnsde. En Ray
velde hem met een linkse directe, vol op zijn kin.
Toen brak de pleuris uit. De andere drie jongens stortten zich
op hem; een van hen had een fles. Die zou hij op Rays hoofd
kapotgeslagen hebben als Ray het niet had zien aankomen. Hij gaf de
jongen een fikse trap in zijn ballen. De jongen klapte kreunend
voorover, maar de andere twee lieten Ray niet met rust, en een van
hen was behoorlijk gespierd en nam hem van achteren in een soort
houdgreep terwijl dat irritante indianenvriendje van hem een paar
rake klappen uitdeelde. Toen kwamen Chico en Denny en een paar
andere decorbouwers door de klapdeuren van de hh naar buiten
gestormd. Ze stortten zich op die rotzakken en namen ze goed te
grazen; misschien iets te goed, want toen het tumult voorbij was,
bleek een van hen bewusteloos te zijn en had de andere een gebroken
kaak.
Er kwam een politieauto aan, die de twee jongens die nog op de
been waren meenam. De andere twee werden per ambulance afgevoerd.
De broeders wilden Ray ook meenemen, maar hij zei dat alles oké
was. Het zag er erger uit dan het was. Zijn nieuwe witte overhemd
zat onder het bloed, maar zijn neus bloedde niet meer en leek niet
gebroken te zijn, alleen een beetje gevoelig. De mannen namen hem
mee naar binnen en Chico gaf hem een fles Jim Beam en een Hungry
Horse-t-shirt om aan te trekken. Iedereen kwam om hem heen staan om
te horen wat er precies was gebeurd. Leanne, de schat, haalde een
bak warm water en een handdoek om hem op te frissen.
Iemand moest Herb Kanter hebben gebeld, want algauw kwam ook
hij binnen. Hij scharrelde rond als een moederkloek en stelde
vragen waarop iedereen allang het antwoord wist. Ray droeg hem op
te gaan zitten en gaf hem wat te drinken, en binnen de kortste
keren was alles weer rustig, niks aan de hand. Toen Herb weer
vertrokken was, glipten Denny en Ray de binnenplaats op om een
joint te roken. Toen ze terugkwamen was Leanne verdwenen, maar dat
gold ook voor zijn zin, en zijn neus klopte pijnlijk, dus wenste
hij iedereen goedenavond, liep met onvaste benen naar zijn auto en
reed naar huis.
Hij werd eerder gewekt dan hem lief was, door Diane die gilde
als een speenvarken. Hij had de hele nacht liggen bloeden op zijn
hoofdkussen en ze stond met Tommy aan zijn bed met open mond naar
hem te kijken. 'Wat is er in godsnaam gebeurd?'
Hij wuifde het weg en probeerde hetzelfde te doen toen de
jonge hulpsheriff langskwam om hem te verhoren, in gezelschap van
Herb Kan ter. De hulpsheriff was jong, ernstig en bloednerveus. Hij
beweerde te kunnen aantonen dat Ray de eerste klap had uitgedeeld,
wat Ray uiteraard ontkende. Uiteindelijk leek dat arme ventje geen
fut meer te hebben om erop door te gaan en zat hij daar alleen nog
maar zielig te kijken. Toen Herb met de jonge hulpsheriff meeliep
naar zijn auto, sloeg hij een arm om diens schouder en zei iets wat
hem leek op te beuren. Met een glimlach en opgestoken hand reed hij
weg. Herb kwam terug naar binnen en Ray vroeg wat hij had
gezegd.
'Ik heb hem gewoon een paar kaartjes voor de première
beloofd.'
Misschien was er toch wat te zeggen voor die
producenten.
Twintig minuten voordat Frank Dawson hen zou ophalen om hen
naar het vliegveld te brengen kwam Cal langs. Hun bagage stond al
klaar in de gang. Terwijl ze de laatste spullen inpakte en het huis
opruimde, had Diane steeds uit het raam gekeken en zich afgevraagd
of Cal zijn belofte om afscheid te komen nemen soms was vergeten.
Toen zag ze zijn truck over de zandweg komen aanrijden, gevolgd
door een wolk rood stof.
'Tommy! Daar is Cal!'
Van de meeste mensen hadden ze de vorige avond al afscheid
genomen, op het feest. Het was ontzettend leuk geweest. Zelfs Ray
leek het naar zijn zin te hebben. Hij had met haar gedanst en was
lief voor haar geweest, weer een beetje de oude Ray, al begreep ze
maar niet wat er tussen Tommy en hem voorgevallen kon zijn. Tommy
zei geen woord meer tegen hem als het niet strikt noodzakelijk was.
Ray begreep er net zo weinig van als zij. Maar wanneer ze Tommy
vroeg wat er aan de hand was, deed hij alleen maar nors en boos en
zei dat er niets was.
Op het feest had Diane cadeautjes uitgedeeld aan de filmploeg
en haar medeauteurs, en het ontroerde haar dat ze er zelf ook heel
veel had gekregen. Iedereen zei dat het een genoegen was geweest om
met haar samen te werken en dat ze Tommy enorm zouden missen. Hij
was een soort mascotte geworden voor de film. Herb Kanter gaf hem
een klapbord met de opdruk T. Bedford, paardenverzorger.
Tommy had tot na middernacht mogen opblijven en alle vrouwen
hadden met hem willen dansen. Diane had geen flauw idee waar die
jongen zo had leren twisten. Het was een openbaring. Ze had hem nog
nooit zo zorgeloos gezien. De keerzijde was dat ze hem vanmorgen
bijna niet zijn bed uit had kunnen krijgen. Telkens wanneer ze hem
wakker wilde maken, draaide hij zich alleen maar kreunend om. Nu
was hij eindelijk op en was hij zich aan het aankleden (hoopte ze).
Ray was even de stad in gegaan om sigaretten te halen, zei hij. Er
lag een vol pakje op het dressoir, waar ze altijd lagen. Gek genoeg
had hij dat blijkbaar niet gezien.
'Tommy! Heb je me wel gehoord?'
'Ik kom eraan.'
Diane deed de voordeur open, en samen keken ze met een hand
boven hun ogen tegen de felle zon toe hoe Cal de auto parkeerde en
uitstapte. Hij zwaaide naar hen en liep het steile pad naar de
voordeur op. Hij was natuurlijk ook op het feest geweest, net als
iedereen. Diane had steeds gehoopt dat hij haar ten dans zou
vragen, maar dat was niet gebeurd. Ze had hem zelf wel willen
vragen, maar de gelegenheid had zich niet voorgedaan. Tommy zou hem
vreselijk missen. En zij ook.
'Hallo. Sorry dat ik zo laat ben.'
'We hadden de hoop al bijna opgegeven.'
Hij stond nu voor hen met een bruine papieren boodschappenzak
onder zijn arm. Hij glimlachte en nam zijn hoed af. Diane vroeg of
hij een kop koffie wilde. Hij liep met hen mee het huis in, de gang
door naar de keuken. Daar legde hij zijn hoed en de zak op tafel en
ging zitten terwijl Diane verse koffie zette.
'En, Tom, vond je het een leuk feest? Daar zag het wel naar
uit.'
'Het was wel aardig.'
'Voor jou misschien. )e was de enige met wie de meiden wilden
dansen.'
'Nou, jij deed het anders ook niet slecht, dacht ik,' zei
Diane. 'Sommige mensen kwamen niet eens aan de beurt.'
'Een paardenverzorger krijgt de kans niet om te dansen met de
ster van de avond.'
'Het leek eerder andersom te zijn.'
Hij keek haar aan en glimlachte. En even voelde ze zich met
hem verbonden. Ze zag iets in zijn ogen, een soort droefenis die ze
niet eerder had gezien. Ze wendde zich af en ging druk in de weer
met de koffie.
'Waar is Ray?'
'Sigaretten halen. Hij komt zo terug.'
Tommy vroeg hoe lang de aanhangwagen met de paarden erover zou
doen om terug te rijden naar la en Cal antwoordde dat ze het rustig
aan zouden doen, een paar dagen, vanwege de hitte.
'Hoe snel kunnen we dan weer gaan rijden bij jou op de
ranch?'
Cal gaf niet meteen antwoord. Toen Diane hem aankeek, zag ze
dat er iets aan de hand was.
'Cal, wat is er?'
'Ik had het je eerder willen vertellen. Een paar dagen geleden
kreeg ik een telefoontje van Don Maxwell. Hij gaat de boel
verkopen. Er waren drie bieders voor zijn grond en de prijs is zo
hoog opgelopen dat je gek zou zijn om het bod af te slaan. Dus...
dat is het einde van de ranch.'
'Dat kan hij niet maken!' riep Tommy uit.
'Jammer genoeg wel, Tom. Het is allemaal van hem. We hebben
altijd geweten dat het een keer zou gebeuren.' 'Wat ga jij nu
doen?' vroeg Diane. 'Kun je wel een nieuwe ranch vinden? Er zijn er
toch wel meer waar films worden opgenomen?'
'O, jawel. Iverson en Disney. Weet je wat het is, Diane, ik
weet niet of ik dit werk wel wil blijven doen.'
'Maar wat dan?'
'Ik ga terug naar Montana. Mijn vader helpen. Mijn moeder en
hij worden ook een dagje ouder, ze kunnen wel wat hulp gebruiken.
Er is daar genoeg ruimte voor mij en voor de paarden.'
Tommy zat alleen maar naar hem te staren. Hij leek met
stomheid geslagen.
'Wanneer?'
'Wat bedoel je, jongen?'
'Wanneer vertrek je?'
'Dat weet ik nog niet. Het duurt zeker wel een maand voordat
alles is geregeld. De bulldozers komen in het vroege najaar en dan
wil ik weg zijn. Dat hoef ik niet te zien.'
Hij glimlachte naar Diane. 'Komt die koffie nog of hoe zit
dat?'
Toen ze voor hem inschonk, hoorden ze Rays auto. Even later
kwam hij binnen, opgewekt en luidruchtig. Hij gaf Cal joviaal een
mep op zijn rug en woelde door Tommy's haar. Tommy deed alsof hij
lucht was.
'Wat is er aan de hand?' vroeg hij, en hij keek hen een voor
een aan. 'Is er iemand dood of zo?'
'Wist jij dat de ranch van Cal wordt verkocht?' vroeg
Diane.
'O ja, dat had ik je nog willen vertellen. Vreselijk, hè? Maar
er zijn wel meer ranches waar...'
'Hij gaat terug naar Montana.'
Ray keek Cal aan. 'Echt waar? Dat heb je me niet verteld. Dat
wil toch niet zeggen dat je ook stopt met je stuntwerk?'
Cal knikte.
'Wie moet er dan mijn stand-in zijn?'
Voordat hij vertrok, pakte Cal de boodschappenzak voor hen
uit. Er zat voor ieder van hen een cadeautje in, verpakt in wit
vloeipapier met een rode strik eromheen. Tommy vroeg of hij het
meteen mocht openmaken, en dat mocht. Voor Ray had Cal een gesp
voor zijn riem gekocht waar Medicine Springs op stond en voor Tommy
een Navajo-pijp die uit een gewei
was gesneden, versierd met bont, veren en turkooizen kralen.
Ze bedankten hem allebei. Cal vertelde dat de pijp was gemaakt door
de oude man die hem de weg naar de rotsschilderingen had
gewezen.
'Maar denk erom: niet roken totdat het van je moeder
mag.'
Dianes cadeau was een gepolijste rode steen waarop in
donkerder rood twee silhouetten geschilderd waren, precies zoals ze
die op de rotswand hadden gezien.
'Heel mooi,' zei ze eenvoudig, en ze draaide de steen om in
haar handen.
Ze voelde dwaze tranen opwellen, dus legde ze hem terug op
tafel en liep snel de kamer uit, waarbij ze over haar schouder riep
dat ze ook iets voor hem hadden. Ze had het cadeau voor Cal bij de
bagage in de gang neergezet, en daar bleef ze even staan om in haar
ogen te wrijven. Ze droeg zichzelf streng op zich te
beheersen.
Diane had de foto zelf genomen, op een van hun late
middagritjes. Ze had hem in het stadje laten afdrukken en er een
lijstje bij gevonden van ruw pijnbomenhout van precies het juiste
formaat. Het was een foto van Tommy en Cal die naast elkaar op hun
paard reden, met achter hen de bergen, hun gezichten stralend in de
avondzon. Ze lachten naar de camera en Cal had zijn hand op Tommy's
schouder gelegd.
'Namens ons allemaal,' zei Ray.
Dat was niet waar, maar Diane hield haar mond. Cal wist het
best. Hij keek een hele tijd naar de foto en knikte toen, waarbij
hij alleen naar haar keek.'Dank je wel.'
'Nee Cal,' zei ze zacht. 'Jij bedankt.'
Frank Dawson kwam hen halen. Ze laadden hun bagage in en reden
naar het kleine vliegveldje, gevolgd door Cal met Tommy in zijn
truck. Herb stond al te wachten, de Lodestar was klaar voor
vertrek. Cal hielp hen met de bagage en daarna namen ze afscheid
bij het trapje van het vliegtuig. Cal gaf eerst Ray een hand en
toen Tommy, die zijn tong verloren leek te zijn.
'Ik zie je wel als we terug zijn,' zei Cal.
Tommy knikte en staarde naar de grond. Diane gaf Cal een zoen
op zijn wang. Ze wenste dat ze het gevoel en de geur van zijn huid
kon opslaan.
Het vliegtuig steeg op in oostelijke richting, en toen het
overhelde en terug naar het westen vloog, kon Tommy Cal onder hen
naar zijn truck zien
lopen. Hij keek op, bleef staan en zwaaide met zijn hoed toen
ze overvlogen. En Tommy zat daar bij het raampje naar hem te
kijken, zwijgend en gebroken.