***

Tommy en Dickie zaten op de enorme, gebroken witte leren achterbank van de Bentley en keken door het open raampje naar de menigte Ashlawn-jongens die Ray Montane en Diane nog altijd omringde. De jongens verdrongen elkaar voor een handtekening en ze bleven maar 'Red! Red!' roepen, waarbij ze met duim en wijsvinger een revolver vormden en zogenaamd de rook van de loop bliezen; dat was een soort handelsmerk van Red McGraw in Sliprock, net als het zinnetje 'Tot ziens in het Westen' aan het eind van elke aflevering.
Ray was al lang door de Red McGraw-foto's heen die hij had meegebracht; hij zette nu zijn handtekening op de programmaboekjes van de familiedag en elk ander reepje papier dat hem werd voorgehouden. Diane, die naast hem stond, werd bijna net zo druk beziggehouden. De fotograaf van de plaatselijke krant, een verfomfaaid mannetje wiens rode wangen intussen glommen van het zweet, had al wel honderd foto's van hen genomen, maar hij klikte nog steeds.
'Red! Red! Handtekening!' riepen de jongens. 'Alsjeblieft! Diane, jij ook!'
Charlie Chin Rawlston stond er met een triomfantelijk gezicht bij en zorgde ervoor dat de boel niet te zeer uit de hand liep. Al sinds Ray en Diane twee uur geleden waren aangekomen, liep hij tegen hen te slijmen, al zei Dickie dat waarschijnlijk eerst iemand die oude gek had moeten uitleggen wie ze waren.
Tommy kon nog altijd niet geloven dat ze waren gekomen. Zijn moeder had hem in haar laatste brief laten weten dat zijn vader en zij niet naar de familiedag zouden komen en dat Diane in hun plaats kwam. Maar van Ray Montane was geen sprake geweest. Misschien had het een verrassing moeten blijven.
En een verrassing was het zeker geweest. Sterker nog, hun verschijning was misschien wel de grootste sensatie die Ashlawn had gekend sinds die keer dat de bliksem was ingeslagen in een van de schoorstenen, die was neergestort op de Morris Minor van Zuster (helaas had ze er zelf niet in gezeten). De timing van hun komst was perfect geweest. Alle ouders en jongens hadden zich verzameld op het sportveld, waar ze zaten te picknicken en toekeken hoe het cricketteam zoals ieder jaar werd ingemaakt door de vaders. De auto's van de ouders, waarvan merk en jaartal nauwkeurig de sociale status van de eigenaars weergaven, stonden zij aan zij geparkeerd rondom het sportveld, waarvan het natte gras was bezaaid met geruite plaids en picknickmanden.
Tommy en Dickie zaten, somber en rammelend van de honger, te wachten op het trapje van het paviljoen. Omdat de ouders van Dickie in Hongkong verbleven en nooit naar schoolevenementen kwamen, had Tommy hem uitgenodigd voor de picknick die Diane zou meebrengen. Ze was al twee uur te laat en Tommy schaamde zich dood. De aanblik van alle anderen die aanvielen op hun komkommersandwiches, pasteitjes met varkensvlees en kippenpootjes was bijna ondraaglijk. Net toen hij zich voor de tiende keer wilde verontschuldigen, kwam er door de schoolhekken geruisloos een grote witte Bentley aangereden.
De auto had geblindeerde ramen, en tegen de tijd dat hij het gras was overgestoken en op een afstandje van de andere auto's halt hield, rustten er minstens driehonderd paar ogen op. Er viel een verwachtingsvolle stilte, en een hele tijd gebeurde er niets. De auto stond daar maar. Ook de cricketwedstrijd was inmiddels gestaakt. Alle spelers, en zelfs de scheidsrechters in hun witte jasje met panamahoed stonden te wachten om te zien wie er uit de auto zouden stappen.
'Kijk dan,' zei Dickie.
Het portier aan de bestuurderskant ging open. Er stapte een chauffeur uit, in uniform met een donkerblauwe pet op zijn hoofd. Hij hield het achterportier open.
'Je weet al wie het is, hè?' fluisterde Dickie.
'Natuurlijk niet.'
'Het is je zus, sufferd.'
En daar was ze: ze stapte elegant uit de auto en lachte ergens om terwijl
ze haar jurkje gladstreek en haar zonnebril rechtzette.
'Zo hé,' mompelde Dickie vol verwondering.
'En kijk eens wie er bij haar is!'
Op zijn witte stetson na was Ray Montane volledig in het zwart gekleed. Hij droeg een veterdas en een riem met een grote zilveren gesp in de vorm van een opgerolde ratelslang. Zijn laarzen hadden zilveren punten en op zijn overhemd zaten steentjes die eruitzagen als diamanten, al zei Dickie dat het waarschijnlijk bergkristalletjes waren, die waren minder kostbaar. I let enige wat nog ontbrak, was zijn holster.
Vreemd genoeg leek hij niet eens zo misplaatst, omdat iedereen zich nogal vreemd uitdoste voor de familiedag. Charlie Chin, Snoeshaan Lawrence en sommige andere meesters droegen hun toga, een enorme zwarte cape met een grote kap, afgezet met rood of paars satijn of wit bont, die slap (>p hun rug hing. Alle jongens en de docenten hadden een bloem en een varentakje op hun revers gestoken en sommige vaders droegen een opzichtig gestreepte blazer. De meeste moeders en oudere zussen droegen een hoed met bloemen of veren erop.
Maar Diane niet. Haar haar hing los, in dikke, glanzende krullen die dansten als ze liep. Ze was nog bruin van haar reis naar Californië en droeg sandaaltjes met hoge hakken en een roze jurkje waarin je haar blote schouders kon zien. En ze had genoeg boezem om alle jongens en bijna alle vaders te betoveren.
Voor het oog van alle aanwezigen sloot ze Tommy in een omhelzing waar geen einde aan leek te komen; ze perste de lucht uit zijn longen. Toen begroette ze Dickie en maakte hem aan het blozen door hem op zijn wang te kussen. Ray gaf hun allebei een hand en zei tegen Tommy dat hij veel over hem had gehoord. Tommy hoopte maar dat het bedplassen daar geen deel van uitmaakte. Ray had de blauwste ogen die Tommy ooit had gezien. In de kofferbak van de Bentley stond een rieten picknickmand, die minstens drie keer zo groot was als die van alle anderen. Op het deksel stond heel groot F&M; Diane zei dat dat stond voor de beroemde winkel waar ze hem hadden gekocht. Er zaten allerlei vreemde dingen in, zoals paté die was gemaakt van ganzenlever en zwarte visseneitjes die ze kaviaar noemden. Dickie vond ze heerlijk, maar Tommy gruwde ervan. De chauffeur had een paar kleden uitgespreid in het gras, en de twee jongetjes gingen zitten
en propten zich vol tot ze misselijk werden.
Charlie Chin hoorde zich te ontfermen over de kolonel met het rode hoofd die eerder die dag een aantal prijzen had uitgereikt en die iedereen in slaap had gesust met zijn lange toespraak over het belang van teamsport, maar je kon duidelijk zien dat hij dolgraag wilde kennismaken met Diane en Ray. Toen hem dat eindelijk lukte, stond hij erop hun een rondleiding door de school te geven. Tommy ging mee, maar daar kreeg hij algauw spijt van, want de hoofdmeester gaf voortdurend klopjes op zijn hoofd en maakte grapjes alsof ze dikke maatjes waren. De hypocrisie was misselijkmakend. Toen ze langs de kleedkamer liepen, had Tommy het liefst willen zeggen: 'Hier slaat die slijmbal ons met veel plezier helemaal in elkaar.'
Maar er gebeurde iets nog veel beters. Toen ze voor het cricketpaviljoen thee zaten te drinken, zag Tommy dat Mepper Brent stond te praten met de vrouw van de kolonel, met haar rattengezichtje, en hij fluisterde tegen Diane dat Brent de gemeenste, meest sadistische man van de hele school was en dat hij losse handjes had. Ray Montane hoorde het.
'Heeft hij jou wel eens geslagen, Tommy?'
'Vaak zat. Hij slaat Dickie iedere avond.'
'Het is een viezerik,' zei Dickie.
Ray knikte peinzend. 'Hoe heet hij?'
'Brent. We noemen hem Mepper.'
Voordat iemand eraan dacht hem tegen te houden, liep Ray al recht op Mepper af en tikte hem zachtjes op zijn schouder.
'Neemt u me niet kwalijk, mevrouw,' zei hij tegen het ratje, en hij tikte even tegen zijn hoed. 'Ik moet deze heer even spreken. Het duurt niet lang.'
Brent fronste zijn voorhoofd, maar liet zich apart nemen. Ray boog zich naar hem toe en sprak even op zachte toon met hem. Toen legde hij een hand op Brents schouder, lachte poeslief naar hem en kwam teruggelopen naar Tommy en Diane. Mepper stond erbij alsof hij zojuist een geest had gezien.
'Wat heb je tegen hem gezégd?' vroeg Diane op fluistertoon.
'Als hij jullie ooit nog met één vinger durft aan te raken, kom ik hierheen om zijn vuile lange neus in zijn eigen reet te duwen.'
Nu was de middag bijna om en Ray en Diane stonden bij de auto de laatste handtekeningen uit te delen. Charlie Chin kwam weer naar hen toe gelopen.
'Goed jongens, zo is het wel genoeg. Geen handtekeningen meer. Meneer Montane en mevrouw Reed hebben het vast nog heel erg druk.'
'Goh Charlie, ik was anders van plan om de hele dag te blijven,' zei Ray.
De hoofdmeester wierp bulderend van het lachen zijn hoofd in zijn nek, alsof dat het grappigste was dat hij ooit had gehoord. Ray wierp een blik in de auto en knipoogde naar Tommy vanonder de rand van zijn stetson. Tommy mocht hem nu al, al kon hij er nog steeds niet aan wennen dat deze grote ster, Red McGraw uit Sliprock, nu de vriend van zijn zus was. Dat was bijna net zo wonderbaarlijk als wanneer ze teruggekomen zou zijn uit Hollywood aan de arm van Flint McCullough. Ray zag er een beetje ouder uit dan op tv en in ieder geval een stuk ouder dan Diane - maar dat kwam waarschijnlijk doordat hij zo vaak in de zon op zijn paard over de prairie reed.
'Ik hoop van harte dat u nog eens terugkomt,' zei de hoofdmeester, waarbij zijn blik heimelijk afgleed naar Dianes borsten. 'U allebei. Ik bedoel... eh, meneer Montane, misschien wilt u volgend jaar op de familiedag onze gastspreker zijn?'
'Nou Charlie, dat is erg...'
'U hoeft nu nog niet te beslissen. Ik weet dat men in de glitterwereld van de showbusiness eerst zijn agent moet spreken en dat soort eigenaardigheden.' Hij lachte hard om zijn eigen wereldwijze gevatheid.
Het was nu zes uur en de familiedag was officieel ten einde. De jongens mochten tot dezelfde tijd de volgende dag naar huis, en daarna was het nog maar vijf dagen tot de vakantie, die twee hele maanden duurde. Tommy vroeg zachtjes aan Diane of Dickie met hen mee naar huis mocht, omdat hij nergens anders naartoe kon, maar ze zei nee, misschien een andere keer. Ze moesten 'een belangrijke familiekwestie' bespreken, legde ze uit. Ze had een vreemde, bijna nerveuze blik in haar ogen.
'Hoe bedoel je?'
'Dat leg ik je straks wel uit, lieverd.'
'Geeft niks,' zei Dickie. 'Het is hier best te doen als er verder niemand is.'
Hij stapte uit en nam afscheid, en na nog meer geslijm van Charlie Chin liet de chauffeur Ray en Diane instappen. Toen ze op de achterbank zaten, aan weerskanten van Tommy, vertrokken ze. Een hele troep jongens holde met de auto mee tot aan de schoolpoorten, zwaaiend en juichend, onder het roepen van: 'Tot ziens in het Westen!'
Toen was het stil. Ray pakte twee sigaretten uit een zilveren doosje, stak ze allebei aan en gaf er een aan Diane. Een hele tijd zei niemand iets.
'Gaat Ray met ons mee naar huis?' fluisterde Tommy.
'Ja, maar hij blijft niet. Hij moet straks nog terug naar Londen. Morgen vliegt hij naar huis.'
'Helemaal naar Californië?'
'Jazeker, jongen,' zei Ray.
'Jammer.'
'Zeg dat wel. Maar weet je, Tommy, ik denk dat wij elkaar binnenkort veel vaker zullen zien.' 'O.'
Ray wierp een blik op Diane en Tommy keek nu ook naar haar. Hij zag weer diezelfde vreemde blik in haar ogen. Ze probeerde te glimlachen, maar toen wendde ze haar gezicht af en staarde uit het raampje. En hoewel Ray en Tommy over van alles en nog wat babbelden, zei Diane de rest van de rit helemaal niets meer.
Het was al vele weken geleden dat Tommy naar huis had gemogen, dus toen de Bentley de oprijlaan op reed, verwachtte hij dat zijn ouders wel naar buiten zouden komen om hem te begroeten. Maar dat deden ze niet. En Ray ging niet mee naar binnen. Ze stapten allemaal uit en de chauffeur zette de leren koffer van Diane naast haar in het grind. Ray gaf Tommy een ferme handdruk.
'Pas goed op mijn meisje, hè pardner? 'Oké.'
Ray grijnsde en blies zogenaamd de rook van de revolver die hij met duim en wijsvinger vormde, en Tommy deed hetzelfde. Toen sloeg Ray zijn armen om Diane heen en kuste haar vol op de mond.
'Sterkte, schat,' zei hij. 'Het komt goed, dat zul je zien.'
Diane zei niets en knikte alleen maar. Ray stapte weer in de auto en deed het portier dicht, en Tommy en Diane keken toe hoe de Bendey keerde op de korte oprijlaan en daarna weg zoefde. Diane sloeg een arm om Tommy's schouders. 'Kom,' zei ze, 'we gaan naar binnen.'
Ze had haar verhaal in gedachten wel honderd keer geoefend, en zelfs hardop voor de spiegel uitgesproken, zoals ze dat ook deed wanneer ze haar tekst voor een nieuw stuk moest leren. Maar het leek niet geholpen te hebben. Ze was zenuwachtiger dan ze ooit op het toneel was geweest, erger nog dan die allereerste avond in het West End. Toneel was maar doen alsof, maar dit was het echte leven. Bovendien wist ze al dat het publiek haar vijandig gezind zou zijn.
Haar ouders zaten op hen te wachten in de zitkamer. Op televisie werden de cricketuitslagen voorgelezen, maar niemand schonk er aandacht aan. Haar vader zat in zijn vaste stoel pijp te roken en de krant te lezen. I laar moeder zat op het puntje van de bank met een halfleeg glas gin-tonic in haar hand. Aan haar ogen en de rode gloed op haar wangen kon je zien dat het niet haar eerste was. Toen Diane en Tommy de kamer binnenkwamen, boog ze zich naar voren en drukte haar sigaret uit in de asbak.
'Hallo, Tommy,' zei ze lusteloos.
'Hallo.'
Tommy liep naar haar toe en ze keerde hem haar wang toe om zich te laten kussen. Diane zag aan zijn frons dat hij al aanvoelde dat er iets mis was. I laar vader schraapte zijn keel en glimlachte onhandig en geforceerd naar hem.
'Dag, jongen. Hoe was de familiedag?'
'Wel leuk. Wat is er aan de hand?'
Dianes ouders keken allebei naar haar; ze wilden dat zij het woord zou doen. Haar vader zag er treurig en vermoeid uit, en opeens heel oud. In de ogen van haar moeder glinsterde een kille, nauwelijks ingehouden woede. Na alles wat er de afgelopen weken was gezegd, na het vele roepen en dreigen en alle wederzijdse beschuldigingen, had Diane dat kunnen verwachten. Ze hadden drie hele dagen en nachten ruziegemaakt, waarna ze uiteindelijk het huis uit was gestormd en was teruggegaan naar Londen, om bij Ray in zijn hotel te zijn. Hij was de enige die het begreep. Zonder hem had ze de moed nooit kunnen opbrengen.
Maar dit verliep niet zoals ze het had gepland. Gisteravond aan de telefoon had haar vader haar weer gesmeekt, voor de laatste keer, om het niet door te zetten. En toen ze antwoordde dat ze zich niet liet ompraten, hadden ze er met tegenzin in toegestemd dat wanneer ze Tommy meenam naar huis van school, ze eerst met het hele gezin zouden eten, om het hem dan, zo voorzichtig en zo liefdevol mogelijk, te vertellen. Maar er hing nu al een
gespannen sfeer. Ze moest het nu doen. Ze stond nog bij de deur. Allemaal staarden ze haar aan. Op televisie werden nog steeds de cricketuitslagen opgedreund.
'Wat is er nou?' vroeg Tommy. 'Wat hebben jullie?'
'Verdorie, Diane,' zei haar moeder. 'Schiet nou maar op.'
Diane liep stijfjes naar de televisie en zette die uit. Toen ging ze op de bank zitten, helemaal aan het andere uiteinde als waar haar moeder zat. Ze probeerde te glimlachen, maar de lach voelde onecht en zo zou hij er ook wel uitzien. Het leek wel of haar acteertalent haar volledig in de steek had gelaten. Ze gaf een klopje op het kussen naast haar. 'Tommy, lieverd, kom hier eens zitten. Ik moet je iets vertellen.'
'Wat dan?'
In plaats van alleen verbaasd keek hij nu ook bang. Hij hield haar angstvallig in de gaten toen hij naast haar kwam zitten. Diane pakte met twee handen zijn hand beet.
'Tommy, er is iets wat ik je al heel lang wil vertellen. Eigenlijk al je hele leven. Maar ik had er de moed niet voor.'
Ze wierp een snelle blik op haar ouders. Haar moeder schudde haar hoofd en wendde zuchtend haar blik af.
'Lieverd, je hebt al die jaren gedacht dat ik je zus was, maar dat ben ik niet.'
'Hè?'
'Tommy... ik ben je moeder.'
Tommy lachte niet-begrijpend. 'Is dat een grapje of een truc of zo?'
Toen hij om zich heen keek, zag hij aan de gekwelde gezichten dat het geen grap was.
'Ik was nog heel jong toen... toen jij geboren werd. Net zestien geworden. Toen hebben we met z'n allen besloten dat het beter zou zijn, in ieder geval voorlopig, als iedereen zou denken dat ik nietje moeder was, maar... je zusje.'
Ze vond het ongelooflijk dat ze er zo'n puinhoop van maakte. Normaal gesproken vergat ze nooit haar tekst. Maar nu, nu het er echt toe deed, kon ze zich vrijwel geen woord herinneren van wat ze had voorbereid.
'Waarom?' vroeg Tommy. 'Ik begrijp er niks van.'
Diane keek weer naar haar moeder, deze keer uit een soort wanhopige,
instinctieve hoop dat ze haar te hulp zou schieten. Maar haar gezicht toonde geen genade, alleen die starre afkeuring, vervormd door de drank. Haar vader zag er diep ongelukkig uit; hij zat met één hand aan zijn voorhoofd, zodat ze zijn ogen niet kon zien.
'Tommy, ik was piepjong, ik zat nog op school. Als een meisje van die leeftijd zwanger raakt, laat ze meestal..
'Diane, alsjeblieft zeg,' zei haar moeder. 'Hij is nog veel te klein, dat hoef je toch niet te bespreken.'
Diane deed alsof ze het niet hoorde.
'Soms, Tommy, als een vrouw in verwachting is maar ze wil het kindje niet, dan... dan kan de dokter een operatie doen om ervoor te zorgen dat de baby niet geboren wordt. Maar dat wilde ik niet. Ik wilde jou wel laten komen. Ik...'
De tranen overvielen haar; ze kwamen plotseling vanuit het niets. En het laatste wat ze wilde was huilen. Ze wilde sterk zijn, en liefdevol. Zoals een moeder voor haar kind hoorde te zijn. Boos veegde ze de tranen weg.
'Sorry, ik...'
Tommy sloeg zijn armen om haar heen en klampte zich aan haar vast, en natuurlijk maakte dat het nog veel erger. Ze snikte nu en er was geen houden aan. Ze nam hem in haar armen en nu huilde hij ook. Dit liep helemaal verkeerd. Ze had er een enorme puinhoop van gemaakt. Door haar tranen heen zag ze haar moeder opstaan, haar lege glas van de salontafel grissen en de kamer uit lopen.
'Joan, liefje, toe nou,' riep haar vader haar na.
'Het spijt me, ik kan dit niet aanhoren.'
'Joan...'
Hij stond op en snelde achter haar aan. Het was misschien maar beter zo, dacht Diane. Het had een goede beslissing geleken om het Tommy met z'n drieën te vertellen, om hem gerust te stellen en hem het gevoel te geven dat het allemaal wel goed zou komen. Maar het was stom van haar geweest om te denken dat het zou werken. Haar moeders verbolgenheid liet zich niet zomaar aan de kant schuiven. Diane omhelsde Tommy nog steviger en hield hem toen een eindje van zich af, zodat ze hem kon bekijken. Haar zoon. De arme schat. Hij huilde nog steeds. Zijn gezicht was helemaal rood en vlekkerig. Misschien had ze een grote fout gemaakt.
'Ik weet dat het een enorme schok is, lieverd. Maar we blijven dezelfde mensen. We houden allemaal van je.'
'Waarom vertel je me dit?' vroeg hij sniffend. 'Waarom nu?'
'Omdat ik van je hou. En ik ben trots op je. Ik wil dat iedereen weet dat ik je moeder ben.'
'Dus papa en mama, ik bedoel... ze zijn dus niet mijn...?'
'Ze zijn je opa en oma, schat.'
'Jullie zeiden altijd dat ik geen grootouders had. Dat mijn opa' en oma's dood waren.'
'Dat is ook zo, in zekere zin. Hun ouders, mijn opa's en oma's, die zijn dood.'
Hij leek doodongelukkig en in de war. Hij bleef zijn tranen maar wegvegen, tranen waar net als aan de hare geen einde aan leek te komen.
'Wie is mijn vader dan?'
Diane had natuurlijk geweten dat die vraag zou komen. En voor het eerst kon ze zich herinneren wat ze had voorbereid. Het was tenslotte de waarheid. Ze haalde diep adem en antwoordde zo rustig als ze kon. 'Hij zat op de jongensschool verderop. David, heette hij. Zijn ouders wonen in het buitenland. Ik heb hem nooit meer gezien. Ik heb gehoord dat hij is getrouwd met iemand anders.'
Tommy trok een gekweld gezicht en wendde zich brullend van haar af. Haar handen lagen nog op zijn armen, maar hij rukte zich los en rende naar de deur.
'Tommy! Toe nou!'
Ze liep hem achterna, de keuken in, maar hij holde naar de trap en riep door zijn tranen heen dat ze hem met rust moest laten. Diane bleef staan en nam haar hoofd in haar handen. De deur van zijn slaapkamer werd dichtgeslagen, met zo'n harde klap dat het hele huis op zijn grondvesten schudde. Haar moeder stond met een sigaret in haar mondhoek tomaten te snijden. Haar vader was nergens te bekennen. Waarschijnlijk was hij naar zijn werkbank gevlucht. Haar moeder keek haar niet aan. Ze nam een lange trek van haar sigaret en legde hem in de asbak.
'Zo,' zei ze. 'Ben je nou tevreden?'